Hoofdstuk 11 Rozdział 11 Kapitel 11 Chapter 11

Dagen van eindeloos vlokkende sneeuw waren gekomen en de harde vorst hield de sneeuw vastgepakt in den tuin, langs het huis, dat dik blanke lijnen teekende van stilzwijgend massief gebouw tegen de sneeuwzwangere lage luchten: grauwte, waaruit het grauw van de sneeuw       dommelig en dwarrelig neêrviel, tot het in den greep van de vorst vastpakte en blankte, teekenend ommelijn van villa-huizen en tak-silhouetten van treurzwarte boomen met ronde vegen van mollig wit, den weg voor het huis al bezoedelend zijn wit met wagensporen en zolenindrukken, en met de sneeuw vielen neêr uit de lucht als grauwige waden de vaal-blanke melancholieën van den winter buiten, witte afsterving, witte eenzaamheid - de dagen zoo kort of sliepen de trage uren, die, wakker, maar even sleepten hunne wittere sluiers heen van den grauwen dageraad naar grauwe schemering toe, opdat het van dag weêr zoû worden nacht. ||||||||||||||packed||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||whiter|sheets||||||||||||||||| Tage endlos fallenden Schnees waren gekommen und der harte Frost hielt den Schnee fest im Garten, entlang des Hauses, das dicke weiße Linien zeichnete von stillschweigend massivem Bau gegen die schneebeladenen tiefen Lüfte: Grauheit, aus der das Grau des Schnees schläfrig und wirr herabfiel, bis es im Griff des Frostes festgepackt und weiß wurde, zeichnend die Umrisse von Villen und die Silhouetten der trauernden schwarzen Bäume mit runden Flecken von molligem Weiß, den Weg vor dem Haus bereits beschmutzend mit Wagenrädern und Sohlenabdrücken, und mit dem Schnee fiel er aus der Luft wie graue Waden die fahl-weißen Melancholien des Winters hinaus, weiße Absterblichkeit, weiße Einsamkeit - die Tage so kurz oder schliefen die langsamen Stunden, die, wach, aber nur mühsam ihre weißeren Schleier von der grauen Dämmerung zur grauen Dämmerung hinzogen, damit es von Tag wieder Nacht werden sollte. Days of endlessly falling snow had come, and the hard frost held the snow tightly packed in the garden, along the house, which drew thick white lines of silently massive construction against the snow-laden low skies: a grayness, from which the gray of the snow lazily and whimsically fell down, until it was seized by the frost, solidifying and whitening, outlining the villa houses and the branch silhouettes of sorrowful black trees with round strokes of plump white, already soiling the white of the road in front of the house with tire tracks and sole impressions, and with the snow falling from the sky like grayish veils, the pale-white melancholies of winter outside, white decay, white loneliness - the days so short or the slow hours slept, which, awake, but just dragged their whiter veils from the gray dawn to gray twilight, so that it would again become night from day. En als witte nachten waren de korte dagen, zonder zon, of zij schenen door floers heen, of het leven door floers heen ademde, koud floers als wazing van dood, het waas van den dood zelven, die neêrstreek, alles kil in zijn floers omvangende... ||||||||||||||mist||||||||||||waking||||||||||descended||||||of Und wie weiße Nächte waren die kurzen Tage, ohne Sonne, oder sie schienen durch Schleier hindurch, oder das Leben atmete durch Schleier hindurch, kalte Schleier wie Wachs des Todes, der Schleier des Todes selbst, der niederfiel, alles kühl in seinem Schleier umfassend... And like white nights were the short days, without sun, or they shone through veils, or life breathed through veils, cold veils like the haze of death, the haze of death itself, which descended, everything chilly in its veiled encompassing...

En in het groote huis was het de stille warmte van huiselijkheid in verwarmde groote kamers en gangen, met de bruiningen en harceeringen der zware maar oude tapijten en gordijnen, lang geleefd en even gesleten in moede strekkingen en hangingen en plooien van kamerpeinzing, alsof de doode stoffen neêrzagen,       meêdroomden, meêdeinden van ademen met allen, die tusschen hen leefden, terwijl in den sneeuwschijn van buiten de mahoniehouten meubels glimpten van eigen leven ook, of zij weêrschenen dingen van vroeger, lang verleden leed van kleine menschen en lang verleden gevoelingen. ||||||||||||||||||||browning||hangings||||||||||||worn|||stretches||hung||||room|||||neêrzagen|dreamed|measured||||||||||||snowshine||||mahogany||glimpses|||||||weêrschenen|||||||||||||feelings Und im großen Haus war es die stille Wärme von Häuslichkeit in beheizten großen Zimmern und Fluren, mit den Brauntönen und Abnutzungen der schweren, aber alten Teppiche und Vorhänge, lange gelebt und ebenso abgenutzt in müden Streckungen und Hängungen und Falten des Zimmerdenkens, als ob die toten Stoffe niederblickten, mitträumten, mitatmeten mit allen, die zwischen ihnen lebten, während im Schneeschein von außen die mahagonifarbenen Möbel auch von eigenem Leben schimmerten, als ob sie Dinge von früher, lange vergangenes Leid kleiner Menschen und lange vergangene Gefühle widerspiegelten. And in the large house, it was the quiet warmth of homeliness in heated large rooms and corridors, with the browns and wear of the heavy but old carpets and curtains, long lived and equally worn in weary stretches and hangings and folds of room pondering, as if the dead fabrics looked down, dreamt along, breathed along with all those who lived among them, while in the snow glow from outside, the mahogany furniture glimmered with its own life too, as if they reflected things from the past, long past suffering of small people and long past feelings. Stille stemmingen van oude eenzame menschen schenen te wazen uit de oude, ernstige meubels, die goedmoedig opglimlachten, omdat zooveel nieuw leven tusschen hen kwam, van buiten af: de veeren der stoelen steunden, de deuren der kasten kraakten, de wateringen der spiegels versomberden en verhelderden, het porcelein kartelde en het tafelzilver kraste, vol dienstbare deemoedigheid van heel oude, lang gebruikte, slijtende dingen des dagelijkschen levens, die heel langzaam-aan afstierven, terwijl om hen heen en aan hen herbloeide de nieuwe beweging der nieuwe levens van buiten. ||||||||to emanate||||||||||||||||||||springs|||seemed|||||||waterings|||darkened||verhelderden|||the edge|||table silver|||serviceable|good-natured||||||slipping|||daily||||||dying||||||||blooming|||||||| Stille Stimmungen alter einsamer Menschen schienen aus den alten, ernsten Möbeln zu wehen, die gutmütig auflachten, weil so viel neues Leben zwischen ihnen kam, von außen: die Federn der Stühle stützten, die Türen der Schränke knarrten, die Wasser der Spiegel verdunkelten und erhellten, das Porzellan knisterte und das Tafelsilber kratzte, voll dienender Demut von ganz alten, lange benutzten, abgenutzten Dingen des täglichen Lebens, die ganz langsam abstarben, während um sie herum und an ihnen die neue Bewegung des neuen Lebens von außen erblühte. Silent moods of old lonely people seemed to emanate from the old, serious furniture, which smiled benevolently, because so much new life came among them from outside: the springs of the chairs supported, the doors of the cabinets creaked, the reflections in the mirrors darkened and brightened, the porcelain crinkled and the table silver scratched, full of servile humility of very old, long-used, worn things of daily life, which slowly faded away, while around them and to them bloomed the new movement of new lives from outside. Een ziel van vroeger scheen, trots die nieuwe beweging, dat nieuwe leven, te blijven varen langs de lange gangen, de bruinende trappen, te schuren langs de donkere deuren, die toch, geopend, toegang gaven tot de kamers van het nieuwe leven... Zelfs in de kamers zelve bleef iets varen van de ziel van vroeger, en de meubels weêrschenen       de ziel, als waren het vage vasthoudingen aan materialisme, vastklampingen van ziel aan dingen, in hare nog niet geheel aardsche afsterving... ||||||||||||||||||||brown|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||holdings|||gripping||||||||||| Eine Seele von früher schien, trotz dieser neuen Bewegung, diesem neuen Leben, entlang der langen Flure, die bräunenden Treppen zu fahren, sich an den dunklen Türen zu reiben, die doch, geöffnet, Zugang zu den Räumen des neuen Lebens gaben... Selbst in den Räumen selbst blieb etwas von der Seele von früher hängen, und die Möbel schienen die Seele, als wären es vage Festhaltungen am Materialismus, Festklammerungen der Seele an Dingen, in ihrem noch nicht ganz irdischen Absterben... A soul from the past seemed, despite that new movement, that new life, to continue to glide along the long corridors, the browning stairs, to rub against the dark doors, which, when opened, gave access to the rooms of the new life... Even in the rooms themselves, something of the soul of the past lingered, and the furniture seemed to reflect the soul, as if they were vague attachments to materialism, clinging of the soul to things, in its still not entirely earthly fading...

Tusschen die weêrschijningen van zieledingen van vroeger bleef nog iets hangen van een bijbelsche vroomheid - om sommige boekentitels in de boekenkasten - om sommige ouderwetsche gravures in de donkere kamers, en in sommige uren van stille schemering ging er door het geheele huis heen als een zweving van gebed, en Constance voelde dat soms zoo intens, dat zij er 's Zondag-'s morgens altijd op aandrong, dat de meisjes ten minste naar de kerk zouden gaan - als waren zij dit, uit reverentie, bijna verplicht aan de oude menschen, die hier vroeger hadden geleefd en gebeden - vooral aan den Ouden Man. ||||soul matters|||||||||biblical||||book titles||||||old-fashioned||||||||||||||||||||||hovering||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| Zwischen diesen Erscheinungen von Seelenwesen von früher blieb noch etwas hängen von einer biblischen Frömmigkeit - um einige Buchtitel in den Bücherregalen - um einige altmodische Gravuren in den dunklen Räumen, und in einigen Stunden stiller Dämmerung ging durch das ganze Haus wie ein Hauch des Gebets, und Constance fühlte das manchmal so intensiv, dass sie am Sonntagmorgen immer darauf drang, dass die Mädchen wenigstens in die Kirche gehen sollten - als wären sie dies, aus Reverenz, fast den alten Menschen, die hier früher gelebt und gebetet hatten, besonders dem Alten Mann, schuldig. Between those reflections of the soul of the past, something of a biblical piety still hung - around some book titles in the bookshelves - around some old-fashioned engravings in the dark rooms, and in some hours of quiet twilight, there was a kind of hovering of prayer throughout the whole house, and Constance felt that sometimes so intensely, that she always insisted on Sunday mornings that the girls at least go to church - as if they were, out of reverence, almost obliged to the old people who had lived and prayed here before - especially to the Old Man. En dat zij zelve niet ging, hinderde haar zoo, dat zij sòms de meisjes wel eens vergezelde - hoewel zij toch ongevoelig bleef voor elken indruk van kerkelijke godsdienst. |||||||||||sometimes|||||accompanied||||||||||| Und dass sie selbst nicht ging, störte sie so, dass sie manchmal die Mädchen begleitete - obwohl sie doch unempfänglich blieb für jeden Eindruck von kirchlicher Religiosität. And the fact that she herself did not go, troubled her so much that sometimes she accompanied the girls - although she remained insensitive to any impression of ecclesiastical religion. En de dingen van vroeger, die weêrschemerden en zweefden en als vormden de ontastbare atmosfeer, van de donkere gangen en bruinende kamers, waar soms alleen hel vroolijk opschemerde de blauwwitte glans van Delftsche pullen - de dingen       van vroeger waren, in onbewustheid, alleen geheel sympathiek aan Van der Welcke, omdat iets van zijn kinderjaren er meê zweefde, er meê weêrscheen, en aan Addy, om een vaag gevoel van erfgenaam-zijn, niet alleen van de materieele, maar ook van de immaterieele dingen, waarvan vol bleef het groote huis. ||||||were shimmering|||||||untouchable||||||||||||||twilighted||blue-white|||||||||||||||||||||||||||||were shimmering||||||||||||||||||||immaterial||||||| Und die Dinge von früher, die schimmerten und schwebten und wie die unberührbare Atmosphäre formten, von den dunklen Gängen und bräunenden Zimmern, wo manchmal nur hell fröhlich der blau-weiße Glanz der Delfter Krüge aufschimmerte - die Dinge von früher waren, in Unbewusstheit, nur ganz sympathisch zu Van der Welcke, weil etwas aus seiner Kindheit damit schwebte, damit wieder erschien, und zu Addy, wegen eines vagen Gefühls von Erbe-sein, nicht nur von den materiellen, sondern auch von den immateriellen Dingen, von denen das große Haus voll blieb. And the things of the past, that shimmered and floated and formed the intangible atmosphere of the dark corridors and browning rooms, where sometimes only the bright cheerful glow of Delft blue jugs shone through - the things of the past were, in unconsciousness, entirely sympathetic to Van der Welcke, because something from his childhood floated with it, reappeared with it, and to Addy, due to a vague feeling of being an heir, not only of the material things but also of the immaterial things, of which the great house remained full. Voelde hij zich vreemd aan den Ouden Man, hij voelde aan de Oude Vrouw zich verwant, met een vreemden terugblik op wat hij van haar wist en zich heugen van latere stil-mystieke jaren, toen kerkelijke vroomheid haar niet kon voldoen. Fühlte er sich fremd beim Alten Mann, fühlte er sich mit der Alten Frau verwandt, mit einem fremden Rückblick auf das, was er von ihr wusste und sich an spätere still-mystische Jahre erinnerte, als kirchliche Frömmigkeit ihr nicht genügen konnte. He felt strange towards the Old Man, he felt a kinship with the Old Woman, with a foreign reflection on what he knew of her and memories of later still-mystical years, when ecclesiastical piety could not satisfy her. Maar verder bleef het huis als éen groote gastvrijheid, vreemd van bloed, aan zoo velen, die er gevonden hadden een schuilplaats en een veiligheid: - de oude kindsche vrouw aan het raam, turende in de sneeuwgrauwe tuinverschieten - de vertreurde nog jonge moeder, hare groote kinderen - Emilie, vol van stil geheim, en dezer dagen, in een jachtbui van sneeuw, had Constance binnengevoerd Marietje Van Saetzema: Mary, als zij genoemd werd, en zij hadden haar geïnstalleerd in de kamer van Guy, nu Guy werkte in een hoekje van Addy's kantoor, waar hij op een kleine tafel zijn boeken stapelde. ||||||||||||||||||||shelter||||||||||||||snowy gray|garden shooting||sorrow|||||||||||||||||hunting mood|||||brought in||||||||||||||||||||||||||||||||||||remained Aber das Haus blieb weiter wie eine große Gastfreundschaft, fremd vom Blut, für so viele, die dort einen Zufluchtsort und Sicherheit gefunden hatten: - die alte kindliche Frau am Fenster, die in den schneegrauen Garten starrte - die betrübte, noch junge Mutter, ihre großen Kinder - Emilie, voll stillen Geheimnisses, und an diesen Tagen, in einem Jagdfieber von Schnee, hatte Constance Marietje Van Saetzema hereingeführt: Mary, wie sie genannt wurde, und sie hatten sie im Zimmer von Guy eingerichtet, jetzt arbeitete Guy in einer Ecke von Addys Büro, wo er auf einem kleinen Tisch seine Bücher stapelte. But further, the house remained like one great hospitality, strange of blood, to so many who had found a refuge and safety there: - the old childish woman at the window, gazing into the snow-gray garden - the sorrowful yet young mother, her large children - Emilie, full of quiet secrets, and these days, in a hunting mood of snow, Constance had brought in Marietje Van Saetzema: Mary, as she was called, and they had installed her in Guy's room, now that Guy worked in a corner of Addy's office, where he stacked his books on a small table. Het huis, langzamerhand, werd heel vol. Das Haus wurde allmählich sehr voll. The house gradually became very full. Vreemd aan het groote huis       bleef ook de schoondochter, maar de kinderen - Constant en Jetje - ze waren àltijd als blonde zonneglanzingen, die soms wemelden in een geluid van nog stamelende jongelentestemmen, als zij door de gangen, over de trappen gingen met de kindermeid - de eene al wankelloopende, de andere nog op den arm gedragen - om in het wagentje buiten te rijden - om wat in de serre te komen spelen, waar de oude overgrootmoeder, aan het raam, vaag lachende neêrzag op hunne heel kleine-kindjesspeelschheid. ||||||||||||||||||||zonneglanzingen|||wemelden|||||||stemmen||||||||||||||||wankelloopende|||||||||||||||||||||||||||||||||||||kindjesspeelschheid Fremd|an|das|große|Haus|blieb|auch|die|Schwiegertochter|aber|die|Kinder|Constant|und|Jetje|sie|waren|immer|wie|blonde|Sonnenstrahlen|die|manchmal|wimmelten|in|einem|Geräusch|von|noch|stammelnden|Jungestimmen|als|sie|durch|die|Flure|über|die|Treppen|gingen|mit|der|Kindermädchen|die|eine|schon|wankende|die|andere|noch|auf|den|Arm|getragen|um|in|das|Wägchen|draußen|zu|fahren|um|etwas|in|die|Veranda|zu|kommen|spielen|wo|die|alte|Urgroßmutter|an|das|Fenster|vage|lachende|herabsah|auf|ihre|ganz|kleinen|kindlichen Spielereien strange|at|the|large|house|remained|also|the|daughter-in-law|but|the|children|Constant|and|Jetje|they|were|always|like|blonde|sun glimmers|that|sometimes|swarmed|in|a|sound|of|still|stammering|teenage voices|when|they|through|the|halls|over|the|stairs|went|with|the|nanny|the|one|already|wobbling|the|other|still|on|the|arm|carried|to|in|the|little cart|outside|to|ride|to|something|in|the|conservatory|to|come|play|where|the|old|great-grandmother|at|the|window|vaguely|laughing|looked down|at|their|very|small|childlike playfulness Seltsam blieb auch die Schwiegertochter im großen Haus, aber die Kinder - Constant und Jetje - sie waren immer wie blonde Sonnenstrahlen, die manchmal in einem Geräusch von noch stammelnden Jungstimmen wimmelten, während sie mit der Kindermädchen durch die Gänge und über die Treppen gingen - die eine schon wackelig, die andere noch auf dem Arm getragen - um im Wägchen draußen zu fahren - um in das Wintergarten zu kommen, wo die alte Urgroßmutter, am Fenster, vage lächelnd auf ihr ganz kleines Kinderspiel herab sah. Strange at the big house was also the daughter-in-law, but the children - Constant and Jetje - they were always like blonde sunbeams, sometimes shimmering in a sound of still stammering young voices, as they went through the halls, up the stairs with the nanny - one already wobbling, the other still being carried in the arms - to ride in the little cart outside - to come play in the conservatory, where the old great-grandmother, vaguely smiling, looked down at their very little childlike playfulness from the window. En den dag na Constance's terugkomst, met Marietje, in de grauwwitte jacht van sneeuw - hoe verwonderd waren zij allen in huis, omdat Addy telegrafeerde, dat hij met oom Ernst, den volgenden dag, zoû komen! |||||||||||||||verwonderd|||||||||||||||||| Und|den|Tag|nach|Constance|Rückkehr|mit|Marietje|in|dem|grau-weißen|Jagd|von|Schnee|wie|verwundert|waren|sie|alle|im|Haus|weil|Addy|telegrammte|dass|er|mit|Onkel|Ernst|den|folgenden|Tag|würde|kommen and|the|day|after|Constance's|return|with|Marietje|in|the|gray-white|hunt|of|snow|how|surprised|were|they|all|in|house|because|Addy|telegraphed|that|he|with|uncle|Ernst|the|following|day|would|come Und am Tag nach Constances Rückkehr, mit Marietje, in dem grau-weißen Schnee - wie verwundert waren sie alle im Haus, weil Addy telegrammierte, dass er mit Onkel Ernst am nächsten Tag kommen würde! And the day after Constance's return, with Marietje, in the gray-white hunt of snow - how surprised they all were in the house, because Addy telegraphed that he would come with uncle Ernst the next day! Twee, drie woorden, dat telegram, zonder verklaringen, en hoe verbaasd waren zij niet allen, dat Addy dat had weten gedaan te krijgen! Zwei|drei|Wörter|das|Telegramm|ohne|Erklärungen|und|wie|überrascht|waren|sie|nicht|alle|dass|Addy|das|hatte|wissen|getan|zu|bekommen two|three|words|that|telegram|without|explanations|and|how|surprised|were|they|not|all|that|Addy|that|had|to know|done|to|get Zwei, drei Worte, dieses Telegramm, ohne Erklärungen, und wie erstaunt waren sie nicht alle, dass Addy das geschafft hatte! Two, three words, that telegram, without explanations, and how surprised they all were that Addy had managed to do that! Constance en Guy gingen dadelijk naar de kleine villa, waar men zieken verpleegde: ja, de dokter had al geseind om de twee kamers, zeide men en juist werd alles in orde gemaakt, dat wilde zeggen, de slaapkamer, want de zitkamer zoû meneer zelf meubelen. ||||||||||||||||||geseind||||||||||||||||||||||||| Constance|und|Guy|gingen|sofort|zur|die|kleine|Villa|wo|man|Kranke|pflegte|ja|der|Arzt|hatte|bereits|signalisiert|um|die|zwei|Zimmer|sagte|man|und|gerade|wurde|alles|in|Ordnung|gemacht|das|wollte|sagen|das|Schlafzimmer|denn|die|Sitzzimmer|würde|Herr|selbst|einrichten Constance|and|Guy|went|immediately|to|the|small|villa|where|one|sick people|cared for|yes|the|doctor|had|already|signaled|to|the|two|rooms|said|one|and|just|was|everything|in|order|made|that|wanted|to say|the|bedroom|because|the|sitting room|would|sir|himself|furnish Constance und Guy gingen sofort zur kleinen Villa, wo man Kranke pflegte: ja, der Arzt hatte bereits signalisiert, dass die zwei Zimmer bereit seien, sagte man, und gerade wurde alles in Ordnung gebracht, das wollte sagen, das Schlafzimmer, denn das Wohnzimmer wollte der Herr selbst einrichten. Constance and Guy immediately went to the small villa, where they cared for the sick: yes, the doctor had already signaled for the two rooms, they said, and everything was just being arranged, that is to say, the bedroom, because the sitting room would be furnished by the gentleman himself. En waarlijk, den volgenden dag kwam Addy met oom Ernst aan; van Den Haag waren Ernsts meubels       verzonden, zijn porcelein was in kisten gepakt onder zijn eigen en Addy's toezicht, en hoewel Ernst eerst heel achterdochtig de naakte zitkamer beschouwde, klopte tegen de muren, luisterde aan den wand en beweerde, dat dadelijk de menschen - de verpleger, en zijn vrouw, de verpleegster - loerden achter de deur, waarachtig net als juf en haar ploert van een broêr in Den Haag - was hij toch wel tevreden, verrast, omdat de kamer zoo groot was - al miste hij de sombere gracht van den Nieuwen Uitleg, die hem lief was om tint en atmosfeer van droefgeestigheid. |||||||||||||||||sent|||||crates|packed||||||||||||||||||||||||||||||||||||||was lurking||||||||||||||||||||||||||||||||||canal||||||||||||||sadness Und wahrlich, am folgenden Tag kam Addy mit Onkel Ernst; aus Den Haag waren Ernsts Möbel verschickt worden, sein Porzellan war in Kisten verpackt unter seiner eigenen und Addys Aufsicht, und obwohl Ernst zunächst sehr misstrauisch das nackte Wohnzimmer betrachtete, klopfte er an die Wände, lauschte an der Wand und behauptete, dass sofort die Menschen - der Pfleger und seine Frau, die Krankenschwester - hinter der Tür lauerten, wahrhaftig genau wie die Lehrerin und ihr Schuft von einem Bruder in Den Haag - war er doch zufrieden, überrascht, weil der Raum so groß war - auch wenn ihm der düstere Graben des Nieuwen Uitleg fehlte, der ihm wegen seines Tons und der Atmosphäre der Traurigkeit lieb war. And truly, the next day Addy arrived with Uncle Ernst; Ernst's furniture had been sent from The Hague, his porcelain was packed in crates under his and Addy's supervision, and although Ernst initially regarded the bare living room with great suspicion, knocking on the walls, listening at the partition, and claiming that immediately the people - the caregiver and his wife, the nurse - were lurking behind the door, just like Miss and her lout of a brother in The Hague - he was nonetheless satisfied, surprised, because the room was so large - although he missed the gloomy canal of the Nieuwen Uitleg, which he loved for its tint and atmosphere of melancholy. Met Addy gaande door den tuin, aan Addy's arm, vond hij wel vreemd, dat hij er wandelen zag, door de witte sneeuw, een oude dame met de verpleegster, op dit oogenblik de eenige patiente - 's zomers waren er meerderen - en Ernst zag de dame met achterdocht aan, maar tevreden, verrast was hij weêr toen Addy hem uitlegde hoe heel dicht hij woonde bij hen allen, en toen hij hem voerde naar hun huis, bleef Ernst het aan het tuinhek aanzien en zag op naar den sneeuw-gekroonlijstten gevel, mollige sneeuw aan de rechte lijnen der ramen en boven de deur. |||||||||||||||||||||||||||||||||patient|||||more|||||||||||||||||||||||||||||||||||stayed|||||garden gate||||||the||crowned lists|facade|plump||||||||||| Mit Addy durch den Garten gehend, an Addys Arm, fand er es seltsam, dass er dort spazieren sah, durch den weißen Schnee, eine alte Dame mit der Krankenschwester, in diesem Moment die einzige Patientin - im Sommer gab es mehrere - und Ernst sah die Dame misstrauisch an, aber zufrieden, überrascht war er wieder, als Addy ihm erklärte, wie nah er bei ihnen allen wohnte, und als er ihn zu ihrem Haus führte, blieb Ernst am Gartenzaun stehen und sah auf die schneebedeckte, gerahmte Fassade, mollige Schneeflocken an den geraden Linien der Fenster und über der Tür. Walking through the garden with Addy, on Addy's arm, he found it quite strange that he saw an old lady walking there, through the white snow, with the nurse, at that moment the only patient - in summer there were more - and Ernst looked at the lady with suspicion, but he was again satisfied, surprised when Addy explained to him how close he lived to all of them, and when he led him to their house, Ernst kept looking at the garden gate and gazed up at the snow-capped facade, plump snow on the straight lines of the windows and above the door. Het groote huis met al zijne venster-oogen scheen hem rustig aan te       zien, en hij ging voort aan Addy's arm, door den tuin, en naar binnen. ||||||||||||||||||||||the|||| Das große Haus mit all seinen Fensteraugen schien ihn ruhig anzusehen, und er ging weiter an Addys Arm, durch den Garten und hinein. The large house with all its window eyes seemed to look at him calmly, and he continued on Addy's arm, through the garden, and inside. Hij was hier nooit geweest. Er war hier nie gewesen. He had never been here before. Hij stelde dadelijk belang in het antieke kabinet van de vestibule, de gravures, de Delftsche pullen, en schudde goedkeurend het hoofd, toegevende, dat dit mooi was. ||dadelijk||||||||||||||||||||||| Er|stellte|sofort|Interesse|an|das|antike|Kabinett|von|die|Vestibül|die|Gravuren|die|Delfter|Krüge|und|schüttelte|zustimmend|das|Haupt|eingestehend|dass|dies|schön|war he|he put|immediately|interest|in|the|antique|cabinet|of|the|vestibule|the|engravings|the|Delft|mugs|and|he shook|approvingly|the|head|conceding|that|this|beautiful|was Er zeigte sofort Interesse an dem antiken Schrank in der Diele, den Gravuren, den Delfter Krügen, und nickte zustimmend, wobei er zugab, dass dies schön war. He immediately showed interest in the antique cabinet of the vestibule, the engravings, the Delft mugs, and nodded approvingly, conceding that this was beautiful. Constance ontving hem hartelijk, en hoewel hij mama in jaren niet had gezien, groette hij haar eenvoudig of hij haar gisteren pas verlaten had. Constance|empfing|ihn|herzlich|und|obwohl|er|Mama|in|Jahren|nicht|hatte|gesehen|grüßte|er|sie|einfach|als|er|sie|gestern|erst|verlassen| Constance|she received|him|warmly|and|although|he|mom|in|years|not|he had|seen|he greeted|he|her|simply|as if|he|her|yesterday|just|left|he had Constance empfing ihn herzlich, und obwohl er seine Mutter seit Jahren nicht gesehen hatte, begrüßte er sie einfach, als hätte er sie erst gestern verlassen. Constance welcomed him warmly, and although he hadn't seen mom in years, he greeted her simply as if he had just left her yesterday. Zij hield zijn hand vast, zag hem aan, herkende een zoon in hem, maar wist niet zijn naam, meende, dat hij uit Indië kwam, vroeg dingen en zeide namen... Zij begrepen elkaâr niet, en Constance was heel weemoedig, vooral om kleine Klaasje, die speelde aan mama's voeten met mooie, kleurige prentenboeken, die ‘oom' Addy haar had gegeven. Sie|hielt|seine|Hand|fest|sah|ihn|an|erkannte|einen|Sohn|in|ihm|aber|wusste|nicht|seinen|Namen|meinte|dass|er|aus|Indien|kam|fragte|Dinge|und|sagte|Namen|Sie|verstanden|einander|nicht|und|Constance|war|sehr|melancholisch|vor allem|um|kleinen|Klaasje|der|spielte|an|Mamas|Füßen|mit|schönen|bunten|Bilderbüchern|die|Onkel|Addy|ihr|hatte|gegeben she|she held|his|hand|tight|she saw|him|at|she recognized|a|son|in|him|but|she knew|not|his|name|she thought|that|he|from|India|he came|she asked|things|and|she said|names|they|they understood|each other|not|and|Constance|she was|very|melancholic|especially|about|little|Klaasje|who|he played|at|mom's|feet|with|beautiful|colorful|picture books|which|uncle|Addy|her|he had|given Sie hielt seine Hand fest, sah ihn an, erkannte einen Sohn in ihm, wusste aber nicht seinen Namen, meinte, dass er aus Indien kam, stellte Fragen und nannte Namen... Sie verstanden einander nicht, und Constance war sehr wehmütig, besonders wegen dem kleinen Klaasje, der zu Mamas Füßen mit schönen, bunten Bilderbüchern spielte, die ‚Onkel' Addy ihr gegeben hatte. She held his hand, looked at him, recognized a son in him, but did not know his name, thought he came from India, asked things and mentioned names... They did not understand each other, and Constance was very melancholic, especially about little Klaasje, who was playing at mom's feet with beautiful, colorful picture books that 'uncle' Addy had given her.

- Zie eens... een blauw mannetje... geel vrouwtje... rood...! Sieh|mal|ein|blau|Männchen|gelb|Weibchen|rot see|once|a|blue|little man|yellow|little woman|red - Sieh mal... ein blauer Mann... ein gelbes Frauchen... rot...! - Look... a blue little man... a yellow little woman... red...! En buiten... alles wit... alles wit... alles wit... Und|draußen|alles|weiß|alles|weiß|alles|weiß and|outside|everything|white|||| Und draußen... alles weiß... alles weiß... alles weiß... And outside... everything white... everything white... everything white...

En zóo zwaar klom plotseling een treurigheid op in Constance, dat zij in snikken had uitbreken kunnen, om haar moeder, haar broêr - om dat kind van haar armen broêr Gerrit! ||||||treurigheid||||||||||||||||||||||| Und||schwer|stieg|plötzlich|eine|Traurigkeit|auf|in|Constance|dass|sie|in|Schluchzen|hatte|ausbrechen|können|um|ihre|Mutter|ihren|Bruder|um|dieses|Kind|von|ihren|armen|Bruder|Gerrit and|so|heavy|climbed|suddenly|a|sadness|up|in|Constance|that|she|in|sobs|had|to break out|could|for|her|mother|her|brother|for|that|child|of|her|arms|brother|Gerrit Und so schwer stieg plötzlich eine Traurigkeit in Konstanz auf, dass sie in Schluchzen hätte ausbrechen können, um ihre Mutter, ihren Bruder - um das Kind ihres armen Bruders Gerrit! And so heavy, a sadness suddenly rose in Constance, that she could have burst into sobs for her mother, her brother - for that child of her brother Gerrit! Maar zij beheerschte zich heel sterk, zij sloeg om Ernsts schouder haar arm, voerde hem weg van mama, en Adeline, Emilie kwamen hem       begroeten. Aber|sie|beherrschte|sich|ganz|stark|sie|schlug|um|Ernsts|Schulter|ihren|Arm|führte|ihn|weg|von|Mama|und|Adeline|Emilie|kamen|ihn|begrüßen but|she|controlled|herself|very|strong|she|she put|around|Ernst's|shoulder|her|arm|she led|him|away|from|mom|and|Adeline|Emilie|they came|him|to greet Aber sie beherrschte sich sehr stark, sie legte ihren Arm um Ernsts Schulter, führte ihn weg von Mama, und Adeline, Emilie kamen, um ihn zu begrüßen. But she controlled herself very strongly, she put her arm around Ernst's shoulder, led him away from mama, and Adeline, Emilie came to greet him. O, de dingen van vroeger, niet de vroegere, waarvan nog de atomen zweefden door dit huis: die der oude menschen, - maar de dingen van hun eigen vroeger, van hun aller eigene verledene doode jaren, jaren van nog niet lang geledene jeugd, hoe drongen zij tusschen hen om, hoe waren zij vol in de even somberende kameratmosfeer, terwijl de sneeuwweêrschijn naar binnen glimpte en hel weg verwaterde in de oude spiegels... Hoe kwamen zij hier allen zoo... hoe kwamen zij hier allen zoo... als in een toevlucht, als in een veiligheid, stille haven van eenvoudige liefde...? |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||verledene||||||||||||||||||||||||||verledene||||||||||||||||||||toevlucht||||||haven||| O|die|Dinge|von|früher|nicht|die|frühere|von denen|noch|die|Atome|schwebten|durch|dieses|Haus|die|der|alten|Menschen|aber|die|Dinge|von|ihren|eigenen|Vergangenheit|von|ihren|aller|eigenen|vergangenen|toten|Jahren|Jahren|von|noch|nicht|lange|vergangenen|Jugend|wie|drangen|sie|zwischen|ihnen|um|wie|waren|sie|voll|in|die|gleich|trüben|Zimmeratmosphäre|während|die|Schneelicht|nach|drinnen|schimmerte|und|hell|weg|verwässerte|in|die|alten|Spiegel|Wie|kamen|sie|hier|alle|so|wie|kamen|sie|hier|alle|so|wie|in|einen|Zuflucht|wie|in|einen|Sicherheit|stille|Hafen|von|einfacher|Liebe oh|the|things|of|past|not|the|earlier|of which|still|the|atoms|floated|through|this|house|those|of the|old|people|but|the|things|of|their|own|past|of|their|all|own|past|dead|years|years|of|still|not|long|past|youth|how|they pressed|they|between|them|around|how|they were|they|full|in|the|even|darkening|room atmosphere|while|the|snow light|towards|inside|it glimpsed|and|bright|away|it faded|in|the|old|mirrors|how|they came|they|here|all|so|how|they came|they|here|all|so|as|in|a|refuge|as|in|a|safety|quiet|harbor|of|simple|love Oh, die Dinge von früher, nicht die früheren, von denen noch die Atome durch dieses Haus schwebten: die der alten Menschen, - sondern die Dinge ihrer eigenen früheren, ihrer aller eigenen vergangenen toten Jahre, Jahre noch nicht lange vergangener Jugend, wie drängten sie zwischen ihnen umher, wie waren sie voll in der ebenso trüben Zimmeratmosphäre, während der Schneeregen nach drinnen schimmerte und hell in den alten Spiegeln verwässerte... Wie kamen sie hier alle so... wie kamen sie hier alle so... als in einem Zufluchtsort, als in einer Sicherheit, stillem Hafen einfacher Liebe...? Oh, the things of the past, not the earlier ones, of which the atoms still floated through this house: those of the old people, - but the things of their own past, of their very own dead years, years of not long ago youth, how they pressed in between them, how they were full in the equally somber room atmosphere, while the snowy weather glimmered in and faded away in the old mirrors... How did they all come here so... how did they all come here so... as in a refuge, as in a safety, a quiet harbor of simple love...? Hoe week werd zij, hoe week, toen zij, haar man, haar zoon zag binnenkomen, zij beiden, zij beiden, die... Zij kòn hare gedachten van weekheid en weemoed niet meer vervolgen; ook Alex kwam binnen, en in hem, zoo jong, zoo jong, o, zag zij ook al het verleden - uit zijn oogen, plotseling, flitsen haar toe met het vizioen van den dood van zijn vader... Maar ook de meisjes kwamen nu, en toen Gerdy met Guy kwam, lachende, lachte zij ook, om hun vroolijkheid, hun blonden levenslust, beiden jong, sterk, gezond, eenvoudig... Gelukkig, gelukkig zij beiden! Wie|Woche|wurde|sie||Woche|als|sie|||||||sie|beide||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| how|weak|became|she|how|weak|when|she|her|husband|her|son|saw|enter|they|both|they|both|those|she|could|her|thoughts|of|weakness|and|melancholy|not|anymore|pursue|also|Alex|came|inside|and|in|him|so|young|so|young|oh|saw|she|also|all|the|past|from|his|eyes|suddenly|flash|her|to|with|the|vision|of|the|death|of|his|father|but|also|the|girls|came|now|and|when|Gerdy|with|Guy|came|laughing|laughed|she|also|for|their|cheerfulness|their|blond|zest for life|both|young|strong|healthy|simple|happy|happy|they|both Wie schwach wurde sie, wie schwach, als sie ihren Mann, ihren Sohn hereinkommen sah, sie beide, sie beide, die... Sie konnte ihre Gedanken an Schwäche und Wehmut nicht mehr fortsetzen; auch Alex kam herein, und in ihm, so jung, so jung, o, sah sie auch die ganze Vergangenheit - aus seinen Augen, plötzlich, blitzte ihr das Vision des Todes seines Vaters entgegen... Aber auch die Mädchen kamen jetzt, und als Gerdy mit Guy kam, lachend, lachte sie auch, über ihre Fröhlichkeit, ihre blonde Lebensfreude, beide jung, stark, gesund, einfach... Glücklich, glücklich waren sie beide! How weak she became, how weak, when she saw her husband, her son coming in, both of them, both of them, who... She could no longer continue her thoughts of weakness and melancholy; Alex also came in, and in him, so young, so young, oh, she saw all the past - from his eyes, suddenly, flashes came to her with the vision of his father's death... But the girls also came now, and when Gerdy came in with Guy, laughing, she laughed too, at their cheerfulness, their blonde zest for life, both young, strong, healthy, simple... Happy, happy they both! O, hoe meer het verleden zich opstapelde, hoe meer het scha-       duw sloeg over het heden, maar zij beiden, Gerdy en Guy, zij waren jong, sterk, gezond, eenvoudig... Gelukkig, gelukkig! O|wie|mehr|das|Vergangene|sich|aufstapelte|wie|mehr|das||schatten|schlug|über|das|Gegenwart|aber|sie|beide|Gerdy|und|Guy|sie|waren|jung|stark|gesund|einfach|Glücklich|glücklich oh|how|more|the|past|itself|piled up|how|more|the|schaduw|shadow|cast|over|the|present|but|they|both|Gerdy|and|Guy|they|were|young|strong|healthy|simple|happy|happy O, je mehr die Vergangenheit sich stapelte, desto mehr warf der Schatten über die Gegenwart, aber sie beide, Gerdy und Guy, sie waren jung, stark, gesund, einfach... Glücklich, glücklich! Oh, the more the past piled up, the more the shadow fell over the present, but both of them, Gerdy and Guy, they were young, strong, healthy, simple... Happy, happy! En met een lach bijna van geluk, hoe intens zij ook voelde àlle verledene dingen, vroeg zij Addy: Und|mit|ein|Lächeln|fast|vor|Glück|wie|intensiv|sie|auch|fühlte|alle|vergangenen|Dinge|fragte|sie|Addy and|with|a|smile|almost|of|happiness|how|intense|she|also|felt|all|past|things|asked|she|Addy Und mit einem Lächeln, fast aus Glück, wie intensiv sie auch alle vergangenen Dinge fühlte, fragte sie Addy: And with a smile almost of happiness, no matter how intensely she felt all the past things, she asked Addy:

- Is het nu niet te druk voor oom Ernst? Ist|es|jetzt|nicht|zu|beschäftigt|für|Onkel|Ernst is|it|now|not|too|busy|for|uncle|Ernst - Ist es jetzt nicht zu laut für Onkel Ernst? - Is it not too busy for Uncle Ernst now?

- Ik breng hem naar huis, zei Addy. Ich|bring|ihn|nach|Hause|sagte|Addy I|bring|him|to|home|said|Addy - Ich bringe ihn nach Hause, sagte Addy. - I'll take him home, said Addy.

- Zoû hij hier niet eens kunnen blijven eten? Würde|er|hier|nicht|einmal|können|bleiben|essen would|he|here|not|even|could|stay|eat - Könnte er hier nicht einmal bleiben und essen? - Can't he even stay here for dinner?

- Misschien later, eens; eerst moet hij wennen. Vielleicht|später|irgendwann|zuerst|muss|er|sich gewöhnen maybe|later|once|first|must|he|get used to - Vielleicht später, einmal; zuerst muss er sich gewöhnen. - Maybe later, sometime; first he needs to get used to it. Vooral hem nu niet dwingen... Vor allem|ihn|jetzt|nicht|zwingen especially|him|now|not|force Vor allem ihn jetzt nicht zwingen... Especially not forcing him now...

En hij stelde Ernst voor naar huis te gaan. Und|er|schlug|Ernst|vor|nach|Hause|zu|gehen and|he|suggested|Ernst|to|to|home|to|go Und er schlug Ernst vor, nach Hause zu gehen. And he suggested Ernst go home.

Maar Ernst vroeg: Aber|Ernst|fragte but|Ernst|asked Mas Ernst perguntou: Aber Ernst fragte: But Ernst asked:

- Wanneer komen mijn kisten... Wann|kommen|meine|Kisten when|come|my|boxes - Wann kommen meine Kisten... - When will my crates arrive...

- Morgen, oom. Morgen|Onkel tomorrow|uncle - Morgen, Onkel. - Tomorrow, uncle.

- Zie je... om de boel op orde te brengen. Sie|dich|um|die|Sache|in|Ordnung|zu|bringen see|you|to|the|mess|up|order|to|bring - Siehst du... um die Sache in Ordnung zu bringen. - You see... to get things in order.

- Ik zal u helpen. Ich|werde|Ihnen|helfen I|will|you|help - Ich werde Ihnen helfen. - I will help you.

- Help je me... met het uitpakken? Hilfst|du|mir|beim|das|Auspacken help|you|me|with|the|unpacking - Hilfst du mir... beim Auspacken? - Will you help me... with unpacking?

- En ik zal u ook helpen, oom, zei Guy. Und|ich|werde|Ihnen|auch|helfen|Onkel|sagte|Guy and|I|will|you|also|help|uncle|said|Guy - Und ich werde Ihnen auch helfen, Onkel, sagte Guy. - And I will help you too, uncle, said Guy.

- Ja, zeide Ernst. Ja|sagte|Ernst yes|he said|Ernst - Ja, sagte Ernst. - Yes, said Ernst. Dat is goed... Zie je, fluisterde hij tot Addy... Das|ist|gut|Sie|dich|flüsterte|er|zu|Addy that|is|good|see|you|he whispered|he|to|Addy Das ist gut... Sieh mal, flüsterte er zu Addy... That's good... You see, he whispered to Addy...

- Wat oom? Was|Onkel what|uncle - Was, Onkel? - What uncle?

- Het is niet goed, dat de vazen... zoo lang in de kisten blijven... Jij gelooft het natuurlijk niet, maar... Es|ist|nicht|gut|dass|die|Vasen|so|lange|in|die|Kisten|bleiben|Du|glaubst|es|natürlich|nicht|aber it|is|not|good|that|the|vases|so|long|in|the|boxes|remain|you|believe|it|of course|not|but - Es ist nicht gut, dass die Vasen... so lange in den Kisten bleiben... Du glaubst es natürlich nicht, aber... - It's not good for the vases... to stay in the boxes for so long... You probably don't believe it, but...

Hij voltooide niet, wilde niet zeggen, dat de vazen stikten in de kisten tusschen papier       en stroo, wilde het niet zeggen, omdat Addy wel goed was, een goede jongen, maar niet begreep, niet begreep, dom, dom, als allen... Er|vollendete|nicht|wollte|nicht|sagen|dass|die|Vasen|erstickten|in|die|Kisten|zwischen|Papier|und|Stroh|wollte|es|nicht|sagen|weil|Addy|wohl|gut|war|ein|guter|Junge|aber|nicht|verstand|nicht|verstand|dumm|dumm|wie|allen he|completed|not|wanted|not|to say|that|the|vases|suffocated|in|the|boxes|between|paper|and|straw|wanted|it|not|to say|because|Addy|indeed|good|was|a|good|boy|but|not|understood|not|understood|stupid|stupid|as|everyone Er hat nicht vollendet, wollte nicht sagen, dass die Vasen in den Kisten zwischen Papier und Stroh erstickten, wollte es nicht sagen, weil Addy gut war, ein guter Junge, aber nicht verstand, nicht verstand, dumm, dumm, wie alle... He did not finish, did not want to say that the vases were suffocating in the boxes between paper and straw, did not want to say it because Addy was good, a good boy, but did not understand, did not understand, stupid, stupid, like everyone...

- We zullen alles zoo gauw mogelijk uitpakken, oom, en de kamer gezellig maken... Wir|werden|alles|so||möglich|auspacken|Onkel|und|das|Zimmer|gemütlich|machen we|will|everything|so|soon|possible|unpack|uncle|and|the|room|cozy|to make - Wir werden alles so schnell wie möglich auspacken, Onkel, und das Zimmer gemütlich machen... - We will unpack everything as soon as possible, uncle, and make the room cozy...

- Ja. Ja yes - Ja. - Yes. Nu heb ik nog alleen maar de slaapkamer. Jetzt|habe|ich|noch|nur|aber|das|Schlafzimmer now|I have|I|still|only|but|the|bedroom Jetzt habe ich nur noch das Schlafzimmer. Now I only have the bedroom left.

- Die is toch goed, niet waar... Die|ist|doch|gut|nicht|wahr that|is|indeed|good|not|true - Das ist doch gut, oder...? - That's good, isn't it...

- Ja. Ja yes - Ja. - Yes. Eet ik van avond daar...? Esse|ich|am|Abend|dort I eat|I|in|evening|there Esse ich heute Abend dort...? Am I eating there tonight...?

- Als u het goed vindt. Wenn|Sie|es|gut|finden if|you|it|good|you find - Wenn es Ihnen recht ist. - If you don't mind. Tot uw zitkamer op orde is... bis|Ihr|Wohnzimmer|auf|Ordnung|ist until|your|living room|in|order|is Bis Ihr Wohnzimmer in Ordnung ist... Until your living room is in order...

- Ja. Ja Yes - Ja. - Yes. Ik hoû er niet van in mijn slaapkamer te eten. Ich|mag|daran|nicht|von|in|meinem|Schlafzimmer|zu|essen I|love|it|not|of|in|my|bedroom|to|eat Ich esse nicht gerne in meinem Schlafzimmer. I don't like eating in my bedroom. Kan ik niet hier blijven? Kann|ich|nicht|hier|bleiben can|I|not|here|stay Kann ich nicht hier bleiben? Can't I stay here?

- Zeker, oom. Sicher|Onkel sure|uncle - Sicher, Onkel. - Certainly, uncle. Dat vinden wij heel gezellig. Das|finden|wir|sehr|gemütlich that|we find|we|very|pleasant Das finden wir sehr gemütlich. We find it very pleasant. Is de bende u niet te druk? Ist|die|Bande|Sie|nicht|zu|beschäftigt is|the|gang|you|not|too|busy Ist die Bande nicht zu laut für Sie? Is the gang not too noisy for you?

- Ze zijn wel druk, maar... neen, ze zijn wel goed. Sie|sind|schon|beschäftigt|aber|nein|sie|sind|schon|gut they|are|indeed|busy|but|no|they|are|indeed|good - Sie sind zwar laut, aber... nein, sie sind ganz gut. - They are quite noisy, but... no, they are actually good. Zeg, Addy, dat zijn alle de kinderen van oom Gerrit, niet waar? Sag|Addy|das|sind|alle|die|Kinder|von|Onkel|Gerrit|nicht|wahr say|Addy|that|are|all|the|children|of|uncle|Gerrit|not|true Sag mal, Addy, das sind alle Kinder von Onkel Gerrit, oder? Say, Addy, those are all the children of uncle Gerrit, right?

- Van oom Gerrit, zeker. Von|Onkel|Gerrit|sicher of|uncle|Gerrit|sure - Von Onkel Gerrit, sicher. - Of uncle Gerrit, for sure.

- Ja, ja, ik herinner me wel. Ja|ja|ich|erinnere|mich|wohl yes|yes|I|remember|myself|well - Ja, ja, ich erinnere mich. - Yes, yes, I remember. Ik wil wel blijven eten, als dat kan. Ich|will|gerne|bleiben|essen|wenn|das|kann I|want|to|stay|eat|if|that|can Ich würde gerne bleiben und essen, wenn das möglich ist. I would like to stay for dinner, if that's possible. Zie je, omdat de zitkamer daar niet op orde is. Sie|dich|weil|das|Wohnzimmer|dort|nicht|in|Ordnung|ist see|you|because|the|living room|there|not|in|order|is Siehst du, weil das Wohnzimmer dort nicht in Ordnung ist. You see, because the living room is not in order.

- Ja oom, komt u dan nu boven, op mijn kantoor. Ja|Onkel|kommen|Sie|dann|jetzt|oben|in|mein|Büro yes|uncle|come|you|then|now|upstairs|to|my|office - Ja Onkel, kommen Sie jetzt nach oben, in mein Büro. - Yes uncle, please come upstairs now, to my office. Daar kan u wat uitrusten, lezen, of wat slapen als u wil, op de chaise-longue. Da|kann|Sie|etwas|sich ausruhen|lesen|oder|etwas|schlafen|wenn|Sie|will|auf|die|| there|can|you|a bit|rest|read|or|a bit|sleep|if|you|want|on|the|| Dort können Sie sich etwas ausruhen, lesen oder, wenn Sie möchten, auf der Chaiselongue schlafen. There you can rest a bit, read, or sleep if you want, on the chaise longue.

- Neen, niet slapen... overdag. Nein|nicht|schlafen|tagsüber no|not|sleep|during the day - Nein, nicht schlafen... tagsüber. - No, not sleeping... during the day.

- Daar heeft u het rustig...       - Ja. Da|haben|Sie|es|ruhig|Ja there|has|you|it|quiet|yes - Dort haben Sie es ruhig... - Ja. - There you have it, it's quiet... - Yes. Het is bij jou rustig... Es|ist|bei|dir|ruhig it|is|at|you|quiet Es ist bei dir ruhig... It's quiet with you...

- Komt u meê... Kommen|Sie|mit come|you|along - Kommen Sie mit... - Come with me...

Hij bracht Ernst naar boven. Er|brachte|Ernst|nach|oben he|brought|Ernst|to|upstairs Er brachte Ernst nach oben. He took Ernst upstairs.

- Dat is een rustige kamer, zei Ernst. Das|ist|ein|ruhiges|Zimmer|sagte|Ernst that|is|a|quiet|room|said|Ernst - Das ist ein ruhiges Zimmer, sagte Ernst. - That's a quiet room, said Ernst.

- Dan laat ik u hier alleen. Dann|lasse|ich|Sie|hier|allein then|I let|I|you|here|alone - Dann lasse ich Sie hier allein. - Then I'll leave you here alone. Daar vindt u boeken, tijdschriften... Wil u u nu alleen wat bezig houden? Dort|finden|Sie|Bücher|Zeitschriften|Will|Sie||jetzt|nur|etwas|beschäftigt|halten there|you find|you|books|magazines|want|you||now|alone|a bit|busy|keep Dort finden Sie Bücher, Zeitschriften... Möchten Sie sich jetzt ein wenig allein beschäftigen? There you will find books, magazines... Would you like to keep yourself busy for a while?

- Ja... kerel, ik wil wel wat alleen zijn. Ja|Kerl|ich|will|schon|etwas|allein|sein yes|dude|I|want|indeed|a bit|alone|to be - Ja... Kerl, ich möchte schon ein wenig allein sein. - Yes... man, I would like to be alone for a bit. Je bent goed, je bent heel goed. Du|bist|gut|Du|bist|sehr|gut you|are|good|you|are|very|good Du bist gut, du bist sehr gut. You are good, you are very good. Je begrijpt me. Du|verstehst|mich you|understand|me Du verstehst mich. You understand me. Maar ik wil wèl blijven eten. Aber|ich|will|trotzdem|bleiben|essen but|I|want|indeed|to stay|to eat Aber ich möchte trotzdem essen. But I still want to keep eating.

- Wil u hier op de kamer eten? Möchten|Sie|hier|in|das|Zimmer|essen want|you|here|in|the|room|to eat - Möchten Sie hier im Zimmer essen? - Would you like to eat here in the room?

- Neen... beneden... bij jullie allen. Nein|unten|bei|euch|allen no|downstairs|with|you|all - Nein... unten... bei euch allen. - No... downstairs... with all of you. Het zijn de kinderen van oom Gerrit, niet waar?... Es|sind|die|Kinder|von|Onkel|Gerrit|nicht|wahr it|are|the|children|of|uncle|Gerrit|not|right Es sind die Kinder von Onkel Gerrit, nicht wahr?... They are uncle Gerrit's children, aren't they?... Zie je, dat is toch alles familie. Sie|dich|das|ist|doch|alles|Familie see|you|that|is|indeed|all|family Siehst du, das ist doch alles Familie. You see, that's all family. Ik wil wèl beneden komen eten... Ich|will|aber|unten|kommen|essen I|want|indeed|downstairs|to come|to eat Ich möchte aber unten essen kommen... I do want to come down for dinner...

- Goed dan, dan zal ik u waarschuwen. Gut|dann|dann|werde|ich|Sie|warnen good|then|then|will|I|you|warn - Gut, dann werde ich Sie warnen. - Alright then, I will warn you.