×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, De Gekke Loempia - Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

De Gekke Loempia - Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

De Gekke Loempia

Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

‘Daniel, kom hier!', roept Julia. Ze staat bij de voordeur van het huis.

‘Wat is er, Julia?', antwoord ik.

‘We gaan vandaag naar Nederland! Je bent het toch niet vergeten?'

‘Natuurlijk niet. Ik ben aan het inpakken', roep ik.

Mijn naam is Daniel. Ik ben 24 jaar oud. Julia is mijn zus. Ze is 23. We studeren allebei aan de universiteit. We delen een huis in Londen. Onze ouders heten Arthur en Sara.

Julia en ik maken ons klaar om op reis te gaan. We gaan naar Amsterdam, Nederland. We volgen allebei een studie Nederlands. We kennen de taal al best goed, maar we willen meer leren. Dit komende trimester zijn we uitwisselingsstudent.

Ik ben lang, ongeveer 1,90 m. Ik heb best lang bruin haar. Mijn ogen zijn groen en ik heb een brede mond. Ik ben stevig gebouwd. Mijn benen zijn sterk dankzij veel uren op de tennisbaan. Ik ben ook een zeer goede basketbalspeler. Mijn zus Julia heeft ook bruin haar. Haar haar is langer dan dat van mij. Haar ogen zijn niet groen. Zij heeft bruine ogen zoals mijn vader. Ik heb dezelfde kleur ogen als mijn moeder.

Mijn ouders werken allebei. Mijn vader is elektricien. Hij werkt bij een groot elektrotechnisch bedrijf. Mijn moeder is schrijfster. Ze heeft ook haar eigen bedrijf. Het verkoopt sciencefictionboeken. Mijn ouders zijn echt geweldig. Ze helpen ons altijd om ons doel te bereiken. Ze spreken beiden goed Nederlands. Ze spreken vaak Nederlands tegen ons. Zo kunnen Julia en ik meer oefenen. Ze hebben ons echt aangemoedigd om uitwisselingsstudent te worden. We vertrekken vandaag naar Nederland.

Mijn vader komt mijn kamer binnen. Hij kijkt me verbaasd aan. Waarom? Omdat ik nog niet ben aangekleed. ‘Daniel! Waarom ben je niet aangekleed?', vraagt pa.

‘Aangekleed? Ik ben pas net opgestaan. Ik heb vijf minuten geleden gedoucht. Ik ben nog niet eens droog!'

‘Kom! We hebben niet veel tijd. Ik wil je naar de luchthaven brengen. Maar ik moet ook naar mijn werk.'

‘Maak je geen zorgen, pa. Ik kleed me nu aan.'

‘Waar is je zus?'

‘Ze is in haar kamer.'

Mijn vader gaat de kamer van mijn zus binnen. Hij wil met haar praten. Hij komt binnen en Julia kijkt hem aan. ‘Oh, hallo pa. Is er iets?', vraagt Julia.

‘Ja. Je broer kleedt zich nu aan. Dus geef ik dit aan jou. Alsjeblieft.' Mijn vader geeft Julia een stapeltje bankbiljetten. ‘Dit is voor jullie beiden.'

Julia is verbaasd. ‘Pa!' Dit is veel geld!, zegt ze.

‘Je moeder en ik hebben dit geld gespaard. We willen een deel van jullie reis naar Nederland betalen.'

‘Bedankt pa!', zegt mijn zus. ‘Het zal ons goed helpen. Ik ga het Daniel vertellen!'

Julia wil naar mij toe gaan. Ze loopt bijna tegen me op. Zij en pa hebben niet gemerkt dat ik binnenkwam. Mijn vader ziet mij. ‘Oh Daniel, je bent er!', zegt hij. ‘En je bent aangekleed! Fantastisch!' Mijn vader wijst naar het geld. ‘Dat geld is voor jullie tweeën. Het is voor de reis.'

‘Bedankt pa. Het zal echt helpen', antwoord ik. Julia glimlacht.

‘Nu moeten we ons snel klaarmaken', zegt pa. ‘We moeten naar de luchthaven! Kom!'

Nadat we hebben gegeten, vertrekken we. We gaan met de auto van mam op weg naar de luchthaven. Julia is erg nerveus. ‘Julia', zegt mam. ‘Is alles in orde?'

‘Ik ben erg nerveus', antwoordt Julia.

‘Waarom?'

‘Ik ken niemand in Nederland. Ik ken dan alleen Daniel.'

‘Maak je geen zorgen', antwoordt mam. ‘Er zijn veel aardige mensen in Amsterdam. Vooral Arnoud de vriend van Daniel.'

‘Ja, mam. Ik weet zeker dat je gelijk hebt. Maar ik voel me toch nerveus … wat als er iets gebeurt?'

‘Het komt wel goed', zegt vader.

Op de luchthaven zijn veel mensen aan het inchecken. Veel van hen reizen voor hun werk. Sommigen reizen voor hun plezier. Ik loop naar Julia. Dan vraag ik: ‘Ben je nu wat meer ontspannen?'

‘Ja, Daniel. In de auto was ik erg nerveus.'

‘Ja, dat weet ik. Alles komt in orde. Mijn vriend Arnoud is erg aardig. Hij helpt vaak uitwisselingsstudenten zoals wij.'

Onze ouders geven ons een warme knuffel. Als Julia en ik vertrekken, zwaaien we elkaar gedag. ‘We houden van jullie allebei!' roepen ze. Dat is het laatste wat we horen. Een uur later stijgt ons vliegtuig op. We zijn op weg naar Amsterdam!

Hoofdstuk 1 Overzicht

Samenvatting

Daniel en Julia zijn student. Ze wonen in Londen. Ze studeren Nederlands aan de universiteit. Ze gaan vandaag naar Nederland. Zij gaan als uitwisselingsstudent naar Amsterdam. Hun ouders brengen ze naar de luchthaven. Julia is in de auto erg nerveus. Op de luchthaven wordt ze weer rustig. Zij en Daniel vertrekken naar Nederland.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

De Gekke Loempia - Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen |Ludi|Lumpija|Poglavlje|Pripreme |verrückte|Frühlingsrolle||Vorbereitungen The|Crazy|Spring roll|Chapter|Preparations |||Bölüm| |Сумасшед|Ломпия|Глава|Подготовка Die verrückte Frühlingsrolle - Kapitel 1 - Vorbereitungen - PtoDjaraz The crazy spring roll - Chapter 1 - Preparations El rollito de primavera loco - Capítulo 1 - Preparativos Le rouleau de printemps fou - Chapitre 1 - Préparatifs L'involtino primavera pazzo - Capitolo 1 - Preparazione 狂気の春巻き-第1章-準備編 Beprotiškas pavasario ritinys - 1 skyrius - Pasiruošimas De Szalona sajgonka - Rozdział 1 - Przygotowania O rolinho primavera maluco - Capítulo 1 - Preparativos Безумный спринг-ролл - Глава 1 - Подготовка - PtoDjaraz Den galna vårrullen - Kapitel 1 - Förberedelser Çılgın Çin böreği - Bölüm 1 - Hazırlıklar Божевільний спрінг-рол - Розділ 1 - Підготовка 疯狂的春卷 - 第 1 章 - 准备工作 疯狂的春卷 - 第 1 章 - 准备 - PtoDjaraz 瘋狂的春捲 - 第 1 章 - 準備工作

**De Gekke Loempia** ||Ломпия The|Crazy|Spring Roll The crazy spring roll El rollito de primavera loco Сумасшедший спринг-ролл Божевільний весняний рол 疯狂的春卷

**Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen** Chapter|Preparations Chapter 1 - Preparations Capítulo 1 - Preparativos Глава 1 - Подготовка

‘Daniel, kom hier!', roept Julia. Даниэль|||взывает|Юлия |||crie| Daniel|||ruft|Julia "Daniel, come here!"|"come"|"here"|"calls"|"Julia" ||ovde||Julija "دانيال، تعال إلى هنا!" تصرخ جوليا. 'Daniel, come here!' Julia calls out. "¡Daniel, ven aquí!", grita Julia. جولیا فریاد می زند: "دانیل، بیا اینجا!" Дэниел, иди сюда!", - кричит Джулия. "Daniel, buraya gel!" diye bağırır Julia. Ze staat bij de voordeur van het huis. |стоит|||передняя дверь||| ||||la porte d'entrée||| She|is standing|at|the|front door|of the|the|house ||||ulazna vrata|||kuća ||||Vordertür||| ||||ön kapı||| وهي تقف عند الباب الأمامي للمنزل. She is standing at the front door of the house. Se para en la puerta principal de la casa. جلوی در خانه ایستاده است. Она стоит у входной двери дома. Evin ön kapısında duruyor.

‘Wat is er, Julia?', antwoord ik. |есть|||отвечаю| "What"|"is"||Julia|I answer|I ||||odgovaram| "ما الأمر يا جوليا؟" أجيب. Was ist los, Julia?", antworte ich. 'What's wrong, Julia?' I answer. ¿Qué pasa, Julia?", le respondo. "چی شده، جولیا؟" من پاسخ می دهم. Kas yra, Julija, - atsakau. "В чем дело, Джулия", - отвечаю я. 'Ne oldu Julia,' diye cevap verdim.

‘We gaan vandaag naar Nederland! ||||Holandija ||heute|| |are going|today|| Wir fahren heute nach Holland! 'We are going to Holland today! Hoy nos vamos a Holanda. ما امروز به هلند می رویم! Сегодня мы едем в Голландию! 'Bugün Hollanda'ya gidiyoruz! Je bent het toch niet vergeten?' |||не правда ли||забыл |||verzwegen||zaboravio du|bist|||| |olduğun||yine de||unutmadın değil mi |are||still||forgotten أنت لم تنسى، أليس كذلك؟ Sie haben es nicht vergessen, oder? You haven't forgotten it, have you? No lo has olvidado, ¿verdad? تو فراموش نکردی، نه؟ Jūs nepamiršote, ar ne? Não te esqueceste, pois não? Ты ведь не забыл, правда? Unutmadın, değil mi?

‘Natuurlijk niet. Of course| Natürlich nicht. Of course not. Por supuesto que no. 'البته که نه. "Žinoma, ne. Конечно, нет. Ik ben aan het inpakken', roep ik. ||||упаковываю вещи|зову| |||||je crie| ||on||packing up|shout| |||||viku| ||||einpacken|rufen| ||||pak etmek|çağır| أنا أحزم أمتعتي،" أنا أصرخ. I am packing,' I shout. Estoy haciendo las maletas", grito. دارم بسته بندی می کنم، فریاد می زنم. Pakuojuosi, - šūkteliu. Estou a fazer as malas", grito. Я собираю вещи, - кричу я. Toplanıyorum," diye bağırıyorum. 我在打包,"我喊道。

Mijn naam is Daniel. |||Даниил My|name||Daniel My name is Daniel. Me llamo Daniel. نام من دانیال است. Ik ben 24 jaar oud. ||year|old I am 24 years old. Tengo 24 años. من 24 سال سن دارم. Julia is mijn zus. Julia|||Julia is my sister. Julia is my sister. Julia es mi hermana. جولیا خواهر من است. Julija yra mano sesuo. Ze is 23. She is| She is 23. Tiene 23 años. اون 23 سالشه We studeren allebei aan de universiteit. |учимся|оба||| |study|both|at||university Biz|||||üniversite كلانا يدرس في الجامعة. We are both studying at university. Los dos estudiamos en la universidad. ما هر دو در دانشگاه درس می خوانیم. Мы оба учимся в университете. İkimiz de üniversitede okuyoruz. 我们都在大学学习。 We delen een huis in Londen. |делим||||Лондоне |teilen uns||||London |share||house||London Wir teilen uns ein Haus in London. We share a house in London. Compartimos casa en Londres. ما یک خانه مشترک در لندن داریم. Мы живем в одном доме в Лондоне. Londra'da bir evi paylaşıyoruz. 我们在伦敦合租一所房子。 Onze ouders heten Arthur en Sara. ||зовут|Артур||Сара |||Arthur|| Our|Our parents|are called|Arthur||Sara Die Namen unserer Eltern sind Arthur und Sara. Our parents' names are Arthur and Sara. Nuestros padres se llaman Arthur y Sara. پدر و مادر ما آرتور و سارا نام دارند. Наших родителей зовут Артур и Сара. Anne ve babamızın isimleri Arthur ve Sara.

Julia en ik maken ons klaar om op reis te gaan. Юлия||||||||путешествие|| Julia|and I||prepare ourselves||getting ready|||trip|to go| أنا وجوليا نستعد للذهاب في رحلة. Julia and I are getting ready to go on a trip. Julia y yo nos estamos preparando para irnos de viaje. من و جولیا در حال آماده شدن برای رفتن به سفر هستیم. Mes su Julija ruošiamės į kelionę. Мы с Джулией готовимся отправиться в путешествие. Julia ve ben bir seyahate çıkmaya hazırlanıyoruz. 茱莉亚和我正准备去旅行。 We gaan naar Amsterdam, Nederland. |||Amsterdam| We're going to Amsterdam, the Netherlands. Vamos a Ámsterdam, Países Bajos. به آمستردام هلند می رویم. Мы отправляемся в Амстердам, Нидерланды. Amsterdam, Hollanda'ya gidiyoruz. We volgen allebei een studie Nederlands. |изучаем|||учебу| Wir|studieren||eine|Studium| |are taking|both||study program|Dutch language |takip ediyoruz|||üniversite dersi| كلانا يدرس اللغة الهولندية. We are both studying Dutch. Los dos estudiamos neerlandés. ما هر دو هلندی می خوانیم. Kami berdua belajar bahasa Belanda. Abu mokomės olandų kalbos. Мы оба изучаем голландский язык. İkimiz de Hollandaca öğreniyoruz. 我们都在学习荷兰语。 We kennen de taal al best goed, maar we willen meer leren. |знаем|||||||||| |know||language||quite||but||want to|more|to learn |||||||ama|biz||| نحن نعرف اللغة جيدًا بالفعل، ولكننا نريد معرفة المزيد. We already know the language quite well, but we want to learn more. Ya conocemos bastante bien el idioma, pero queremos aprender más. ما قبلاً زبان را به خوبی می‌دانیم، اما می‌خواهیم بیشتر بیاموزیم. Kami sudah mengetahui bahasanya dengan cukup baik, tetapi kami ingin belajar lebih banyak lagi. Jau neblogai mokame kalbą, bet norime išmokti daugiau. Мы уже достаточно хорошо знаем язык, но хотим узнать больше. Dili zaten oldukça iyi biliyoruz ama daha fazlasını öğrenmek istiyoruz. Dit komende trimester zijn we uitwisselingsstudent. |предстоящем|триместр|будем||студенты по обмен |prochain||||étudiants d'é This|upcoming|This term|are||exchange student |kommendes|dieses kommende Trimester||wir|Austauschstudent في الأشهر الثلاثة القادمة سنكون طلاب تبادل. This upcoming trimester we are exchange students. این سه ماهه آینده ما دانشجوی تبادل خواهیم بود. Pada semester mendatang, kami akan melakukan pertukaran pelajar. Ateinantį semestrą esame mainų studentai. В этом семестре мы будем студентами по обмену. Bu dönem öğrenci değişimi yapacağız. 下学期,我们是交换生。

Ik ben lang, ongeveer 1,90 m. Ik heb best lang bruin haar. |||примерно|метров|||||| |bin|groß|ungefähr||||ziemlich||| I||tall|about|meters|||quite|tall|brown| أنا طويل، حوالي 1.90 متر، ولدي شعر بني طويل جدًا. Ich bin groß, etwa 1,90 m. Ich habe ziemlich lange braune Haare. I am tall, about 1.90 m. I have pretty long brown hair. Soy alto, mido aproximadamente 1,90 m. Tengo el pelo castaño bastante largo. من قد بلندی دارم حدود 1.90 متر موهای قهوه ای کاملا بلند دارم. Esu aukštas, apie 1,90 m. Turiu gana ilgus rudus plaukus. Я высокая, около 1,90 м. У меня довольно длинные каштановые волосы. Uzun boyluyum, yaklaşık 1.90 m. Oldukça uzun kahverengi saçlarım var. 我个子很高,大约 1.90 m。我有一头很长的棕色头发。 Mijn ogen zijn groen en ik heb een brede mond. |||зелёные|||||широкий|рот |||||||||Mund |eyes||green||||a|wide|mouth My eyes are green and I have a wide mouth. چشمانم سبز است و دهانم گشاد است. Mano akys žalios, o burna plati. У меня зеленые глаза и широкий рот. Gözlerim yeşil ve geniş bir ağzım var. 我的眼睛是绿色的,我的嘴巴是宽的。 Ik ben stevig gebouwd. ||крепко сложен|телосложение ||bien bâti| ||robust gebaut| ||solidly built|built أنا بنيت بقوة. Ich bin solide gebaut. I am solidly built. Soy de constitución sólida. من محکم ساخته شده ام. Saya memiliki tubuh yang kokoh. Esu tvirtai sudėtas. Я крепко сложен. Sağlam yapılıyımdır. 我身体结实。 Mijn benen zijn sterk dankzij veel uren op de tennisbaan. |ноги||сильные|благодаря||часов|||теннисном корте ||||dank der||Stunden|||Tennisplatz my|legs||strong|thanks to|many|hours|on|the|tennis court |||||||||court de tennis أصبحت ساقاي قويتين بفضل قضاء ساعات طويلة في ملعب التنس. Meine Beine sind dank der vielen Stunden auf dem Tennisplatz stark. My legs are strong thanks to many hours on the tennis court. Mis piernas están fuertes gracias a muchas horas en la pista de tenis. پاهای من به لطف ساعات زیادی در زمین تنیس قوی هستند. Kaki saya kuat berkat berjam-jam di lapangan tenis. Mano kojos stiprios dėl daugybės valandų teniso korte. Мои ноги окрепли благодаря многим часам, проведенным на теннисном корте. Tenis kortunda geçirdiğim uzun saatler sayesinde bacaklarım güçlü. 由于在网球场上打了很多个小时,我的腿很结实。 Ik ben ook een zeer goede basketbalspeler. ||||очень|хороший|баскетболист ||||||joueur de basket |||a|very||basketball player ||||||Basketballspieler I am also a very good basketball player. También soy muy buen jugador de baloncesto. من هم بسکتبالیست بسیار خوبی هستم. Taip pat labai gerai žaidžiu krepšinį. Я также очень хорошо играю в баскетбол. Aynı zamanda çok iyi bir basketbol oyuncusuyum. 我也是一个很好的篮球运动员。 Mijn zus Julia heeft ook bruin haar. My|My sister||||brown|hair My sister Julia also has brown hair. Mi hermana Julia también tiene el pelo castaño. خواهر من جولیا نیز موهای قهوه ای دارد. У моей сестры Джулии тоже каштановые волосы. Kız kardeşim Julia'nın da saçları kahverengi. Haar haar is langer dan dat van mij. |||длиннее|||| |||longer||||mine Ihr Haar ist länger als meines. Her hair is longer than mine. Su pelo es más largo que el mío. موهاش از من بلندتره Ее волосы длиннее моих. Onun saçı benimkinden daha uzun. 她的头发比我的长。 Haar ogen zijn niet groen. Her||||green Ihre Augen sind nicht grün. Her eyes are not green. Sus ojos no son verdes. چشماش سبز نیست Jos akys nėra žalios. Ее глаза не зеленые. Gözleri yeşil değil. 她的眼睛不是绿色的。 Zij heeft bruine ogen zoals mijn vader. ||коричневые||как|| ||braune|||| ||brown|eyes|like||father Sie hat braune Augen wie mein Vater. She has brown eyes like my father. Tiene los ojos marrones como mi padre. او مثل پدر من چشمان قهوه ای دارد. Jos rudos akys kaip mano tėvo. У нее карие глаза, как у моего отца. Babam gibi kahverengi gözleri var. Ik heb dezelfde kleur ogen als mijn moeder. ||такие же||||| ||the same|||as or like||mother ||a mesma||||| Ich habe die gleiche Augenfarbe wie meine Mutter. I have the same color eyes as my mother. Tengo el mismo color de ojos que mi madre. منم همرنگ مادرم چشمام У меня глаза того же цвета, что и у моей матери. Annemle aynı renk gözlerim var. 我有和我妈妈一样颜色的眼睛。

Mijn ouders werken allebei. |Eltern||beide |||both Meine Eltern arbeiten beide. My parents both work. Mis padres trabajan. پدر و مادرم هر دو کار می کنند. Мои родители оба работают. Annem de babam da çalışıyor. Mijn vader is elektricien. ||является|электрик |||électricien |My father||electrician |||Mein Vater ist Elektriker. My father is an electrician. Mi padre es electricista. پدرم برق است. Мой отец - электрик. Babam elektrikçidir. Hij werkt bij een groot elektrotechnisch bedrijf. ||в|||электротехническом|компания |||||électrotechnique| |works|||large|electrical engineering|company |||||elektrotechnisch|Unternehmen He works at a large electrical engineering company. او در یک شرکت بزرگ برق کار می کند. Он работает в крупной электротехнической компании. Büyük bir elektrik mühendisliği şirketinde çalışıyor. 他在一家大型电气工程公司工作。 Mijn moeder is schrijfster. |||писательница |||écrivaine |||writer |||Schriftstellerin My mother is a writer. Mi madre es escritora. مادرم نویسنده است. Ibu saya adalah seorang penulis. Моя мать - писательница. Annem bir yazar. Ze heeft ook haar eigen bedrijf. ||||собственное| ||||eigen| She|has|also||own| She also runs her own business. También dirige su propio negocio. او همچنین شرکت خود را دارد. Ji taip pat turi savo verslą. Она также занимается собственным бизнесом. Aynı zamanda kendi işini de yürütüyor. 她也有自己的事业。 Het verkoopt sciencefictionboeken. Он|продает|научно-фанта ||des livres de science-fiction |verkauft|Science-Fiction-Bücher |sells|science fiction books It sells science fiction books. Vende libros de ciencia ficción. کتاب های علمی تخیلی می فروشد. Здесь продаются научно-фантастические книги. Bilim kurgu kitapları satıyor. 它卖的是科幻小说。 Mijn ouders zijn echt geweldig. мои||||замечательные ||||toll |||really|amazing Meine Eltern sind wirklich toll. My parents are really great. Mis padres son geniales. پدر و مادر من واقعا عالی هستند. Мои родители просто замечательные. Ailem gerçekten harikadır. 我的父母真的很棒。 Ze helpen ons altijd om ons doel te bereiken. ||||||цель||достигнуть ||||||Ziel||erreichen They|||always|||goal||achieve ||||a alcançar|||| Sie helfen uns immer, unser Ziel zu erreichen. They always help us achieve our goal. Siempre nos ayudan a conseguir nuestro objetivo. آنها همیشه به ما کمک می کنند تا به هدفمان برسیم. Они всегда помогают нам достичь нашей цели. Her zaman hedefimize ulaşmamıza yardımcı oluyorlar. 他们总是帮助我们实现目标。 Ze spreken beiden goed Nederlands. ||оба|| ||beide|| |speak|both|| They both speak good Dutch. Ambos hablan bien neerlandés. هر دو به خوبی هلندی صحبت می کنند. Jie abu gerai kalba olandiškai. Они оба хорошо говорят по-голландски. İkisi de iyi Hollandaca konuşuyor. 他们的荷兰语都很好。 Ze spreken vaak Nederlands tegen ons. ||часто||с нами| ||often||to| ||frequentemente||| They often speak Dutch to us. A menudo nos hablan en neerlandés. آنها اغلب با ما هلندی صحبت می کنند. Они часто говорят с нами по-голландски. Bizimle sık sık Hollandaca konuşuyorlar. Zo kunnen Julia en ik meer oefenen. ||Юлия||||практиковаться ||||||üben this way|can|||||practice more That way Julia and I can practice more. Así, Julia y yo podemos practicar más. به این ترتیب من و جولیا می توانیم بیشتر تمرین کنیم. Таким образом, мы с Джулией сможем больше тренироваться. Bu şekilde Julia ve ben daha çok pratik yapabiliriz. Ze hebben ons echt aangemoedigd om uitwisselingsstudent te worden. ||||поддержали|чтобы|студент обмена||стать ||||encouragés|||| |||truly|encouraged||exchange student|| ||||ermutigt||Austauschstudent|| ||||incentivaram|||| They really encouraged us to become exchange students. Nos animaron mucho a convertirnos en estudiantes de intercambio. آنها واقعا ما را تشویق کردند که دانشجوی تبادلی شویم. Mereka benar-benar mendorong kami untuk menjadi mahasiswa pertukaran pelajar. Jie tikrai skatino mus tapti mainų studentais. Они действительно поощряли нас стать студентами по обмену. Değişim öğrencisi olmamız için bizi gerçekten teşvik ettiler. 他们非常鼓励我们成为交换生。 We vertrekken vandaag naar Nederland. |уезжаем||| |abfahren||| |leave||to| We leave for the Netherlands today. Hoy nos vamos a Holanda. امروز راهی هلند می شویم. Šiandien išvykstame į Nyderlandus. Сегодня мы отправляемся в Нидерланды. Bugün Hollanda'ya gidiyoruz. 我们今天启程前往荷兰。

Mijn vader komt mijn kamer binnen. |||||в комнату ||||Zimmer|in ||enters|||inside My father enters my room. Mi padre entra en mi habitación. پدرم وارد اتاقم می شود. Tėvas įeina į mano kambarį. Отец входит в мою комнату. Babam odama girdi. Hij kijkt me verbaasd aan. |смотрит||удивленно|в лицо |||überrascht| He|looks||He looks at me surprised.|at He looks at me in surprise. Me mira sorprendido. با تعجب به من نگاه می کند. Jis nustebęs pažvelgia į mane. Он удивленно смотрит на меня. Bana şaşkınlıkla bakıyor. Waarom? Why? ¿Por qué? Kodėl? Почему? Neden? Omdat ik nog niet ben aangekleed. потому что|||||одет |||||habillé |||||dressed |||||angezogen Because I'm not dressed yet. Porque aún no estoy vestida. چون هنوز لباس نپوشیده ام. Nes dar nesu apsirengęs. Потому что я еще не одета. Çünkü henüz giyinmedim. 因为我还没穿衣服 ‘Daniel! 'Daniel! ¡Daniel! Дэниел! 丹尼尔 Waarom ben je niet aangekleed?', vraagt pa. |||не|одетый|спрашивает папа|папа |du bist|||||Papa Why||||dressed|asks|"Dad" Why aren't you dressed?" asks Dad. ¿Por qué no estás vestida?", pregunta papá. بابا می پرسد چرا لباس نمی پوشی؟ Почему ты не одета?", - спрашивает папа. Neden giyinmedin?" diye sorar baba. 你怎么还没穿衣服?"爸爸问。

‘Aangekleed? Dressed 'Dressed up? ¿Vestido? 'لباس پوشیده؟ Нарядились? Giyinmek mi? Ik ben pas net opgestaan. Я|я|только что|только что|встал ||||aufgestanden ||just|just|just got up ||henüz|| I only just got up. Acabo de levantarme. همین الان بلند شدم Tik ką atsikėliau. Я только что встал. Daha yeni kalktım. 我才刚起床。 Ik heb vijf minuten geleden gedoucht. Я|||минут||принимал душ |||||pris une douche |||minutes ago|ago|showered I took a shower five minutes ago. پنج دقیقه پیش دوش گرفتم. Prieš penkias minutes nusiprausiau po dušu. Я принял душ пять минут назад. Beş dakika önce duş aldım. 我五分钟前刚洗过澡 Ik ben nog niet eens droog!' Я||||даже|сухой ||||einmal|trocken ||"still"|not yet|even|dry I'm not even dry yet! ¡Aún no me he secado! من هنوز خشک نشده ام! Aš dar net nesu išdžiūvęs! Я еще даже не высохла! Daha kurumadım bile! 我还没干呢!

‘Kom! 'Come! ¡Ven! 'بیا! "Ateikite! Идем! 'Gel! We hebben niet veel tijd. ||||времени We don't have much time. No tenemos mucho tiempo. وقت زیادی نداریم Neturime daug laiko. У нас мало времени. Fazla zamanımız yok. Ik wil je naar de luchthaven brengen. |||||аэропорт|отвезти ||||der|Flughafen| |want to||||airport|bring I want to take you to the airport. میخوام ببرمت فرودگاه Noriu nuvežti tave į oro uostą. Я хочу отвезти тебя в аэропорт. Seni havaalanına götürmek istiyorum. 我想送你去机场 Maar ik moet ook naar mijn werk.' but||have to|||| But I also have to go to work. Pero también tengo que ir a trabajar". اما من هم باید سر کار بروم.' Bet aš taip pat turiu eiti į darbą. Но я также должен ходить на работу". Ama işe de gitmek zorundayım. 但我也得去工作。

‘Maak je geen zorgen, pa. Не волнуйся|||не переживай|папа Make|||worry| 'Don't worry, Dad. "نگران نباش بابا. "Nesijaudink, tėti. Не волнуйся, папа. Merak etme baba. Ik kleed me nu aan.' я|одеваюсь||| |anziehen||| |get dressed||| I'm getting dressed now. الان دارم لباس میپوشم. Dabar apsirengiu. Я уже одеваюсь. Şimdi giyiniyorum. 我正在穿衣服

‘Waar is je zus?' "Where is your sister? ¿Dónde está tu hermana? خواهرت کجاست؟ Где твоя сестра?

‘Ze is in haar kamer.' ||||room 'She's in her room.' "او در اتاقش است." Она в своей комнате. "Odasında.

Mijn vader gaat de kamer van mijn zus binnen. |father||||||| ||||oda|||| Mein Vater betritt das Zimmer meiner Schwester. My father enters my sister's room. Mi padre entra en la habitación de mi hermana. پدرم وارد اتاق خواهرم می شود. Tėvas įeina į sesers kambarį. Отец входит в комнату сестры. Babam kız kardeşimin odasına giriyor. Hij wil met haar praten. ||mit|| ||||talk He wants to talk to her. او می خواهد با او صحبت کند. Jis nori su ja pasikalbėti. Он хочет поговорить с ней. Onunla konuşmak istiyor. Hij komt binnen en Julia kijkt hem aan. он||||Юлия||| ||||Julia|looks at|him|at him He enters and Julia looks at him. Entra y Julia le mira. او وارد می شود و جولیا به او نگاه می کند. Jis įeina, o Julija žiūri į jį. Он входит, и Джулия смотрит на него. O içeri girer ve Julia ona bakar. 他走进来,朱莉娅看着他。 ‘Oh, hallo pa. ||папа Oh|| 'Oh, hello dad. 'Oh, hola papá. "اوه، سلام بابا. О, привет, папа. Is er iets?', vraagt Julia. есть|there|||Юлия ||etwas|| |there|something|| Is something wrong?" asks Julia. جولیا می پرسد چیزی اشتباه است؟ Ar yra kas nors?" - klausia Julija. Есть что-нибудь?" - спрашивает Джулия. Bir şey var mı?" diye soruyor Julia.

‘Ja. ‘Yes. ‘Да. Je broer kleedt zich nu aan. ||одевается|себя|| ||s'habille||| you|brother|is getting dressed|himself|| Your brother is getting dressed now. Tu hermano se está vistiendo ahora. برادرت الان داره لباس میپوشه Твой брат сейчас одевается. Kardeşin şimdi giyiniyor. 你哥哥正在穿衣服 Dus geef ik dit aan jou. also|gebe|ich|dies|an|dir So|give||||you So I'll give this to you. بنابراین من این را به شما می دهم. Taigi, aš jums tai duodu. Поэтому я даю это тебе. Bu yüzden bunu size veriyorum. 所以,我把这个送给你。 Alsjeblieft.' Mijn vader geeft Julia een stapeltje bankbiljetten. ||||Юлия||стопка|банкноты ||||||un tas de|des billets Bitte schön||||||Stapel|Geldscheine Please|||gives|||stack of bills|banknotes Please. My father hands Julia a stack of banknotes. Por favor. Mi padre le da a Julia un montón de billetes. لطفا.' پدرم یک دسته اسکناس به جولیا می دهد. Tolong," ayah saya memberikan setumpuk uang kertas kepada Julia. Prašome. Tėvas paduoda Julijai banknotų krūvelę. Пожалуйста, - отец протягивает Джулии пачку банкнот. Lütfen. Babam Julia'ya bir deste banknot uzattı. 请。父亲递给茱莉亚一叠钞票 ‘Dit is voor jullie beiden.' ||||обоих вас |||euch beiden| This|||you both|both of you 'This is for both of you.' 'Esto es para los dos.' "این برای هر دوی شماست." "Это для вас обоих". "Bu ikiniz için. 这是给你们俩的

Julia is verbaasd. Юлия|| ||überrascht ||Julia is surprised. Julia is puzzled. Julia se queda perpleja. جولیا تعجب می کند. Джулия озадачена. Julia'nın kafası karıştı. 朱莉娅百思不得其解。 ‘Pa!' Dit is veel geld!, zegt ze. папа|||||| |||||says| "Dad! This is a lot of money!" she says. ¡Papá! Esto es mucho dinero!", dice. "بابا!" او می گوید: این پول زیادی است! "Папа! Это большие деньги!" - говорит она. 'Baba!' Bu çok para!" diyor.

‘Je moeder en ik hebben dit geld gespaard. |||||||сэкономили |||||||épargné |||||||saved up 'Your mother and I saved this money. 'Tu madre y yo ahorramos este dinero. من و مادرت این پول را پس انداز کردیم. "Mes su tavo mama sutaupėme šiuos pinigus. Мы с твоей мамой копили эти деньги. 'Annen ve ben bu parayı biriktirdik. “我和你妈妈存了这些钱。 We willen een deel van jullie reis naar Nederland betalen.' |||часть||||||оплатить |want||part|||trip|||to pay We want to pay part of your trip to Holland. ما می خواهیم هزینه بخشی از سفر شما به هلند را بپردازیم.' Norime apmokėti dalį jūsų kelionės į Nyderlandus išlaidų. Мы хотим оплатить часть вашей поездки в Нидерланды. Hollanda'ya yapacağınız seyahatin bir kısmını karşılamak istiyoruz. 我们想支付您前往荷兰的部分旅费。 我们想给你们的荷兰之行支付一部分费用。”

‘Bedankt pa!', zegt mijn zus. Спасибо|папа||| Thanks dad|||| "Thanks Dad!" my sister says. '¡Gracias papá!', dice mi hermana. خواهرم می گوید: «ممنون بابا! ‘Спасибо, папа!', говорит моя сестра. "Teşekkürler baba!" dedi kız kardeşim. “谢谢爸爸!”,我姐姐说道。 ‘Het zal ons goed helpen. ||||helfen |will||| 'It will serve us well. Nos vendrá bien. این به ما کمک زیادی خواهد کرد. "Jis mums puikiai pasitarnaus. ‘Это нам хорошо поможет. 'Bize iyi hizmet edecektir. Ik ga het Daniel vertellen!' |||Даниил|сказать ||||sagen ||||tell Daniel I'm going to tell Daniel! ¡Voy a decírselo a Daniel! من به دانیل می گویم! Pasakysiu Danieliui! Я скажу это Даниэлю!' Daniel'a söyleyeceğim!

Julia wil naar mij toe gaan. Юлия||||ко мне|прийти |||mir|zu mir| Julia||||"to me"| Julia will zu mir kommen. Julia wants to go to me. Julia quiere ir conmigo. جولیا می خواهد پیش من برود. Julija nori eiti pas mane. Джулия хочет пойти ко мне. Julia bana gitmek istiyor. 茱莉亚想去找我 Ze loopt bijna tegen me op. Она||почти|впереди|| |kommt auf|fast||| she|is walking|almost|into||against She almost runs into me. او تقریباً با من برخورد می کند. Ji beveik atsitrenkia į mane. Она чуть не столкнулась со мной. Neredeyse bana çarpacaktı. 她差点撞到我。 Zij en pa hebben niet gemerkt dat ik binnenkwam. ||папа|||заметили|||вошёл внутрь ||||||||suis entrée ||dad|||noticed|||came in ||||||||herein kam Neither she nor Dad noticed that I came in. Ella y papá no se dieron cuenta de que había entrado. او و بابا متوجه ورود من نشدند. Ji ir tėtis nepastebėjo, kad įėjau. Они с папой не заметили, что я вошел. O ve babam içeri girdiğimi fark etmediler. Mijn vader ziet mij. ||видит| My father sees me. Mi padre me ve. پدرم مرا می بیند. Tėvas mane mato. Мой отец видит меня. Babam beni görüyor. 我父亲看到我了 ‘Oh Daniel, je bent er!', zegt hij. |Даниил||||| ||||there|| "Oh Daniel, you're here!" he says. '¡Oh Daniel, estás aquí!' dice. او می گوید: "اوه دنیل، تو اینجایی!" "Danieliau, tu čia!" - sako jis. "О, Дэниел, ты здесь!" - говорит он. "Oh Daniel, buradasın!" diyor. ‘En je bent aangekleed! ну|||одетый |du|| |||dressed 'And you're dressed! '¡Y estás vestida! و تو لباس پوشیده ای! "Ir tu apsirengęs! И ты одета! "Ve giyinmişsin! 你穿好衣服了 Fantastisch!' Mijn vader wijst naar het geld. Фантастически|||указывает||| Fantastisch|||||| Fantastic|||points||| Fantastic! My father points to the money. ¡Fantástico! Mi padre señala el dinero. خارق العاده!' پدرم به پول اشاره می کند. Fantastiška! Tėvas rodo į pinigus. Фантастика!" - отец показывает на деньги. Harika!" Babam parayı işaret ediyor. 太棒了!我父亲指着钱。 ‘Dat geld is voor jullie tweeën. |||||двум из вас |||||zwei |||||you two 'That money is for the two of you. 'Ese dinero es para vosotros dos. «آن پول برای شما دو نفر است. "Tie pinigai skirti jums abiem. Эти деньги для вас двоих. 'O para ikiniz için. Het is voor de reis.' ||für|| It's for the trip. Es para el viaje. این برای سفر است. Tai skirta kelionei. Это для поездки. Yolculuk için.

‘Bedankt pa. |папа 'Thanks Dad. Gracias, papá. Спасибо, папа. Het zal echt helpen', antwoord ik. ||действительно||| |will|really||| It will really help," I reply. این واقعا کمک خواهد کرد، "من پاسخ می دهم. Tai tikrai padės, - atsakau. Это действительно поможет', отвечаю я. Gerçekten yardımcı olacak,' diye cevap veriyorum. Julia glimlacht. Юлия|улыбается |sourit |lächelt |Julia smiles. Julia smiles. Julia sonríe. جولیا لبخند می زند. Julija šypsosi. Юлия улыбается. 朱莉娅微笑着说。

‘Nu moeten we ons snel klaarmaken', zegt pa. |||||подготовиться||папа |||||fertig machen|| |have to||||get ready|| 'Now we have to get ready quickly,' Dad said. Ahora tenemos que prepararnos rápidamente", dice papá. بابا می گوید: حالا باید سریع آماده شویم. Dabar turime greitai ruoštis, - sako tėtis. "Теперь нам нужно быстро собраться", - говорит папа. "Şimdi hemen hazırlanmamız gerekiyor," diyor babam. 爸爸说:'现在我们得快点准备好。 ‘We moeten naar de luchthaven! ||||аэропорт ||||airport 'We have to get to the airport! ما باید به فرودگاه برویم! "Mums reikia vykti į oro uostą! 'Нам нужно в аэропорт! Kom!' Come! ¡Ven! بیا!' Ateikite! Идемте!

Nadat we hebben gegeten, vertrekken we. после того как||||уезжаем| Nachdem||gegessen haben|gegessen|fahren wir ab| After|||eaten|leave| After we eat, we leave. Después de comer, nos vamos. بعد از خوردن غذا می رویم. Pavalgę išeiname. После еды мы уходим. Yemek yedikten sonra gideriz. We gaan met de auto van mam op weg naar de luchthaven. ||||||мамы|||||аэропорт ||||||maman||||| ||||car|from|mom's|||||airport ||||||Mama||||| We take Mom's car to the airport. Nos dirigimos al aeropuerto en el coche de mamá. با ماشین مامان میریم فرودگاه. Į oro uostą vykome mamos automobiliu. Мы отправились в аэропорт на маминой машине. Annemin arabasıyla havaalanına doğru yola çıktık. 我们坐妈妈的车前往机场。 Julia is erg nerveus. Юлия||очень|нервная |||très nerveuse ||very|Julia is very nervous. |||nervös Julia is very nervous. جولیا خیلی عصبی است. Джулия очень нервничает. Julia çok gergin. 朱莉娅非常紧张。 ‘Julia', zegt mam. Юлия||мама Julia||mom 'Julia,' says Mom. "Julia", dice mamá. "Julia," dedi annem. ‘Is alles in orde?' |||порядке |everything||order "Is everything okay? ¿Está todo bien? 'همه چیز روبه راه است؟' "Ar viskas gerai? 'Все в порядке?' "Her şey yolunda mı? 一切都还好吗?

‘Ik ben erg nerveus', antwoordt Julia. ||очень|нервничаю|отвечает| ||very|nervous|replies| 'I'm very nervous,' Julia replied. جولیا پاسخ می دهد: "من خیلی عصبی هستم." Labai jaudinuosi, - atsakė Julija. Я очень нервничаю, - ответила Джулия.

‘Waarom?' "Why? ¿Por qué? ‘Почему?'

‘Ik ken niemand in Nederland. |знаю|никого|| ||nobody|| 'I don't know anyone in Holland. من کسی را در هلند نمی شناسم. "Nyderlanduose nieko nepažįstu. ‘Я никого не знаю в Нидерландах. 'Hollanda'da kimseyi tanımıyorum. Ik ken dan alleen Daniel.' ||||Даниил I|know|then|only| I only know Daniel then. Sólo conozco a Daniel entonces'. من فقط دانیل را می شناسم. Aš pažįstu tik Danielių. Я знаю только Даниэля.' O zaman sadece Daniel'ı tanıyorum. 我只认识丹尼尔

‘Maak je geen zorgen', antwoordt mam. |||беспокойся|| Don't|||worries|| 'Don't worry,' Mom replied. مامان پاسخ می دهد: "نگران نباش." Nesijaudink, - atsakė mama. Не волнуйся, - ответила мама. "Merak etme," diye yanıtladı annem. ‘Er zijn veel aardige mensen in Amsterdam. |||приятные|||Амстердам |||freundliche||| |||nice||| 'There are a lot of nice people in Amsterdam. Hay mucha gente agradable en Ámsterdam. در آمستردام افراد خوب زیادی وجود دارد. "Amsterdame yra daug malonių žmonių. В Амстердаме много хороших людей. 'Amsterdam'da çok sayıda iyi insan var. Vooral Arnoud de vriend van Daniel.' особенно|Арнуд|||| |Arnoud|||| Especially|Arnoud, Daniel's friend||friend|| Especially Arnoud the friend of Daniel. Especialmente Arnoud, el amigo de Daniel. به خصوص آرنود، دوست دانیل. Ypač Danieliaus draugas Arnoudas. Особенно Арнуд, друг Даниэля". Özellikle Daniel'in arkadaşı Arnoud.' 尤其是丹尼尔的朋友阿诺德。

‘Ja, mam. Sí, mamá. Да, мама. Ik weet zeker dat je gelijk hebt. |||||правы| |||||Recht| ||sure|||right| I am sure you are right. Seguro que tienes razón. مطمئنم حق با شماست. Saya yakin Anda benar. Esu įsitikinęs, kad esate teisus. Я уверен, что вы правы. Eminim haklısındır. 我相信你是对的。 Maar ik voel me toch nerveus … wat als er iets gebeurt?' ||чувствую|||нервный|||||произойдет |I|feel|||nervous||what if|there||happens But I still feel nervous ... what if something happens? Pero sigo nerviosa... ¿y si pasa algo? اما من همچنان عصبی هستم... اگر اتفاقی بیفتد چه؟ Tačiau vis tiek nerimauju... kas bus, jei kas nors nutiks? Но я все равно нервничаю... вдруг что-то случится? Ama yine de gergin hissediyorum... ya bir şey olursa? 但我还是感到紧张......万一出了什么事怎么办?

‘Het komt wel goed', zegt vader. это||||| It|will be fine|will be||| 'It will be okay,' father says. 'Todo irá bien', dice papá. پدر می گوید: "خوب خواهد شد." "Viskas bus gerai", - sako tėvas. Все будет хорошо, - говорит отец. 'Her şey yoluna girecek,' dedi babam. 父亲说:'不会有事的。

Op de luchthaven zijn veel mensen aan het inchecken. ||||||||регистрация на рейс ||||||||enregistrement ||airport||many|||the|checking in ||||||||einchecken ||||||a fazer||fazer check-in At the airport, many people are checking in. En el aeropuerto, muchas personas están facturando. افراد زیادی در فرودگاه چک این هستند. Oro uoste registruojasi daugybė žmonių. В аэропорту многие люди проходят регистрацию. Havaalanında birçok insan check-in yaptırıyor. 在机场,许多人正在办理登机手续。 Veel van hen reizen voor hun werk. ||них|путешествуют||их| |||reisen||ihre| Many||them|travel||their| ||deles|||deles|trabalho Many of them travel for work. بسیاری از آنها برای کار به سفر می روند. Banyak di antara mereka yang melakukan perjalanan untuk bekerja. Daugelis jų keliauja darbo reikalais. Многие из них путешествуют по работе. Birçoğu iş için seyahat ediyor. 他们中的许多人都因工作而出差。 Sommigen reizen voor hun plezier. Некоторые||||удовольствие einige||||Vergnügen Some|travel|||pleasure Alguns|||| Some travel for pleasure. Algunos viajan por placer. برخی برای تفریح سفر می کنند. Kai kurie keliauja savo malonumui. Некоторые путешествуют ради удовольствия. Bazıları zevk için seyahat eder. 有些人旅行是为了消遣。 Ik loop naar Julia. Я|иду|| |I walk|| I walk over to Julia. Me acerco a Julia. به سمت جولیا می روم. Prieinu prie Julijos. Я подхожу к Джулии. Julia'ya doğru yürüyorum. Dan vraag ik: ‘Ben je nu wat meer ontspannen?' ||||||||расслабленнее |ask|||||a bit||more relaxed ||||||um pouco||mais relaxado Then I ask, "Are you more relaxed now? Entonces pregunto: "¿Estás más relajado ahora?". سپس می پرسم: "الان آرام تر هستی؟" Tada klausiu: "Ar dabar esate labiau atsipalaidavęs? Затем я спрашиваю: "Теперь вы более расслаблены?". Sonra soruyorum: "Şimdi daha rahat mısın? 然后我问:'你现在更放松了吗?

‘Ja, Daniel. |Даниил "بله، دنیل. In de auto was ik erg nerveus.' ||||я||нервный |||was|||nervous In the car, I was very nervous.' En el coche, estaba muy nerviosa". توی ماشین خیلی عصبی بودم. В машине я очень нервничал". Arabada çok gergindim.

‘Ja, dat weet ik. ||sei| 'Yes, I know. 'بله میدانم. "Taip, aš žinau. Да, я знаю. Evet, biliyorum. Alles komt in orde. |||order Tudo|fica||tudo bem Everything will be fine. Todo irá bien. همه چیز خوب خواهد شد. Viskas bus gerai. Все будет хорошо. Her şey yoluna girecek. 一切都会好起来的。 Mijn vriend Arnoud is erg aardig. ||Арнуд|||очень приятный ||||very|very kind My friend Arnoud is very nice. Mi amigo Arnoud es muy simpático. دوست من آرنود خیلی خوبه. Mano draugas Arnoudas yra labai malonus. Мой друг Арнуд очень милый. Arkadaşım Arnoud çok iyi biri. 我的朋友阿诺德人很好。 Hij helpt vaak uitwisselingsstudenten zoals wij.' |помогает||обменными студентами|| |||les étudiants d'échange|| ||often|exchange students|such as|we |||Austauschstudenten|| ||frequentemente||como nós|nós He often helps exchange students like us.' A menudo ayuda a estudiantes de intercambio como nosotros". او اغلب به تبادل دانشجویان مانند ما کمک می کند. Jis dažnai padeda tokiems mainų studentams kaip mes. Он часто помогает студентам по обмену, как мы". Sık sık bizim gibi değişim öğrencilerine yardım eder. 他经常帮助像我们这样的交换生。

Onze ouders geven ons een warme knuffel. наши|||||теплую|объятие ||||||câlin ||give|||warm|warm hug ||||||Umarmung ||||||abraço caloroso Unsere Eltern umarmen uns herzlich. Our parents give us a warm hug. Nuestros padres nos dan un fuerte abrazo. پدر و مادرمان ما را به گرمی در آغوش می گیرند. Tėvai mus šiltai apkabina. Наши родители тепло обнимают нас. Ailelerimiz bize sımsıcak sarılır. 父母给我们一个温暖的拥抱 Als Julia en ik vertrekken, zwaaien we elkaar gedag. |||||помахиваем|||пока |||||winken||uns|hallo If|||I|leave|wave goodbye to|we|each other|goodbye ||||||||au revoir Quando||||partir|acenar para despedir||um ao outro|adeus Als Julia und ich gehen, winken wir uns zum Abschied zu. When Julia and I leave, we wave goodbye to each other. Cuando Julia y yo nos vamos, nos despedimos con la mano. وقتی من و جولیا می‌رویم، برای خداحافظی دست تکان می‌دهیم. Išeidami su Julija pamojuojame vienas kitam atsisveikindami. Когда мы с Джулией уходим, мы машем друг другу на прощание. Julia ve ben ayrılırken birbirimize veda ediyoruz. 朱莉娅和我离开时,互相挥手告别。 ‘We houden van jullie allebei!' roepen ze. |любим||||кричат| |||||rufen| |love||||shout| |amar|||ambos|| "We love you both!" they shout. Os queremos a los dos", gritan. "ما هر دو شما را دوست داریم!" فریاد می زنند "Mes jus abu mylime!" - šaukia jie. Мы любим вас обоих!" - кричат они. "İkinizi de seviyoruz!" diye bağırıyorlar. 我们爱你们俩!"他们喊道。 Dat is het laatste wat we horen. ||||||услышим |||last|||hear |||último||| That's the last we hear. Es lo último que oímos. این آخرین چیزی است که می شنویم. Tai paskutinė žinia, kurią išgirdome. Это последнее, что мы слышим. Bu duyduğumuz son şey. 这是我们最后听到的消息。 Een uur later stijgt ons vliegtuig op. ||через час|взлетает||самолет| Ein|||||Flugzeug| ||later|takes off||airplane|up |||decola||avião| An hour later, our plane takes off. Una hora más tarde, despega nuestro avión. یک ساعت بعد هواپیمای ما بلند می شود. Satu jam kemudian, pesawat kami lepas landas. Po valandos pakyla mūsų lėktuvas. Через час наш самолет взлетает. Bir saat sonra uçağımız kalkıyor. 一小时后,我们的飞机起飞了。 We zijn op weg naar Amsterdam! ||on our||| We are on our way to Amsterdam! Estamos de camino a Ámsterdam. ما در راه آمستردام هستیم! Esame pakeliui į Amsterdamą! Мы на пути в Амстердам! Amsterdam'a gidiyoruz! 我们正在前往阿姆斯特丹的路上!

**Hoofdstuk 1 Overzicht** Глава|Обзор |Überblick Chapter|Chapter 1 Overview Розділ| Chapter 1 Overview Capítulo 1 Panorama general فصل 1 بررسی اجمالی Глава 1 Обзор Bölüm 1 Genel Bakış

**Samenvatting** Резюме Zusammenfassung Summary Summary Resumen از سرگیری Резюме Özet 摘要

Daniel en Julia zijn student. Даниил||||студенты ||||Student ||||students Daniel und Julia sind Studenten. Daniel and Julia are students. Daniel y Julia son estudiantes. دانیل و جولیا دانشجو هستند. Дэниел и Джулия - студенты. Daniel ve Julia öğrenciler. Ze wonen in Londen. |live|| Sie leben in London. Viven en Londres. آن ها در لندن زندگی می کنند. Они живут в Лондоне. Londra'da yaşıyorlar. Ze studeren Nederlands aan de universiteit. |study|||| Estudian neerlandés en la universidad. آنها در دانشگاه هلندی می خوانند. Они изучают голландский язык в университете. Üniversitede Hollandaca öğreniyorlar. Ze gaan vandaag naar Nederland. They are going to Holland today. Hoy van a Holanda. آنها امروز به هلند می روند. Сегодня они отправляются в Нидерланды. Bugün Hollanda'ya gidiyorlar. Zij gaan als uitwisselingsstudent naar Amsterdam. |||студент по обмену|| ||as|exchange student|| They are going to Amsterdam as exchange students. Van a Amsterdam como estudiantes de intercambio. آنها به عنوان دانشجوی تبادلی به آمستردام می روند. Они едут в Амстердам в качестве студентов по обмену. Değişim öğrencisi olarak Amsterdam'a gidiyorlar. Hun ouders brengen ze naar de luchthaven. their||bring them||||airport Their parents take them to the airport. Sus padres les llevan al aeropuerto. والدینشان آنها را به فرودگاه می برند. Родители отвозят их в аэропорт. Aileleri onları havaalanına götürür. Julia is in de auto erg nerveus. ||||||нервничает ||||||nervous Julia is very nervous in the car. Julia está muy nerviosa en el coche. جولیا در ماشین بسیار عصبی است. Джулия очень нервничает в машине. Julia arabada çok gergin. Op de luchthaven wordt ze weer rustig. |||становится|||спокойно |||is||again|calm Am Flughafen gewinnt sie ihre Fassung wieder. At the airport, she becomes calm again. En el aeropuerto, recupera la compostura. در فرودگاه دوباره آرام می شود. Oro uoste ji atgauna nuovoką. В аэропорту она вновь обретает самообладание. Havaalanında kendine gelir. Zij en Daniel vertrekken naar Nederland. ||Даниэль||| She|||leave for|| She and Daniel are leaving for the Netherlands. Ella y Daniel se van a Holanda. او و دانیل راهی هلند می شوند. Она и Дэниел уезжают в Нидерланды. O ve Daniel Hollanda'ya giderler.