Les 16 Willem van Oranje
Dames en heren, gaat u even opzij? Kan iedereen het zien? We zijn in museum Het Prinsenhof te Delft. Niet duwen alstublieft! Het valt niet mee, met z'n allen op de nauwe trap. Maar uiteindelijk zien we de gaten in de muur. Hier werd Willem van Oranje doodgeschoten. De Vader des Vaderlands noemden ze hem. Wie was hij, en waarom werd hij vermoord? Een stukje geschiedenis. Omstreeks 1500 liggen in West-Europa de "Lage Landen", een verzameling onafhankelijke provincies. De koning van Spanje krijgt ze een voor een in handen, tot heel West-Europa tot zijn rijk behoort. Omdat zo'n groot rijk moeilijk te regeren is laat hij het plaatselijke bestuur over aan anderen. Leden van belangrijke families regeren in zijn plaats. Zo verschijnt Willem van Oranje op het toneel. Geboren in Nassau, Duitsland erft hij van een Franse neef de titel "Prins van Oranje". Hij wordt in Brussel opgevoed om de Spaanse koning te vertegenwoordigen in de Lage Landen. Of beter gezegd: de "Lastige Landen"! Ze zijn altijd in verzet tegen het Spaanse gezag. Dat legt allerlei belastingen op. En ook de katholieke godsdienst terwijl in het noorden het protestantisme juist belangrijk wordt. Ook Willem wordt protestant. Onder zijn leiding komen de Lage Landen in opstand tegen Spanje. 80 jaar duurt de opstand. Deze Tachtigjarige Oorlog is een periode waarin men het vaak Spaans benauwd heeft, erg bang is. Een voor een sluiten de provincies zich aan, en in 1581 vormen zij de Republiek der Verenigde Nederlanden. De koning kan dit natuurlijk niet accepteren. Wie Oranje doodt krijgt een beloning. En zo geschiedt het: hij wordt vermoord. Maar de onafhankelijkheid is dan reeds een feit en in 1648 wordt Nederland ook officieel door de Europese landen als republiek erkend. Meer dan 150 jaar blijft Nederland een republiek. Al die tijd behouden de Oranjes invloed. Als het land een koninkrijk wordt in 1815, wordt een Oranje koning En zo is het nog We bevinden ons in het Koninkrijk der Nederlanden, met sinds 1980 aan het hoofd: Beatrix van Oranje-Nassau.