×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 10 Een heerlijk klimaat

Les 10 Een heerlijk klimaat

Welke dag is het vandaag? Hoe laat gaan de winkels dicht? Hoe lang duurt de cursus? Wanneer gaat u met vakantie? Hoe laat sta je op? Belangrijke vragen! We willen graag weten wanneer iets gebeurt. Of hoe lang iets duurt. Daarom verdelen we de tijd in stukken. Jaren, maanden, weken. Dagen, uren, minuten en seconden.

Een jaar bestaat uit 12 maanden, en een maand uit ongeveer 4 weken. In Nederland hebben we 4 seizoenen. Het weer verschilt per seizoen.

In de zomer is het warm. Tenminste, dat zeggen de Nederlanders. Tussen de 20 en de 25 graden vinden ze warm. Dikwijls schijnt de zon, maar het regent ook heel vaak. In de maanden juli en augustus gaan veel mensen met vakantie. Naar een land dat minder nat is!

In september begint de herfst, of het najaar. In oktober en november wordt het koud. De dagen worden korter. Het wordt vroeg donker. Het waait, de bladeren vallen van de bomen.

In december begint de winter. Soms is de temperatuur onder 0: het vriest. Soms sneeuwt het ook. Als het een paar weken vriest, komt er ijs op het water. En op het ijs kunnen we schaatsen.

In de lente komen er weer bladeren aan de bomen. We zien overal bloemen. Het wordt warmer, de dagen worden langer. Het is voorjaar! Wat een heerlijk klimaat heeft Nederland! Je hebt alles: zon, regen, wind. Het weer is nooit hetzelfde, het verandert steeds. Het is niet te warm, maar ook niet te koud. Het beste plekje op aarde!


Les 10 Een heerlijk klimaat

Welke dag is het vandaag? Hoe laat gaan de winkels dicht? What time do the shops close? Hoe lang duurt de cursus? Wanneer gaat u met vakantie? Hoe laat sta je op? What time do you get up? Belangrijke vragen! We willen graag weten wanneer iets gebeurt. Wir möchten wissen, wann etwas passiert. We would like to know when something happens. Of hoe lang iets duurt. Daarom verdelen we de tijd in stukken. That's why we divide the time into chunks. Jaren, maanden, weken. Dagen, uren, minuten en seconden.

Een jaar bestaat uit 12 maanden, en een maand uit ongeveer 4 weken. In Nederland hebben we 4 seizoenen. Het weer verschilt per seizoen.

In de zomer is het warm. Tenminste, dat zeggen de Nederlanders. Tussen de 20 en de 25 graden vinden ze warm. Dikwijls schijnt de zon, maar het regent ook heel vaak. Often the sun shines, but it also rains very often. In de maanden juli en augustus gaan veel mensen met vakantie. Naar een land dat minder nat is!

In september begint de herfst, of het najaar. In oktober en november wordt het koud. De dagen worden korter. Het wordt vroeg donker. Het waait, de bladeren vallen van de bomen.

In december begint de winter. Soms is de temperatuur onder 0: het vriest. Sometimes the temperature is below 0: it freezes. Soms sneeuwt het ook. Als het een paar weken vriest, komt er ijs op het water. Wenn es für ein paar Wochen gefriert, bildet sich Eis auf dem Wasser. If it freezes for a few weeks, ice will form on the water. En op het ijs kunnen we schaatsen. And we can skate on the ice.

In de lente komen er weer bladeren aan de bomen. In the spring, leaves appear on the trees again. We zien overal bloemen. We see flowers everywhere. Het wordt warmer, de dagen worden langer. Het is voorjaar! Wat een heerlijk klimaat heeft Nederland! Je hebt alles: zon, regen, wind. Het weer is nooit hetzelfde, het verandert steeds. Het is niet te warm, maar ook niet te koud. Het beste plekje op aarde! Der beste Ort der Welt! The best place on earth!