N-Les 26 Eten de drinken
Eten en drinken
Wil je iets eten ?
-Ja ,graag ,
Laten we even gaan zitten .
Aan een tafel bij het raam .
Daar zijn twee stoelen vrij.
Wat zullen we nemen?
-Voor mij een broodje kaas .
Niets anders?
-Nee, ik heb niet zoveel honger.
Ik wel.
Ik heb zin in iets warms
Een kop soep, dat lijkt me lekker.
En ik neem een broodje vlees .
Wat zullen we drinken?
-Ik wil graag een glas melk.
Goed, ik haal het wel.
-Ik zal je geld geven.
Nee, ben je gek .
Dat hoeft niet. Ik zal wel betalen.
-Oke,dan betaal ik de volgende keer.
‘S middags eet ik op mijn werk .
Samen met collega's.
‘S avonds eten wij thuis ,tussen zeven en acht.
Met het hele gezin .
Meestal vlees of vis en groente.
We eten ook vaak kip.
Dat vinden de kinderen lekker.
‘s ochtends het ontbijt: brood ,boter,kaas ,kopje thee of koffie ‘s middags de lunch: brood ,een kop soep ,een gebakken ei
‘s avonds warm eten: vlees of vis , aardappelen , groente, een glas water