Les 19 Het postkantoor
Het postkantoor 1 Even kijken of de post al langs is geweest. Ja, inderdaad.
Er is een brief aangekomen en een bericht van een aangetekend stuk. Hm, ze hebben niemand thuis getroffen. Vanavond wordt het stuk opnieuw aangeboden, tussen 18.00 en 20.00 uur, aldus het bericht Ik denk dat ik het stuk zelf ga halen. 5 Ik moet toch naar het postkantoor om postzegels te kopen. We hebben trouwens ook geld nodig. Dan ga ik meteen langs de bank om geld uit de muur te halen. - Wat bedoel je met 'geld uit de muur halen'? O, die uitdrukking betekent: geld halen uit een automaat. Die zit buiten, in de muur van een bank. 10 - Hoe werkt zo'n automaat? Ongeveer als een kqffieautomaat. In plaats van geld stop je je pinpas in de gleuf, je drukt op een paar toetsen en even later komt er geld uit in plaats van koffie. Er staat vast ook wel zo'n automaat bij het postkantoor. Dan hoefik niet ook nog naar onze eigen bank te rijden. 16 Dag meneer, waarmee kan ik u van dienst zijn? - Ik heb een bericht van een aangetekend stuk gekregen. Een ogenblik, ik ga het voor u pakken. Alstublieft. Wilt u hier tekenen en mag ik even uw paspoort of rijbewijs zien? 20 Dank u wel, hier is uw paspoort weer terug. - Ik heb ook postzegels nodig. Hoeveel moet er op een brief naar Spanje? Ik wil hem aangetekend versturen, of nee, ik bedoel per expresse. Hoeveel kost dat extra? Hoe zwaar is uw brief? Ik zal hem even voor u wegen. Kijk hier hangt een lijst met alle 25 tarieven, waarop precies staat wat het kost. - O ja, ook nog graag een strippenkaart. Alstublieft. - Dank u wel. 30 Op het postkantoor kun je tevens terecht om rekeningen te betalen of om geld te halen, net als op een bank. Het postkantoor heet daarom tegenwoordig de 'postbank'. En als je een nieuwe auto koopt, moet je ook naar het postkantoor. Daar maken ze voor jou de papieren in orde. Die papieren zijn van groot belang. Vergeet dat dus niet, vooral als het een gebruikte 35 auto betreft.
Geef antwoord:
1.
Hoe laat komt de post bij jou langs? Hoeveel keer per week? 2. Op welke punten kun je terecht om geld uit de muur te halen? 3. Welke zaken kan men op het postkantoor in orde maken? 4. Hoe heb jij contact met je familie en vrienden (per post of op een andere manier)?
Grammatica (30)
Gisteren moest ik naar het postkantoor.
Ik had geld nodig. Het was er erg druk. Vandaag moet ik weer naar het postkantoor. Ik heb weer geld nodig. Vandaag is het misschien niet zo druk.