×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud

De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud

De ridder

Hoofdstuk 1 – Goud

Er was eens, heel lang geleden, een groot koninkrijk. Het was vol interessante mensen, dieren en dingen. Op een dag kwam er een ridder naar het koninkrijk. Hij was helemaal in zwart en wit gekleed. Hij zag er heel sterk uit.

De ridder kwam naar de belangrijkste stad. Hij stopte op het marktplein. Hij wilde iets kopen. Het was iets wat heel bijzonder was.

Het marktplein was erg groot. Het was vol mensen. Er waren diverse producten te koop. De ridder liep langzaam over het plein. Hij ging direct naar een donkere hoek van de markt. Daar zag hij een handelaar.

De handelaar had een bijzonder assortiment aan artikelen. De ridder keek naar de producten. ‘Dag handelaar,' zei hij.

‘Ja, meneer?'

‘Ik ben op zoek naar een toverdrank. Heeft u die?

‘Toverdrank? Nee, hier hebben we geen toverdranken. Geen enkele.'

De ridder keek de handelaar aan. Toen zei hij, ‘ik denk dat u wel weet wat ik wil.'

‘Oh, ja. Oh … oh … een toverdrank. Hm … wat voor toverdrank?'

‘Een krachtdrank.'

De handelaar keek om zich heen. Daarna keek hij de ridder aan.

‘Hier heb ik er geen. Tegenwoordig is er niet veel. Het … eh … “product” dat ik moet maken, is moeilijk te vinden.' De handelaar stopte en keek weer om zich heen. Toen zei hij, ‘ik kan wel wat voor u maken, maar het zal heel duur zijn.'

‘Ik heb goud. Ik heb twee krachtdranken nodig. Hoe lang duurt het?'

‘Kom vanavond terug. Dan zijn ze klaar.' De ridder knikte en liep weg.

De ridder liep over het plein. De mensen keken hem aan. Ze kenden hem niet. Toch was de ridder beroemd. Hij was een onafhankelijke strijder. Zijn naam was Lars. Hij reisde van koninkrijk naar koninkrijk. Hij vocht tegen veel mannen. Hij vocht vaak voor koningen.

Lars ging een stenen brug over. Toen zag hij het kasteel. Het was heel groot met hoge muren. Lars kwam aan bij de deur van het kasteel. Toen werd hij door twee bewakers gestopt. ‘Wie bent u?' vroeg een van de bewakers.

‘Mijn naam is Lars. Ik wil de koning spreken.'

‘Dat kan niet. Ga nu weg.'

Lars keek de bewaker aan. Hij deed een paar stappen terug. Hij zette zijn tas neer. Er zaten veel ongewone artikelen in de tas. Lars haalde een oude rol uit de tas. Hij gaf hem aan de bewaker.

‘Kijk eens naar deze rol. Hij is van de koning,' zei Lars.

De bewaker keek naar de rol. Hij zag er officieel uit. Er stond ook het zegel van de koning op.

‘Prima,' zei de bewaker. ‘Kom binnen.'

De ridder stapte naar voren. Hij liep een grote kamer in en wachtte. De kamer was erg groot en mooi. Er waren diverse bewakers. Ze keken de ridder achterdochtig aan. Ze wilden weten waarom hij hier was.

Al gauw kwam de koning binnen. Zijn naam was Andur. Hij was geheel in het paars gekleed. Paars was de kleur van koningen. Hij droeg goud om zijn armen en hals. ‘Ben jij Lars?' vroeg koning Andur.

‘Dat ben ik,' antwoordde Lars. Lars hield de rol omhoog. ‘Ik wil u spreken.'

‘Ga met me mee,' zei de koning.

Koning Andur en Lars gingen naar een kleinere kamer. De twee mannen gingen zitten. De koning bood Lars een koele drank aan. Lars zei: ‘Ja, graag.'

‘Fijn dat u gekomen bent,' zei de koning tegen Lars. ‘Ik zie dat u mijn boodschap heeft ontvangen.'

‘Ja. Ik hoor ook dat u hulp nodig heeft.'

‘Wat heeft u precies gehoord?'

‘U heeft iemand nodig om een lading goud te vervoeren. Hij moet naar uw broer Arthuren. U heeft een man nodig die u kunt vertrouwen. Ik ben die man.'

De koning dacht een paar minuten na. Tenslotte zei hij, ‘En waarom zou ik u vertrouwen?'

‘Ik heb u al eens eerder geholpen. Nu zal ik u ook niet verraden.'

‘Oorlog en goud zijn verschillende dingen. En dit is veel geld.'

‘Ik heb geen goud nodig. Ik heb goud.'

‘Waarom bent u dan hier?'

‘Ik hou ervan om te reizen en om nieuwe dingen te ontdekken.'

Koning Andur dacht een ogenblik na. Hij keek achterdochtig. Lars glimlachte. Na een ogenblik zei de koning: ‘Oké, Lars. Breng het goud naar mijn broer. Ik zal het tegen mijn bewakers zeggen.'

‘Dank u wel, koning Andur.'

‘Bedank me nu nog niet. Eerst moet ik van Arthuren horen dat het goud is aangekomen. Dan krijgt u pas uw eigen goud.'

Lars verliet het kasteel. Hij liep naar de bewakers toe. Eén van de bewakers riep, ‘Dus u bent weer terug! We hebben het net gehoord. U brengt het goud naar het koninkrijk van Arthuren?'

‘Ja.'

‘Nou dan, goede reis!' lachte de bewaker. ‘Er zijn veel gevaren op de weg. U overleeft het niet!' De andere bewakers lachten mee. Toen werd de bewaker serieus. ‘Mannen,' riep hij, ‘leg het goud klaar. Ze vertrekken morgen.'

Het was nu avond. De ridder ging terug naar het marktplein. Hij vond de handelaar. ‘Heeft u mijn toverdranken?' vroeg hij.

‘Ja, hier zijn ze. Het was niet makkelijk! En het was erg duur. Dat is dan zes stukken goud.' De ridder keek hem verbaasd aan. Hij gaf hem het goud. De koopman gaf hem de toverdranken. ‘Dank u wel, mijn beste heer,' zei de koopman. ‘En een fijne dag.'

De ridder liep zonder iets te zeggen weg.

De volgende dag kwamen drie bewakers bij Lars. Ze gingen met de ridder mee op weg. Ze hadden wapens mee. Als het moest stonden ze klaar om te vechten.

De vier mannen liepen naar de Noorderweg. Die ging recht naar het koninkrijk van Arthuren. Bij de weg stonden de paarden met het goud op ze te wachten.

De hoofdbewaker heette Alfred. Hij draaide zich naar Lars. ‘Bent u klaar?' vroeg hij.

‘Ja. We kunnen gaan.'

‘Voordat we vertrekken,' zei Alfred, ‘moet ik u iets zeggen. Wij zijn de allerbeste bewakers van de koning. We zullen u onderweg beschermen. Maar dit goud is niet van u. Als u het probeert te stelen, dan vermoorden wij u.'

‘Dat is goed om te weten,' zei Lars glimlachend.

Alfred keek Lars recht in de ogen. ‘Dit is geen grap. Het is waar.'

‘Ik begrijp het. Laten we nu vertrekken.'

De lading goud lag achterin een rijtuig. Lars keek naar de zakken en glimlachte. De paarden begonnen zich langzaam te bewegen. De groep begon langzaam te lopen.

Hoofdstuk 1 Overzicht

Samenvatting

Een ridder die Lars heet reist naar het koninkrijk van koning Andur. Hij koopt twee krachtdranken. Dan gaat hij naar het kasteel. Hij spreekt met de koning. De koning vraagt Lars om goud naar de broer van de koning te brengen. Drie bewakers zullen met de ridder meegaan. De bewakers zullen zorgen dat het goud veilig is. Zij zullen de ridder vermoorden als hij het goud steelt. De groep vertrekt.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud |||Gold (1) |knight|Chapter|Gold Der Ritter - Kapitel 1 - Gold The knight - Chapter 1 - Gold Le chevalier - Chapitre 1 - L'or Rycerz - Rozdział 1 - Złoto O Cavaleiro - Capítulo 1 - Ouro Рыцарь - Глава 1 - Золото Riddaren - Kapitel 1 - Guld Şövalye - Bölüm 1 - Altın Лицар - Розділ 1 - Золото 騎士 - 第 1 章 - 黃金

**De ridder** |der Ritter The|The knight

**Hoofdstuk 1 – Goud** Chapter|Gold Chapter 1 - Gold

Er was eens, heel lang geleden, een groot koninkrijk. There was|was|once|very|long|ago|a|great|kingdom Once upon a time, a very long time ago, there was a great kingdom. Давным-давно, очень давно, существовало великое королевство. Het was vol interessante mensen, dieren en dingen. It|was|full|interesting|people|animals|and|things It was full of interesting people, animals and things. پر از افراد، حیوانات و چیزهای جالب بود. Он был полон интересных людей, животных и вещей. Op een dag kwam er een ridder naar het koninkrijk. ||||||un chevalier||| On|a|day|came|there|a|knight|to the|the|kingdom One day a knight came to the kingdom. Однажды в королевство приехал рыцарь. Hij was helemaal in zwart en wit gekleed. |||||||habillé He|was dressed|completely|in|black|black and white|white|dressed Er war ganz in Schwarz und Weiß gekleidet. He was dressed all in black and white. او همه لباس سیاه و سفید پوشیده بود. Он был одет во все черное и белое. Hij zag er heel sterk uit. he|looked|there|very|strong|looked He looked very strong. او بسیار قوی به نظر می رسید. Он выглядел очень сильным.

De ridder kwam naar de belangrijkste stad. The|The knight|arrived|to the|the|main|city The knight came to the most important city. Рыцарь приехал в главный город. Hij stopte op het marktplein. ||||la place du marché He|stopped||the|market square He stopped at the market square. در میدان بازار توقف کرد. Он остановился на рыночной площади. Hij wilde iets kopen. He|wanted|something|buy He wanted to buy something. Он хотел что-то купить. Het was iets wat heel bijzonder was. It|was|something|that|very|very special|was It was something that was very special. Это было нечто особенное.

Het marktplein was erg groot. The|market square|was|very|large The marketplace was very large. Рыночная площадь была очень большой. Het was vol mensen. It|was|full|people It was full of people. Он был полон людей. Er waren diverse producten te koop. ||divers||| There|were|various|products|for|buy A variety of products were for sale. محصولات مختلفی برای فروش وجود داشت. В продаже были представлены разнообразные товары. De ridder liep langzaam over het plein. The|knight|walked|slowly|across|the|square The knight walked slowly across the square. Рыцарь медленно шел по площади. Hij ging direct naar een donkere hoek van de markt. He|went|direct|to|a|dark|corner|of|the|market He went straight to a dark corner of the market. بلافاصله به گوشه تاریک بازار رفت. Он сразу же направился в темный угол рынка. Daar zag hij een handelaar. ||||un marchand There|saw|he|a|merchant ||||Händler There he saw a trader. در آنجا تاجری را دید. Там он увидел торговца.

De handelaar had een bijzonder assortiment aan artikelen. |||||Sortiment|| |merchant|had a|a particular|special|range of products|of|items The merchant had a special assortment of items. تاجر طیف خاصی از اقلام داشت. У торговца был особый ассортимент товаров. De ridder keek naar de producten. ||looked|at||products The knight looked at the produce. Рыцарь посмотрел на продукцию. ‘Dag handelaar,' zei hij. Day|trader|said| 'Day trader,' he said. 'Дневной трейдер', - сказал он.

‘Ja, meneer?' Yes|sir "Yes, sir? 'Yes, sir?'

‘Ik ben op zoek naar een toverdrank. ||||||potion magique I|am|on|looking for|to|a|Magic potion ||||||Zaubertrank ||||||чарівне з 'I'm looking for a potion. من به دنبال یک معجون جادویی هستم. 'Я ищу зелье. Heeft u die? Has|you|that Do you have any? Есть ли у вас такие?

‘Toverdrank? Potion 'Magic potion? Nee, hier hebben we geen toverdranken. |||||potions magiques No|here|we have|we have|no|magic potions |||||Zaubertränke |||||чарівні нап No, we don't have magic potions here. Нет, у нас нет волшебных зелий. Geen enkele.' |Kein einziger. none|Not a single None. Нет".

De ridder keek de handelaar aan. |the knight|looked at|the|merchant|at The knight looked at the merchant. Рыцарь посмотрел на купца. Toen zei hij, ‘ik denk dat u wel weet wat ik wil.' then|said|he|I|think|that|you|certainly|know|what|I|want Then he said, "I think you know what I want. سپس گفت: فکر می کنم شما می دانید من چه می خواهم. Затем он сказал: "Я думаю, вы знаете, чего я хочу.

‘Oh, ja. Oh|Oh yes О, да. Oh … oh … een toverdrank. ||a|magic potion Oh ... oh ... a magic potion. О... о... волшебное зелье. Hm … wat voor toverdrank?' Hmm, what kind|what|for|magic potion Hm ... what potion? هوم... چه نوع معجونی؟ Хм... какое зелье?

‘Een krachtdrank.' |boisson énergisante a|A power drink. |Ein Krafttrunk. "A power drink. یک نوشیدنی نیروزا. 'Энергетический напиток'.

De handelaar keek om zich heen. the|The trader|looked|for|himself around|around him The merchant looked around. Торговец огляделся. Daarna keek hij de ridder aan. After that|looked at|he|the|knight|at Then he looked at the knight. Затем он посмотрел на рыцаря.

‘Hier heb ik er geen. Here|have|I|there none|none here 'Here I have none. Здесь у меня их нет. Tegenwoordig is er niet veel. "These days"|is|there is|not|not much These days, there is not much. В настоящее время их не так много. Het … eh … “product” dat ik moet maken, is moeilijk te vinden.' De handelaar stopte en keek weer om zich heen. The|uh|product||I|must|make|is is being|difficult|to be|to find|The|dealer|stopped|and|looked|again|for|around him|around The ... er ... "product" I need to make is hard to find. The merchant stopped and looked around again. "Тот... э-э... "продукт", который мне нужно сделать, трудно найти", - торговец остановился и снова огляделся по сторонам. Toen zei hij, ‘ik kan wel wat voor u maken, maar het zal heel duur zijn.' Then|said|he|I|can make|can|what|for you|then said|make for you|but|it|will|very|expensive|be Then he said, "I can make some for you, but it will be very expensive. سپس گفت: من می توانم برای شما چیزی درست کنم، اما بسیار گران است. Тогда он сказал: "Я могу сделать для вас, но это будет очень дорого.

‘Ik heb goud. I|I have|I have gold. 'I have gold. من طلا دارم. У меня есть золото. Ik heb twee krachtdranken nodig. |||boissons énergétiques| I|have|two|energy drinks|need two |||енергетичні| I need two power drinks. من به دو نوشیدنی قوی نیاز دارم. Мне нужно два энергетика. Hoe lang duurt het?' how|how long|last|it How long will it take? Сколько времени это займет?

‘Kom vanavond terug. Come|tonight|back 'Come back tonight. Приходите вечером. Dan zijn ze klaar.' De ridder knikte en liep weg. ||||||hocha la tête||| then|are|they|ready||knight|nodded||walked away|away ||||||nickte||| Then they are ready. The knight nodded and walked away. سپس آنها تمام می شوند. شوالیه سری تکان داد و رفت. Тогда они готовы. Рыцарь кивнул и отошел.

De ridder liep over het plein. |||||Platz The|knight|walked||| The knight walked across the square. Рыцарь шел по площади. De mensen keken hem aan. The|people|looked|him|at People looked at him. Люди смотрели на него. Ze kenden hem niet. They|knew|him|not They didn't know him. Они его не знали. Toch was de ridder beroemd. ||||célèbre Still|was||knight|famous Yet the knight was famous. با این حال شوالیه مشهور بود. Тем не менее, рыцарь был знаменит. Hij was een onafhankelijke strijder. |||indépendant|combattant He|was|an|independent|He was an independent warrior. |||unabhängige| He was an independent warrior. او یک مبارز مستقل بود. Он был независимым воином. Zijn naam was Lars. |||Lars was|name|was|Lars His name was Lars. Hij reisde van koninkrijk naar koninkrijk. He|traveled|from|kingdom|to|kingdom He traveled from kingdom to kingdom. Он путешествовал из царства в царство. Hij vocht tegen veel mannen. |se battait||| He|fought|against|many|men He fought many men. او با مردان زیادی جنگید. Он сражался со многими людьми. Hij vocht vaak voor koningen. ||||les rois He|fought|often|for|kings He often fought for kings. Он часто сражался за королей.

Lars ging een stenen brug over. |||en pierre|| Lars|went|a|stone|stone bridge|over |||steinernen|| |||кам'яний|| Lars crossed a stone bridge. Ларс перешел через каменный мост. Toen zag hij het kasteel. When|saw|he|the|castle Then he saw the castle. سپس قلعه را دید. Затем он увидел замок. Het was heel groot met hoge muren. it|was|very|big|with|high|walls It was very large with high walls. Он был очень большим, с высокими стенами. Lars kwam aan bij de deur van het kasteel. Lars|arrived at|at|at|the|door|of|the|castle Lars arrived at the door of the castle. Ларс подошел к двери замка. Toen werd hij door twee bewakers gestopt. |||||gardiens| then|was|he|by|two|guards|stopped |||||Wächter| Then he was stopped by two guards. سپس توسط دو نگهبان متوقف شد. Затем его остановили два охранника. ‘Wie bent u?' vroeg een van de bewakers. Who|are|you|asked|a|of the|the|guards Кто вы?" - спросил один из охранников.

‘Mijn naam is Lars. My|name|is| 'My name is Lars. Ik wil de koning spreken.' I|want|the|king|speak to I want to speak to the king. من می خواهم با پادشاه صحبت کنم. Я хочу поговорить с королем.

‘Dat kan niet. that|is not possible|not 'You can't. 'Вы не можете. Ga nu weg.' Go|now|go away Leave now. Оставьте сейчас.

Lars keek de bewaker aan. |||Wächter| Lars|||guard|at Lars looked at the guard. Ларс посмотрел на охранника. Hij deed een paar stappen terug. he|did|a|a few|steps|back He took a few steps back. چند قدم عقب رفت. Он сделал несколько шагов назад. Hij zette zijn tas neer. |a posé||| He|put down|his|bag|put down |||Er setzte seine Tasche ab.|abstellen He put down his bag. کیفش را زمین گذاشت. Он положил свою сумку. Er zaten veel ongewone artikelen in de tas. |||inhabituels|||| There|were|many|unusual|articles|in|the|bag There were many unusual items in the bag. وسایل غیرعادی زیادی در کیف بود. В сумке было много необычных предметов. Lars haalde een oude rol uit de tas. |holte heraus|||||| |took out|a|old|scroll|out|the|bag Lars took an old scroll out of the bag. لارس یک طومار قدیمی را از کیف بیرون آورد. Ларс достал из сумки старый свиток. Hij gaf hem aan de bewaker. |||||gardien He|gave|him|to|the|guard He handed it to the guard. Он передал его охраннику.

‘Kijk eens naar deze rol. Look|once look|at|this one|roll 'Look at this scroll. 'Посмотрите на этот свиток. Hij is van de koning,' zei Lars. He||of|the|king|said| He belongs to the king," Lars said. Он принадлежит королю, - сказал Ларс.

De bewaker keek naar de rol. ||looked at|at the|the|scroll Стражник посмотрел на свиток. Hij zag er officieel uit. He|he looked|it|official|out He looked official. رسمی به نظر می رسید. Он выглядел официально. Er stond ook het zegel van de koning op. ||||sceau|||| there|stood|also|the|seal|of|the|the king|on It also had the king's seal on it. مُهر شاه را هم داشت. На нем также стояла печать короля.

‘Prima,' zei de bewaker. "Fine," said the guard.|said|the|"guard" 'Fine,' the guard said. Отлично, - сказал охранник. ‘Kom binnen.' Come|inside "Come in.

De ridder stapte naar voren. The|knight|stepped|to|forward The knight stepped forward. شوالیه جلو رفت. Рыцарь шагнул вперед. Hij liep een grote kamer in en wachtte. he|walked into|a|big|room|into|and|waited He walked into a large room and waited. Он вошел в большую комнату и стал ждать. De kamer was erg groot en mooi. The|room|was|very|large|and|beautiful The room was very large and beautiful. اتاق بسیار بزرگ و زیبا بود. Комната была очень большой и красивой. Er waren diverse bewakers. There|were|various|guards There were several guards. چند تا نگهبان بودند. Там было несколько охранников. Ze keken de ridder achterdochtig aan. ||||avec méfiance| They|looked|the|the knight|suspiciously|at ||||misstrauisch| They looked at the knight suspiciously. Они с подозрением смотрели на рыцаря. Ze wilden weten waarom hij hier was. They|they wanted|to know|why|he|here|was They wanted to know why he was here. Они хотели знать, почему он здесь.

Al gauw kwam de koning binnen. Soon|soon|came|the|king|inside Soon the king entered. Вскоре вошел царь. Zijn naam was Andur. |||Andur His|name|was|Andur |||Sein Name war Andur. His name was Andur. Hij was geheel in het paars gekleed. ||Er war ganz in Lila gekleidet.|||lila gekleidet| He|was|entirely||the|purple|dressed |||||violet| He was dressed entirely in purple. Он был полностью одет в фиолетовый цвет. Paars was de kleur van koningen. Purple|was|the|color||kings Purple was the color of kings. Пурпурный цвет был цветом королей. Hij droeg goud om zijn armen en hals. |portait|||||| He|wore|gold|for|his|arms|and|neck |||||||Hals He wore gold around his arms and neck. او طلا را دور بازو و گردنش می‌بست. Он носил золото на руках и шее. ‘Ben jij Lars?' vroeg koning Andur. you|you||asked||Andur "Are you Lars?" asked King Andur. Ты Ларс?" - спросил король Андур.

‘Dat ben ik,' antwoordde Lars. |||answered| "That's me," Lars replied. Lars hield de rol omhoog. Lars|held|the|roll|up Lars held up the scroll. لارس طومار را بالا نگه داشت. Ларс протянул свиток. ‘Ik wil u spreken.' ||you| "I want to talk to you. "من می خواهم با شما صحبت کنم." 'Я хочу поговорить с тобой'.

‘Ga met me mee,' zei de koning. go|with|me|with me|said||king 'Come with me,' the king said. پادشاه گفت: با من بیا. Пойдем со мной, - сказал царь.

Koning Andur en Lars gingen naar een kleinere kamer. King|King Andur|||went|to|a smaller|smaller|room King Andur and Lars went to a smaller room. Король Андур и Ларс прошли в комнату поменьше. De twee mannen gingen zitten. the|two|the two men|went|sit The two men sat down. آن دو مرد نشستند. Оба мужчины сели. De koning bood Lars een koele drank aan. ||offrit|||fraîche|| The|king|offered||a|cool|beverage|to |||||kühlen|| The king offered Lars a cool drink. پادشاه یک نوشیدنی خنک به لارس تعارف کرد. Король предложил Ларсу прохладительный напиток. Lars zei: ‘Ja, graag.' |said|yes please|like to Lars said, "Yes, please. Ларс сказал: "Да, пожалуйста".

‘Fijn dat u gekomen bent,' zei de koning tegen Lars. Nice|that|underline|have come|are|said|the|king|to| 'Thank you for coming,' the king said to Lars. "Рад, что ты пришел, - сказал король Ларсу. ‘Ik zie dat u mijn boodschap heeft ontvangen.' |||||message|| I|I see|that||my|message|has|received |||||Nachricht|| 'I see you received my message.' "می بینم که پیام من را دریافت کردی." 'Я вижу, вы получили мое сообщение'.

‘Ja. Oui Yes Ik hoor ook dat u hulp nodig heeft.' I|hear|also|that|you|help|need help|has I also hear that you need help. Я также слышал, что вам нужна помощь.

‘Wat heeft u precies gehoord?' What|has|has|exactly|heard "What exactly did you hear? "دقیقا چی شنیدی؟" 'What exactly did you hear?'

‘U heeft iemand nodig om een lading goud te vervoeren. ||||||une cargaison|||transportez You|have|someone|you need|for|a load of|load|gold|to|transport ||||||Ladung|Gold||transportieren |||||||||перевезти 'You need someone to transport a load of gold. شما به کسی نیاز دارید که بار طلا را حمل کند. 'Вам нужен человек для перевозки груза золота. Hij moet naar uw broer Arthuren. |muss|||| he|must|to your brother|your|brother|Arthur |||||Arthur He has to go to your brother Arthuren. Он должен отправиться к твоему брату Артурену. U heeft een man nodig die u kunt vertrouwen. You||a|man|need|who|you|you can|trust You need a man you can trust. Вам нужен человек, которому вы можете доверять. Ik ben die man.' I|am|that|man I am that man. Я и есть этот человек.

De koning dacht een paar minuten na. The|king|thought|a|couple of|minutes|after The king thought for a few minutes. Король задумался на несколько минут. Tenslotte zei hij, ‘En waarom zou ik u vertrouwen?' "Finally"|said||and|why|would|I|you|trust Finally, he said, "And why should I trust you? بالاخره گفت: و چرا باید به تو اعتماد کنم؟ Наконец, он сказал: "А почему я должен тебе доверять?

‘Ik heb u al eens eerder geholpen. |||||früher| I|have|you|already|once before|earlier|helped 'I have helped you before. من قبلاً به شما کمک کرده ام. Я уже помогал вам раньше. Nu zal ik u ook niet verraden.' ||||||trahir now|will|I will|you|also|not|betray ||||||nicht verraten ||||||зрадити вас Now I will not betray you either. حالا من هم به تو خیانت نمی کنم. Теперь и я не предам тебя.

‘Oorlog en goud zijn verschillende dingen. War|and|gold|are|different|things 'War and gold are different things. جنگ و طلا چیزهای متفاوتی هستند. Война и золото - разные вещи. En dit is veel geld.' And|this|is|a lot of|money And this is a lot of money. و این پول زیادی است.

‘Ik heb geen goud nodig. I|||| 'I don't need gold. من به طلا نیازی ندارم. 'Мне не нужно золото. Ik heb goud.' I have gold. У меня есть золото.

‘Waarom bent u dan hier?' Why|||| "Then why are you here? "پس چرا شما اینجا هستید؟" 'Тогда почему ты здесь?'

‘Ik hou ervan om te reizen en om nieuwe dingen te ontdekken.' I|love|"of it"|||travel|||new|||discover |||||||||||відкривати нов 'I love to travel and discover new things.' من دوست دارم سفر کنم و چیزهای جدید کشف کنم. "Uwielbiam podróżować i odkrywać nowe rzeczy". Я люблю путешествовать и открывать для себя что-то новое".

Koning Andur dacht een ogenblik na. |King Andur|||moment|after King Andur thought for a moment. پادشاه اندور لحظه ای فکر کرد. Король Андур на мгновение задумался. Hij keek achterdochtig. |looked|He looked suspicious. He looked suspicious. Он выглядел подозрительно. Lars glimlachte. |sourit |Lars lächelte. |Lars smiled. Lars smiled. Ларс улыбнулся. Na een ogenblik zei de koning: ‘Oké, Lars. After a moment||moment||||Okay| After a moment, the king said, "Okay, Lars. Через некоторое время король сказал: "Хорошо, Ларс. Breng het goud naar mijn broer. Bring||||| Take the gold to my brother. Отнесите золото моему брату. Ik zal het tegen mijn bewakers zeggen.' I|will||||guards|say it I will tell my guards. به نگهبانانم خواهم گفت. Я скажу своим охранникам.

‘Dank u wel, koning Andur.' Thank you||thank you|| "Thank you, King Andur.

‘Bedank me nu nog niet. Thank|||yet| 'Don't thank me just yet. Не благодари меня пока. Eerst moet ik van Arthuren horen dat het goud is aangekomen. First|||||hear|||||has arrived First, I need to hear from Arthuren that the gold has arrived. اول باید از آرتورن بشنوم که طلا رسیده است. Во-первых, я должен получить от Артурена информацию о том, что золото прибыло. Dan krijgt u pas uw eigen goud.' |||erst|Ihr eigenes|eigenes| Then|gets||only||own| Only then will you get your own gold. فقط در این صورت است که طلای خود را بدست خواهید آورد. Только тогда вы получите свое собственное золото".

Lars verliet het kasteel. |left||castle Lars left the castle. Ларс покинул замок. Hij liep naar de bewakers toe. |||||zu |walked|||guards|to He walked toward the guards. Он подошел к охранникам. Eén van de bewakers riep, ‘Dus u bent weer terug! One|||guards|called out|So|||| One of the guards called out, "So you're back! یکی از نگهبانان فریاد زد: پس تو برگشتی! Один из охранников крикнул: "Вот ты и вернулся! We hebben het net gehoord. |||just|heard it We just heard. تازه شنیدیم Właśnie usłyszeliśmy. Мы только что услышали. U brengt het goud naar het koninkrijk van Arthuren?' |brings||||||| You are taking the gold to the kingdom of Arthuren?

‘Ja.' 'Yes.'

‘Nou dan, goede reis!' lachte de bewaker. now||good|trip|laughed||guard "Well then, good trip!" laughed the guard. Ну, тогда в добрый путь!" - рассмеялся охранник. ‘Er zijn veel gevaren op de weg. |||Gefahren||| |||dangers||| 'There are many dangers on the road. На дорогах существует множество опасностей. U overleeft het niet!' De andere bewakers lachten mee. |survivrez||||||ontre les rires| |überlebst es||||||lachten mit| |will not survive||||other|guards|laughed along|along You won't survive! The other guards laughed along. تو زنده نخواهی ماند! نگهبانان دیگر هم خندیدند. Ты не выживешь! Остальные охранники засмеялись. Toen werd de bewaker serieus. When|||guard|seriously Then the guard got serious. Затем охранник стал серьезным. ‘Mannen,' riep hij, ‘leg het goud klaar. |"called"||lay out||the gold|ready 'Men,' he called, 'get the gold ready. Люди, - позвал он, - готовьте золото. Ze vertrekken morgen.' they|They leave tomorrow.|tomorrow They leave tomorrow. Они уезжают завтра".

Het was nu avond. |||evening It was now evening. Наступил вечер. De ridder ging terug naar het marktplein. ||||||market square The knight returned to the marketplace. Hij vond de handelaar. |found|| He found the trader. Он нашел торговца. ‘Heeft u mijn toverdranken?' vroeg hij. |||magic potions|| "Do you have my potions?" he asked. У вас есть мои зелья?" - спросил он.

‘Ja, hier zijn ze. 'Yes, here they are. Het was niet makkelijk! |||easy It was not easy! Это было нелегко! En het was erg duur. And it was very expensive. И это было очень дорого. Dat is dan zes stukken goud.' De ridder keek hem verbaasd aan. ||||pieces||||||surprised| That will be six pieces of gold. The knight looked at him in surprise. Это будет шесть золотых. Рыцарь удивленно посмотрел на него. Hij gaf hem het goud. He gave him the gold. De koopman gaf hem de toverdranken. |le marchand|||| |Der Händler|||| |merchant||||magic potions The merchant gave him the magic potions. ‘Dank u wel, mijn beste heer,' zei de koopman. |||||Herr||| ||well|my|dear|sir|said||merchant 'Thank you, my dear sir,' said the merchant. ‘En een fijne dag.' And a||nice| "And have a nice day. 'И всего хорошего'.

De ridder liep zonder iets te zeggen weg. The|knight|walked|without|||to say|away The knight walked away without saying anything. Rycerz odszedł bez słowa. Рыцарь ушел, ничего не сказав.

De volgende dag kwamen drie bewakers bij Lars. The|next||came|||| The next day, three guards joined Lars. Ze gingen met de ridder mee op weg. |went|||||| They set off with the knight. Они отправились вместе с рыцарем. Ze hadden wapens mee. ||des armes| |had|weapons|along ||Waffen| They had weapons with them. У них было с собой оружие. Als het moest stonden ze klaar om te vechten. Wenn|||||||| if|the|had to|were ready|they|ready|||to fight If they had to, they were ready to fight. Если потребуется, они были готовы сражаться.

De vier mannen liepen naar de Noorderweg. ||||||route du Nord |||walked|||North Road ||||||Nordweg The four men ran toward North Road. Четверо мужчин побежали в сторону улицы Noorderweg. Die ging recht naar het koninkrijk van Arthuren. ||straight to||||| That one went straight to the kingdom of Arthuren. Тот отправился прямиком в королевство Артурен. Bij de weg stonden de paarden met het goud op ze te wachten. |||||les chevaux||||||| |||stood||horses|||||||waiting |||||Pferde||||||| The horses were waiting by the road with the gold on them. Przy drodze czekały na nich konie ze złotem. У дороги их ждали лошади с золотом.

De hoofdbewaker heette Alfred. |gardien principal|| |Der Hauptwächter||Alfred |The head guard|was named|Alfred Der Name des Wachleiters war Alfred. The chief guard was named Alfred. Старшего охранника звали Альфред. Hij draaide zich naar Lars. |turned||| He turned to Lars. رو به لارس کرد. Он повернулся к Ларсу. ‘Bent u klaar?' vroeg hij. 'Are you ready?' he asked.

‘Ja. 'Yes. We kunnen gaan.' |can| We can go.'

‘Voordat we vertrekken,' zei Alfred, ‘moet ik u iets zeggen. Before||"leave"||"Before we leave," said Alfred, "I need to tell you something."||||| 'Before we leave,' Alfred said, 'I must tell you something. Wij zijn de allerbeste bewakers van de koning. We|||the very best|||| |||найкращі|охоронці||| We are the king's very best guards. We zullen u onderweg beschermen. |will||on the way|protect We will protect you along the way. Мы будем защищать вас на этом пути. Maar dit goud is niet van u. Als u het probeert te stelen, dan vermoorden wij u.' ||||||||||||stehlen||ermorden|| ||||||||||try||steal||will kill|| ||||||||||||||nous vous tuons|| But this gold is not yours. If you try to steal it, we will kill you. اما این طلا مال شما نیست. اگر بخواهی آن را بدزدی، تو را خواهیم کشت.» Но это золото не ваше. Если ты попытаешься украсть его, мы убьем тебя".

‘Dat is goed om te weten,' zei Lars glimlachend. ||good||||||smiling 'That's good to know,' Lars said, smiling. "Приятно слышать", - улыбнулся Ларс.

Alfred keek Lars recht in de ogen. Alfred|||right|||eyes Alfred looked Lars straight in the eye. ‘Dit is geen grap. |||joke 'This is not a joke. Het is waar.' ||It is true. It's true. Это действительно так.

‘Ik begrijp het. |understand| 'I understand. Laten we nu vertrekken.' |||gehen Let’s||| Let's leave now. Давайте уйдем.

De lading goud lag achterin een rijtuig. ||||||voiture |The load||was located|in the back||carriage ||||||Wagen The cargo of gold was in the back of a carriage. بار طلا در پشت یک کالسکه بود. Ładunek złota znajdował się z tyłu powozu. Груз золота находился в кузове повозки. Lars keek naar de zakken en glimlachte. ||||bags||smiled Lars looked at the bags and smiled. لارس به کیف ها نگاه کرد و لبخند زد. Ларс посмотрел на сумки и улыбнулся. De paarden begonnen zich langzaam te bewegen. ||||||sich zu bewegen |horses|began||slowly||to move The horses began to move slowly. Лошади начали медленно двигаться. De groep begon langzaam te lopen. |group|began|||to walk The group began to walk slowly.

**Hoofdstuk 1 Overzicht** Chapter|Overview

**Samenvatting** Summary Summary

Een ridder die Lars heet reist naar het koninkrijk van koning Andur. |knight|who||named|travels to|||||| |лицар|||||||королівство||| A knight named Lars travels to the kingdom of King Andur. Рыцарь по имени Ларс отправляется в королевство короля Андура. Лицар на ім'я Ларс подорожує до королівства короля Андура. Hij koopt twee krachtdranken. |he buys||energy drinks He buys two power drinks. Он покупает два энергетических напитка. Він купує два алкогольні напої. Dan gaat hij naar het kasteel. Then he goes to the castle. Потім він йде до замку. Hij spreekt met de koning. He speaks to the king. Він розмовляє з королем. De koning vraagt Lars om goud naar de broer van de koning te brengen. ||asks|||||||||||to bring The king asks Lars to bring gold to the king's brother. Король просить Ларса принести золото братові короля. Drie bewakers zullen met de ridder meegaan. three|guards|will||||accompany Three guards will accompany the knight. Рыцаря сопровождают три охранника. З лицарем підуть три охоронці. De bewakers zullen zorgen dat het goud veilig is. |||ensure|that|||safe| The guards will make sure the gold is safe. Охранники следят за сохранностью золота. За збереженням золота подбають охоронці. Zij zullen de ridder vermoorden als hij het goud steelt. |||||||||vole They|||knight|to murder|if|he|it||steals |||||||||stiehlt They will kill the knight if he steals the gold. Они убьют рыцаря, если он украдет золото. Вони вб’ють лицаря, якщо він вкраде золото. De groep vertrekt. |the group|The group departs. The group leaves. Группа уходит. Група йде.