Vakantie vroeger en nu
Urlaub früher und heute
Les vacances d'hier et d'aujourd'hui
Kamperen, een huisje huren, een hotel of met het vliegtuig naar de zon: tegenwoordig gaat bijna iedereen op vakantie.
Camping, renting a house, a hotel or taking the plane towards the sun, nowadays almost everyone goes on holidays.
Camper, louer une maison, un hôtel ou s'envoler vers le soleil : de nos jours presque tout le monde part en vacances.
キャンプ、家、ホテル、飛行機で太陽を借りる:今日ではほとんどの人が休日に行きます。
Maar dat is niet altijd zo geweest.
But that hasn't always been the case.
Mais cela n'a pas toujours été le cas.
しかし、常にそうであるとは限りません。
Mas nem sempre foi esse o caso.
Vroeger hadden mensen helemaal geen vakantie.
Back in the days people didn't have holidays at all.
Dans le passé, les gens n'avaient pas de vacances du tout.
人々はかつて全く休暇をとっていませんでした。
Vroeger hadden de meeste arbeiders geen vrije tijd.
Back the days, most workers didn't have free time.
Dat was iets voor rijke mensen.
That was something for rich people.
Die gingen bijvoorbeeld naar het strand in Scheveningen, of ze maakten uitstapjes naar Rome en Parijs.
They went to the beach in Scheveningen for example, or they made trips to Rome and Paris.
Par exemple, ils sont allés à la plage de Scheveningen, ou ils ont fait des voyages à Rome et à Paris.
たとえば、彼らはシェベニンゲンのビーチに行ったり、ローマやパリに旅行したりしました。
Ook kamperen was iets voor rijke mensen.
Camping was also something for rich people.
キャンプも金持ちにとっては何かでした。
Arbeiders hadden geen geld om op vakantie te gaan, en ze hadden ook geen tijd.
Workers didn't have the money to go on holidays, and they also didn't have any time.
労働者には休暇に行くお金がなく、時間がありませんでした。
Arbeiders werkten vroeger 7 dagen per week.
Workers used to work 7 days per week.
Les ouvriers travaillaient 7 jours sur 7.
Werkweken van 60 uur waren heel gewoon.
Workweeks of 60 hours were very common.
Les semaines de travail de 60 heures étaient courantes.
60時間の労働週が一般的でした。
Bijna niemand die werkte had recht op vrije dagen.
Almost no one who worked was entitled to days off.
Presque tous ceux qui travaillaient avaient droit à des jours de congé.
働いた人はほとんど休日の資格がありませんでした。
Maar in 1919 kreeg iedereen recht op vrije tijd.
But in 1919, everyone became entitled to free time.
Mais en 1919, tout le monde a eu le droit aux loisirs.
In dat jaar werd er een nieuwe wet aangenomen door het parlement.
In that year, a new law was passed by the parlement.
Cette année-là, une nouvelle loi a été votée par le parlement.
In die wet stond dat arbeiders niet meer dan 8 uur per dag mochten werken.
That law said that workers were not allowed to work more than 8 hours per day.
La loi stipulait que les travailleurs n'étaient pas autorisés à travailler plus de 8 heures par jour.
Er stond ook in dat ze op zaterdagmiddag en op zondag vrij hadden.
It also said that they had Saturday afternoon and Sunday off.
Il a également déclaré qu'ils avaient le samedi après-midi et le dimanche de congé.
Voor veel mensen was het belangrijk dat op zondag niet gewerkt hoefde te worden.
For many people it was important that they didn't have to work on Sundays.
Pour beaucoup de gens, il était important de ne pas avoir à travailler le dimanche.
多くの人にとって、日曜日に働く必要がないことが重要でした。
Para muitas pessoas, era importante que eles não tivessem que trabalhar aos domingos.
Veel mensen waren namelijk christen.
This was because many people were Christian.
Beaucoup de gens étaient chrétiens.
多くの人がクリスチャンでした。
Muitas pessoas eram cristãs.
En op een vrije zondag kon iedereen gemakkelijk naar de kerk.
And on a free Sunday, everyone could easily go to church.
Et un dimanche libre, tout le monde pouvait facilement aller à l'église.
Iedereen had na 1919 recht op een vrij weekend.
Everyone was entitled to weekends off after 1919.
Après 1919, tout le monde avait droit à un week-end libre.
1919年以降、誰もが週末を過ごす権利がありました。
Arbeiders konden nu ook een dagje uit, bijvoorbeeld naar het strand.
Workers could now also have a day out, for example at the beach.
労働者は、たとえばビーチに出かけることもできるようになりました。
Maar arbeiders hadden nog geen recht op vakantiedagen.
But workers still weren't entitled to vacation days.
しかし、労働者はまだ休暇の権利がありませんでした。
Dat duurde nog vele jaren.
That still took many years.
それには何年もかかりました。
Isso durou muitos anos.
In 1928 staakten de loodgieters 19 weken.
In 1928, the plumbers went on a strike for 19 weeks.
1928年に配管工は19週間ストライキをしていました。
Het resultaat van die staking was dat zij 4 vakantiedagen per jaar kregen.
The result of this strike was that they got 4 vacation days per year.
そのストライキの結果、彼らは年間4日間の休暇をとった。
Daarna kregen de bouwvakkers recht op 3 vakantiedagen.
After that, the construction workers became entitled to 3 vacation days.
その後、建設労働者は3日間の休暇をとることができました。
Later kregen steeds meer mensen vakantiedagen.
Later, more and more people got vacation days.
その後、ますます多くの人々が休暇を与えられました。
Veel mensen gingen in hun vrije tijd wandelen in een park in de stad, of ze gingen naar de dierentuin.
Many people took walks in a park in the city in their free time, or they went to the zoo.
多くの人が市内の公園を散歩したり、暇なときに動物園に行ったりしました。
In de jaren '50 werd kamperen in Nederland erg populair.
In the 50's, camping became very popular in the Netherlands.
Vakantie was niet meer alleen voor de rijken, het was nu iets voor iedereen, ook voor werknemers.
Holidays were not just for the rich anymore, it was now something for everyone, also workers.
休日はもはや金持ちだけのものではなく、従業員を含むすべての人にとっての何かでした。
In 1966 kwam in de wet te staan dat iedereen recht heeft op vakantie.
In 1966 it became law that everyone is entitled to vacation.
1966年に誰もが休暇を取る権利を持っていることが法律になりました。