×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Kruistocht in Spijkerbroek by Beckman Thea, 5 Gevaarlijke zwijnenjacht

5 Gevaarlijke zwijnenjacht

Na die avond op het sompige veld ten zuiden van Spiers ging het met het kinderleger veel beter. Elke ochtend, na het gebed en een toespraak van Dom Anselmus, die de kinderen voorhield met welk doel ze op pad waren gegaan, begonnen Dolf, Leonardo, Frank, Peter, Fredo en Carolus de groepen in te delen. De eerste dagen ging dat nog wat rommelig, maar langzamerhand kwam er tekening in. De allerergste zieken, die van nu af aan voortdurend onder toezicht stonden, werden in de huifkar gelegd. Hilde, de kleine koningin van Jeruzalem, organiseerde de verpleging. Niet alleen omdat zij zo graag wilde rijden. In het nonnenklooster waar zij was opgevoed, had ze ziekenverzorging geleerd. Ze was blij dat haar zo'n menslievende taak was toebedeeld. Op eigen houtje koos ze nog enkele meisjes uit die haar erbij konden helpen en aan wie zij voordeed hoe ze kruidenthee, ziekenkostjes en versterkende middelen moesten koken. Verbandmiddelen hadden ze niet, maar die werden door de kinderen zelf gemaakt. Dolf verbaasde zich over de merkwaardige manier waarop ze dat deden.

Een aantal meisjes vlocht van taaie grassen brede stroken. Die werden opgerold en in voorraad gehouden. Bloedende wonden werden eerst bedekt met een laagje uitgekauwd, met speeksel vermengd vers gras: dat stelpte de bloeding en voorkwam infectie. Het gras moest natuurlijk door gezonde kinderen worden gekauwd. Om deze prop werd dan een strook ‘verband' gewonden en vastgemaakt. Klaar. Tot Dolfs verrassing kwamen gevallen van bloedvergiftiging weinig voor. Het speeksel van gezonde mensen bevatte blijkbaar goede afweerstoffen. Al spoedig zag Dolf in dat hij de organisatie van de zieken ploeg heel goed aan Hilde van Marburg kon overlaten. Bevelen geven en beslissingen nemen zat haar in het bloed.

Ook Nicolaas hoefde niet te lopen, want iemand moest toch de ossenwagen mennen. Maar toen de beide monniken eveneens in de huifkar wilden klimmen, maakte Dolf bezwaar.

‘Hoe kunt u weigeren de beproevingen van de kinderen te delen?' riep hij luid, zodat iedereen die niet te ver af stond het kon horen.

Om hun overwicht op de kinderschaar niet te verliezen, konden de mannen toen niets anders doen dan opzij van de wagen meelopen. Dom Anselmus wierp Dolf een blik toe waaruit deze kon opmaken dat hij een geduchte vijand had gemaakt. Daarvan trok de jongen zich weinig aan. Hij had het nu te druk gekregen om zich met schijnmonniken bezig te houden.

Fredo, de zoon van een krijgshaftige ridder, wist precies hoe hij de verdedigingstroepen moest organiseren. Dolf noemde hen in stilte de ‘knokploeg'. De fabricage van pijlen, bogen en knotsen werd ijverig ter hand genomen. Carolus leerde hen schieten, Leonardo deed de kinderen voor hoe ze een knots moesten zwaaien en trefzeker laten neerkomen. Deze vechtlustige kinderen bewaakten 's nachts de buitenzijden van het grote kamp, waarbij zij elkaar om de twee uur aflosten. Overdag kon je ze overal in de kilometerslange stoet opmerken, waar zij ruzies beslechtten, voor-en-achterhoede bewaakten en wilde dieren op een afstand hielden. Die wilde dieren waren ook wel eens mensen. Boze boeren die vreesden dat de duizenden kinderen hun akkers zouden vertrappen of plunderen. Verarmde edellieden die kinderen uit de rijen trachten weg te lokken om ze te kunnen verkopen of als werkkrachten te kunnen benutten. Onguur gespuis dat zich tussen de kinderen trachtte te mengen voor wie weet welke slechte doeleinden. De knokploegen hielden al deze mensen op een afstand en de kinderen voelden zich een stuk veiliger.

Schatjes waren het niet. Soms ontstond de neiging bij zo'n gewapende jongen om een aantal kleine kinderen te tiranniseren. Maar allen wisten dat ze met hun klachten bij Leonardo terecht konden en dat die er meteen een einde aan maakte.

Zonder er bewust naar te streven ontpopte Dolf zich, bijgestaan door de student, als de werkelijke leider van de Kinderkruistocht. Want hij had uit de twintigste eeuw iets meegebracht wat het merendeel van deze kinderen totaal onbekend was: verantwoordelijkheidsgevoel. Sociaal besef. Dat was hem, kind van de twintigste eeuw, met de paplepel ingegoten. Voor hem waren alle kinderen elkaars gelijken. Hij maakte geen onderscheid tussen lijfeigenen, kinderen van edel bloed, kinderen van vrije burgers of verschoppelingen. Hij beoordeelde elk kind op eigen waarde en mogelijkheden, en wie een bepaalde aanleg bleek te bezitten voor een bepaalde taak kon ervan verzekerd zijn dat die taak hem werd toegewezen. Zo werd Peter, die zijn leven lang niet anders was geweest dan een ellendige slaaf, de onbetwiste leider van de visploeg. Hij wees de anderen hoe ze netten konden knopen, hoe ze verraderlijke stromingen in het water konden herkennen, waaraan ze konden zien waar de vis zich ophield. De vissertjes waren allen kinderen die konden zwemmen en omdat ze een groot aandeel leverden in de dagelijkse voedselvoorziening, werden ze door de anderen met respect behandeld.

Carolus, de opperjager, koos Everard en de sterke Bertho als zijn naaste medewerkers en trainde zijn jachtgroep met veel geestdrift. Ook zij deden goed werk. Beseffend dat wat zij deden als stropen kon worden aangemerkt (een halsmisdaad in die tijd) probeerden ze zo goed en zo kwaad als het ging ontmoetingen met adellijke jachtstoeten te vermijden. Dat lukte natuurlijk niet altijd. Soms stuitten ze op een woedende houtvester, op kwaadaardige boeren of een verbolgen edelman. Dan moesten ze voor hun leven lopen. Of de kleine Carolus moest al zijn welbespraaktheid en kennis van het hofleven aanwenden om de woedende heren duidelijk te maken dat God het kinderleger het recht had gegeven om zich

te voeden met wat het land maar te bieden had. Spoedig werden de kleine jagers heel sluw en omdat zij toch dagelijks verder trokken en nooit vaker dan een keer in hetzelfde domein stroopten, wisten ze te ontkomen aan wraakexpedities en loerende boswachters.

Dolf, die maar niet uit zijn gedachten kon zetten dat ze over enige weken in het ruige bergland zouden komen, keek met afgrijzen naar de blote, stukgelopen, kapotgestoten voetjes. Hij sprak erover met Frank, de zoon van een leerlooier. Die begreep onmiddellijk wat er van hem verlangd werd. De buit van Carolus' jachtgroep werd elke avond van huiden ontdaan. De zachte konijnenvellen, bever- en hazenvellen, de huiden van reeën en herten werden verzameld. Honderden ijverige jongens en meisjes werden 's avonds aan het werk gezet om die vellen schoon te schrapen en te weken. Daarna werden ze op maat gesneden en aan elkaar genaaid. Een moeizaam karwei, want het kinderleger beschikte over weinig gereedschap. Maar vindingrijk waren ze, die kindertjes! Een aantal meisjes deed niets anders dan sterke, dunne snoeren maken van taaie plantenvezels. Die werden voor alles en nog wat benut: voor visnetten, voor het maken van schoenen, voor het herstel van kleren. Ook boombast, met leer versterkt, werd gebruikt. Spoedig kwam er nu degelijk schoeisel beschikbaar voor deerlijk gekwetste voeten.

Behalve wat de jagers- en vissersgroepen aan voedsel wisten te verschalken, kregen de kinderen ook veel van de bewoners van dorpen en steden.

Ondanks de slechte verbindingen deden berichten en geruchten in de Middeleeuwen snel de ronde. Tot tachtig mijlen in de omtrek was het lot van de stad Spiers bekend geworden. Iedereen wist hoe de burgers van die welvarende stad het kinderleger aanvankelijk zelfzuchtig hadden bejegend en hoe God hun diezelfde nacht het hemelvuur zond om hen voor hun hardheid te straffen. Alleen aan de vurige smeekbeden van de heilige kinderen hadden de burgers van Spiers het te danken dat er slechts een deel van de stad was verwoest.

Dat bericht had alom diepe indruk gemaakt. Zodra de eindeloze stroom kinderen zich ergens vertoonde, snelden burgers, boeren en handelaars toe om de wraak des hemels af te kopen met levensmiddelen. De knokploeg van Fredo zag erop toe dat alles wat zij kregen zorgvuldig werd opgespaard tot de avond. Alleen tijdens de middagrust werd het de kinderen vergund brood te eten. Iets voor jezelf achterhouden werd bestempeld als ‘zonde'. ‘Want,' zei Dolf, ‘we moeten allemaal dezelfde weg afleggen en we hebben allemaal hetzelfde doel, dat maakt ons tot elkaars gelijken. Wie zich meer toe-eigent dan hem toekomt, zondigt tegen het heilige kinderleger en is niet waard ooit Jeruzalem te zien.' Dat begrepen ze wel, die kinderen.

Zo trokken ze voort, langs de Rijn naar Straatsburg. Natuurlijk kwamen er moeilijke dagen, wanneer de zon zich verborg achter dikke regenwolken, wanneer een kille wind over de heuvels blies en het water van de rivier opzweepte, zodat visvangst levensgevaarlijk werd. De slechtgeklede kinderen werden op zulke dagen geteisterd door vocht en kou. Het aantal zieken nam onrustbarend toe. Wanneer hun voeten slob, slob, slob door de modder ploeterden en zij twee dagen lang geen kans kregen hun doorweekte kleren te drogen, wanneer de kookvuren met drijfnat hout brandende moesten worden gehouden, was het soms moeilijk om in de zin van al dat lijden te geloven. Maar dan was er altijd Carolus, met zijn hertenleren laarzen, zijn mooie mantel en zilveren gordel! De kleine koning leek tijdens de zwaarste dagen wel met elektriciteit geladen. Overal in de stoet zag je hem opduiken. Als een jonge hond legde hij zeker de dubbele afstand af. Hij ontfermde zich over huilende, rillende kinderen, over zere voeten en door hoest verscheurde lichaampjes. Hij leende zijn mantel aan een kind dat blauw zag van ellende. Hij vlocht met snelle vingers van dunne twijgen en lang gras een soort afdakje dat vier kinderen tegelijk boven hun hoofden konden houden, zodat ze enige bescherming genoten tegen de neerstriemende regen. Anderen keken hem die kunst af en probeerden het ook. De aanblik van talloze jongens en meisjes, vier aan vier, die hun regenschermen ophielden en vrolijk zingend door de plassen stapten, deed Dolf in een schaterlach uitbarsten. Maar de kleine Carolus werd hem er nog dierbaarder door.

Op een droge maar kille dag, toen de kleine koning er met zijn jagersgroep op uit was getrokken, vond hij in het bos een drietal van een kudde afgedwaalde schapen. Hij voorkwam dat ze werden gedood en voerde ze in triomf naar het kamp.

‘Zij zullen ons van wol voorzien,' zei hij tegen Nicolaas. ‘We moeten ze scheren en de meisjes moeten de wol spinnen. Daarvan kunnen we kleren maken.' ‘En het vlees van de schapen kunnen we eten,' knikte Nicolaas zonder nadenken. ‘Nee,' besliste Carolus. ‘We laten ze leven en nemen ze mee. Schapen kunnen goed lopen.' ‘Ik wil dat ze geslacht worden,' zei Nicolaas, die wel trek had in schapenbout. De jacht had die dag weinig opgeleverd en ze bevonden zich in een schaars bewoonde streek. Carolus liet Dolf erbij roepen. Al was Nicolaas de feitelijke leider, in Rudolf van Amstelveen had de kleine koning meer vertrouwen.

Toen Dolf hoorde wat er aan de hand was, werd hij meteen geestdriftig. ‘Natuurlijk moeten de dieren blijven leven,' zei hij luid, opdat ook anderen het konden horen. ‘We zullen ze pas slachten en opeten als we van honger dreigen om te komen. Straks, in de bergen.' Nicolaas, die niet dom was, alleen maar onwetend omdat nooit iemand de moeite had genomen hem iets anders te leren dan bidden en schapenhoeden, was een beetje bang voor die grote jongen uit het Noorden. Dat Rudolf van Amstelveen in korte tijd zo veel vrienden had gemaakt die bereid schenen voor hem door het vuur te gaan, was Nicolaas bekend. Hij had ook gezien hoe de jongen de dagelijkse verliezen aan kinderlevens aanzienlijk had weten te beperken. Hij had gezien hoe het ordeloze kinderleger binnen enkele dagen was veranderd in goed geregelde groepen, waarin ieder een eigen taak had. Hij begreep het niet. Waar haalde die vreemdeling, zelf nog een kind, dat overwicht vandaan? Wat bedoelde hij als hij zei: ‘Eén voor allen, allen voor één?' In Nicolaas' bijgelovige geest was Rudolf iemand met wie je terdege rekening moest houden en die niet te vaak mocht worden tegengesproken. Dus bleven de schapen voorlopig gespaard. Nicolaas ontdeed ze diezelfde avond nog van hun dikke vacht. Het was niet de eerste keer dat hij zoiets deed en de wol kwam er gaaf af. Nadat ze was gewassen en goed was uitgeborsteld, werd de wol verdeeld onder de meisjes die konden spinnen. Dolf keek er met verbazing naar. De meisjes wonden elk een paar handen vol wolvlokken om een stokje dat zij onder de linkerarm staken. Voorzichtig plukten ze dan de vezels los, die zij tussen de vingers rolden totdat er een ruwe draad ontstond die veel steviger was dan hij had durven denken. Een ander meisje ving de draad op en wond die ook weer om een stokje, zodat er een hele bol ontstond. Wordt zó wol gesponnen? dacht Dolf verwonderd. Ik dacht altijd dat je daarvoor een spinnenwiel gebruikte.

Maar in 1212 was het spinnenwiel nog niet uitgevonden - iets waaraan hij zo gauw niet had gedacht.

Spinnen kon onder het lopen gebeuren en veroorzaakte dus geen oponthoud. De twee monniken en Nicolaas maanden de stoet voortdurend tot spoed. Elke vertraging was hun een gruwel. Omdat er nu niet veel achterblijvers meer waren, de zieken in de huifkar werden vervoerd en er weinig tijd verloren ging met stropen, bedelen of eten zoeken, lag hun tempo toch niet zo laag. De jachtgroepen bestonden uit snelle lopers die het kinderleger gemakkelijk konden inhalen zodra het halt hield om het kamp voor de nacht op te slaan. Dolf had ingesteld dat de dagmars om vier uur afgelopen moest zijn. De monniken waren het daarmee niet eens; vooral Anselmus wilde voorttrekken tot het bijna zonsondergang was. Ook ditmaal won Dolf het meningsverschil. Vooral omdat tegen de namiddag de meeste kinderen erg moe begonnen te worden en verlangden naar rust, naar kleine karweitjes en voedsel. Zo kreeg de visploeg gelegenheid naar de rivier af te dalen, terwijl de ordebewakers de legertent opzetten, de ossen verzorgden en de sprokkelploeg hout aansleepte.

Als de vuren brandden kwamen de eerste ponden vis al aan, terwijl intussen de jachtploeg binnenkwam met vers vlees. Meestal waren ze voor zeven uur klaar met eten en konden ze van de laatste uren daglicht profiteren voor weven, huiden prepareren, kleren wassen en herstellen, wapens maken. Dolf moedigde het baden aan, altijd onder leiding van een paar goed-zwemmende vissers. Dat kinderen zonder toezicht verdronken, kwam niet meer voor.

Spoedig kwamen ze nu in Straatsburg, waar ze hartelijk ontvangen werden, hulp en voedsel ontvingen en de ernstigste zieken mochten achterlaten. Over een grote, houten brug staken ze daarna de Rijn over. Van nu af aan zouden ze in oostelijke richting trekken, eerst door het dal van de Kinzig, daarna de Donau overstekend, naar het Bodenmeer. Anselmus probeerde nog eenmaal Dolf van gedachte te doen veranderen en toch de weg over de Mont-Cenis te laten kiezen, omdat die korter zou zijn dan de lange weg door Beieren. Maar Dolf weigerde te luisteren.

‘Als we gauw in Genua willen zijn, moeten we een weg volgen waartegen die duizenden kindervoeten zijn opgewassen. En niet een pad kiezen dat de kinderen regelrecht naar de ondergang zal leiden,' zei hij koppig. Intussen vroeg de jongen zich in stilte af: Waarom heeft Anselmus toch zo'n haast? Het is pas juli. We hebben drie maanden de tijd om over die bergmuren te komen.

Maar hij zei of vroeg niets. Leonardo's waarschuwing om voorzichtig te zijn was hij niet vergeten. Met Dom Johannis kon Dolf daarentegen goed opschieten. Deze monnik, altijd opgewekt, wist de moed er bij de kinderen in te houden als de dagen nat en moeilijk waren. De kleintjes hielden van hem en vertrouwden hem blindelings, terwijl ze bang waren voor Dom Anselmus met zijn stekende ogen en snijdende stem.

‘Misschien is die Johannis een schurk,' dacht Dolf, ‘maar dan is hij wél een aardige schurk.' Ze trokken nu het Zwarte Woud binnen. Hoog en zwaar bebost rezen de bergen rondom hen op, doorsneden door de Kinzig, een smalle heldere rivier waarin de forellen talrijk waren. Dolf bleef zich vooral verbazen over de ongereptheid van de natuur. Over het verrukkelijke water, koud maar lekker, over de vele beverdammen, over de overvloed aan wild in de wouden. Dat wild was nauwelijks schuw en een gemakkelijke prooi voor de watervlugge jagertjes. De jachtpartijen, waarbij heldendaden konden worden verricht, veroorzaakten bij de kinderen een laaiende geestdrift. Dolf ging nooit mee wanneer Carolus, Everard en Bertho hun jagers voorgingen. Hij besefte de noodzaak van het stropen, maar hij kon niet aanzien dat een jonge ree werd afgeslacht of hoe konijntjes de kop werd ingeslagen. In de twintigste eeuw was jagen bijna een doodzonde geworden en dat idee zat er bij hem diep in. Het Zwarte Woud maakte het de kinderen toch wel moeilijk. Groente en fruit waren van het menu geschrapt. Mariecke, die eigenlijk niets kon omdat ze nooit iets had geleerd, deed niettemin haar best zich nuttig te maken. Ze sloot vriendschap met Frieda, een horigenkind dat op het platteland was opgegroeid en alles wist van bessen, kruiden en eetbare wortels. Ze vormden een groepje dat voor de aanvoer van vitaminerijke planten zorgde, dat bosbessen verzamelde en kruiden zocht. Niet dat ze iets afwisten van vitaminen - maar Mariecke had Dolf horen klagen over het gebrek aan fruit en groente, en dat was voor haar voldoende om te beseffen dat die nodig waren.

Ook Hilde waardeerde de hulp van deze meisjes, omdat ze kruiden voor de zieken brachten en haar hielpen koortsaanvallen te bestrijden.

Omdat Dolf altijd in het kamp bleef, had hij er geen idee van hoeveel gevaar de kinderen die uitzwermden wel liepen. De kleine Carolus, die zijn adellijke afkomst en koninklijke toekomst niet licht vergat, nam risico's die wel op ongelukken moesten uitdraaien. De wouden wemelden hier van de wilde zwijnen. In grote kudden trokken de dieren door de bossen: wijfjes en biggetjes in het midden, beschermd door zware beesten met vervaarlijke slagtanden. Zwijnenvlees was lekker en de jagers aarzelden onder Carolus' aanmoedigingen niet om zo'n kudde aan te vallen. Dat moesten ze soms bekopen met ernstige verwondingen. Op een avond werd Bertho het kamp binnengedragen met een opengereten dijbeen. Hilde werd bleek van schrik, maar aarzelde geen moment. Ze liet Rudolf roepen en sprak: ‘Ik heb hulp nodig. Die wond moet genaaid worden.' Bertho werd op een geïmproviseerd bed van dennentakken gelegd en door vier sterke jongens vastgehouden. Vastberaden stak Hilde een schoongemaakte naald in het vlees, trok de wondranden bij elkaar en naaide ze dicht met taaie vezels. Bertho kromp ineen maar gaf geen kik. Carolus stond er snikkend bij.

‘Hij heeft mijn leven gered,' vertelde hij bewogen. ‘Het zwijn viel mij aan en Bertho sprong ervoor. Hij ving het dier op, op zijn lans, maar die brak af...' ‘De verwonding lijkt erger dan zij is,' troostte Dolf hem. ‘Geloof me, Carolus, al dat bloed ziet er akelig uit, maar de wond werd erdoor gereinigd. Bertho zal snel genezen.' Toch verbood hij sindsdien de jacht op zwijnen, omdat die te gevaarlijk was. Hij kon echter niet verhinderen dat de kinderen nu en dan op een kudde stuitten en van jagers veranderden in opgejaagden. Een ander gevaar vormden de lynxen. Deze wilde katten vielen niet snel mensen aan, maar het kon voorkomen dat een wijfje met jongen door de nadering van de kinderen in paniek raakte en hen besprong. Zo'n wilde kat kon een kind behoorlijk toetakelen. De weg langs de Kinzig was weinig meer dan een ruw pad, soms zo smal dat de huifkar bleef steken en ze met vereende krachten de wagen langs uitsteeksels en over grote stenen moesten duwen, er zorgvuldig voor wakend dat hij niet kantelde en in de rivier terecht kwam. Dat kostte uren van zwoegen en alle zieken moesten eruit. Ze werden ook herhaaldelijk lastiggevallen door rovers, door boeren uit de dalen, door rondzwervend gespuis of kolenbranders, die in het kinderleger een gevaar zagen. Dan moesten de knokploegen hun waarde bewijzen. Dolf begon vurig te verlangen naar het moment dat ze dit gebergte achter zich konden laten.


**5 Gevaarlijke zwijnenjacht** 5 Chasse au sanglier dangereuse

Na die avond op het sompige veld ten zuiden van Spiers ging het met het kinderleger veel beter. Nach dieser Nacht auf dem trostlosen Feld südlich von Spiers ging es der Kinderarmee viel besser. Après cette nuit dans le champ morne au sud de Spiers, l'armée des enfants s'en sort beaucoup mieux. После той ночи на мрачном поле к югу от Спирса дела у детской армии пошли гораздо лучше. Elke ochtend, na het gebed en een toespraak van Dom Anselmus, die de kinderen voorhield met welk doel ze op pad waren gegaan, begonnen Dolf, Leonardo, Frank, Peter, Fredo en Carolus de groepen in te delen. Jeden Morgen, nach dem Gebet und einer Ansprache von Dom Anselmus, der die Kinder an das Ziel ihrer Reise erinnerte, begannen Dolf, Leonardo, Frank, Peter, Fredo und Carolus mit der Aufteilung der Gruppen. Every morning, after prayer and a speech by Dom Anselmus explaining to the children the purpose for their journey, Dolf, Leonardo, Frank, Peter, Fredo and Carolus began to divide the groups. Каждое утро, после молитвы и речи доктора Ансельмуса, напомнившего ребятам о цели, ради которой они отправились в путь, Дольф, Леонардо, Франк, Питер, Фредо и Каролус начинали делить детей на группы. De eerste dagen ging dat nog wat rommelig, maar langzamerhand kwam er tekening in. Die ersten Tage waren etwas chaotisch, aber nach und nach fügte sich alles zusammen. The first days it was a bit messy, but gradually there was drawing. Первые несколько дней все еще было немного сумбурно, но постепенно все стало налаживаться. De allerergste zieken, die van nu af aan voortdurend onder toezicht stonden, werden in de huifkar gelegd. Die Schwerkranken, die von nun an unter ständiger Aufsicht standen, wurden in den Planwagen gebracht. The very sick, who were from now on under constant supervision, were put in the covered wagon. Самых больных, которые отныне находились под постоянным наблюдением, поместили в крытый вагон. Hilde, de kleine koningin van Jeruzalem, organiseerde de verpleging. Hilde, the little queen of Jerusalem, organized the nursing. Хильда, маленькая королева Иерусалима, организовала уход за больными. Niet alleen omdat zij zo graag wilde rijden. Nicht nur, weil sie unbedingt fahren wollte. И не только потому, что ей очень хотелось сесть за руль. In het nonnenklooster waar zij was opgevoed, had ze ziekenverzorging geleerd. В женском монастыре, где она воспитывалась, ее научили ухаживать за больными. Ze was blij dat haar zo'n menslievende taak was toebedeeld. Sie war froh, dass ihr eine so humane Aufgabe übertragen wurde. Она была счастлива, что ей поручили такое гуманное задание. Op eigen houtje koos ze nog enkele meisjes uit die haar erbij konden helpen en aan wie zij voordeed hoe ze kruidenthee, ziekenkostjes en versterkende middelen moesten koken. Auf eigene Faust suchte sie sich ein paar weitere Mädchen aus, die ihr dabei helfen konnten und denen sie die Zubereitung von Kräutertees, Heil- und Stärkungsmitteln vortrug. On her own, she chose a few more girls who could help her with it and to whom she demonstrated how to cook herbal teas, sick cures and strengthening remedies. Она самостоятельно выбрала еще несколько девушек, которые могли ей в этом помочь и которым она прочитала, как готовить травяные чаи, лазареты и укрепляющие средства. Verbandmiddelen hadden ze niet, maar die werden door de kinderen zelf gemaakt. Bandages they did not have, but they were made by the children themselves. Бинтов у них не было, но их сделали сами дети. Dolf verbaasde zich over de merkwaardige manier waarop ze dat deden.

Een aantal meisjes vlocht van taaie grassen brede stroken. Einige Mädchen webten breite Streifen aus zähen Gräsern. Some of the girls wove wide strips of tough grasses. Certaines filles ont tissé de larges bandes de graminées résistantes. Die werden opgerold en in voorraad gehouden. Bloedende wonden werden eerst bedekt met een laagje uitgekauwd, met speeksel vermengd vers gras: dat stelpte de bloeding en voorkwam infectie. Blutende Wunden wurden zunächst mit einer Schicht aus zerkautem, frischem, mit Speichel vermischtem Gras bedeckt: Dies stillte die Blutung und verhinderte eine Infektion. Bleeding wounds were first covered with a layer of chewed-out fresh grass mixed with saliva: this stemmed the bleeding and prevented infection. Het gras moest natuurlijk door gezonde kinderen worden gekauwd. Das Gras musste natürlich von gesunden Kindern gekaut werden. Om deze prop werd dan een strook ‘verband' gewonden en vastgemaakt. Um diesen Knebel wurde dann ein Streifen "Verband" gewickelt und befestigt. A strip of "bandage" was then wound around this gag and fastened. Klaar. Done. Tot Dolfs verrassing kwamen gevallen van bloedvergiftiging weinig voor. Zu Dolfs Überraschung waren Fälle von Blutvergiftungen selten. To Dolf's surprise, cases of blood poisoning were rare. À la surprise de Dolf, les cas d'empoisonnement du sang sont rares. Het speeksel van gezonde mensen bevatte blijkbaar goede afweerstoffen. Al spoedig zag Dolf in dat hij de organisatie van de zieken ploeg heel goed aan Hilde van Marburg kon overlaten. Bald wurde Dolf klar, dass er die Organisation der Krankengruppe sehr gut Hilde van Marburg überlassen konnte. Bevelen geven en beslissingen nemen zat haar in het bloed. Giving orders and making decisions was in her blood.

Ook Nicolaas hoefde niet te lopen, want iemand moest toch de ossenwagen mennen. Nicholas musste auch nicht zu Fuß gehen, da ohnehin jemand den Ochsenkarren fahren musste. Nicholas also did not have to walk, because someone had to drive the oxcart anyway. Maar toen de beide monniken eveneens in de huifkar wilden klimmen, maakte Dolf bezwaar. Doch als die beiden Mönche ebenfalls in den Planwagen klettern wollten, widersprach Dolf.

‘Hoe kunt u weigeren de beproevingen van de kinderen te delen?' Wie können Sie sich weigern, die Prüfungen der Kinder zu teilen? 'How can you refuse to share the trials of children?' riep hij luid, zodat iedereen die niet te ver af stond het kon horen.

Om hun overwicht op de kinderschaar niet te verliezen, konden de mannen toen niets anders doen dan opzij van de wagen meelopen. Um ihre Vorherrschaft über den Kindermangel nicht zu verlieren, konnten die Männer dann nichts anderes tun, als neben dem Wagen herzulaufen. Dom Anselmus wierp Dolf een blik toe waaruit deze kon opmaken dat hij een geduchte vijand had gemaakt. Dom Anselmus warf Dolf einen Blick zu, der ihm verriet, dass er sich einen formidablen Feind gemacht hatte. Dom Anselmus cast Dolf a look from which the latter could tell that he had made a formidable enemy. Daarvan trok de jongen zich weinig aan. Of that, the boy cared little. Hij had het nu te druk gekregen om zich met schijnmonniken bezig te houden. Er war nun zu beschäftigt, um sich mit Spottmönchen zu beschäftigen.

Fredo, de zoon van een krijgshaftige ridder, wist precies hoe hij de verdedigingstroepen moest organiseren. Dolf noemde hen in stilte de ‘knokploeg'. Dolf nannte sie leise den "Schwachkopf". Dolf silently referred to them as the 'knuckle squad'. De fabricage van pijlen, bogen en knotsen werd ijverig ter hand genomen. Die Herstellung von Pfeilen, Bögen und Keulen wurde eifrig in Angriff genommen. Carolus leerde hen schieten, Leonardo deed de kinderen voor hoe ze een knots moesten zwaaien en trefzeker laten neerkomen. Carolus brachte ihnen das Schießen bei, und Leonardo zeigte den Kindern, wie man einen Streitkolben schwingt und ihn präzise einsetzt. Carolus taught them how to shoot, Leonardo showed the children how to swing a club and land it accurately. Deze vechtlustige kinderen bewaakten 's nachts de buitenzijden van het grote kamp, waarbij zij elkaar om de twee uur aflosten. Diese streitlustigen Kinder bewachten nachts die Außenbereiche des Hauptlagers und lösten sich alle zwei Stunden gegenseitig ab. These combative children guarded the outer sides of the main camp at night, relieving each other every two hours. Overdag kon je ze overal in de kilometerslange stoet opmerken, waar zij ruzies beslechtten, voor-en-achterhoede bewaakten en wilde dieren op een afstand hielden. Tagsüber konnte man sie überall in der kilometerlangen Prozession sehen, wo sie Streitigkeiten schlichten, vorne und hinten Wache hielten und wilde Tiere in Schach hielten. During the day they could be seen all along the mile-long procession, settling quarrels, guarding front and rear, and keeping wild beasts at bay. Die wilde dieren waren ook wel eens mensen. Diese wilden Tiere waren manchmal auch Menschen. Those wild animals were also sometimes people. Boze boeren die vreesden dat de duizenden kinderen hun akkers zouden vertrappen of plunderen. Verärgerte Landwirte, die befürchteten, die Tausenden von Kindern würden ihre Felder zertrampeln oder plündern. Verarmde edellieden die kinderen uit de rijen trachten weg te lokken om ze te kunnen verkopen of als werkkrachten te kunnen benutten. Verarmte Adlige versuchen, Kinder aus den Reihen zu locken, um sie zu verkaufen oder als Arbeitskräfte einzusetzen. Des nobles appauvris qui tentent d'attirer les enfants loin des rangs pour les vendre ou les utiliser comme main d'œuvre. Onguur gespuis dat zich tussen de kinderen trachtte te mengen voor wie weet welke slechte doeleinden. Abscheulicher Abschaum, der sich zu wer weiß was für bösen Zwecken unter die Kinder mischen wollte. Unsavory scum who tried to mingle among the children for who knows what evil purposes. De knokploegen hielden al deze mensen op een afstand en de kinderen voelden zich een stuk veiliger. Die Schläger hielten all diese Leute in Schach und die Kinder fühlten sich viel sicherer.

Schatjes waren het niet. Darlings they were not. Soms ontstond de neiging bij zo'n gewapende jongen om een aantal kleine kinderen te tiranniseren. Manchmal neigte ein solcher bewaffneter Junge dazu, kleine Kinder zu tyrannisieren. Maar allen wisten dat ze met hun klachten bij Leonardo terecht konden en dat die er meteen een einde aan maakte. Aber alle wussten, dass sie sich mit ihren Beschwerden an Leonardo wenden konnten, und dieser würde dem sofort ein Ende setzen. But all knew that they could go to Leonardo with their complaints and the latter would put an immediate end to them.

Zonder er bewust naar te streven ontpopte Dolf zich, bijgestaan door de student, als de werkelijke leider van de Kinderkruistocht. Ohne es bewusst anzustreben, entwickelte sich Dolf, unterstützt von dem Studenten, zum eigentlichen Anführer des Kinderkreuzzugs. Without consciously striving for it, Dolf, assisted by the student, turned out to be the real leader of the Children's Crusade. Want hij had uit de twintigste eeuw iets meegebracht wat het merendeel van deze kinderen totaal onbekend was: verantwoordelijkheidsgevoel. Denn er hatte aus dem 20. Jahrhundert etwas mitgebracht, das den meisten dieser Kinder völlig unbekannt war: Verantwortungsbewusstsein. Sociaal besef. Soziales Bewusstsein. Dat was hem, kind van de twintigste eeuw, met de paplepel ingegoten. That was him, child of the twentieth century, spoon-fed. Voor hem waren alle kinderen elkaars gelijken. Hij maakte geen onderscheid tussen lijfeigenen, kinderen van edel bloed, kinderen van vrije burgers of verschoppelingen. He made no distinction between serfs, children of noble blood, children of free citizens or outcasts. Hij beoordeelde elk kind op eigen waarde en mogelijkheden, en wie een bepaalde aanleg bleek te bezitten voor een bepaalde taak kon ervan verzekerd zijn dat die taak hem werd toegewezen. Er bewertete jedes Kind nach seinem Wert und seinem Potenzial, und diejenigen, die eine besondere Begabung für eine bestimmte Aufgabe zu haben schienen, konnten sicher sein, dass sie mit dieser Aufgabe betraut wurden. He judged each child on his or her own worth and potential, and whoever showed a certain aptitude for a certain task could be assured that that task would be assigned to him. Zo werd Peter, die zijn leven lang niet anders was geweest dan een ellendige slaaf, de onbetwiste leider van de visploeg. So wurde Petrus, der sein ganzes Leben als elender Sklave verbracht hatte, zum unangefochtenen Anführer der Fischercrew. Hij wees de anderen hoe ze netten konden knopen, hoe ze verraderlijke stromingen in het water konden herkennen, waaraan ze konden zien waar de vis zich ophield. De vissertjes waren allen kinderen die konden zwemmen en omdat ze een groot aandeel leverden in de dagelijkse voedselvoorziening, werden ze door de anderen met respect behandeld. Die kleinen Fischer waren allesamt Kinder, die schwimmen konnten, und weil sie einen großen Teil zur täglichen Versorgung mit Lebensmitteln beitrugen, wurden sie von den anderen mit Respekt behandelt. The fishermen were all children who could swim, and because they contributed a great deal to the daily food supply, the others treated them with respect.

Carolus, de opperjager, koos Everard en de sterke Bertho als zijn naaste medewerkers en trainde zijn jachtgroep met veel geestdrift. Ook zij deden goed werk. Beseffend dat wat zij deden als stropen kon worden aangemerkt (een halsmisdaad in die tijd) probeerden ze zo goed en zo kwaad als het ging ontmoetingen met adellijke jachtstoeten te vermijden. Da sie wussten, dass ihr Tun als Wilderei (damals ein Kapitalverbrechen) eingestuft werden konnte, versuchten sie, Begegnungen mit adligen Jagdgesellschaften so gut wie möglich zu vermeiden. Realizing that what they were doing could be classified as poaching (a capital crime in those days) they tried as best they could to avoid encounters with noble hunting parties. Conscients que ce qu'ils faisaient pouvait être qualifié de braconnage (un crime capital à l'époque), ils ont essayé d'éviter au maximum les rencontres avec les groupes de chasseurs nobles. Dat lukte natuurlijk niet altijd. Of course, that didn't always work. Soms stuitten ze op een woedende houtvester, op kwaadaardige boeren of een verbolgen edelman. Manchmal trafen sie auf einen wütenden Förster, wütende Bauern oder einen empörten Adeligen. Sometimes they came across a furious forester, an angry peasant or an angry nobleman. Dan moesten ze voor hun leven lopen. Of de kleine Carolus moest al zijn welbespraaktheid en kennis van het hofleven aanwenden om de woedende heren duidelijk te maken dat God het kinderleger het recht had gegeven om zich

te voeden met wat het land maar te bieden had. to feed on whatever the country had to offer. Spoedig werden de kleine jagers heel sluw en omdat zij toch dagelijks verder trokken en nooit vaker dan een keer in hetzelfde domein stroopten, wisten ze te ontkomen aan wraakexpedities en loerende boswachters. Bald wurden die kleinen Jäger sehr schlau, und da sie ohnehin täglich weiterzogen und nie mehr als einmal im selben Gebiet wilderten, gelang es ihnen, zerstörerischen Expeditionen und lauernden Förstern zu entkommen. Soon the small hunters became very cunning and because they moved on every day and never poached more than once in the same domain, they managed to escape revenge expeditions and lurking forest rangers. Bientôt, les petits chasseurs devinrent très rusés et, comme ils se déplaçaient de toute façon quotidiennement et ne braconnaient jamais plus d'une fois dans le même domaine, ils réussirent à échapper aux expéditions de démolition et aux forestiers à l'affût.

Dolf, die maar niet uit zijn gedachten kon zetten dat ze over enige weken in het ruige bergland zouden komen, keek met afgrijzen naar de blote, stukgelopen, kapotgestoten voetjes. Dolf, dem es einfach nicht aus dem Kopf ging, dass sie sich in ein paar Wochen in der rauen Bergwelt befinden würden, schaute entsetzt auf die nackten, kaputten und kaputten Füße. Dolf, who could not get out of his mind that in a few weeks they would arrive in the rugged mountain country, looked with horror at the bare, broken, broken feet. Dolf, qui ne pouvait s'empêcher de penser qu'ils se trouveraient dans la rude région montagneuse dans quelques semaines, regarda avec horreur les pieds nus, cassés et abîmés. Hij sprak erover met Frank, de zoon van een leerlooier. Er sprach darüber mit Frank, dem Sohn eines Gerbers. Die begreep onmiddellijk wat er van hem verlangd werd. Who immediately understood what was required of him. De buit van Carolus' jachtgroep werd elke avond van huiden ontdaan. Die Beute von Carolus' Jagdgruppe wurde jede Nacht von den Fellen befreit. The booty of Carolus' hunting party was skinned every evening. De zachte konijnenvellen, bever- en hazenvellen, de huiden van reeën en herten werden verzameld. Honderden ijverige jongens en meisjes werden 's avonds aan het werk gezet om die vellen schoon te schrapen en te weken. Hunderte von fleißigen Jungen und Mädchen waren abends damit beschäftigt, diese Laken sauber zu schaben und einzuweichen. Hundreds of diligent boys and girls were put to work at night scraping and soaking those sheets clean. Daarna werden ze op maat gesneden en aan elkaar genaaid. Anschließend wurden sie auf die richtige Größe zugeschnitten und zusammengenäht. Een moeizaam karwei, want het kinderleger beschikte over weinig gereedschap. Eine mühsame Aufgabe, denn die Kinderarmee hatte nur wenige Werkzeuge. A laborious job, because the children's army had few tools. Maar vindingrijk waren ze, die kindertjes! Een aantal meisjes deed niets anders dan sterke, dunne snoeren maken van taaie plantenvezels. A number of girls did nothing more than make strong, thin cords from tough plant fibres. Die werden voor alles en nog wat benut: voor visnetten, voor het maken van schoenen, voor het herstel van kleren. Diese wurden für alles Mögliche verwendet: für Fischernetze, für die Herstellung von Schuhen, für die Reparatur von Kleidung. They were used for anything and everything: for fishing nets, for making shoes, for mending clothes. Ook boombast, met leer versterkt, werd gebruikt. Auch Baumrinde, die mit Leder verstärkt war, wurde verwendet. Spoedig kwam er nu degelijk schoeisel beschikbaar voor deerlijk gekwetste voeten. Bald gab es nun auch festes Schuhwerk für schwer verletzte Füße. Soon proper footwear became available for badly injured feet.

Behalve wat de jagers- en vissersgroepen aan voedsel wisten te verschalken, kregen de kinderen ook veel van de bewoners van dorpen en steden. Abgesehen von dem, was die Jagd- und Fischergruppen an Nahrungsmitteln erbeuten konnten, bekamen die Kinder auch viel von den Bewohnern der Dörfer und Städte. Besides what the hunting and fishing groups managed to scoop up in food, the children also got a lot from the inhabitants of villages and towns.

Ondanks de slechte verbindingen deden berichten en geruchten in de Middeleeuwen snel de ronde. Despite the poor connections, reports and rumors spread quickly in the Middle Ages. Tot tachtig mijlen in de omtrek was het lot van de stad Spiers bekend geworden. Im Umkreis von achtzig Meilen war das Schicksal der Stadt Spiers bekannt geworden. The fate of the city of Spiers had become known for eighty miles around. Iedereen wist hoe de burgers van die welvarende stad het kinderleger aanvankelijk zelfzuchtig hadden bejegend en hoe God hun diezelfde nacht het hemelvuur zond om hen voor hun hardheid te straffen. Jeder wusste, wie die Bürger dieser wohlhabenden Stadt das Heer der Kinder anfangs selbstsüchtig behandelt hatten und wie Gott ihnen noch in derselben Nacht das Feuer des Himmels schickte, um sie für ihre Härte zu bestrafen. Alleen aan de vurige smeekbeden van de heilige kinderen hadden de burgers van Spiers het te danken dat er slechts een deel van de stad was verwoest. Nur dem inbrünstigen Flehen der heiligen Kinder verdankten es die Bürger von Spiers, dass nur ein Teil der Stadt zerstört wurde. Only to the fervent pleas of the holy children did the citizens of Spiers owe it that only part of the city was destroyed.

Dat bericht had alom diepe indruk gemaakt. Ce message a fait une profonde impression partout. Zodra de eindeloze stroom kinderen zich ergens vertoonde, snelden burgers, boeren en handelaars toe om de wraak des hemels af te kopen met levensmiddelen. Sobald der endlose Strom von Kindern irgendwo auftauchte, eilten Bürger, Bauern und Händler herbei, um den Zorn des Himmels mit Lebensmitteln zu erkaufen. As soon as the endless stream of children showed up somewhere, citizens, farmers and merchants rushed to buy off heaven's vengeance with foodstuffs. De knokploeg van Fredo zag erop toe dat alles wat zij kregen zorgvuldig werd opgespaard tot de avond. Fredo's thugs saw to it that everything they got was carefully saved until the evening. Alleen tijdens de middagrust werd het de kinderen vergund brood te eten. Nur während der Mittagsruhe durften die Kinder Brot essen. Ce n'est qu'à l'heure du déjeuner que les enfants étaient autorisés à manger du pain. Iets voor jezelf achterhouden werd bestempeld als ‘zonde'. Etwas vor sich selbst zu verbergen, wurde als "Sünde" bezeichnet. Keeping something from yourself was labeled a "sin. Garder quelque chose pour soi était considéré comme un "péché". ‘Want,' zei Dolf, ‘we moeten allemaal dezelfde weg afleggen en we hebben allemaal hetzelfde doel, dat maakt ons tot elkaars gelijken. Denn", so Dolf, "wir müssen alle den gleichen Weg gehen und haben alle das gleiche Ziel, das macht uns gleichwertig. 'Because,' said Dolf, 'we all have to follow the same path and we all have the same goal, which makes us equals. Parce que, dit Dolf, nous devons tous emprunter le même chemin et nous avons tous le même objectif, cela fait de nous des égaux. Wie zich meer toe-eigent dan hem toekomt, zondigt tegen het heilige kinderleger en is niet waard ooit Jeruzalem te zien.' Wer sich mehr aneignet, als ihm zusteht, sündigt gegen das heilige Heer der Kinder und ist nicht würdig, Jerusalem jemals zu sehen.' Whoever appropriates more than is due sins against the holy children's army and is not worthy to see Jerusalem ever.' Celui qui s'approprie plus que ce qui lui est dû commet un péché contre la sainte armée des enfants et n'est pas digne de voir un jour Jérusalem". Dat begrepen ze wel, die kinderen.

Zo trokken ze voort, langs de Rijn naar Straatsburg. Ils ont donc poursuivi leur route, le long du Rhin, jusqu'à Strasbourg. Natuurlijk kwamen er moeilijke dagen, wanneer de zon zich verborg achter dikke regenwolken, wanneer een kille wind over de heuvels blies en het water van de rivier opzweepte, zodat visvangst levensgevaarlijk werd. Of course there came difficult days, when the sun hid behind thick rain clouds, when a chill wind blew over the hills and whipped up the waters of the river, making fishing dangerous. De slechtgeklede kinderen werden op zulke dagen geteisterd door vocht en kou. Les enfants mal habillés étaient ravagés par l'humidité et le froid ces jours-là. Het aantal zieken nam onrustbarend toe. The number of patients increased alarmingly. Wanneer hun voeten slob, slob, slob door de modder ploeterden en zij twee dagen lang geen kans kregen hun doorweekte kleren te drogen, wanneer de kookvuren met drijfnat hout brandende moesten worden gehouden, was het soms moeilijk om in de zin van al dat lijden te geloven. Maar dan was er altijd Carolus, met zijn hertenleren laarzen, zijn mooie mantel en zilveren gordel! De kleine koning leek tijdens de zwaarste dagen wel met elektriciteit geladen. The little king seemed charged with electricity during the toughest days. Overal in de stoet zag je hem opduiken. On pouvait le voir apparaître partout dans le défilé. Als een jonge hond legde hij zeker de dubbele afstand af. Like a young dog, he certainly covered the double distance. Hij ontfermde zich over huilende, rillende kinderen, over zere voeten en door hoest verscheurde lichaampjes. Hij leende zijn mantel aan een kind dat blauw zag van ellende. He lent his cloak to a child who was blue with misery. Hij vlocht met snelle vingers van dunne twijgen en lang gras een soort afdakje dat vier kinderen tegelijk boven hun hoofden konden houden, zodat ze enige bescherming genoten tegen de neerstriemende regen. Anderen keken hem die kunst af en probeerden het ook. Others watched him do that art and tried it too. D'autres l'ont regardé copier cet art et l'ont essayé à leur tour. De aanblik van talloze jongens en meisjes, vier aan vier, die hun regenschermen ophielden en vrolijk zingend door de plassen stapten, deed Dolf in een schaterlach uitbarsten. The sight of countless boys and girls, four by four, holding up their umbrellas and stepping through the puddles singing merrily, made Dolf burst out laughing. La vue d'innombrables garçons et filles, quatre par quatre, brandissant leur imperméable et marchant joyeusement dans les flaques en chantant, a fait éclater Dolf de rire. Maar de kleine Carolus werd hem er nog dierbaarder door. But it made little Carolus even dearer to him. Mais cela rend le petit Carolus encore plus cher à ses yeux.

Op een droge maar kille dag, toen de kleine koning er met zijn jagersgroep op uit was getrokken, vond hij in het bos een drietal van een kudde afgedwaalde schapen. Hij voorkwam dat ze werden gedood en voerde ze in triomf naar het kamp. He prevented them from being killed and led them to the camp in triumph.

‘Zij zullen ons van wol voorzien,' zei hij tegen Nicolaas. ‘We moeten ze scheren en de meisjes moeten de wol spinnen. Daarvan kunnen we kleren maken.' ‘En het vlees van de schapen kunnen we eten,' knikte Nicolaas zonder nadenken. ‘Nee,' besliste Carolus. 'No,' Carolus decided. ‘We laten ze leven en nemen ze mee. Schapen kunnen goed lopen.' ‘Ik wil dat ze geslacht worden,' zei Nicolaas, die wel trek had in schapenbout. 'I want them slaughtered,' said Nicholas, who was hungry for a leg of mutton. Je veux qu'ils soient abattus", dit Nicholas, qui avait un appétit pour le gigot de mouton. De jacht had die dag weinig opgeleverd en ze bevonden zich in een schaars bewoonde streek. Carolus liet Dolf erbij roepen. Carolus had Dolf called in. Al was Nicolaas de feitelijke leider, in Rudolf van Amstelveen had de kleine koning meer vertrouwen.

Toen Dolf hoorde wat er aan de hand was, werd hij meteen geestdriftig. ‘Natuurlijk moeten de dieren blijven leven,' zei hij luid, opdat ook anderen het konden horen. ‘We zullen ze pas slachten en opeten als we van honger dreigen om te komen. Nous ne les abattons et les mangeons que lorsque nous risquons de mourir de faim. Straks, in de bergen.' Later, in the mountains. Nicolaas, die niet dom was, alleen maar onwetend omdat nooit iemand de moeite had genomen hem iets anders te leren dan bidden en schapenhoeden, was een beetje bang voor die grote jongen uit het Noorden. Nicholas, who was not stupid, just ignorant because no one had ever bothered to teach him anything but prayer and sheep herding, was a little afraid of the big boy from the North. Dat Rudolf van Amstelveen in korte tijd zo veel vrienden had gemaakt die bereid schenen voor hem door het vuur te gaan, was Nicolaas bekend. That Rudolf of Amstelveen had made so many friends in a short time who seemed willing to go through fire for him was known to Nicholas. Hij had ook gezien hoe de jongen de dagelijkse verliezen aan kinderlevens aanzienlijk had weten te beperken. He had also seen how the boy had significantly reduced the daily loss of children's lives. Il a également constaté que ce garçon avait considérablement réduit le nombre de décès quotidiens d'enfants. Hij had gezien hoe het ordeloze kinderleger binnen enkele dagen was veranderd in goed geregelde groepen, waarin ieder een eigen taak had. Hij begreep het niet. Waar haalde die vreemdeling, zelf nog een kind, dat overwicht vandaan? Where did that stranger, still a child himself, get that predominance? D'où vient cet ascendant de l'étranger, lui-même encore enfant ? Wat bedoelde hij als hij zei: ‘Eén voor allen, allen voor één?' In Nicolaas' bijgelovige geest was Rudolf iemand met wie je terdege rekening moest houden en die niet te vaak mocht worden tegengesproken. In Nicholas's superstitious mind, Rudolf was someone to be reckoned with and not to be contradicted too often. Dans l'esprit superstitieux de Nicolas, Rudolf était quelqu'un avec qui il fallait compter et qu'il ne fallait pas contredire trop souvent. Dus bleven de schapen voorlopig gespaard. Nicolaas ontdeed ze diezelfde avond nog van hun dikke vacht. Le soir même, Nicholas les a débarrassés de leur épaisse fourrure. Het was niet de eerste keer dat hij zoiets deed en de wol kwam er gaaf af. Ce n'était pas la première fois qu'il faisait une telle chose et la laine s'enlevait facilement. Nadat ze was gewassen en goed was uitgeborsteld, werd de wol verdeeld onder de meisjes die konden spinnen. Dolf keek er met verbazing naar. De meisjes wonden elk een paar handen vol wolvlokken om een stokje dat zij onder de linkerarm staken. The girls each wound a few handfuls of flakes of wool around a stick which they put under the left arm. Voorzichtig plukten ze dan de vezels los, die zij tussen de vingers rolden totdat er een ruwe draad ontstond die veel steviger was dan hij had durven denken. Een ander meisje ving de draad op en wond die ook weer om een stokje, zodat er een hele bol ontstond. Another girl caught the thread and wound it around a stick as well, creating a whole sphere. Wordt zó wol gesponnen? dacht Dolf verwonderd. Ik dacht altijd dat je daarvoor een spinnenwiel gebruikte.

Maar in 1212 was het spinnenwiel nog niet uitgevonden - iets waaraan hij zo gauw niet had gedacht.

Spinnen kon onder het lopen gebeuren en veroorzaakte dus geen oponthoud. Spinning could happen while walking and thus caused no delay. De twee monniken en Nicolaas maanden de stoet voortdurend tot spoed. The two monks and Nicholas constantly months the procession to speed. Les deux moines et Nicolas ne cessent d'inciter la procession à se hâter. Elke vertraging was hun een gruwel. Any delay was an abomination to them. Omdat er nu niet veel achterblijvers meer waren, de zieken in de huifkar werden vervoerd en er weinig tijd verloren ging met stropen, bedelen of eten zoeken, lag hun tempo toch niet zo laag. Because there were now not many stragglers left, the sick were transported in the covered wagon and little time was lost in poaching, begging or foraging for food, their pace was not so slow after all. Comme il n'y a plus beaucoup de traînards, que les malades sont transportés dans le chariot couvert et que l'on perd peu de temps à braconner, à mendier ou à chercher de la nourriture, leur rythme n'est finalement pas si lent. De jachtgroepen bestonden uit snelle lopers die het kinderleger gemakkelijk konden inhalen zodra het halt hield om het kamp voor de nacht op te slaan. The hunting parties consisted of fast runners who could easily catch up with the child army once it halted to make camp for the night. Les groupes de chasseurs étaient composés de coureurs rapides qui pouvaient facilement dépasser l'armée naissante lorsqu'elle s'arrêtait pour établir son campement pour la nuit. Dolf had ingesteld dat de dagmars om vier uur afgelopen moest zijn. Dolf had set the day's march to end at four o'clock. Dolf avait fixé la fin de la journée de marche à quatre heures. De monniken waren het daarmee niet eens; vooral Anselmus wilde voorttrekken tot het bijna zonsondergang was. The monks disagreed; Anselmus, in particular, wanted to pull ahead until it was almost sunset. Ook ditmaal won Dolf het meningsverschil. Vooral omdat tegen de namiddag de meeste kinderen erg moe begonnen te worden en verlangden naar rust, naar kleine karweitjes en voedsel. Zo kreeg de visploeg gelegenheid naar de rivier af te dalen, terwijl de ordebewakers de legertent opzetten, de ossen verzorgden en de sprokkelploeg hout aansleepte. L'équipe de pêche peut ainsi descendre à la rivière, tandis que les infirmiers montent la tente de l'armée, s'occupent des bœufs et que l'équipe de glaneurs transporte le bois.

Als de vuren brandden kwamen de eerste ponden vis al aan, terwijl intussen de jachtploeg binnenkwam met vers vlees. Au fur et à mesure que les feux brûlaient, les premiers kilos de poisson arrivaient, tandis que l'équipe de chasseurs arrivait avec de la viande fraîche. Meestal waren ze voor zeven uur klaar met eten en konden ze van de laatste uren daglicht profiteren voor weven, huiden prepareren, kleren wassen en herstellen, wapens maken. Dolf moedigde het baden aan, altijd onder leiding van een paar goed-zwemmende vissers. Dat kinderen zonder toezicht verdronken, kwam niet meer voor. It was no longer the case that children drowned without supervision. Le fait que des enfants se soient noyés sans surveillance n'était plus un problème.

Spoedig kwamen ze nu in Straatsburg, waar ze hartelijk ontvangen werden, hulp en voedsel ontvingen en de ernstigste zieken mochten achterlaten. Over een grote, houten brug staken ze daarna de Rijn over. Van nu af aan zouden ze in oostelijke richting trekken, eerst door het dal van de Kinzig, daarna de Donau overstekend, naar het Bodenmeer. Anselmus probeerde nog eenmaal Dolf van gedachte te doen veranderen en toch de weg over de Mont-Cenis te laten kiezen, omdat die korter zou zijn dan de lange weg door Beieren. Anselm tried once more to persuade Dolf to change his mind and to choose the road over Mont-Cenis, because it would be shorter than the long way through Bavaria. Maar Dolf weigerde te luisteren.

‘Als we gauw in Genua willen zijn, moeten we een weg volgen waartegen die duizenden kindervoeten zijn opgewassen. 'If we want to be in Genoa soon, we must follow a road that those thousands of children's feet are up to. Si nous voulons être bientôt à Gênes, nous devons suivre une route que ces milliers de pieds d'enfants ont empruntée. En niet een pad kiezen dat de kinderen regelrecht naar de ondergang zal leiden,' zei hij koppig. And not choose a path that will lead the children straight to ruin," he said stubbornly. Intussen vroeg de jongen zich in stilte af: Waarom heeft Anselmus toch zo'n haast? Het is pas juli. We hebben drie maanden de tijd om over die bergmuren te komen.

Maar hij zei of vroeg niets. Leonardo's waarschuwing om voorzichtig te zijn was hij niet vergeten. Met Dom Johannis kon Dolf daarentegen goed opschieten. Deze monnik, altijd opgewekt, wist de moed er bij de kinderen in te houden als de dagen nat en moeilijk waren. This monk, always cheerful, knew how to keep the children's spirits up when the days were wet and difficult. De kleintjes hielden van hem en vertrouwden hem blindelings, terwijl ze bang waren voor Dom Anselmus met zijn stekende ogen en snijdende stem.

‘Misschien is die Johannis een schurk,' dacht Dolf, ‘maar dan is hij wél een aardige schurk.' 'Maybe this Johannis is a villain,' Dolf thought, 'but then he is a nice villain.' Ze trokken nu het Zwarte Woud binnen. Hoog en zwaar bebost rezen de bergen rondom hen op, doorsneden door de Kinzig, een smalle heldere rivier waarin de forellen talrijk waren. Hautes et très boisées, les montagnes qui les entourent s'élèvent, entrecoupées par la Kinzig, une rivière étroite et limpide dans laquelle les truites sont nombreuses. Dolf bleef zich vooral verbazen over de ongereptheid van de natuur. Over het verrukkelijke water, koud maar lekker, over de vele beverdammen, over de overvloed aan wild in de wouden. De l'eau délectable, froide mais délicieuse, des nombreux barrages de castors, de l'abondance du gibier dans les forêts. Dat wild was nauwelijks schuw en een gemakkelijke prooi voor de watervlugge jagertjes. De jachtpartijen, waarbij heldendaden konden worden verricht, veroorzaakten bij de kinderen een laaiende geestdrift. Dolf ging nooit mee wanneer Carolus, Everard en Bertho hun jagers voorgingen. Hij besefte de noodzaak van het stropen, maar hij kon niet aanzien dat een jonge ree werd afgeslacht of hoe konijntjes de kop werd ingeslagen. Il était conscient de la nécessité du braconnage, mais il ne pouvait pas assister à l'abattage d'un jeune chevreuil ou au décapitage de lapins. In de twintigste eeuw was jagen bijna een doodzonde geworden en dat idee zat er bij hem diep in. Het Zwarte Woud maakte het de kinderen toch wel moeilijk. The Black Forest made it difficult for the children. Groente en fruit waren van het menu geschrapt. Les fruits et les légumes n'étaient pas au menu. Mariecke, die eigenlijk niets kon omdat ze nooit iets had geleerd, deed niettemin haar best zich nuttig te maken. Ze sloot vriendschap met Frieda, een horigenkind dat op het platteland was opgegroeid en alles wist van bessen, kruiden en eetbare wortels. Elle se lie d'amitié avec Frieda, une enfant de serf qui a grandi à la campagne et connaît parfaitement les baies, les herbes et les racines comestibles. Ze vormden een groepje dat voor de aanvoer van vitaminerijke planten zorgde, dat bosbessen verzamelde en kruiden zocht. Niet dat ze iets afwisten van vitaminen - maar Mariecke had Dolf horen klagen over het gebrek aan fruit en groente, en dat was voor haar voldoende om te beseffen dat die nodig waren. Non pas qu'ils s'y connaissent en vitamines, mais Mariecke avait entendu Dolf se plaindre du manque de fruits et de légumes, et cela lui avait suffi pour comprendre qu'ils étaient nécessaires.

Ook Hilde waardeerde de hulp van deze meisjes, omdat ze kruiden voor de zieken brachten en haar hielpen koortsaanvallen te bestrijden.

Omdat Dolf altijd in het kamp bleef, had hij er geen idee van hoeveel gevaar de kinderen die uitzwermden wel liepen. Because Dolf always stayed in the camp, he had no idea how much danger the children who wandered out did face. De kleine Carolus, die zijn adellijke afkomst en koninklijke toekomst niet licht vergat, nam risico's die wel op ongelukken moesten uitdraaien. Little Carolus, who did not lightly forget his noble lineage and royal future, took risks that were bound to end in accidents. Le petit Carolus, qui n'oubliait pas de sitôt sa noble lignée et son avenir royal, prenait des risques qui ne pouvaient que se solder par des accidents. De wouden wemelden hier van de wilde zwijnen. In grote kudden trokken de dieren door de bossen: wijfjes en biggetjes in het midden, beschermd door zware beesten met vervaarlijke slagtanden. En grands troupeaux, les animaux parcouraient les forêts : les femelles et les porcelets au milieu, protégés par de lourdes bêtes aux défenses redoutables. Zwijnenvlees was lekker en de jagers aarzelden onder Carolus' aanmoedigingen niet om zo'n kudde aan te vallen. Boar meat was delicious and hunters, under Carolus' encouragement, did not hesitate to attack such a herd. La viande de sanglier était savoureuse et les chasseurs, encouragés par Carolus, n'hésitaient pas à attaquer un tel troupeau. Dat moesten ze soms bekopen met ernstige verwondingen. Op een avond werd Bertho het kamp binnengedragen met een opengereten dijbeen. Hilde werd bleek van schrik, maar aarzelde geen moment. Ze liet Rudolf roepen en sprak: ‘Ik heb hulp nodig. Die wond moet genaaid worden.' Bertho werd op een geïmproviseerd bed van dennentakken gelegd en door vier sterke jongens vastgehouden. Vastberaden stak Hilde een schoongemaakte naald in het vlees, trok de wondranden bij elkaar en naaide ze dicht met taaie vezels. Déterminée, Hilde a enfoncé une aiguille nettoyée dans la chair, a rapproché les bords de la plaie et les a cousus avec des fibres résistantes. Bertho kromp ineen maar gaf geen kik. Bertho tressaillit mais ne pipa mot. Carolus stond er snikkend bij.

‘Hij heeft mijn leven gered,' vertelde hij bewogen. ‘Het zwijn viel mij aan en Bertho sprong ervoor. Hij ving het dier op, op zijn lans, maar die brak af...' Il attrapa l'animal, sur sa lance, mais celle-ci se brisa... ‘De verwonding lijkt erger dan zij is,' troostte Dolf hem. ‘Geloof me, Carolus, al dat bloed ziet er akelig uit, maar de wond werd erdoor gereinigd. Croyez-moi, Carolus, tout ce sang a l'air désagréable, mais il a nettoyé la plaie. Bertho zal snel genezen.' Toch verbood hij sindsdien de jacht op zwijnen, omdat die te gevaarlijk was. Hij kon echter niet verhinderen dat de kinderen nu en dan op een kudde stuitten en van jagers veranderden in opgejaagden. Een ander gevaar vormden de lynxen. Deze wilde katten vielen niet snel mensen aan, maar het kon voorkomen dat een wijfje met jongen door de nadering van de kinderen in paniek raakte en hen besprong. Zo'n wilde kat kon een kind behoorlijk toetakelen. Un tel chat sauvage pourrait tout à fait mutiler un enfant. De weg langs de Kinzig was weinig meer dan een ruw pad, soms zo smal dat de huifkar bleef steken en ze met vereende krachten de wagen langs uitsteeksels en over grote stenen moesten duwen, er zorgvuldig voor wakend dat hij niet kantelde en in de rivier terecht kwam. Dat kostte uren van zwoegen en alle zieken moesten eruit. Ze werden ook herhaaldelijk lastiggevallen door rovers, door boeren uit de dalen, door rondzwervend gespuis of kolenbranders, die in het kinderleger een gevaar zagen. Dan moesten de knokploegen hun waarde bewijzen. Ensuite, les bangers ont dû prouver leur valeur. Dolf begon vurig te verlangen naar het moment dat ze dit gebergte achter zich konden laten. Dolf se met à désirer ardemment le moment où ils pourront laisser cette chaîne de montagnes derrière eux.