Adverbs

Bijwoorden (حال)

Bijwoorden — in Urdu ḥāl (حال) genoemd — wijzigen werkwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of andere bijwoorden. Ze beschrijven hoe, wanneer, waar of in welke mate een actie plaatsvindt.

Hoofdfuncties

Bijwoorden beantwoorden vragen zoals:

  • Hoe? — کیسے؟ (kaise?)

  • Wanneer? — کب؟ (kab?)

  • Waar? — کہاں؟ (kahān?)

  • In welke mate? — کتنا؟ (kitnā?)

Voorbeelden:

  • وہ تیزی سے بھاگا۔ — Hij rende snel.

  • میں کل آؤں گا۔ — Ik kom morgen.

  • وہ یہاں بیٹھا ہے۔ — Hij zit hier.

  • یہ بہت خوبصورت ہے۔ — Dit is heel mooi.

Soorten bijwoorden

  1. Wijze van optreden (طورِ عمل)
    Beschrijf hoe een actie plaatsvindt.
    Voorbeelden:
    آہستہ (langzaam), زور سے (luid), تیزی سے (snel), اچھی طرح (goed).
    Voorbeeld:
    وہ آہستہ بولتا ہے۔ — Hij spreekt langzaam.
    بچوں نے زور سے ہنسا۔ — De kinderen lachten luid.

  2. Tijd bijwoorden (زمانی حال)
    Duid aan wanneer iets gebeurt.
    Voorbeelden:
    کل (gisteren/morgen), آج (vandaag), ابھی (nu), ہمیشہ (altijd), کبھی (ooit).
    Voorbeeld:
    میں کل گیا تھا۔ — Ik ging gisteren.
    وہ ابھی آیا۔ — Hij kwam net.

  3. Plaatsbijwoorden (مکانی حال)
    Duid locatie of richting aan.
    Voorbeelden:
    یہاں (hier), وہاں (daar), اوپر (boven), نیچے (beneden), باہر (buiten), اندر (binnen).
    Voorbeeld:
    وہ یہاں کھڑا ہے۔ — Hij staat hier.
    بچہ باہر گیا۔ — Het kind ging naar buiten.

  4. Frequentie bijwoorden (تکراری حال)
    Duid aan hoe vaak iets gebeurt.
    Voorbeelden:
    ہمیشہ (altijd), اکثر (vaak), کبھی کبھی (soms), شاذ و نادر (zeldzaam), کبھی نہیں (nooit).
    Voorbeeld:
    وہ ہمیشہ خوش رہتی ہے۔ — Ze is altijd gelukkig.
    میں کبھی نہیں جھوٹ بولتا۔ — Ik lieg nooit.

  5. Graadbijwoorden (مقداری حال)
    Beschrijf de mate of intensiteit van een actie of eigenschap.
    Voorbeelden:
    بہت (erg), کم (weinig), زیادہ (meer), نہایت (extreem).
    Voorbeeld:
    وہ بہت خوبصورت ہے۔ — Zij is heel mooi.
    پانی بہت ٹھنڈا ہے۔ — Het water is heel koud.

Samenstelling

Veel bijwoorden worden gevormd van bijvoeglijke naamwoorden of zelfstandige naamwoorden met behulp van طور پر (ṭaur par) wat "op een manier/wijze" betekent.

Voorbeelden:

  • خوش → خوشی طور پر (vrolijk)

  • احتیاط → احتیاط سے (zorgvuldig)

  • آسان → آسانی سے (gemakkelijk)

Ontkenning

Negatief maken van bijwoorden omvat vaak نہیں (nahīn) of کبھی نہیں (nooit).

Voorbeelden:

  • وہ اب نہیں آتا۔ — Hij komt niet meer.

  • میں نے کبھی نہیں دیکھا۔ — Ik heb het nooit gezien.

Volgorde in Zinnen

Bijwoorden verschijnen meestal voor het werkwoord, hoewel de woordvolgorde in Urdu flexibel is.

Voorbeelden:

  • وہ جلدی چلا گیا۔ — Hij vertrok snel.

  • میں ہمیشہ یہاں آتا ہوں۔ — Ik kom hier altijd.

Wanneer er meerdere bijwoorden zijn, is de volgorde meestal wijzeplaatstijd:
میں آہستہ اسکول کل گیا۔ — Ik ging langzaam naar school gisteren.

Veelvoorkomende en Idiomatische Bijwoorden

Sommige bijwoorden hebben idiomatische betekenissen of zijn geleend uit het Perzisch/Arabic:

  • فوراً (foran) — onmiddellijk

  • آہستہ آہستہ — geleidelijk

  • حال ہی میں — recentelijk

  • فی الفور — onmiddellijk

  • یکدم — plotseling

  • دیر سے — laat

  • صبح صبح — vroeg in de ochtend

Voorbeelden:

  • وہ فوراً واپس آیا۔ — Hij kwam onmiddellijk terug.

  • ہم حال ہی میں لاہور گئے۔ — We zijn onlangs naar Lahore gegaan.

  • وہ آہستہ آہستہ بولی۔ — Ze sprak langzaam.

Register en Toon

Bijwoorden kunnen aangeven formaliteit:

  • Informeel: ابھی، ذرا، بہت

  • Formeel/Literair: فی الفور، قبل ازیں، نہایت

Voorbeelden:

  • ذرا رکو۔ — Wacht even. (onformele)

  • فی الفور آؤ۔ — Kom onmiddellijk. (formeel)

Samenvatting

Functie Voorbeeld Vertaling
Manier آہستہ langzaam
Tijd کل gisteren / morgen
Plaats یہاں hier
Frequentie کبھی کبھی soms
Graad بہت zeer


Bijwoorden in Urdu voegen ritme, precisie en subtiliteit toe aan zinnen.
Ze verrijken spraak en schrijven door niet alleen te tonen wat er gebeurt, maar ook hoe, wanneer en in welke mate het gebeurt.