×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 13 Hoe kom ik daar?

Les 13 Hoe kom ik daar?

Zeg, heb je zin om volgende week zaterdag te komen eten? Om een uur of 6. Er komen nog een paar anderen van de groep. Gezellig als je komt. Nou, graag! Maar hoe kom ik daar? Ik weet niet precies waar je woont. En ik weet hier de weg niet. Ik woon hier nog niet zo lang. Het is makkelijk te vinden. Ik woon achter het station. Je komt op de fiets hé?

Dan ga je eerst onder het spoor door, je weet wel, door die tunnel. Je gaat rechtdoor tot een kruising met een drukke weg. Deze weg steek je over, en bij de volgende kruising ga je linksaf. Dan bij de eerste stoplichten weer rechtsaf. Onder het spoor, rechtdoor, oversteken. Dan bij stoplichten links. Ja, en aan het eind kom je op een groot plein. Aan je rechterhand zie je een kerk. Je neemt de eerste weg rechts. Voorbij die kerk, tegenover een winkelcentrum. Na ongeveer 1 kilometer in dezelfde richting kom je bij een brug.

Ho, stop! Makkelijk, zei je? Dat kan ik allemaal niet onthouden! Ik heb wel een plattegrond. 'ns Kijken, de tunnel, dat plein, voorbij die kerk. Hier loopt die weg, zie je? En hier is dat water, met die brug. Als je over de brug bent, zie je links een hoog gebouw. Daar woon ik, op de tweede verdieping. Je neemt de lift. Je kunt ook gaan lopen, maar dan moet je 4 trappen op. Boven ga je links de hoek om. En dan is het de laatste deur aan de linkerkant. Flat nummer 228.

Je kan me ook bellen als je er bent. Dan kom ik je halen. Mag ik die plattegrond meenemen? Dan hoef ik niet alles te onthouden. Nou, en bedankt voor de uitnodiging. Om 6 uur zei je? Zal ik iets meebrengen? Niets? Nou, tot volgende week zaterdag dan!


Les 13 Hoe kom ik daar? Lesson 13 How do I get there?

Zeg, heb je zin om volgende week zaterdag te komen eten? Sag mal, hast du Lust, nächsten Samstag zum Essen zu kommen? Say, would you like to come for dinner next Saturday? Om een uur of 6. Um die 6. At 6 o'clock or so. Er komen nog een paar anderen van de groep. A few others of the group arrive. Gezellig als je komt. Gemütlich, wenn Sie kommen. Cozy when you come. Nou, graag! Also, bitte! Well, please! Maar hoe kom ik daar? Aber wie komme ich dorthin? But how do I get there? Ik weet niet precies waar je woont. I'm not exactly sure where you live. En ik weet hier de weg niet. And I don't know the way here. Ik woon hier nog niet zo lang. I haven't lived here that long. Het is makkelijk te vinden. Ik woon achter het station. Je komt op de fiets hé? Are you coming by bike?

Dan ga je eerst onder het spoor door, je weet wel, door die tunnel. Dann gehst du zuerst unter der Eisenbahn durch, du weißt schon, durch diesen Tunnel. Then you first go under the railway, you know, through that tunnel. Je gaat rechtdoor tot een kruising met een drukke weg. You go straight ahead until you reach a junction with a busy road. Deze weg steek je over, en bij de volgende kruising ga je linksaf. Cross this road and turn left at the next intersection. Dan bij de eerste stoplichten weer rechtsaf. Onder het spoor, rechtdoor, oversteken. Dan bij stoplichten links. Then left at the traffic lights. Ja, en aan het eind kom je op een groot plein. Aan je rechterhand zie je een kerk. Je neemt de eerste weg rechts. You take the first road on the right. Voorbij die kerk, tegenover een winkelcentrum. Past that church, across from a mall. Na ongeveer 1 kilometer in dezelfde richting kom je bij een brug. After about 1 kilometer in the same direction you will come to a bridge.

Ho, stop! Makkelijk, zei je? Easy, did you say? Dat kan ik allemaal niet onthouden! I can't remember all that! Ik heb wel een plattegrond. Ich habe eine Karte. I do have a map. 'ns Kijken, de tunnel, dat plein, voorbij die kerk. Take a look, the tunnel, that square, past that church. Hier loopt die weg, zie je? Hier verläuft diese Straße, siehst du? Here's that road, see? En hier is dat water, met die brug. Als je over de brug bent, zie je links een hoog gebouw. When you cross the bridge, you will see a tall building on the left. Daar woon ik, op de tweede verdieping. That's where I live, on the second floor. Je neemt de lift. You take the elevator. Je kunt ook gaan lopen, maar dan moet je 4 trappen op. You can also walk, but then you have to climb 4 flights of stairs. Boven ga je links de hoek om. At the top, turn left around the corner. En dan is het de laatste deur aan de linkerkant. Flat nummer 228.

Je kan me ook bellen als je er bent. You can also call me when you are there. Dan kom ik je halen. Then I'll come get you. Mag ik die plattegrond meenemen? Dan hoef ik niet alles te onthouden. Then I don't have to remember everything. Nou, en bedankt voor de uitnodiging. Well, and thanks for the invite. Om 6 uur zei je? At 6 o'clock you said? Zal ik iets meebrengen? Shall I bring something? Niets? Nothing? Nou, tot volgende week zaterdag dan! Well, see you next Saturday then!