Les 17 Met dokter Jansen: wat is er aan de hand?
Goedemorgen, u spreekt met de praktijk van dokter Jansen. Een ogenblik geduld alstublieft. U wordt zo spoedig mogelijk geholpen. Ja, met de assistente van dokter Jansen. Kan ik u helpen? U spreekt met Bos. Ik bel voor mijn dochter Paula. Zij is patiёnt bij u. Ze is behoorlijk ziek. Ik wil graag een afspraak maken. Wat heeft uw dochter precies? Ze voelt zich niet goed: pijn in haar hoofd en last van haar buik. Even kijken. Vanmiddag om 10 over half 2 kan ze komen. Dan heeft de dokter spreekuur. Lukt dat, denkt u? Nee, ze is te ziek! Kan de dokter zelf misschien komen kijken? Dat is lastig, ben ik bang. Kan uw dochter echt niet komen? Mevrouw, ze ligt al een paar dagen in bed. Ze kan zo niet naar buiten. Gelooft u mij, het is ernstig. Er moet een arts bij komen! Een ogenblikje, ik overleg even met de dokter.
Met dokter Jansen! Wat is er aan de hand met uw dochter? Ze klaagt over vreselijke hoofdpijn en buikpijn. Eigenlijk doet haar hele lichaam pijn. Het gaat echt slecht, zegt ze. Ze eet haast niets. Ik begrijp dat u zich zorgen maakt. Hebt u de temperatuur opgenomen? Nee, maar ik denk wel dat ze koorts heeft. Haar gezicht is zo rood! Goed, ik kom vanmiddag bij u. Vanmorgen lukt niet meer helaas. Fijn dank u wel. Kan ik haar ondertussen nog iets geven? Geeft u haar een paracetamol. En ze moet in ieder geval drinken. Daar moet u goed op letten, met die koorts. Dat zal ik doen. Tot straks, dokter.