×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, Het horloge - Hoofdstuk 1 – De legende

Het horloge - Hoofdstuk 1 – De legende

Het horloge

Hoofdstuk 1 – De legende

Karel was horlogemaker. Hij was in de veertig en alleenstaand. Zijn ouders woonden in Amsterdam. Hij woonde alleen in Zeeuws- Vlaanderen. Hij woonde in een klein huisje in een rustige straat in Breskens.

Karel was een lange magere man, maar hij was erg sterk. Hij had zijn eigen werkplaats. Hij repareerde horloges. Hij maakte zijn eigen kwaliteitshorloges. Hij deed ook vaak andere klusjes.

Karel maakte lange dagen. Hij werkte meestal tot erg laat. Zijn werkplaats lag vlakbij het strand in Zeeuws-Vlaanderen. Aan het einde van de dag ging hij vaak naar het strand om zijn benen te strekken.

Op een avond kwam Karel een oude vriendin op zijn wandeling tegen. Haar naam was Suzanne. ‘Karel! Hoe gaat het met jou?' zei ze.

‘Hoi Suzanne. Wat doe jij hier?'

‘Ik wandel een eindje, net als jij,' lachte Suzanne.

‘Inderdaad. Nou, laten we dan samen een eindje wandelen!'

Karel en Suzanne bleven lang wandelen. Ze praatten over veel dingen. Ze praatten over hun baan en hun familie. Ze praatten over allerlei dingen in het algemeen. Terwijl ze wandelden, vroeg Suzanne, ‘Hoe gaat het met je werk? Werk jij veel?'

‘Ja, ik heb veel werk. Dat maakt mij blij.'

‘Dat is fijn, Karel.'

Suzanne was beveiligingsbeambte. Ze bewaakte de boten bij het strand. Ze vertelde Karel dat ze haar baan leuk vond. Ze zag veel interessante dingen op het strand liggen. En ze had vandaag nog iets gevonden.

‘Karel,' begon Suzanne. ‘Ik hoopte eigenlijk al dat ik je zou tegenkomen.'

‘Meen je dat?' antwoordde Karel.

‘Ja. Ik heb iets gevonden. En ik weet niet wat ik ermee moet doen.'

‘Wat heb je gevonden, Suzanne?'

Suzanne pakte een horloge. Het zag er heel oud uit. Het was van zeer goede kwaliteit. ‘Kun je me vertellen wat voor soort horloge dit is?' vroeg ze.

‘Laat me eens kijken,' zei Karel.

Karel hield het horloge in zijn hand. Hij bekeek het goed. ‘Ik heb geen idee wat voor soort horloge dit is,' zei hij ten slotte.

Suzanne was verbaasd. ‘Weet je er niets over te vertellen?'

‘Nou, ik weet dat het een horloge is. Maar het is heel oud. Ik weet alleen niet zeker …' Hij stopte en keek haar aan. ‘Moet je nu naar je werk, Suzanne?'

‘Nee, mijn dag zit erop.'

‘Laten we naar mijn werkplaats gaan. Ik heb een paar boeken die ons misschien kunnen helpen.'

Karel en Suzanne gingen naar Karels werkplaats. De werkplaats was heel oud. In de werkplaats lagen veel horloges en gereedschap. Het was allemaal deel van Karels werk. Suzanne was nog nooit in de werkplaats geweest. Ze vond het heel interessant.

‘Wauw!'zei ze. ‘Hier liggen veel dingen!'

‘Ja, ik heb veel werk. Ik houd van mijn werk.'

‘Dat is goed, Karel!'

Karel vroeg Suzanne met hem mee te gaan. Ze legde het horloge neer en liep naar een andere kamer. Er waren veel boeken. Ze waren heel groot en heel oud. Veel namen waren moeilijk leesbaar.

‘Wat doen we hier eigenlijk?' vroeg Suzanne.

‘We zijn op zoek naar informatie', antwoordde Karel.

‘Informatie over wat?'

‘Over welk soort horloge dit is. Zoiets heb ik nog nooit gezien!'

Karel en Suzanne doorzochten de boeken. Na enkele minuten vond Suzanne iets. Het stond in een boek over de Caribische Zee.

‘Karel! Luister hier eens naar!' riep ze.

Karel deed zijn boek dicht en ging naar Suzanne. ‘Wat is er?'

‘Dit is een boek over piraten!'

Karel was erg verbaasd. Een boek over piraten? Waarom zou een piratenboek iets met een horloge te maken hebben? Dat kon toch niet.

Suzanne legde het uit: ‘De titel van het boek is “De Caribische Piraten”. Het gaat over Nederland en de gevechten tegen piraten in de Caribische Zee.'

‘Ik begrijp het nog steeds niet. Wat heeft het met het horloge te maken?'

‘Luister,' zei Suzanne. ‘Volgens het boek was er eens een beroemde piraat. Hij heette Jan Baert. Hij had een heel bijzonder type horloge. Ze zeggen dat het een horloge was met vreemde krachten.'

‘Vreemde krachten? Wat voor vreemde krachten?' vroeg Karel.

‘Men zei dat Baert door de tijd kon reizen.' Suzanne draaide de bladzijde om en ging door: ‘Er staat dat het horloge hem hielp om door de tijd te reizen!'

Karel lachte en zei: ‘Dat is gewoon een legende. Een piraat die door de tijd reisde? En met een horloge? Dat kan niet waar zijn!' Karel lachte.

Precies op dat moment hoorden ze een geluid in de werkplaats. ‘Wat was dat?' vroeg Karel.

‘Ik weet het niet,' antwoordde Suzanne. ‘Laten we eens gaan kijken!'

De twee gingen terug naar de werkplaats. Ze keken om zich heen. Het horloge was weg! ‘Iemand heeft het horloge gestolen!' riep Karel.

‘Begrijp je het nu? Dat horloge is bijzonder. Het is geen normaal horloge!' zei Suzanne.

Toen ontdekte Karel nog iets. De deur naar de werkplaats stond open. Plotseling hoorde hij voetstappen buiten. Deze renden de straat uit.

Karel keek Suzanne aan en begon te rennen. ‘Kom mee!' riep hij.

Karel en Suzanne renden de werkplaats uit. Ze gingen naar het strand. Toen ze er waren aangekomen keek Karel naar beneden. Er waren voetstappen in het zand. Zeer diepe en grote voetafdrukken als die van een zwaar gebouwde man.

Plotseling stond Suzanne stil. Ze wees naar een grote man in het zwart gekleed. Hij rende het strand af. ‘Kijk, Karel! Daar is hij!' schreeuwde ze.

Karel rende de man achterna en schreeuwde, ‘Ho! Stop! Stop nu!' De man luisterde niet. Hij bleef rennen. Karel wilde dat hij stopte, ‘Stop, nu!'

De man bleef Karel negeren. Karel rende dus nog sneller. Eindelijk haalde hij de man in. Karel greep hem en ze vielen allebei in het zand. De man schreeuwde heel hard: ‘Laat me los! Ik heb je niets misdaan! Dit is mijn horloge!'

Karel ging staan. Hij bekeek de man even. Wat een type! Zijn kleren waren niet modern. Ze waren heel ouderwets. Het was een stijl die honderden jaren geleden werd gedragen. Hij had ook een vreemd kapsel. Het was er één van lang geleden.

Karel en Suzanne keken naar de man. Hij stond langzaam op. Hij veegde het zand van zijn kleren. Hij hield het horloge in zijn rechterhand. Hij keek hen achterdochtig aan. ‘Wat willen jullie van me?' Waarom kijken jullie me zo aan?' vroeg hij. De zwaar gebouwde man sprak met een heel ongewoon accent. Zijn Nederlands klonk heel vreemd.

Karel keek hem aan en zei: ‘U hebt mijn horloge gestolen. U liep mijn werkplaats in en nam het mee.'

‘Nee!' zei de man. ‘Jullie hebben het van mij gestolen! Ik heb het alleen maar teruggenomen! Het is van mij!' an de zwaar gebouwde man: ‘Wie bent u eigenlijk?'

‘Ik ben Jan Baert. Maar willen jullie mij nu alstublieft laten gaan. Ik moet terug naar de 17e eeuw.'

Hoofdstuk 1 Overzicht

Samenvatting

Karel is horlogemaker. Hij woont in Zeeuws-Vlaanderen. Op een dag ontmoet hij zijn vriendin Suzanne op het strand. Suzanne heeft een heel oud horloge gevonden. Ze gaan terug naar de werkplaats van Karel om het horloge te bestuderen. In een boek staat dat de piraat Jan Baert het horloge had. Hij gebruikte het om door de tijd te reizen. Plotseling merken Karel en Suzanne dat het horloge weg is. Ze horen voetstappen. Ze gaan een man achterna naar het strand. Karel grijpt hem. De man zegt dat hij de piraat Jan Baert is. Hij wil met het horloge terug in de tijd gaan.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Het horloge - Hoofdstuk 1 – De legende |Uhr||| The|The watch|||The legend ||||la légende Die Uhr - Kapitel 1 - Die Legende The watch - Chapter 1 - The legend El reloj - Capítulo 1 - La leyenda La montre - Chapitre 1 - La légende ザ・ウォッチ - 第1章 - 伝説 Zegarek - Rozdział 1 - Legenda O relógio - Capítulo 1 - A lenda Часы - Глава 1 - Легенда Saat - Bölüm 1 - Efsane Годинник - Розділ 1 - Легенда

**Het horloge** |The watch The watch La montre

**Hoofdstuk 1 – De legende** ||la légende ||Legende ||Legend

Karel was horlogemaker. ||horloger Charles||watchmaker ||Uhrmacher ||годинникарем Karel war ein Uhrmacher. Charles was a watchmaker. Karel était horloger. Карел был часовщиком. Hij was in de veertig en alleenstaand. ||||la quarantaine||célibataire He||in his 40s||in his forties||single ||||||ledig ||||||одинокий He was in his 40s and single. چهل و چهل و مجرد بود. Il avait la quarantaine et était célibataire. Jam buvo apie 40 metų ir jis buvo vienišas. Ему было за сорок, и он был холост. Zijn ouders woonden in Amsterdam. |parents|||Amsterdam His parents lived in Amsterdam. Ses parents vivaient à Amsterdam. Jo tėvai gyveno Amsterdame. Его родители жили в Амстердаме. Hij woonde alleen in Zeeuws- Vlaanderen. ||||le Zeeland| |lived|||Zeelandic Flanders|Zeelandic Flanders ||||seeländisch|Flandern He lived alone in Zeeland Flanders. او به تنهایی در Zeeuws-Vlaanderen زندگی می کرد. Il vivait seul en Flandre zélandaise. Jis gyveno vienas Zelandijos Flandrijoje. Он жил один в Зеландии-Фландрии. Hij woonde in een klein huisje in een rustige straat in Breskens. ||||||||calme|||Breskens |||||little house|||quiet|street||Breskens ||||||||ruhige|||Breskens He lived in a small house on a quiet street in Breskens. Il vivait dans une petite maison dans une rue tranquille de Breskens. Он жил в небольшом доме на тихой улочке в Брескенсе.

Karel was een lange magere man, maar hij was erg sterk. ||||maigre|||||| |||tall|thin||||||strong ||||skinny|||||| ||||худий|||||| Charles was a tall skinny man, but he was very strong. کارل مردی قد بلند و لاغر بود، اما بسیار قوی بود. Charles est un homme grand et maigre, mais il est très fort. Čarlzas buvo aukštas liesas vyras, bet labai stiprus. Чарльз был высоким худым мужчиной, но очень сильным. Hij had zijn eigen werkplaats. ||||atelier ||his||workshop ||||Werkstatt ||||майстерня He had his own workshop. کارگاه خودش را داشت. Il avait son propre atelier. Jis turėjo savo dirbtuves. У него была своя мастерская. Hij repareerde horloges. |réparait| |reparierte|Uhren |repaired|watches |ремонтував| He repaired watches. Il réparait des montres. Jis taisė laikrodžius. Он ремонтировал часы. Hij maakte zijn eigen kwaliteitshorloges. ||||montres de qualité ||||Qualitätsuhren ||||quality watches ||||якісні годинники He made his own quality watches. او ساعت های باکیفیت خودش را می ساخت. Il fabriquait ses propres montres de qualité. Jis pats gamino kokybiškus laikrodžius. Он сам делал качественные часы. Hij deed ook vaak andere klusjes. |||||petits travaux |||||Reparaturen |||||odd jobs He also often did other chores. او اغلب کارهای دیگری را نیز انجام می داد. Il s'occupait aussi souvent d'autres tâches. Jis taip pat dažnai atlikdavo kitus darbus. Он также часто выполнял другую работу по дому.

Karel maakte lange dagen. Karel made long days. کارل ساعت های طولانی کار می کرد. Karel faisait de longues journées. Karelas praleido ilgas dienas. У Карела были длинные дни. Hij werkte meestal tot erg laat. |worked||until||late He usually worked until very late. معمولا تا دیر وقت کار می کرد. Il travaillait généralement jusqu'à une heure très tardive. Paprastai jis dirbdavo iki vėlumos. Обычно он работал до позднего вечера. Zijn werkplaats lag vlakbij het strand in Zeeuws-Vlaanderen. |workshop|was located|near||beach||Zeelandic| His workshop was near the beach in Zeeland Flanders. Son atelier se trouvait près de la plage en Flandre zélandaise. Jo dirbtuvės buvo netoli paplūdimio Zelandijos Flandrijoje. Его мастерская находилась недалеко от пляжа в Зеландии Фландрии. Aan het einde van de dag ging hij vaak naar het strand om zijn benen te strekken. ||||||||||||||||étirer ||||||||often|||beach|||legs||stretch out At the end of the day, he often went to the beach to stretch his legs. در پایان روز اغلب به ساحل می رفت تا پاهایش را دراز کند. En fin de journée, il se rendait souvent à la plage pour se dégourdir les jambes. Dienos pabaigoje jis dažnai eidavo į paplūdimį ištiesti kojų. В конце дня он часто отправлялся на пляж, чтобы размять ноги.

Op een avond kwam Karel een oude vriendin op zijn wandeling tegen. |||came||||girlfriend|on||walk stroll| One evening, Charles ran into an old friend on his walk. Un soir, Karel croise un vieil ami au cours de sa promenade. Vieną vakarą Karelas pasivaikščiojimo metu sutiko seną draugą. Однажды вечером на прогулке Карел столкнулся со старым другом. Haar naam was Suzanne. |||Her name was Her name was Suzanne. Ее звали Сюзанна. ‘Karel! Charles! 'Charles! Hoe gaat het met jou?' zei ze. ||||you|| How are you?" she said. Kaip tu jautiesi?" - paklausė ji. Как дела?" - сказала она.

‘Hoi Suzanne. Hi| "Sveiki, Suzanne. Привет, Сюзанна. Wat doe jij hier?' |do||here What are you doing here? Que faites-vous ici ? Ką čia veikiate?

‘Ik wandel een eindje, net als jij,' lachte Suzanne. ||ein|Stück||||| |"I walk"||"a little bit"|||you|laughed| Ich gehe spazieren, genau wie du", lachte Suzanne. ‘I'm going for a walk, just like you,' Suzanne laughed. Je me promène, comme vous", dit Suzanne en riant. Aš vaikštau, kaip ir tu, - nusijuokė Suzana. Я гуляю, как и вы, - рассмеялась Сюзанна.

‘Inderdaad. Indeed. ‘Indeed.' En effet. "Iš tiesų. Действительно. Nou, laten we dan samen een eindje wandelen!' ||||||little bit|walk Well, let's go for a walk together then!' خب بیا با هم بریم قدم بزنیم! Alors, promenons-nous ensemble ! Что ж, тогда давайте прогуляемся вместе!

Karel en Suzanne bleven lang wandelen. |||remained|| Charles and Suzanne kept walking for a long time. کارل و سوزان برای مدت طولانی به راه رفتن ادامه دادند. Charles et Suzanne ont continué à marcher pendant un long moment. Čarlzas ir Suzana ilgai vaikščiojo. Чарльз и Сюзанна шли очень долго. Ze praatten over veel dingen. |talked||| They talked about many things. Jie kalbėjosi apie daugelį dalykų. Они говорили о многих вещах. Ze praatten over hun baan en hun familie. |talked|||job|||family They talked about their jobs and their families. Ils ont parlé de leur travail et de leur famille. Они рассказывали о своей работе и семьях. Ze praatten over allerlei dingen in het algemeen. |talked||various||||in general They talked about all kinds of things in general. آنها به طور کلی در مورد همه چیز صحبت کردند. Ils ont parlé de toutes sortes de choses en général. Они говорили о самых разных вещах. Terwijl ze wandelden, vroeg Suzanne, ‘Hoe gaat het met je werk? While||were walking|asked||||||| As they walked, Suzanne asked, "How is your work going? Tout en marchant, Suzanne a demandé : "Comment se passe votre travail ? Jiems einant Suzana paklausė: "Kaip sekasi tavo darbas? Пока они шли, Сюзанна спросила: "Как продвигается ваша работа? Werk jij veel?' Do you work a lot? Travaillez-vous beaucoup ? Ar daug dirbate? Вы много работаете?

‘Ja, ik heb veel werk. 'Yes, I have a lot of work. Oui, j'ai beaucoup de travail. "Taip, turiu daug darbo. Да, у меня много работы. Dat maakt mij blij.' That makes me happy. Cela me rend heureux. Tai mane džiugina. Это делает меня счастливым.

‘Dat is fijn, Karel.' "That's nice, Karel. C'est très bien, Karel. "Gerai, Karlai.

Suzanne was beveiligingsbeambte. ||agent de sécurité ||Sicherheitsbeamter ||security officer Suzanne was a security guard. Suzanne était agent de sécurité. Siuzana dirbo apsaugos darbuotoja. Сюзанна работала охранником. Ze bewaakte de boten bij het strand. |surveillait||||| |bewachte||||| |guarded||boats||| She guarded the boats near the beach. Elle gardait les bateaux près de la plage. Ji saugojo valtis prie paplūdimio. Она охраняла лодки у берега. Ze vertelde Karel dat ze haar baan leuk vond. |told||||||nice|found She told Karel that she liked her job. او به کارل گفت که کارش را دوست دارد. Elle a dit à Karel qu'elle aimait son travail. Ji pasakė Karlui, kad jai patinka jos darbas. Она сказала Карелу, что ей нравится ее работа. Ze zag veel interessante dingen op het strand liggen. |||interesting|||||lying on She saw many interesting things lying on the beach. او چیزهای جالب زیادی را در ساحل دید. Elle a vu beaucoup de choses intéressantes sur la plage. Paplūdimyje ji pamatė daug įdomių daiktų. Она увидела много интересных вещей, лежащих на пляже. En ze had vandaag nog iets gevonden. |||heute||| |||today|still||found Und sie hatte heute noch etwas anderes gefunden. And she had found something else today. Et elle a trouvé quelque chose d'autre aujourd'hui. Šiandien ji rado dar kai ką. I znalazła dziś coś jeszcze. И сегодня она нашла кое-что еще.

‘Karel,' begon Suzanne. 'Charles,' Suzanne began. Charles", commence Suzanne. Čarlzai, - pradėjo Suzana. Чарльз, - начала Сюзанна. ‘Ik hoopte eigenlijk al dat ik je zou tegenkomen.' ||||||||rencontrer ich||||||||treffen ||||||||run into Ich hatte eigentlich gehofft, Sie zu treffen. 'I was actually hoping to run into you.' "من واقعا امیدوار بودم که با شما برخورد کنم." J'espérais en fait vous rencontrer. "Iš tikrųjų tikėjausi su tavimi susidurti. Я надеялся встретить вас.

‘Meen je dat?' antwoordde Karel. Meinst|||antwortete| "Do you"|||| Meinst du das ernst?", antwortete Karel. "Are you serious?" replied Karel. Tu es sérieux ? répond Karel. "Tu rimtai?" - atsakė Karlas. Ты серьезно?" - ответил Карел.

‘Ja. 'Yes. Ik heb iets gevonden. I found something. J'ai trouvé quelque chose. Kažką radau. Я кое-что нашел. En ik weet niet wat ik ermee moet doen.' ||||||"with it"|| And I don't know what to do with it. Et je ne sais pas quoi en faire". Ir aš nežinau, ką su juo daryti. И я не знаю, что с этим делать".

‘Wat heb je gevonden, Suzanne?' "What did you find, Suzanne? "Что ты нашла, Сюзанна?

Suzanne pakte een horloge. Suzanne took a watch.|"picked up"||Suzanne picked a watch. Suzanne picked up a watch. Siuzana paėmė laikrodį. Сюзанна взяла в руки часы. Het zag er heel oud uit. ||||old| It looked very old. Jis atrodė labai senas. Он выглядел очень старым. Het was van zeer goede kwaliteit. |||||Qualität |||very||quality It was of very good quality. Jis buvo labai geros kokybės. Он был очень хорошего качества. ‘Kun je me vertellen wat voor soort horloge dit is?' vroeg ze. ||me|tell me|||||||| "Can you tell me what kind of watch this is?" she asked. "Ar galite pasakyti, koks tai laikrodis?" - paklausė ji. Не подскажете, что это за часы?" - спросила она.

‘Laat me eens kijken,' zei Karel. Let||once|look|| 'Let me see,' Karel said. کارل گفت: بگذار ببینم. Leiskite pažiūrėti, - tarė Karlas. Дай-ка подумать, - сказал Карел.

Karel hield het horloge in zijn hand. |held|||||hand Charles held the watch in his hand. Čarlzas laikė laikrodį rankoje. Чарльз держал часы в руке. Hij bekeek het goed. |regarda|| He|He examined|| |er betrachtete|| He looked at it closely. Jis atidžiai į ją pažvelgė. Он внимательно посмотрел на него. ‘Ik heb geen idee wat voor soort horloge dit is,' zei hij ten slotte. |||idea|||||||||"in the end"|"in the end" 'I have no idea what kind of watch this is,' he said finally. "Net neįsivaizduoju, koks tai laikrodis", - galiausiai pasakė jis. Я понятия не имею, что это за часы, - сказал он наконец.

Suzanne was verbaasd. ||Suzanne was surprised. Suzanne was puzzled. Сюзанна была озадачена. ‘Weet je er niets over te vertellen?' ||||||tell "Don't you know anything about it? "چیزی برای گفتن در این مورد ندارید؟" "Ar nieko apie tai nežinai? Вы ничего об этом не знаете?

‘Nou, ik weet dat het een horloge is. 'Well, I know it's a watch. "خب، من می دانم که این یک ساعت است. "Na, aš žinau, kad tai laikrodis. Я знаю, что это часы. Maar het is heel oud. But it is very old. Но он очень старый. Ik weet alleen niet zeker …' Hij stopte en keek haar aan. I||||sure|||||| I'm just not sure ..." he stopped and looked at her. Tik nesu tikras... - Jis sustojo ir pažvelgė į ją. Я просто не уверен..." Он остановился и посмотрел на нее. ‘Moet je nu naar je werk, Suzanne?' ||||||Musst du jetzt "Do you have to go to work now, Suzanne? "Ar tau dabar reikia eiti į darbą, Suzanne? Тебе нужно идти на работу, Сюзанна?

‘Nee, mijn dag zit erop.' No|my||is over|is over 'No, my day is done.' "نه، روز من تمام شده است." "Ne, mano diena baigėsi. Нет, мой день закончен.

‘Laten we naar mijn werkplaats gaan. |||my|workshop| 'Let's go to my workshop. "Eime į mano dirbtuves. Пойдемте в мою мастерскую. Ik heb een paar boeken die ons misschien kunnen helpen.' ||||books|||||help I have some books that might help us. Turiu keletą knygų, kurios galėtų mums padėti. У меня есть несколько книг, которые могут нам помочь".

Karel en Suzanne gingen naar Karels werkplaats. |||went||Karel's|workshop Karel and Suzanne went to Karel's workshop. De werkplaats was heel oud. |The workshop was very old.||| The workshop was very old. Dirbtuvės buvo labai senos. Мастерская была очень старой. In de werkplaats lagen veel horloges en gereedschap. |||||||outils |||were lying||||tools |||||||Werkzeug The workshop contained many watches and tools. ساعت و ابزار زیادی در کارگاه وجود داشت. Dirbtuvėse buvo daug laikrodžių ir įrankių. В мастерской было много часов и инструментов. Het was allemaal deel van Karels werk. ||all part of|part||| It was all part of Karel's work. Visa tai buvo Karlo darbo dalis. Все это было частью работы Карела. Suzanne was nog nooit in de werkplaats geweest. ||still||||| Suzanne had never been to the workshop before. Suzanne niekada anksčiau nebuvo buvusi dirbtuvėse. Сюзанна никогда раньше не была в мастерской. Ze vond het heel interessant. ||||interesting She found it very interesting. Jai tai pasirodė labai įdomu. Она нашла его очень интересным.

‘Wauw!'zei ze. Wow|| "Wow!" she said. "Oho!"- pasakė ji. Вау!" - сказала она. ‘Hier liggen veel dingen!' |"are lying"|| 'Here lie many things!' "Čia yra daugybė dalykų! "Здесь много всего!

‘Ja, ik heb veel werk. 'Yes, I have a lot of work. Да, у меня много работы. Ik houd van mijn werk.' |love||| I love my job. Man patinka mano darbas. Я люблю свою работу.

‘Dat is goed, Karel!' "That's good, Karel! "Это хорошо, Карел!

Karel vroeg Suzanne met hem mee te gaan. ||Suzanne||||| Charles asked Suzanne to go with him. کارل از سوزان خواست که با او بیاید. Karlas paprašė Suzanos eiti su juo. Карел попросил Сюзанну поехать с ним. Ze legde het horloge neer en liep naar een andere kamer. |put down||watch|put down||walked|||| She put down the watch and walked to another room. ساعت را زمین گذاشت و به اتاق دیگری رفت. Ji padėjo laikrodį ir nuėjo į kitą kambarį. Она положила часы и прошла в другую комнату. Er waren veel boeken. There were many books. Buvo daug knygų. Было много книг. Ze waren heel groot en heel oud. They were very big and very old. Jie buvo labai dideli ir labai seni. Они были очень большими и очень старыми. Veel namen waren moeilijk leesbaar. ||||à lire |names||difficult to read|readable Many names were difficult to read. بسیاری از نام ها به سختی خوانده می شد. Daugelį vardų buvo sunku perskaityti. Многие имена было трудно прочитать.

‘Wat doen we hier eigenlijk?' vroeg Suzanne. "What are we doing here, anyway?" asked Suzanne. "Ką mes čia veikiame?" - paklausė Suzana. Что мы, собственно, здесь делаем?" - спросила Сюзанна.

‘We zijn op zoek naar informatie', antwoordde Karel. |||||information|answered| 'We are looking for information,' Karel replied. Ieškome informacijos, - atsakė Karlas. Мы ищем информацию, - ответил Карел.

‘Informatie over wat?' Information|| "Information about what? "Informacijos apie ką? 'Информация о чем?'

‘Over welk soort horloge dit is. |which|||| про||||| 'About what kind of watch this is. درباره این که این ساعت چه نوع ساعتی است. О том, что это за часы. Zoiets heb ik nog nooit gezien!' Something like that|||||seen I've never seen anything like it! Nieko panašaus nesu matęs! Я никогда не видел ничего подобного!

Karel en Suzanne doorzochten de boeken. |||ontrevirent|| |||durchsuchten|| |||searched through|| Charles and Suzanne searched through the books. کارل و سوزان کتابها را جستجو کردند. Čarlzas ir Suzana ieškojo knygų. Чарльз и Сюзанна рылись в книгах. Na enkele minuten vond Suzanne iets. |a few|||| After a few minutes, Suzanne found something. Po kelių minučių Suzana kažką rado. Через несколько минут Сюзанна кое-что нашла. Het stond in een boek over de Caribische Zee. ||||book|||Caribbean|sea It was in a book about the Caribbean Sea. این در کتابی در مورد دریای کارائیب بود. Tai buvo knygoje apie Karibų jūrą. Это было в книге о Карибском море.

‘Karel! 'Charles! Luister hier eens naar!' riep ze. Listen||||called out| Listen to this!" she shouted. Klausykitės!" - sušuko ji. Послушайте!" - крикнула она.

Karel deed zijn boek dicht en ging naar Suzanne. ||||closed|||to| Charles closed his book and went over to Suzanne. Čarlzas užvertė knygą ir nuėjo pas Suzaną. Чарльз закрыл книгу и подошел к Сюзанне. ‘Wat is er?' "What is it? "Kas tai? Что это?

‘Dit is een boek over piraten!' |||||les pirates |||||Piraten |||||pirates 'This is a book about pirates!'

Karel was erg verbaasd. |||Karel was very surprised. Charles was very surprised. Чарльз был очень удивлен. Een boek over piraten? A book about pirates? Waarom zou een piratenboek iets met een horloge te maken hebben? |||livre de pirates||||||| |would||pirate book||||||| |||Piratenbuch||||||| Why would a pirate book have anything to do with a watch? چرا کتاب دزدان دریایی ربطی به ساعت دارد؟ Kodėl piratų knyga turėtų būti susijusi su laikrodžiu? Почему пиратская книга должна иметь отношение к часам? Dat kon toch niet. ||after all| Surely that couldn't happen. این امکان پذیر نبود To tikrai negalėjo būti. Конечно, этого не может быть.

Suzanne legde het uit: ‘De titel van het boek is “De Caribische Piraten”. |explained||||title||||||Caribbean| Suzanne explained: "The title of the book is "The Caribbean Pirates. Сюзанна объяснила: "Книга называется "Пираты Карибского моря". Het gaat over Nederland en de gevechten tegen piraten in de Caribische Zee.' ||||||batailles|||||| |||Netherlands|||battles||pirates|||| ||||||Kämpfe|||||| It's about the Netherlands and fighting pirates in the Caribbean Sea. این در مورد هلند و نبرد با دزدان دریایی در دریای کارائیب است. Он о Нидерландах и борьбе с пиратами в Карибском море".

‘Ik begrijp het nog steeds niet. I|understand|the|still|still| 'I still don't understand. Я все еще не понимаю. Wat heeft het met het horloge te maken?' What does it have to do with the watch? چه ربطی به ساعت داره؟ Kaip tai susiję su laikrodžiu? Какое отношение это имеет к часам?

‘Luister,' zei Suzanne. 'Listen,' Suzanne said. ‘Volgens het boek was er eens een beroemde piraat. |||||||célèbre| According to|||||||famous|pirate |||||||відомий| 'According to the book, there was once a famous pirate. "Pasak knygos, kadaise gyveno garsus piratas. Согласно книге, жил-был знаменитый пират. Hij heette Jan Baert. |was named|John|Baert His name was Jan Baert. Его звали Ян Баерт. Hij had een heel bijzonder type horloge. ||||special|type| He had a very special type of watch. ساعت بسیار خاصی داشت. Jis turėjo ypatingą laikrodį. У него были часы особого типа. Ze zeggen dat het een horloge was met vreemde krachten.' ||||||||strange|strange powers They say it was a watch with strange powers. Говорят, это были часы со странными свойствами".

‘Vreemde krachten? Странные способности? Wat voor vreemde krachten?' vroeg Karel. |||forces|| What kind of strange powers?" asked Karel. Kokios keistos galios?" - paklausė Karlas.

‘Men zei dat Baert door de tijd kon reizen.' Suzanne draaide de bladzijde om en ging door: ‘Er staat dat het horloge hem hielp om door de tijd te reizen!' |||||||||||||||||||||||a aidé|||||| Men|said||Baert|||||||turned||page|||||||||||helped||||time||travel through time 'It was said that Baert could travel through time.' Suzanne turned the page and continued: 'It says the watch helped him travel through time!' گفته می شد که بارت می تواند در زمان سفر کند. سوزان ورق را برگرداند و ادامه داد: "می گوید ساعت به او کمک کرد در زمان سفر کند!" "Buvo sakoma, kad Baertas gali keliauti laiku. Siuzana pasuko puslapį ir tęsė: Rašoma, kad laikrodis padėjo jam keliauti laiku! Говорили, что Баэрт может путешествовать во времени". Сюзанна перевернула страницу и продолжила: "Здесь говорится, что часы помогли ему путешествовать во времени!

Karel lachte en zei: ‘Dat is gewoon een legende. |laughed|||||just||legend Charles laughed and said, "That's just a legend. Карел рассмеялся и сказал: "Это просто легенда. Een piraat die door de tijd reisde? |pirate||||time|traveled A pirate who traveled through time? دزد دریایی که در زمان سفر کرد؟ Piratas, keliavęs laiku? Пират, путешествующий во времени? En met een horloge? And with a watch? Ir su laikrodžiu? А с часами? Dat kan niet waar zijn!' Karel lachte. That can't be true! Charles laughed. این نمی تواند درست باشد! کارل خندید. Tai negali būti tiesa! Čarlzas nusijuokė. Этого не может быть! Чарльз рассмеялся.

Precies op dat moment hoorden ze een geluid in de werkplaats. |||||||Geräusch||| ||||heard|||sound|||workshop Just then, they heard a noise in the workshop. همان موقع صدایی در کارگاه شنیدند. В этот момент они услышали шум в мастерской. ‘Wat was dat?' vroeg Karel. "Kas tai buvo?" - paklausė Karlas. Что это было?" - спросил Карел.

‘Ik weet het niet,' antwoordde Suzanne. 'I don't know,' Suzanne replied. Nežinau, - atsakė Suzana. ‘Laten we eens gaan kijken!' 'Let's go see!' "Pažiūrėkime! "Давайте посмотрим!

De twee gingen terug naar de werkplaats. The two went back to the workshop. Abu grįžo į dirbtuves. Они вернулись в мастерскую. Ze keken om zich heen. ||||around them They looked around. به اطراف نگاه کردند. Jie apsižvalgė. Они огляделись. Het horloge was weg! The watch was gone! Laikrodis dingo! Часы исчезли! ‘Iemand heeft het horloge gestolen!' riep Karel. ||||stolen|| "Someone stole the watch!" cried Karel. "Kažkas pavogė laikrodį!" - sušuko Karlas. Кто-то украл часы!" - кричал Карел.

‘Begrijp je het nu? understand||| 'Do you understand now? "Ar jau supratote? Теперь вы понимаете? Dat horloge is bijzonder. That watch is special. Šis laikrodis yra ypatingas. Эти часы особенные. Het is geen normaal horloge!' zei Suzanne. It's not a normal watch!" said Suzanne. Tai nėra įprastas laikrodis!" - sakė Suzanne. Это не обычные часы!" - сказала Сюзанна.

Toen ontdekte Karel nog iets. |discovered||| Then Charles discovered something else. سپس کارل چیز دیگری را کشف کرد. Tada Karlas atrado dar kai ką. Затем Карел обнаружил еще кое-что. De deur naar de werkplaats stond open. ||||||open The door to the workshop was open. درب کارگاه باز بود. Dirbtuvių durys buvo atidarytos. Дверь в мастерскую была открыта. Plotseling hoorde hij voetstappen buiten. |||Schritte| Suddenly|heard||footsteps| Suddenly, he heard footsteps outside. Staiga jis išgirdo žingsnius lauke. Внезапно он услышал шаги снаружи. Deze renden de straat uit. These|ran|the|street|out of These ran out of the street. اینها به خیابان دویدند. Šie išbėgo iš gatvės. Они выбежали на улицу.

Karel keek Suzanne aan en begon te rennen. |||||||to run Charles looked at Suzanne and began to run. Karlas pažvelgė į Suzaną ir pradėjo bėgti. Карел посмотрел на Сюзанну и бросился бежать. ‘Kom mee!' riep hij. "Come with me!" he shouted. 'با من بیا!' او فریاد زد. "Eikite su manimi!" - sušuko jis. Пойдем со мной!" - крикнул он.

Karel en Suzanne renden de werkplaats uit. |||ran out of||| Charles and Suzanne ran out of the workshop. Čarlzas ir Suzana išbėgo iš dirbtuvių. Чарльз и Сюзанна выбежали из мастерской. Ze gingen naar het strand. They went to the beach. Jie nuėjo į paplūdimį. Они отправились на пляж. Toen ze er waren aangekomen keek Karel naar beneden. When||||arrived|||down at|downward When they got there, Karel looked down. وقتی رسیدند، کارل به پایین نگاه کرد. Kai jie priėjo, Karlas pažvelgė žemyn. Когда они добрались до места, Карел посмотрел вниз. Er waren voetstappen in het zand. |||||sable |were|footprints|||sand |||||Sand Smėlyje pasigirdo žingsniai. На песке раздались шаги. Zeer diepe en grote voetafdrukken als die van een zwaar gebouwde man. |sehr tief|||||||||schwer gebaut| Very|deep|||footprints|||||heavily built|heavily built| ||||||||||bien bâtie| Very deep and large footprints like those of a heavily built man. ردپاهای بسیار عمیق و بزرگ مانند رد پاهای یک مرد سنگین هیکل. Labai gilūs ir dideli pėdų pėdsakai, panašūs į sunkiai sudėto žmogaus pėdsakus. Очень глубокие и большие следы, как у человека крупного телосложения.

Plotseling stond Suzanne stil. Suddenly||| Suddenly, Suzanne stood still. ناگهان سوزان ایستاد. Staiga Suzana sustojo. Внезапно Сюзанна замерла. Ze wees naar een grote man in het zwart gekleed. She|pointed||||||||dressed She pointed to a large man dressed in black. به مردی درشت اندام که لباس سیاه پوشیده بود اشاره کرد. Ji parodė į juodai apsirengusį aukštą vyrą. Она указала на высокого мужчину, одетого в черное. Hij rende het strand af. |ran|||down He ran down the beach. از ساحل دوید. Jis nubėgo į paplūdimį. Он побежал по пляжу. ‘Kijk, Karel! Look| 'Look, Karel! "Žiūrėk, Karlai! Daar is hij!' schreeuwde ze. |||"shouted"| There he is!" she shouted. Štai jis!" - sušuko ji. Вот он!" - крикнула она.

Karel rende de man achterna en schreeuwde, ‘Ho! ||||à la poursuite||| |chased|||after||shouted|"Stop!" ||||hinterher||| Charles ran after the man and shouted, "Ho! Čarlzas nubėgo paskui vyrą ir sušuko: "Ho! Чарльз побежал за ним и закричал: "Хо! Stop! ferma Sustokite! Stop nu!' De man luisterde niet. ||||écoutait| Stop||||did not listen| Stop now! The man wasn't listening. Sustokite dabar! Vyras neklausė. Остановитесь!" Мужчина не слушал. Hij bleef rennen. |remained|He kept running. He kept running. Jis bėgo toliau. Он продолжал бежать. Karel wilde dat hij stopte, ‘Stop, nu!' |wanted||||| Karel wanted him to stop, "Stop, now! Karlas norėjo, kad jis sustotų: "Sustok, dabar! Карел хотел, чтобы он остановился: "Остановись, сейчас же!

De man bleef Karel negeren. ||||ignorer ||remained||ignore The man continued to ignore Karel. مرد به نادیده گرفتن کارل ادامه داد. Vyras ir toliau nekreipė dėmesio į Karlą. Мужчина продолжал игнорировать Карела. Karel rende dus nog sneller. |runs|||faster So Karel ran even faster. Todėl Karlas bėgo dar greičiau. Поэтому Карел побежал еще быстрее. Eindelijk haalde hij de man in. Finally|caught up with|||| Finally he caught up with the man. Pagaliau jis pasivijo vyrą. Наконец он догнал мужчину. Karel greep hem en ze vielen allebei in het zand. |attrapa||||tombèrent|||| |grabbed||||fell|both||| |||||fielen|||| Charles grabbed him and they both fell into the sand. کارل او را گرفت و هر دو در ماسه افتادند. Čarlzas sugriebė jį ir abu nukrito į smėlį. Чарльз схватил его, и они оба упали на песок. De man schreeuwde heel hard: ‘Laat me los! ||shouted|||||the The man shouted very loudly, "Let go of me! مرد با صدای بلند فریاد زد: «بگذار بروم! Vyras labai garsiai sušuko: "Paleiskite mane! Мужчина очень громко кричал: "Отпустите меня! Ik heb je niets misdaan! ||||fait de mal ||||done wrong I didn't do anything to you! من با تو کاری نکرده ام! Aš tau nieko nepadariau! Я ничего тебе не сделал! Dit is mijn horloge!' This is my watch! این ساعت من است! Tai mano laikrodis!

Karel ging staan. |went|stand Charles stood up. Karlas atsistojo. Карел встал. Hij bekeek de man even. |He looked at|||for a moment He looked at the man for a moment. یک لحظه به مرد نگاه کرد. Jis akimirką pažvelgė į vyrą. Он некоторое время смотрел на мужчину. Wat een type! What a type! Koks tipas! Что за тип! Zijn kleren waren niet modern. |clothes|||modern His clothes were not modern. Jo drabužiai nebuvo šiuolaikiški. Его одежда была несовременной. Ze waren heel ouderwets. |||à l'ancienne |||very old-fashioned They were very old-fashioned. آنها بسیار قدیمی بودند. Jie buvo labai senamadiški. Они были очень старомодными. Het was een stijl die honderden jaren geleden werd gedragen. |||||||||getragen |||style||hundreds||||was worn It was a style worn hundreds of years ago. این سبکی بود که صدها سال پیش پوشیده می شد. Šis stilius buvo dėvimas prieš šimtus metų. Такой стиль носили сотни лет назад. Hij had ook een vreemd kapsel. |||||Frisur |||||hairstyle He also had a strange haircut. مدل موی عجیبی هم داشت. Jis taip pat buvo keistai kirptas. У него также была странная прическа. Het was er één van lang geleden. ||there|one||| It was one from a long time ago. یکی از خیلی وقت ها پیش بود. Tai buvo vienas iš seniai praėjusių laikų. Это было очень давно.

Karel en Suzanne keken naar de man. Charles and Suzanne looked at the man. Čarlzas ir Suzana pažvelgė į vyrą. Hij stond langzaam op. He stood up slowly. Он медленно встал. Hij veegde het zand van zijn kleren. |essuya||||| |wischte||||| |brushed off||sand|||clothes He wiped the sand off his clothes. Jis nusivalė smėlį nuo drabužių. Он смахнул песок со своей одежды. Hij hield het horloge in zijn rechterhand. |held|||||right hand He held the watch in his right hand. ساعت را در دست راستش گرفت. Jis laikė laikrodį dešinėje rankoje. Он держал часы в правой руке. Hij keek hen achterdochtig aan. |||suspiciously| He looked at them suspiciously. Jis įtariai pažvelgė į juos. Он с подозрением посмотрел на них. ‘Wat willen jullie van me?' Waarom kijken jullie me zo aan?' vroeg hij. ||||"me"|"Why"||||||| 'What do you want from me?' Why are you looking at me like that?" he asked. "تو از من چی میخوای؟" چرا اینجوری بهم نگاه میکنی؟' او درخواست کرد. "Ko iš manęs norite? Kodėl taip į mane žiūri?" - paklausė jis. "Что вам от меня нужно? Почему ты так смотришь на меня?" - спросил он. De zwaar gebouwde man sprak met een heel ongewoon accent. ||||||||inhabituel| ||||||||unusual|accent The heavily built man spoke with a very unusual accent. مرد سنگدل با لهجه ای بسیار غیرعادی صحبت می کرد. Sunkiai sudėtas vyras kalbėjo su labai neįprastu akcentu. Крепкий мужчина говорил с необычным акцентом. Zijn Nederlands klonk heel vreemd. |Dutch|sounded||strange His Dutch sounded very strange. هلندی او بسیار عجیب به نظر می رسید. Jo olandų kalba skambėjo labai keistai. Его голландский язык звучал очень странно.

Karel keek hem aan en zei: ‘U hebt mijn horloge gestolen. Karel|||||||||| Karel looked at him and said: 'You have stolen my watch.' Čarlzas pažvelgė į jį ir tarė: - Tu pavogei mano laikrodį. Чарльз посмотрел на него и сказал: "Ты украл мои часы. U liep mijn werkplaats in en nam het mee.' ||||||took it||with 'You walked into my workshop and took it.' تو وارد کارگاه من شدی و آن را با خود بردی. Jūs įėjote į mano dirbtuves ir jį paėmėte. Ты вошел в мою мастерскую и взял его".

‘Nee!' zei de man. 'No!' said the man. "نه!" مرد گفت "Ne!" - tarė vyras. ‘Jullie hebben het van mij gestolen! 'You stole it from me! تو آن را از من دزدیدی! "Tu jį iš manęs pavogei! Ты украл его у меня! Ik heb het alleen maar teruggenomen! |||||repris |||||zurückgenommen |||||taken back I just took it back! تازه پس گرفتمش! Ką tik atsiėmiau jį atgal! Я только что забрал его обратно! Het is van mij!' an de zwaar gebouwde man: ‘Wie bent u eigenlijk?' ||||à|||||||| ||||an|||||||| ||||to the|||muscular||||| Das ist meins!" und der schwer gebaute Mann: "Wer sind Sie überhaupt? It's mine!" an the heavily built man: "Who are you anyway? Jis mano!" - "Kas tu toks?" - atsakė stambaus sudėjimo vyras. Она моя!", а плотный мужчина: "Кто ты вообще такой?

‘Ik ben Jan Baert. 'I am Jan Baert. Я Ян Баерт. Maar willen jullie mij nu alstublieft laten gaan. |||||please|| But will you please let me go now. اما حالا میشه لطفا اجازه بدی برم Bet ar galėtumėte dabar mane paleisti. Но не могли бы вы отпустить меня сейчас. Ik moet terug naar de 17e eeuw.' |||||17th|century I have to go back to the 17th century. Turiu grįžti į XVII amžių". Я должен вернуться в XVII век".

**Hoofdstuk 1 Overzicht** |Chapter 1 Overview 1 skyrius Apžvalga

**Samenvatting** Summary Santrauka

Karel is horlogemaker. ||Karel is a watchmaker. Hij woont in Zeeuws-Vlaanderen. |lives||| He lives in Zeeland Flanders. Op een dag ontmoet hij zijn vriendin Suzanne op het strand. ||||||girlfriend|||| One day he meets his girlfriend Suzanne on the beach. Vieną dieną paplūdimyje jis sutinka savo merginą Suzaną. Suzanne heeft een heel oud horloge gevonden. Suzanne found a very old watch. Ze gaan terug naar de werkplaats van Karel om het horloge te bestuderen. ||||||||||||étudier ||||||||"to"||||study They return to Charles' workshop to study the watch. Jie grįžta į Karlo dirbtuves ir tyrinėja laikrodį. In een boek staat dat de piraat Jan Baert het horloge had. One book says that the pirate Jan Baert had the watch. Knygoje rašoma, kad laikrodį turėjo piratas Janas Baertas. В одной из книг говорится, что часы были у пирата Яна Баэрта. Hij gebruikte het om door de tijd te reizen. |used||||||| He used it to travel through time. Plotseling merken Karel en Suzanne dat het horloge weg is. |notice|||||||| Suddenly, Charles and Suzanne notice that the watch is gone. Staiga Karlas ir Suzana pastebi, kad laikrodis dingo. Вдруг Карел и Сюзанна замечают, что часы исчезли. Ze horen voetstappen. ||footsteps They hear footsteps. Они слышат шаги. Ze gaan een man achterna naar het strand. ||||after||| They go after a man to the beach. Они отправляются за мужчиной на пляж. Karel grijpt hem. |greift| |grabs|him |хапає його| Charles grabs him. De man zegt dat hij de piraat Jan Baert is. The man says he is the pirate Jan Baert. Hij wil met het horloge terug in de tijd gaan. He wants to use the watch to go back in time. Он хочет вернуться в прошлое с помощью часов. Він хоче повернутися в минуле за допомогою годинника.