×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Nederlands voor Buitenlunders, Les 29 Vragenlijst Vrije tijd

Les 29 Vragenlijst Vrije tijd

1 Wat betekent vrije tijd voor jou? Van je rust genieten, of allerlei activiteiten ondernemen? Ik ben erg actief in mijn vrije tijd. Ik heb 't drukker dan op m'n werk. 2 Wie of wat bepaalt de manier waarop je je vrije tijd besteedt? Familie, vrienden, de media? Mijn vrienden hebben daar invloed op, maar ook de media. Via de media weet ik wat er te doen is. 3 Besteed je normaal gesproken meer tijd aan iets cultureels of aan sport? Ik heb voor allebei belangstelling, zowel voor cultuur als voor sport.

4 Kom je wel eens in een museum? Een filmtheater? Een concertzaal? Ik ga vaak naar de film. Zowel naar actiefilms als naar serieuze films. Verder hou ik enorm van jazz. Ik ga regelmatig naar een jazzconcert. 5 Als je sport, doe je dat in de buitenlucht? Of in het sportcentrum? Sport je samen met anderen? Of doe je dat bij voorkeur in je eentje? Ik wandel graag, 't liefst met anderen. Naar het sportcentrum ga ik ook. 6 Ga je vaak uit? Naar het café, of uit eten in een restaurant? Ik ga vrijwel elke zaterdagavond naar de disco. Op die manier krijg ik nog meer beweging. Restaurants vind ik te duur. Ik nodig liever gasten bij mij thuis uit. Dan kook ik extra lekker.

7 Waarmee vul je in het algemeen je vrije tijd als je thuis blijft? Ik zit vaak achter mijn computer. Chatten, mailen, of op msn. Voor mijn sociale contacten. En ik kijk tv, als er een goeie film is. Of een spannende voetbalwedstrijd. Of ik lees een boek. In het Nederlands! 8 Heb je nog hobby's die we niet genoemd hebben? Maak je zelf muziek bij voorbeeld, of doe je aan een andere vorm van kunst? Het hangt ervan af of je dansen kunst noemt. Ik dans. In het verleden heb ik daarmee prijzen gewonnen. Ik hoorde bij de internationale top.

Les 29 Vragenlijst Vrije tijd Lektion 29 Freizeitfragebogen Lesson 29 Leisure Time Questionnaire Leçon 29 Questionnaire sur les loisirs Lekcja 29 Kwestionariusz czasu wolnego Lição 29 Questionário de lazer Урок 29 Анкета для досуга Урок 29 Опитувальник про дозвілля

1 Wat betekent vrije tijd voor jou? 1 What does free time mean to you? Van je rust genieten, of allerlei activiteiten ondernemen? Enjoy your rest, or undertake all kinds of activities? Ik ben erg actief in mijn vrije tijd. I am very active in my free time. Ik heb 't drukker dan op m'n werk. I'm busier than at work. 2 Wie of wat bepaalt de manier waarop je je vrije tijd besteedt? 2 Wer oder was bestimmt, wie Sie Ihre Freizeit verbringen? 2 Who or what determines how you spend your free time? Familie, vrienden, de media? Family, friends, the media? Mijn vrienden hebben daar invloed op, maar ook de media. My friends influence that, but so does the media. Via de media weet ik wat er te doen is. Through the media, I know what to do. 3 Besteed je normaal gesproken meer tijd aan iets cultureels of aan sport? 3 Verbringen Sie normalerweise mehr Zeit mit kulturellen Aktivitäten oder mit Sport? 3 Do you normally spend more time on something cultural or sports? Ik heb voor allebei belangstelling, zowel voor cultuur als voor sport. I am interested in both, culture and sports.

4 Kom je wel eens in een museum? 4 Haben Sie jemals ein Museum besucht? 4 Do you ever visit a museum? Een filmtheater? A movie theater? Een concertzaal? A concert hall? Ik ga vaak naar de film. I often go to the movies. Zowel naar actiefilms als naar serieuze films. Both to action movies and serious movies. Verder hou ik enorm van jazz. I also really like jazz. Ik ga regelmatig naar een jazzconcert. I regularly go to jazz concerts. 5 Als je sport, doe je dat in de buitenlucht? 5 When you exercise, do you do it outdoors? Of in het sportcentrum? Or at the sports center? Sport je samen met anderen? Do you exercise with others? Of doe je dat bij voorkeur in je eentje? Oder ziehen Sie es vor, dies selbst zu tun? Or do you prefer to do that alone? Ik wandel graag, 't liefst met anderen. I like to walk, preferably with others. Naar het sportcentrum ga ik ook. To the sports center I go too. 6 Ga je vaak uit? 6 Do you go out often? Naar het café, of uit eten in een restaurant? To the café, or out to dinner at a restaurant? Ik ga vrijwel elke zaterdagavond naar de disco. I go to the disco almost every Saturday night. Op die manier krijg ik nog meer beweging. That way I get even more movement. Restaurants vind ik te duur. Restaurants I find too expensive. Ik nodig liever gasten bij mij thuis uit. I prefer to invite guests to my home. Dan kook ik extra lekker. Then I cook extra delicious.

7 Waarmee vul je in het algemeen je vrije tijd als je thuis blijft? 7 How do you generally fill your free time when you stay at home? Ik zit vaak achter mijn computer. I often sit at my computer. Chatten, mailen, of op msn. Chat, email, or on msn. Voor mijn sociale contacten. For my social contacts. En ik kijk tv, als er een goeie film is. And I watch TV, if there's a good movie. Of een spannende voetbalwedstrijd. Or an exciting soccer game. Of ik lees een boek. Or I read a book. In het Nederlands! In Dutch! 8 Heb je nog hobby's die we niet genoemd hebben? 8 Do you have any hobbies we haven't mentioned? Maak je zelf muziek bij voorbeeld, of doe je aan een andere vorm van kunst? Machen Sie zum Beispiel selbst Musik oder eine andere Form der Kunst? For example, do you make music yourself, or do you practice another form of art? Het hangt ervan af of je dansen kunst noemt. It depends if you call dancing art. Ik dans. I dance. In het verleden heb ik daarmee prijzen gewonnen. In the past, I have won awards with that. Ik hoorde bij de internationale top. I belonged to the international top.