×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 18 Oma's wil is wet

Les 18 Oma's wil is wet

Kom jij uit een groot gezin, Boris? Hoeveel broers en zussen heb je? Ik heb 2 broers en 3 zussen. Een normaal gezin, dus. Normaal? Dat vind ik groot! 2 of 3 kinderen, dat is hier gewoon. Vaak is er maar een kind. Een kind? Dat meen je niet! Niemand om mee te spelen? Nee, in mijn land zijn de gezinnen groter. Het voordeel is, dat je veel familie hebt. Ik vond het altijd zo gezellig! Al die ooms, tantes, neven en nichten!

Nu woon je in Nederland. Je mist je familie zeker wel? Ja, ik mis ze erg! Maar gelukkig woont mijn jongste zus hier. Zij is met een Nederlander getrouwd. Maar de rest van mijn familie woont niet in Nederland. Kijk, hier staan ze allemaal op de foto. Dit zijn mijn ouders: mijn vader en mijn moeder. Echt waar? Ze zien er nog zo jong uit.

Wat voor werk doen ze? Mijn vader is boer. En mijn moeder geeft les op een school. Da's toevallig: de mijne ook! Mijn vader is dokter. Maar ik zie 'm niet zo vaak. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik klein was. Mijn oma is altijd belangrijk voor me geweest. Ze paste op ons, toen we klein waren. Ik hou veel van haar, en ik ga vaak naar haar toe. En met de feestdagen en op verjaardagen zien we elkaar natuurlijk.

Leven jouw grootouders eigenlijk nog? Mijn grootmoeder wel. Kijk, op die stoel vooraan, dat is ze. Met die prachtige kleren. Oma is bijna 80, maar nog gezond. Opa is helaas al gestorven. Mijn andere opa en oma heb ik jammer genoeg nooit gekend. Maar die ene oma van mij speelt een belangrijke rol. Ze heeft overal een mening over. Die steekt ze niet onder stoelen of banken. Alle kinderen en kleinkinderen luisteren naar haar. Oma's wil is wet!


Les 18 Oma's wil is wet Lesson 18 Grandma's will is law

Kom jij uit een groot gezin, Boris? Do you come from a large family, Boris? Hoeveel broers en zussen heb je? How many brothers and sisters do you have? Ik heb 2 broers en 3 zussen. Een normaal gezin, dus. So a normal family. Normaal? Normal? Dat vind ik groot! I think that's great! 2 of 3 kinderen, dat is hier gewoon. 2 oder 3 Kinder, das ist hier üblich. 2 or 3 kids, that's normal here. Vaak is er maar een kind. Oft gibt es nur ein Kind. Often there is only one child. Een kind? Dat meen je niet! You are kidding me! Niemand om mee te spelen? Nobody to play with? Nee, in mijn land zijn de gezinnen groter. No, in my country the families are bigger. Het voordeel is, dat je veel familie hebt. The advantage is that you have a lot of family. Ik vond het altijd zo gezellig! I always thought it was so fun! Al die ooms, tantes, neven en nichten! All those uncles, aunts, cousins!

Nu woon je in Nederland. You now live in the Netherlands. Je mist je familie zeker wel? Do you miss your family? Ja, ik mis ze erg! Yes, I miss them a lot! Maar gelukkig woont mijn jongste zus hier. But luckily my youngest sister lives here. Zij is met een Nederlander getrouwd. She is married to a Dutchman. Maar de rest van mijn familie woont niet in Nederland. But the rest of my family does not live in the Netherlands. Kijk, hier staan ze allemaal op de foto. Look, here they are all in the picture. Dit zijn mijn ouders: mijn vader en mijn moeder. These are my parents: my father and my mother. Echt waar? Really and truly? Ze zien er nog zo jong uit. They still look so young.

Wat voor werk doen ze? What kind of work do they do? Mijn vader is boer. My father is a farmer. En mijn moeder geeft les op een school. And my mother teaches at a school. Da's toevallig: de mijne ook! Coincidentally, mine too! Mijn vader is dokter. My father is a doctor. Maar ik zie 'm niet zo vaak. But I don't see it that often. Mijn ouders zijn gescheiden toen ik klein was. Meine Eltern ließen sich scheiden, als ich noch klein war. My parents divorced when I was little. Mijn oma is altijd belangrijk voor me geweest. My grandmother has always been important to me. Ze paste op ons, toen we klein waren. She took care of us when we were little. Ik hou veel van haar, en ik ga vaak naar haar toe. I love her very much, and I often visit her. En met de feestdagen en op verjaardagen zien we elkaar natuurlijk. Und in den Ferien und an Geburtstagen sehen wir uns natürlich auch. And of course we see each other during the holidays and on birthdays.

Leven jouw grootouders eigenlijk nog? Are your grandparents still alive? Mijn grootmoeder wel. My grandmother does. Kijk, op die stoel vooraan, dat is ze. Look, in that seat in the front, that's her. Met die prachtige kleren. With those beautiful clothes. Oma is bijna 80, maar nog gezond. Grandma is almost 80, but still healthy. Opa is helaas al gestorven. Grandpa has unfortunately already passed away. Mijn andere opa en oma heb ik jammer genoeg nooit gekend. Unfortunately, I never knew my other grandparents. Maar die ene oma van mij speelt een belangrijke rol. But that one grandmother of mine plays an important role. Ze heeft overal een mening over. She has an opinion about everything. Die steekt ze niet onder stoelen of banken. Das verheimlicht sie nicht. She does not hide them under chairs or benches. Alle kinderen en kleinkinderen luisteren naar haar. All children and grandchildren listen to her. Oma's wil is wet! What grandmother wants will happen!