×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 15 Een druk weekend

Les 15 Een druk weekend

Hoi Julia, hoe is 't ermee? Alles goed? Leuk weekend gehad? Ja, hoor. Leuk maar druk. Ik ben op bezoek geweest bij mijn nieuwe vrienden, zondag. Zij wonen ook pas in Nederland. We hebben veel gepraat en ontzettend gelachen. 's Middags zijn we naar het strand geweest. Dat wou ik graag. Ik had hier nog nooit de zee gezien. Naar het strand? Brr. Was 't niet veel te koud? Dat viel wel mee. En het was prachtig. Dat lege strand, die wilde zee en al die vogels. Daarna hebben we samen gekookt. Zij Spaans en ik Russisch, heerlijk! 's Avonds zijn we nog even de stad in geweest. Ik was laat thuis, over twaalven!

En jij, Carmen? Wat heb jij gedaan? Oh, niets bijzonders. Op zaterdag slaap ik meestal uit. Dus dit weekend ook. Daarna ben ik naar het sportcentrum geweest. Ik heb m'n kamer opgeruimd en schoongemaakt. Dat was wel nodig! En boodschappen gedaan voor de hele week. Ik heb een paar vrienden gemaild, en m'n ouders gebeld. Ze sliepen al. Stom van me. Ik was helemaal vergeten dat het daar veel later is.

Op zondag ga ik altijd naar de kerk. En o ja, ik heb les 15 geleerd, voor vandaag. Daar had jij vast geen tijd voor! Eh, nee, niet echt. Zondag had ik het dus te druk. Zaterdagmorgen heb ik gewinkeld, met een vriendin. Kleren gekocht en schoenen. En een cadeautje voor die vrienden over wie ik sprak. Zaterdagmiddag werk ik altijd in de supermarkt. Maar ik heb wel geoefend! Ik heb een kwartier met een collega gepraat, in de pauze. Hij vroeg hoe lang ik hier woonde, en wat ik deed. Weet je wat hij zei? Tsjonge, wat spreek jij al goed Nederlands!

Les 15 Een druk weekend Lesson 15 A busy weekend Lección 15 Un fin de semana ajetreado درس 15 آخر هفته شلوغ Lekcja 15 Pracowity weekend

Hoi Julia, hoe is 't ermee? Hallo Julia, wie geht es dir? Hi Julia, how are you? سلام جولیا، خوبی؟ Cześć Julio, jak się masz? Alles goed? Everything okay? Leuk weekend gehad? Nice weekend? آخر هفته خوبی داشتید؟ Miłego weekendu? Ja, hoor. Sure. TAk. Leuk maar druk. Fun but busy. Ik ben op bezoek geweest bij mijn nieuwe vrienden, zondag. Am Sonntag habe ich meine neuen Freunde besucht. I went to visit my new friends on Sunday. یکشنبه به دوستان جدیدم سر زدم. W niedzielę pojechałem odwiedzić moich nowych przyjaciół. Zij wonen ook pas in Nederland. Sie leben ebenfalls seit kurzem in den Niederlanden. They also recently moved to the Netherlands. آنها همچنین فقط در هلند زندگی می کنند. Niedawno przeprowadzili się także do Holandii. We hebben veel gepraat en ontzettend gelachen. Wir haben viel geredet und viel gelacht. We talked a lot and laughed a lot. 's Middags zijn we naar het strand geweest. Am Nachmittag gingen wir an den Strand. In the afternoon we went to the beach. Dat wou ik graag. Das ist es, was ich wollte. I wanted that. Chciałem tego. Ik had hier nog nooit de zee gezien. Ich hatte das Meer hier noch nie gesehen. I had never seen the sea here. من تا حالا اینجا دریا ندیده بودم. Nigdy tu nie widziałem morza. Naar het strand? Zum Strand? To the beach? Brr. Brrr. Was 't niet veel te koud? Wasn't it too cold? Dat viel wel mee. Das war gar nicht so schlecht. That was easy. آن آسان بود. To było łatwe. En het was prachtig. Und es war wunderschön. And it was beautiful. Dat lege strand, die wilde zee en al die vogels. Der leere Strand, das wilde Meer und all die Vögel. That empty beach, that wild sea and all those birds. Ta pusta plaża, to dzikie morze i te wszystkie ptaki. Daarna hebben we samen gekookt. Dann haben wir gemeinsam gekocht. Then we cooked together. Zij Spaans en ik Russisch, heerlijk! Sie spanisch und ich russisch, herrlich! She Spanish and I Russian, delicious! او اسپانیایی است و من روسی هستم، فوق العاده! 's Avonds zijn we nog even de stad in geweest. In the evening we went into town for a while. Wieczorem poszliśmy na chwilę do miasta. Ik was laat thuis, over twaalven! I was home late, about twelve! دیر رسیدم خونه بعد از دوازده!

En jij, Carmen? What about you, Carmen? Wat heb jij gedaan? What have you done? Oh, niets bijzonders. Oh, nothing special. اوه، چیز خاصی نیست. Op zaterdag slaap ik meestal uit. I usually sleep in on Saturdays. من معمولا شنبه ها می خوابم. Zwykle śpię w soboty. Dus dit weekend ook. So this weekend too. Daarna ben ik naar het sportcentrum geweest. Then I went to the sports center. Potem poszedłem do centrum sportowego. Ik heb m'n kamer opgeruimd en schoongemaakt. I tidied and cleaned my room. Dat was wel nodig! That was necessary! En boodschappen gedaan voor de hele week. And shopping for the whole week. I zakupy przez cały tydzień. Ik heb een paar vrienden gemaild, en m'n ouders gebeld. I emailed a few friends and called my parents. Ze sliepen al. They were already asleep. آنها قبلاً خواب بودند. Stom van me. Stupid of me. احمق از من. Ik was helemaal vergeten dat het daar veel later is. Ich hatte ganz vergessen, dass es dort viel später ist. I had completely forgotten that it is much later there. کاملاً فراموش کردم که خیلی دیرتر آنجاست.

Op zondag ga ik altijd naar de kerk. On Sundays, I always go to church. En o ja, ik heb les 15 geleerd, voor vandaag. And oh yes, I learned lesson 15, for today. Daar had jij vast geen tijd voor! You probably didn't have time for that! احتمالاً برای آن وقت نداشتید! Eh, nee, niet echt. Um, no, not really. Zondag had ik het dus te druk. So I was too busy on Sunday. Zaterdagmorgen heb ik gewinkeld, met een vriendin. Saturday morning I went shopping with a friend. Kleren gekocht en schoenen. Bought clothes and shoes. En een cadeautje voor die vrienden over wie ik sprak. And a present for those friends I spoke of. Zaterdagmiddag werk ik altijd in de supermarkt. Saturday afternoons I always work at the supermarket. Maar ik heb wel geoefend! But I did practice! اما من تمرین کردم! Ik heb een kwartier met een collega gepraat, in de pauze. I talked to a colleague for fifteen minutes, during the break. Hij vroeg hoe lang ik hier woonde, en wat ik deed. He asked how long I lived here and what I did. Weet je wat hij zei? Do you know what he said? Tsjonge, wat spreek jij al goed Nederlands! Boy, do you speak Dutch well already! وای، شما خیلی خوب هلندی صحبت می کنید!