Les 15 Een druk weekend
Lekcja 15 Pracowity weekend
Hoi Julia, hoe is 't ermee?
Hallo Julia, wie geht es dir?
Hi Julia, how are you?
Cześć Julio, jak się masz?
Alles goed?
Leuk weekend gehad?
Miłego weekendu?
Ja, hoor.
Sure.
TAk.
Leuk maar druk.
Fun but busy.
Ik ben op bezoek geweest bij mijn nieuwe vrienden, zondag.
Am Sonntag habe ich meine neuen Freunde besucht.
I went to visit my new friends on Sunday.
W niedzielę pojechałem odwiedzić moich nowych przyjaciół.
Zij wonen ook pas in Nederland.
Sie leben ebenfalls seit kurzem in den Niederlanden.
They also recently moved to the Netherlands.
Niedawno przeprowadzili się także do Holandii.
We hebben veel gepraat en ontzettend gelachen.
Wir haben viel geredet und viel gelacht.
We talked a lot and laughed a lot.
's Middags zijn we naar het strand geweest.
Am Nachmittag gingen wir an den Strand.
In the afternoon we went to the beach.
Dat wou ik graag.
Das ist es, was ich wollte.
I wanted that.
Chciałem tego.
Ik had hier nog nooit de zee gezien.
Ich hatte das Meer hier noch nie gesehen.
I had never seen the sea here.
Nigdy tu nie widziałem morza.
Naar het strand?
Zum Strand?
To the beach?
Brr.
Brrr.
Was 't niet veel te koud?
Wasn't it too cold?
Dat viel wel mee.
Das war gar nicht so schlecht.
That was easy.
To było łatwe.
En het was prachtig.
Und es war wunderschön.
Dat lege strand, die wilde zee en al die vogels.
Der leere Strand, das wilde Meer und all die Vögel.
That empty beach, that wild sea and all those birds.
Ta pusta plaża, to dzikie morze i te wszystkie ptaki.
Daarna hebben we samen gekookt.
Dann haben wir gemeinsam gekocht.
Then we cooked together.
Zij Spaans en ik Russisch, heerlijk!
Sie spanisch und ich russisch, herrlich!
She Spanish and I Russian, delicious!
's Avonds zijn we nog even de stad in geweest.
In the evening we went into town for a while.
Wieczorem poszliśmy na chwilę do miasta.
Ik was laat thuis, over twaalven!
I was home late, about twelve!
En jij, Carmen?
Wat heb jij gedaan?
What have you done?
Oh, niets bijzonders.
Op zaterdag slaap ik meestal uit.
I usually sleep in on Saturdays.
Zwykle śpię w soboty.
Dus dit weekend ook.
So this weekend too.
Daarna ben ik naar het sportcentrum geweest.
Potem poszedłem do centrum sportowego.
Ik heb m'n kamer opgeruimd en schoongemaakt.
I tidied and cleaned my room.
Dat was wel nodig!
That was necessary!
En boodschappen gedaan voor de hele week.
And shopping for the whole week.
I zakupy przez cały tydzień.
Ik heb een paar vrienden gemaild, en m'n ouders gebeld.
I emailed a few friends and called my parents.
Ze sliepen al.
They were already asleep.
Stom van me.
Stupid of me.
Ik was helemaal vergeten dat het daar veel later is.
I had completely forgotten that it is much later there.
Op zondag ga ik altijd naar de kerk.
En o ja, ik heb les 15 geleerd, voor vandaag.
Daar had jij vast geen tijd voor!
You probably didn't have time for that!
Eh, nee, niet echt.
Zondag had ik het dus te druk.
So I was too busy on Sunday.
Zaterdagmorgen heb ik gewinkeld, met een vriendin.
Saturday morning I went shopping with a friend.
Kleren gekocht en schoenen.
Bought clothes and shoes.
En een cadeautje voor die vrienden over wie ik sprak.
And a present for those friends I spoke of.
Zaterdagmiddag werk ik altijd in de supermarkt.
Maar ik heb wel geoefend!
But I did practice!
Ik heb een kwartier met een collega gepraat, in de pauze.
I talked to a colleague for fifteen minutes, during the break.
Hij vroeg hoe lang ik hier woonde, en wat ik deed.
He asked how long I lived here and what I did.
Weet je wat hij zei?
Do you know what he said?
Tsjonge, wat spreek jij al goed Nederlands!
Boy, do you speak Dutch well already!