×

Nous utilisons des cookies pour rendre LingQ meilleur. En visitant le site vous acceptez nos Politique des cookies.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 41 Wie heeft de meeste macht?

Les 41 Wie heeft de meeste macht?

Wie heeft de meeste macht in Nederland? De koningin vermoed ik. Nee, geen sprake van. Zij heeft een puur symbolische functie. Ze treedt eventjes op als er een nieuwe regering moet komen. Meer niet. Hoe komt een nieuwe regering dan tot stand? Op basis van verkiezingen. Elke 4 jaar kiest de bevolking een parlement. De mensen stemmen op een politieke partij. Het CDA, de PvdA, de VVD, Groenlinks. De partij die de verkiezingen wint, moet overleggen met andere partijen. Geen enkele partij heeft in Nederland namelijk de meerderheid. Ze bespreken samen de toekomstige politieke lijn. Ze spreken af wie minister-president wordt, en wie de ministers.

Nou, de conclusie is duidelijk: dan heeft het volk de macht in handen. Tijdens de verkiezingen. Maar daarna geeft het die weer uit handen. Hoezo? Wat bedoel je? Aan wie geeft het volk de macht? Aan het parlement. Dat beslist over het beleid van de regering. Het voert debatten, stelt vragen, levert kritiek. Het kan zeggen: minister, dit is geen goed voorstel. We wensen veranderingen. De minister kan die wens volgen, maar hij kan dat ook weigeren. Soms verliest het parlement het vertrouwen in de minister. Die legt dan meestal zijn functie neer. En dat kan het einde betekenen van de hele regering. Ja, dat verandert alles. Dan heeft het parlement de meeste macht!

Ja en nee. De regering heeft het initiatief. Zij maakt de plannen. En de regeringspartijen hebben de meerderheid in het parlement, zodat de meeste debatten goed aflopen voor de regering. Uiteindelijk beslist die waar de miljarden naartoe gaan: onderwijs, zorg, justitie. De ene regering of de andere, maakt dat verschil? Soms verschilt het beleid van een regering sterk van dat van de vorige. Maar eerlijk gezegd zijn de verschillen dikwijls niet erg groot. Echt linkse of rechtse partijen zijn er namelijk niet. In Nederland is iedereen gelijk. Dat geldt ook voor politieke partijen.


Les 41 Wie heeft de meeste macht? Lektion 41 Wer hat die meiste Macht? Lesson 41 Who has the most power? Lección 41 ¿Quién tiene más poder?

Wie heeft de meeste macht in Nederland? Who has the most power in the Netherlands? De koningin vermoed ik. The queen I suspect. Nee, geen sprake van. No, no way. Zij heeft een puur symbolische functie. She has a purely symbolic function. Ze treedt eventjes op als er een nieuwe regering moet komen. She acts briefly when a new government must be formed. Meer niet. Nothing more. Hoe komt een nieuwe regering dan tot stand? So how does a new government come about? Op basis van verkiezingen. Election-based. Elke 4 jaar kiest de bevolking een parlement. Every 4 years, the people elect a parliament. De mensen stemmen op een politieke partij. People vote for a political party. Het CDA, de PvdA, de VVD, Groenlinks. The CDA, the Labour Party, the VVD, the Green Left. De partij die de verkiezingen wint, moet overleggen met andere partijen. The party that wins the election must consult with other parties. Geen enkele partij heeft in Nederland namelijk de meerderheid. After all, no party has a majority in the Netherlands. Ze bespreken samen de toekomstige politieke lijn. They discuss the future political line together. Ze spreken af wie minister-president wordt, en wie de ministers. They agree on who will be prime minister, and who will be the ministers.

Nou, de conclusie is duidelijk: dan heeft het volk de macht in handen. Well, the conclusion is clear: then the people hold the power. Tijdens de verkiezingen. During elections. Maar daarna geeft het die weer uit handen. But then it hands those off again. Hoezo? Why? Wat bedoel je? What do you mean? Aan wie geeft het volk de macht? To whom do the people give power? Aan het parlement. To Parliament. Dat beslist over het beleid van de regering. That decides government policy. Het voert debatten, stelt vragen, levert kritiek. It debates, questions, criticizes. Het kan zeggen: minister, dit is geen goed voorstel. It can say: minister, this is not a good proposal. We wensen veranderingen. We desire changes. De minister kan die wens volgen, maar hij kan dat ook weigeren. The minister can follow that wish, but he can also refuse it. Soms verliest het parlement het vertrouwen in de minister. Sometimes parliament loses confidence in the minister. Die legt dan meestal zijn functie neer. The latter then usually resigns his position. En dat kan het einde betekenen van de hele regering. And that could mean the end of the entire government. Ja, dat verandert alles. Yes, that changes everything. Dan heeft het parlement de meeste macht! Then parliament has the most power!

Ja en nee. Yes and no. De regering heeft het initiatief. The government has the initiative. Zij maakt de plannen. She makes the plans. En de regeringspartijen hebben de meerderheid in het parlement, zodat de meeste debatten goed aflopen voor de regering. And the ruling parties have the majority in parliament, so most debates end well for the government. Uiteindelijk beslist die waar de miljarden naartoe gaan: onderwijs, zorg, justitie. Ultimately, it decides where the billions go: education, healthcare, justice. De ene regering of de andere, maakt dat verschil? One government or another, does that make a difference? Soms verschilt het beleid van een regering sterk van dat van de vorige. Sometimes a government's policies differ greatly from the previous one. Maar eerlijk gezegd zijn de verschillen dikwijls niet erg groot. But frankly, the differences are often not very great. Echt linkse of rechtse partijen zijn er namelijk niet. Indeed, there are no real left or right parties. In Nederland is iedereen gelijk. In the Netherlands, everyone is equal. Dat geldt ook voor politieke partijen. The same goes for political parties.