×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.

image

Zielenschemering [part 2], Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10

Dien Zondag was het een sombere avond bij mevrouw Van Lowe. En toch wist mama van niets - met Dorine had zij toegezien, dat de meiden de speeltafels klaar hadden gezet, had zij volgens haar gewoonte toegezien op de boterhammetjes, de koekjes, den wijn, die onveranderlijk stonden klaargezet in het zijkamertje, onder het groote portret van haar man, den oud gouverneur-generaal. Maar de oude mevrouw was niet als gewoonlijk en Dorine - bleek, ontzet - schrikte heel vreemd op, toen zij vroeg:

- Dorine, wie heeft nu weêr het portret van papa verhangen...

Brommig en streng vroeg het de oude vrouw.

- Maar mama... het hangt daar al sedert jaren... Na papa's dood... zei u, dat u het niet altijd voor u kon zien in den salon... en is het verhangen.

- Wie... zegje... heeft het verhangen?

- Maar uzelf, mama.

- Ik...

- Ja, u...

- O... ja... herinnerde zich de oude vrouw. Jawel... jawel... ik herinner het me wel; ik vraag het alleen maar, omdat... het hangt hier zoo vreemd... in het kleine kamertje... en het is toch zoo een mooi portret...

Dorine zeide niets meer. Zij beefde op hare beenen, en toch spreidde zij de kaarten uit.

Nu kwamen Karel en Cateau.

- Wat is DÀT vreeslijk!! zei Cateau bleek. Wij zijn toch maar gekomen, voor mama... niet waar... Kárel?

- Mama weet van niets... zei Dorine. Maar we zullen het haar onmogelijk kunnen verzwijgen... Otto is naar Baarn om Bertha voor te bereiden.

Ook de Van Saetzema's kwamen nu binnen.

- Bizonderheden zijn niet bekend? vroeg Adolfine.

- Neen, fluisterde Dorine, schichtig, nu mama naderde.

- Wat zijn jullie allen laat! mopperde de oude vrouw. Waarom zijn oom Herman en tante Lot er nog niet... En waarom zijn tante Tien en tante Rien nog niet gekomen?

Er was een oogenblik pijnlijke stilte.

- Maar ze komen immers niet meer sedert eenigen tijd, mama, zei Adolfine zacht.

- Wat zeg je... Zijn ze ziek?

- De oude tàntes komen al LANG niet meer 's ZONDAG - AVONDS , zei Cateau met veel meêwarigen nadruk.

Plotseling, scheen mevrouw Van Lowe zich te herinneren... Ja, het was waar: de zusters kwamen al lang niet meer 's Zondagavonds... Zij schudde het hoofd met die knikkende toestemming en weting der treurige dingen van ouderdom en voor de kinderen nog duistere toekomst...

- Er is iets, dacht zij bij zichzelve, en zij scheen te willen turen voor zich uit.

Maar zij zag het niet voor zich, voor haar vage oogen, - zoo als zij gezien had het sterven van de moeder van Henri - daarginds, in een sombere kamer, te Driebergen - in een somber eiken bed tusschen somber groene gordijnen. Zij voelde wel, dat er iets was, dat zij haar verzwegen om haar geen pijn te doen, maar zij zag het niet, als zij kort geleden nog gezien had andere dingen, die de kinderen niet zagen en wisten: het was of glassig en vaag haar blik werd... of zij alleen maar raadde... vermoedde. En zij wilde niet vragen wat er was. Als er dan iets was... nu, dan kon het wel niet anders of somber, eenzaam, stil was haar Zondag-familieavond... De kinderen van Adolfine zaten niet meer aan de allegaârtafel in de serre, de oude vrouw begreep niet waarom - zag het niet, dat zij groeiden, dat zij de spelletjes vervelend vonden. Alleen rondkijkende door haar leêge kamer, vroeg zij nog, eenmaal:

- Waar is Bertha? En waar is Constance...

En Adolfine en Cateau, dezen keer, deden zelfs geen moeite mama te herinneren, dat Bertha in Baarn woonde. Wat tante Lot aanging, zij konden niet zeggen, dat de goede vrouw ziek was geworden, een zenuwtoeval, om dien plotselingen dood van Henri, waarvan niemand nog bizonderheid wist - alleen Toetie kwam heel laat, en zei, dat mama wat hoofdpijn had - en wat Constance betrof - had niet éen van de kinderen durven zeggen, dat Constance met Van der Welcke den nachttrein van zes uur naar Parijs had genomen, dadelijk... op het telegram van Emilie. Gerrit had met hen meê willen gaan, maar hij was ziek, en thuis komende van de Kerkhoflaan, had hij nauwlijks aan Adeline een woord van het telegram gezegd - was hij rillende naar bed gekropen, meenende, dat hij koorts had, influenza, hij wist niet... Ook dat Gerrit ziek was, wilden de dochters mama liever niet zeggen, en mama vroeg zelfs niet naar Gerrit, hoewel zij hem, Adeline miste - en zij vond hare kamers heel leêg... Waar waren zij, vroeg de oude vrouw zich af... Van Bertha's troepje niemand... de oude zusters niet... Constance niet... Gerrit niet... tante Lot niet... waar waren zij allen, vroeg telkens zich de oude vrouw af... Hoe groot waren hare kamers geworden, hoe kil deden haar áan, die speeltafels, afwachtende met haar fiches, de in een s uitgespreide kaarten... Nu, als er dan geen kinderen meer waren, zoû zij maar niet meer klaar laten zetten de alle- gaârtafel in de serre - tot grooter de kinderen van Gerrit waren, tot er op nieuw weêr warmte om haar heen kwam, op haar arme Zondag-avonden... En wat zoû zij nog zooveel koekjes bestellen en boterhammetjes laten gereed maken, als zij ze toch niet aten - als er niemand was om ze te eten... En, het was heel vreemd, maar nu van avond hare kamers zoo leêg waren - werd zij heel moê van die er waren - Adolfine, Cateau, Floortje en Dijkerhof... heel moê... Zij voelde haar gezicht trekken van moêheid, haar vallende oogleden knippen over haar glassige oogen heen en haar zwaar-aderige handen beven in haar schoot, van groote moêheid. Zij sprak niet meer, zij knikte alleen: de welwetende knik van den ouderdom, dat treurig des ouderdoms dingen zijn... Zij knikte alleen: verlangend, dat zij zouden gaan... Gezellig waren zij niet: zij fluisterden onder elkaâr, hun gezichten waren wit - zij zaten en staarden zoo spokig vreemd om haar heen - als was er een ongeluk gebeurd - als zoû er een ongeluk gebeuren... Hadden de meiden zoo slecht gestookt... Was het dan zoo bitter koud en kil huiverig in haar kamers, dat het haar zoo met rillingen liep over haar ouden krommenden rug... En toen zij, de kinderen, eindelijk - vroeger dan anders - en altijd met dien zelfden blik van spokig staren in het ongeluk, dat was gebeurd - in het ongeluk, dat zoû gebeuren gaan, afscheid van haar namen, had zij hen allen willen zeggen... dat zij te oud - langzamerhand - werd - om vol te houden haar Zondagavond... had zij het op de lippen al het te zeggen tot Floortje... tot Cateau... Adolfine... maar een medelijden met hen allen en vooral met haarzelve weêrhield haar en zij zeide het niet, en zij zeide integendeel... heel moê...:

- Nu... ik hoop, dat jullie den volgenden Zondag... wat trouwer zullen komen... Allemaal... allemaal... Ik wil jullie allemaal hebben... Allemaal hebben... om mij heen.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 10 chapter Κεφάλαιο 10 Chapter 10

Dien Zondag was het een sombere avond bij mevrouw Van Lowe. that|Sunday|it was|the|a|gloomy|evening|at|Mrs|of|Lowe That Sunday it was a gloomy evening at Mrs. Van Lowe's. En toch wist mama van niets - met Dorine had zij toegezien, dat de meiden de speeltafels klaar hadden gezet, had zij volgens haar gewoonte toegezien op de boterhammetjes, de koekjes, den wijn, die onveranderlijk stonden klaargezet in het zijkamertje, onder het groote portret van haar man, den oud gouverneur-generaal. and|yet|knew|mom|of|nothing|with|Dorine|had|she|seen to|that|the|girls|the|game tables|ready|had|put|had|she|according to|her|habit|seen to|on|the|sandwiches|the|cookies|the|wine|that|invariably|stood|prepared|in|the|small room|under|the|large|portrait|of|her|husband|the|former|| And yet mother knew nothing - with Dorine she had made sure that the girls had set up the playing tables, she had, as was her custom, checked on the sandwiches, the cookies, the wine, which were invariably prepared in the small room, under the large portrait of her husband, the former governor-general. Maar de oude       mevrouw was niet als gewoonlijk en Dorine - bleek, ontzet - schrikte heel vreemd op, toen zij vroeg: but|the|old|Mrs|was|not|as|usual|and|Dorine|pale|shocked|startled|very|strange|up|when|she|asked But the old lady was not like usual and Dorine - pale, horrified - was very strangely startled when she asked:

- Dorine, wie heeft nu weêr het portret van papa verhangen... |who|has|now|again|the|portrait|of|dad|hung up - Dorine, who has moved dad's portrait again...

Brommig en streng vroeg het de oude vrouw. grumpy|and|stern|asked|it|the|old|woman Grumpy and stern, the old woman asked.

- Maar mama... het hangt daar al sedert jaren... Na papa's dood... zei u, dat u het niet altijd voor u kon zien in den salon... en is het verhangen. but|mom|it|hangs|there|already|since|years|after|dad's|death|said|you|that|you|it|not|always|in front of|you|could|see|in|the|living room|and|is|it|hung up - But mom... it's been hanging there for years... After dad's death... you said that you couldn't always see it in the living room... and it has been moved.

- Wie... zegje... heeft het verhangen? |you say|has|it|hung up - Who... do you say... has moved it?

- Maar uzelf, mama. |yourself|mom - But yourself, mom.

- Ik... - I...

- Ja, u... |you - Yes, you...

- O... ja... herinnerde zich de oude vrouw. |oh|remembered|herself|the|old|woman - Oh... yes... the old woman remembered. Jawel... jawel... ik herinner het me wel; ik vraag het alleen maar, omdat... het hangt hier zoo vreemd... in het kleine kamertje... en het is toch zoo een mooi portret... yes|yes|I|remember|it|myself|indeed|I|ask|it|only|but|because|it|hangs|here|so|strange|in|the|small|room|and|it|is|still|so|a|beautiful|portrait Yes... yes... I remember it well; I'm just asking because... it hangs here so strangely... in the small room... and it is such a beautiful portrait...

Dorine zeide niets meer. Dorine|said|nothing|more Dorine said nothing more. Zij beefde op hare beenen, en toch spreidde zij de kaarten uit. she|trembled|on|her|legs|and|still|spread|she|the|cards|out She trembled on her legs, and yet she spread out the cards.

Nu kwamen Karel en Cateau. now|came|Karel|and|Cateau Now Karel and Cateau came.

- Wat is DÀT vreeslijk!! what|is|that|terrible - What is THAT terrible!! zei Cateau bleek. said|Cateau|pale Cateau said pale. Wij zijn toch maar gekomen, voor mama... niet waar... Kárel? we|are|anyway|but|came|for|mom|not|right|Kárel We came for mama... didn't we... Kárel?

- Mama weet van niets... zei Dorine. mom|knows|of|nothing|said|Dorine - Mama knows nothing... Dorine said. Maar we zullen het haar onmogelijk kunnen       verzwijgen... Otto is naar Baarn om Bertha voor te bereiden. but|we|will|it|her|impossible|can|hide|Otto|is|to|Baarn|to|Bertha|for|to|prepare But we will not be able to keep it from her... Otto is in Baarn to prepare Bertha.

Ook de Van Saetzema's kwamen nu binnen. also|the|Van|Saetzema's|came|now|inside The Van Saetzema's also came in now.

- Bizonderheden zijn niet bekend? details|are|not|known - Are there any details known? vroeg Adolfine. asked|Adolfine Adolfine asked.

- Neen, fluisterde Dorine, schichtig, nu mama naderde. no|she whispered|Dorine|nervously|now|mom|approached - No, whispered Dorine, nervously, as mom approached.

- Wat zijn jullie allen laat! what|are|you all|all|late - Why are you all so late! mopperde de oude vrouw. she grumbled|the|old|woman grumbled the old woman. Waarom zijn oom Herman en tante Lot er nog niet... En waarom zijn tante Tien en tante Rien nog niet gekomen? why|are|uncle|Herman|and|aunt|Lot|there|still|not|and|why|are|aunt|Tien|and|aunt|Rien|still|not|arrived Why haven't uncle Herman and aunt Lot arrived yet... And why haven't aunt Tien and aunt Rien come yet?

Er was een oogenblik pijnlijke stilte. there|was|a|moment|painful|silence There was a moment of painful silence.

- Maar ze komen immers niet meer sedert eenigen tijd, mama, zei Adolfine zacht. but|they|come|after all|not|anymore|since|some|time|mom|said|Adolfine|softly - But they haven't been coming for some time now, mama, said Adolfine softly.

- Wat zeg je... Zijn ze ziek? what|say|you|are|they|sick - What do you say... Are they sick?

- De oude tàntes komen al LANG niet meer 's ZONDAG - AVONDS , zei Cateau met veel meêwarigen nadruk. the|old|aunts|come|already|long|not|anymore|on|Sunday|evenings|said|Cateau|with|much|sympathy|emphasis - The old aunts haven't been coming on SUNDAY EVENINGS for a LONG time, said Cateau with much emphasis.

Plotseling, scheen mevrouw Van Lowe zich te herinneren... Ja, het was waar: de zusters kwamen al lang niet meer 's Zondagavonds... Zij schudde het hoofd met die knikkende toestemming en weting der treurige dingen van ouderdom en voor de kinderen nog duistere toekomst... suddenly|seemed|Mrs|Van|Lowe|herself|to|remember|yes|it|was|true|the|sisters|came|already|long|not|anymore|on|Sunday evenings|she|shook|it|head|with|that|nodding|consent|and|knowledge|of the|sad|things|of|old age|and|for|the|children|still|dark|future Suddenly, Mrs. Van Lowe seemed to remember... Yes, it was true: the sisters hadn't come for Sunday evenings in a long time... She shook her head with that nodding consent and awareness of the sad things of old age and the still dark future for the children...

- Er is iets, dacht zij bij zichzelve, en zij scheen te willen turen voor zich uit. there|is|something|thought|she|at|herself|and|she|seemed|to|want|gaze|in front of|herself|out - There is something, she thought to herself, and she seemed to want to gaze ahead.

Maar zij zag het niet voor zich, voor haar       vage oogen, - zoo als zij gezien had het sterven van de moeder van Henri - daarginds, in een sombere kamer, te Driebergen - in een somber eiken bed tusschen somber groene gordijnen. but|she|saw|it|not|in front of|herself|in front of|her|vague|eyes|as|as|she|seen|had|it|dying|of|the|mother|of|Henri|over there|in|a|gloomy|room|at|Driebergen|in|a|dark|oak|bed|between|dark|green|curtains But she did not see it before her, before her vague eyes, - just as she had seen the death of Henri's mother - over there, in a gloomy room, in Driebergen - in a somber oak bed between somber green curtains. Zij voelde wel, dat er iets was, dat zij haar verzwegen om haar geen pijn te doen, maar zij zag het niet, als zij kort geleden nog gezien had andere dingen, die de kinderen niet zagen en wisten: het was of glassig en vaag haar blik werd... of zij alleen maar raadde... vermoedde. she|felt|indeed|that|there|something|was|that|she|her|concealed|to|her|no|pain|to|do|but|she|saw|it|not|as|she|shortly|ago|still|seen|had|other|things|that|the|children|not|saw|and|knew|it|was|or|glassy|and|vague|her|gaze|became|or|she|only|but|guessed|suspected She felt that there was something that she had kept from her to spare her pain, but she did not see it, as she had recently seen other things that the children did not see and know: it was as if her gaze became glassy and vague... or she merely guessed... suspected. En zij wilde niet vragen wat er was. and|she|wanted|not|to ask|what|there|was And she did not want to ask what was wrong. Als er dan iets was... nu, dan kon het wel niet anders of somber, eenzaam, stil was haar Zondag-familieavond... De kinderen van Adolfine zaten niet meer aan de allegaârtafel in de serre, de oude vrouw begreep niet waarom - zag het niet, dat zij groeiden, dat zij de spelletjes vervelend vonden. if|there|then|something|was|now|then|could|it|indeed|not|otherwise|or|gloomy|lonely|quiet|was|her|||the|children|of|Adolfine|sat|not|anymore|at|the|game table|in|the|conservatory|the|old|woman|understood|not|why|saw|it|not|that|they|grew|that|they|the|games|boring|found If there was something... well, it could only be gloomy, lonely, silent was her Sunday family evening... Adolfine's children were no longer sitting at the alligator table in the conservatory, the old woman did not understand why - she did not see that they were growing, that they found the games boring. Alleen rondkijkende door haar leêge kamer, vroeg zij nog, eenmaal: alone|looking around|through|her|empty|room|asked|she|still|once Only looking around her empty room, she asked once more:

- Waar is Bertha? where|is|Bertha - Where is Bertha? En waar is Constance... And where is Constance...

En Adolfine en Cateau, dezen keer, deden zelfs geen moeite mama te herinneren, dat Bertha in Baarn woonde. And Adolfine and Cateau, this time, didn't even make an effort to remind mama that Bertha lived in Baarn. Wat tante Lot aanging, zij konden niet zeggen, dat de goede vrouw ziek was geworden, een zenuwtoeval, om dien plotselingen dood van Henri,       waarvan niemand nog bizonderheid wist - alleen Toetie kwam heel laat, en zei, dat mama wat hoofdpijn had - en wat Constance betrof - had niet éen van de kinderen durven zeggen, dat Constance met Van der Welcke den nachttrein van zes uur naar Parijs had genomen, dadelijk... op het telegram van Emilie. ||||||||||||||||nervous breakdown|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| As for aunt Lot, they couldn't say that the good woman had fallen ill, a nervous breakdown, due to the sudden death of Henri, of which no one knew the details - only Toetie came very late and said that mama had a bit of a headache - and as for Constance - not one of the children dared to say that Constance had taken the night train at six o'clock to Paris, immediately... on Emilie's telegram. Gerrit had met hen meê willen gaan, maar hij was ziek, en thuis komende van de Kerkhoflaan, had hij nauwlijks aan Adeline een woord van het telegram gezegd - was hij rillende naar bed gekropen, meenende, dat hij koorts had, influenza, hij wist niet... Ook dat Gerrit ziek was, wilden de dochters mama liever niet zeggen, en mama vroeg zelfs niet naar Gerrit, hoewel zij hem, Adeline miste - en zij vond hare kamers heel leêg... Waar waren zij, vroeg de oude vrouw zich af... Van Bertha's troepje niemand... de oude zusters niet... Constance niet... Gerrit niet... tante Lot niet... waar waren zij allen, vroeg telkens zich de oude vrouw af... Hoe groot waren hare kamers geworden, hoe kil deden haar áan, die speeltafels, afwachtende met haar fiches, de in een s uitgespreide kaarten... Nu, als er dan geen kinderen meer waren, zoû zij maar niet meer klaar laten zetten de alle-       gaârtafel in de serre - tot grooter de kinderen van Gerrit waren, tot er op nieuw weêr warmte om haar heen kwam, op haar arme Zondag-avonden... En wat zoû zij nog zooveel koekjes bestellen en boterhammetjes laten gereed maken, als zij ze toch niet aten - als er niemand was om ze te eten... En, het was heel vreemd, maar nu van avond hare kamers zoo leêg waren - werd zij heel moê van die er waren - Adolfine, Cateau, Floortje en Dijkerhof... heel moê... Zij voelde haar gezicht trekken van moêheid, haar vallende oogleden knippen over haar glassige oogen heen en haar zwaar-aderige handen beven in haar schoot, van groote moêheid. |||||||||||||||||||||||||||||||||crawled||||||influenza||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||to||||||fiches|||||spread||||||||||||||||||||grocery table||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||to cut|||||||||Adeline|hands||||||| Gerrit had wanted to go with them, but he was sick, and coming home from the Cemetery Avenue, he had hardly said a word about the telegram to Adeline - he had crawled shivering into bed, believing that he had a fever, influenza, he didn't know... The daughters preferred not to tell mama that Gerrit was sick, and mama didn't even ask about Gerrit, although she missed him, Adeline - and she found her rooms very empty... Where were they, the old woman wondered... No one from Bertha's group... the old sisters not... Constance not... Gerrit not... aunt Lot not... where were they all, the old woman kept wondering... How large her rooms had become, how cold they felt to her, those game tables, waiting with her chips, the cards spread out in an s shape... Now, if there were no children anymore, she wouldn't have the all-gathering table set up in the conservatory - until the children of Gerrit grew older, until warmth came around her again, on her poor Sunday evenings... And why would she still order so many cookies and have sandwiches prepared, if they didn't eat them - if there was no one to eat them... And, it was very strange, but now this evening her rooms were so empty - she became very tired of those who were there - Adolfine, Cateau, Floortje, and Dijkerhof... very tired... She felt her face pulling from fatigue, her drooping eyelids blinking over her glassy eyes, and her heavy-veined hands trembling in her lap, from great fatigue. Zij sprak niet meer, zij knikte alleen: de welwetende knik van den ouderdom, dat treurig des ouderdoms dingen zijn... Zij knikte alleen: verlangend, dat zij zouden gaan... Gezellig waren zij niet: zij fluisterden onder elkaâr, hun gezichten waren wit - zij zaten en staarden zoo spokig vreemd om haar heen - als was er een ongeluk gebeurd - als zoû er een ongeluk gebeuren... Hadden de meiden zoo slecht gestookt... Was het dan zoo bitter koud en kil huiverig in haar kamers, dat het haar zoo met rillingen liep over haar ouden krommenden rug... En toen zij, de kinderen, eindelijk -       vroeger dan anders - en altijd met dien zelfden blik van spokig staren in het ongeluk, dat was gebeurd - in het ongeluk, dat zoû gebeuren gaan, afscheid van haar namen, had zij hen allen willen zeggen... dat zij te oud - langzamerhand - werd - om vol te houden haar Zondagavond... had zij het op de lippen al het te zeggen tot Floortje... tot Cateau... Adolfine... maar een medelijden met hen allen en vooral met haarzelve weêrhield haar en zij zeide het niet, en zij zeide integendeel... heel moê...: she|spoke|not|anymore|she|nodded|only|the|all-knowing|nod|of|the|old age|that|sad|of|old age|things|are|she|nodded|only|longing|that|they|would|go|cozy|were|they|not|they|whispered|under|each other|their|faces|were|white|they|sat|and|stared|so|spooky|strange|around|her|around|as|was|there|an|accident|happened|as|would|there|an|accident|happen|had|the|girls|so|bad|heated|was|it|then|so|bitter|cold|and|chilly|shivering|in|her|rooms|that|it|her|so|with|shivers|ran|over|her|old|bending|back|and|then|they|the|children|finally|earlier|than|usual|and|always|with|that|same|look|of|spooky|staring|into|the|accident|that|was|happened|in|the|accident|that|would|happen|go|farewell|from|her|they called|had|she|them|all|wanted|to say|that|she|too|old|gradually|became|to|full|to|to keep|her|Sunday evening|had|she|it|on|the|lips|already|it|to|to say|to|Floortje|to|Cateau|Adolfine|but|a|pity|with|them|all|and|especially|with|herself|held back|her|and|she|said|it|not|and|she|said|on the contrary|very|tired She no longer spoke, she only nodded: the knowing nod of old age, that sad things of old age are... She only nodded: longing for them to go... They were not cozy: they whispered among themselves, their faces were pale - they sat and stared so ghostly strange around her - as if an accident had happened - as if an accident were about to happen... Had the girls stoked so poorly... Was it so bitterly cold and chilly in her rooms, that it made her shiver down her old bent back... And when the children finally - earlier than usual - and always with that same look of ghostly staring at the misfortune that had happened - at the misfortune that was about to happen, said goodbye to her, she had wanted to tell them all... that she was getting too old - gradually - to keep up her Sunday evening... she had it on her lips to say it to Floortje... to Cateau... Adolfine... but a pity for them all and especially for herself held her back and she did not say it, and on the contrary... very tired...:

- Nu... ik hoop, dat jullie den volgenden Zondag... wat trouwer zullen komen... Allemaal... allemaal... Ik wil jullie allemaal hebben... Allemaal hebben... om mij heen. now|I|hope|that|you all|the|next|Sunday|somewhat|more faithfully|will|come|all|all|I|want|you all|all|to have|all|to have|to|me|around - Now... I hope that you will come next Sunday... a bit more faithfully... All of you... all of you... I want to have you all... All around me.

PAR_TRANS:gpt-4o-mini=5.46 PAR_CWT:AvJ9dfk5=13.45 en:AvJ9dfk5 openai.2025-02-07 ai_request(all=24 err=4.17%) translation(all=46 err=0.00%) cwt(all=1113 err=32.79%)