×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, De Gekke Loempia - Hoofdstuk 4 – De terugkeer

De Gekke Loempia - Hoofdstuk 4 – De terugkeer

Hoofdstuk 4 – De terugkeer

De man en ik praten weinig tijdens de rit naar Amsterdam. Ik zeg niet dat ik zijn zoon misschien ken. Eindelijk arriveert de vrachtwagen van De Gekke Loempia. De chauffeur zet de motor af. De oude man en ik stappen via de achterdeur uit. De oude man verstopt zich tussen de mensen op straat. Ik bedank de chauffeur.

‘Graag gedaan', zegt hij. ‘Heb een fijne dag!'

Ik draai me om. De oude man kijkt naar het restaurant. Eindelijk zijn we bij De Gekke Loempia. We gaan allebei naar binnen. Er is niemand. Het is drie uur ‘s middags. Het is nog te vroeg voor het avondeten.

‘Wat wilt u gaan doen?', vraag ik de man.

‘Ik heb geen honger', antwoordt hij. ‘Ik wil naar de flat van mijn zoon. Wilt u met me meegaan?'

‘Jazeker', antwoord ik.

De oude man heeft het adres van Arnoud. We nemen zonder te praten bus 35. Dan lopen we naar de flat van Arnoud. Hij weet nog steeds niet dat Arnoud mijn vriend is. Arnoud spreekt niet vaak over zijn vader. Ik weet dat Arnoud en de man elkaar nooit hebben ontmoet.

Op dit moment weet ik niet wat het beste is. Moet ik de man vertellen dat ik Arnoud ken? Of kan ik dat beter niet doen? Tenslotte neem ik een beslissing. Ik zeg niets. Ik wil dat de ontmoeting een grote verrassing is.

We komen bij de flat aan en lopen door de vooringang.

‘Goedemiddag!', zegt de receptionist.

‘Goedemiddag', antwoorden we.

De oude man gaat naar de receptionist. Hij wil het huisnummer van de flat van Arnoud vragen.

‘Laat mij dat maar doen,' zeg ik.

We nemen de lift naar de derde verdieping. We stappen uit. We lopen naar de deur van de flat.

‘Dit is het', zeg ik tegen de oude man.

‘Hoe weet je dat?', vraagt hij.

Ten slotte vertel ik hem alles. Ik zeg hem dat ik Arnoud al jaren ken. Het was gewoon geluk of het lot dat hij en ik in dezelfde vrachtwagen zaten. Eerst kan hij het niet geloven! Dan accepteert hij dat het zo moest zijn. Hij kan niet wachten en wil graag zijn zoon zien.

We bellen aan, maar niemand reageert.

‘Julia? Arnoud?', roep ik. ‘Is er iemand?' Alweer antwoordt er niemand. Ik leg uit dat mijn zus en ik in het appartement logeren. Dan pak ik mijn sleutel en open de deur.

‘Waar zijn ze?', vraagt de man.

‘Dat weet ik niet. Maar ze komen vast gauw.'

We gaan de flat in. Ik vind de oplader van mijn mobiele telefoon. De volgende 15 minuten laad ik mijn telefoon op. Daarna bel ik mijn zus. De telefoon van Julia gaat één keer over. Ze neemt snel op.

‘Daniel! Eindelijk! Mam heeft gebeld, maar ik was zo bezorgd!'

‘Hallo, Julia. Maak je geen zorgen. Het gaat goed met me. Ik ben in de flat van Arnoud. Ik heb iemand bij me.'

‘Wie is het?'

‘Nou, dat is een lang verhaal. Kom naar de flat. Waar zijn jullie?'

‘Ik heb vanmorgen met mam gesproken. Ze vertelde me over Maastricht. Arnoud en ik hebben de hele nacht op je gewacht! We zijn even gaan lunchen. We komen eraan!'

‘Oké. We zullen hier op jullie wachten.'

Een half uur later komen Arnoud en Julia in de flat aan. ‘Hallo Daniel! We zijn zo blij om je weer te zien!', zegt Arnoud. Hij draait zich om naar de oude man. ‘En wie bent u?', vraagt hij.

Voordat de man kan antwoorden, zeg ik: ‘Hm … Arnoud, ik moet je iets belangrijks vertellen.'

‘Wat is er aan de hand?', vraagt hij.

‘Arnoud, dit is je vader', zeg ik.

Eerst kijkt Arnoud geschokt. ‘Mijn vader? Dat is onmogelijk!'

De oude man kijkt hem aan. ‘Ben jij Arnoud?', zegt hij.

‘Ja dat ben ik. U kunt onmogelijk mijn vader zijn!', antwoordt Arnoud.

‘Mijn naam is Anton Schuit. En ja, ik ben je vader.'

De man legt alles uit. Arnoud begrijpt snel dat hij echt zijn vader is. Hij geeft de man een onhandige knuffel. Na zoveel jaar ontmoeten ze elkaar eindelijk. Beide mannen weten niet precies wat ze moeten doen.

Uiteindelijk glimlacht Arnoud en zegt: ‘Nou … ik geloof dat we dit moeten vieren!'

‘Dat denk ik ook!', zegt Anton, zijn vader.

‘Zullen we naar De Gekke Loempia gaan?', zegt Julia.

Ik kijk Julia aan. Ik ben verbaasd. ‘Nee! Ik wil geen loempia! Ik wil nooit meer een loempia!' Zij kijkt me aan en lacht. ‘Ik wil geen stap in de buurt van dat restaurant zetten!' ga ik door. ‘En ik wil ook heel lang geen voet meer in een bus zetten! Ik wil een pizza!'

Ze barsten allemaal in lachen uit. Een beetje later lach ik ook.

‘Wat een gekke dag!', zeg ik.

‘Ja,' antwoordt Anton. ‘Wat een gekke dag, zeg dat wel!'

Hoofdstuk 4 Overzicht

Samenvatting

Daniel en de oude man komen in Amsterdam aan. Ze gaan naar het restaurant De Gekke Loempia. Er is niemand, omdat het nog vroeg is. Daarna gaan ze naar de flat van Arnoud. Daar is ook niemand. Daniel laadt zijn telefoon op. Hij belt Julia. Ze is met Arnoud in de stad. Julia en Arnoud komen terug naar de flat. Daniel introduceert Arnoud aan zijn vader. Ze besluiten dit te gaan vieren met een diner. Maar Daniel wil geen loempia, hij wil pizza.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE