×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Zielenschemering [part 2], Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4

Hij had haar nooit goed begrepen, vroeger ook niet. Hij had vroeger, jong officier, alleen in haar gezien een mooie meid, een heerlijke meid, op wie hij dol verliefd was geweest. Hij had nooit haar oogen begrepen, en nooit haar ziel, maar hij had vroeger nooit heel lang over die oogen en die ziel nagedacht, omdat hij zichzelven toen ook nog zoo weinig kende - heelemaal niet zooals hij nu zich kende. Toen had hij alleen vaag, nu en dan, met glimpen, zich in zijn sentimentaliteit gezien: nu wist hij die sentimentaliteit heel stellig in zich, als een blauwe achtergrond in zijn ziel. En hij was zoo bang voor die sentimentaliteit - zoo bang zich te vergissen in het vlijmend spottend reëele van zoo een meide-ziel, - zoo bang het voor zich toch maar mooier te maken dan het werkelijk was, en liever vooral en weeker en teêrder - dat hij nooit anders tot haar kon spreken dan of hij vloekte of schold, zijn stem even ruw, alsof hij donderde tegen een van zijn huzaren. Laat ze me niet beet krijgen... en laat ik mezelven niet beetnemen... zoo dacht hij altijd, en was op zijn hoede. Daarbij, een rancune, dat hij zich niet los van haar had weten te houden; dat hij haar gevolgd was naar haar kamer; een rancune - omdat hij dacht aan zijn huis - aan zijn kinderen - aan alles waarheen hij weêr ging, als hij haar kamer verlaten had... En hoe wende je toch aan alles, dacht hij: nu, rustig, zonder hartklopping van nervoziteit, stak hij, na bij haar geweest te zijn, zijn sleutel in zijn huisdeur, - rustig kleedde hij zich uit - kwam de kamer in, waar Adeline al te bed lag... Hoe wende je aan alles, en hoe deê je langzamerhand dingen, die je eerst zelve allerellendigst had gevonden... Dat deê je, omdat je wel niet anders kon... en ook omdat je ideeën, met iederen dag, dat je het deed, wegdoezelden tot een onverantwoordelijkheid, een zich laten gaan aan wat je zoo machtig beet hield... Toch, bij haar, altijd, voelde hij scherp de rancune: de rancune doezelde niet weg... Bij Pauline, scherp, voelde hij de vrees zich nog meer beet te laten nemen - haar liefjes en mooi teêr te zien terwijl ze natuurlijk niets dan een meid was, die geld uit hem meende te kloppen. En op haar kleine, bijna armoedige kamer, vroeg hij haar dan, donderde hij tegen haar uit: - Zeg, waarom kan je me niet met rust laten?

Hare gouden oogen glimpten en een heimelijken spot zag hij er in. Neen, hij zoû er wel voor oppassen, hoor, dat zijn sentimentaliteit haar niet zag als een plaatje op een bonbon-doos. Je hoefde maar in die oogen te kijken!

- Maar Gerrit, zeide zij en ze zat aan zijn voeten liefjes: ik heb je toch niet achtervolgd... Ik ben je bij toeval tegengekomen... heusch, bij toeval, hoor... herinner je: eens in het rijtuig... dat was de eerste maal... toen bij de Alexanderkazerne...

- Maar wat deê je bij de kazerne, verdomme?

Zij zag vleierig tegen hem op, haar handen streelden zijn lichaam.

- Nu ja... ik dacht wel...

- Zie je wel... je dacht wel...

- Ja... je zal het niet gelooven... Zelfs den laatsten tijd... in Parijs, Gerrit...

- Wat?

- Dacht ik wel eens aan jou.

- Ach wat, je liegt... Denk je, dat ik je geloof?

- Neen, je gelooft niet, maar Gerrit... heusch... de mannen zijn zwijnen... en jij...

- Jawel, dat zeg je aan iedereen: denk je, dat ik die aardigheid niet begrijp...

Nu lachte zij heel vroolijk, en ook hij lachte.

- Ik lach, zeide zij; omdat je zoo ongeloovig doet... Zeg Gerrit, waarom doe je zoo ongeloovig...

- Ik?

- Ja, waarom doe je zoo? Je doet het expres, niet?

- Wat expres... Denk je, dat ik me laat paaien door al jou lieve praatjes... Als je die verkoopt, dan moet je geld hebben, en ik... ik heb je al gezegd... ik heb geen geld...

- Maar Gerrit, ik vraag je geen geld... en ik krijg ook geen geld van je...

Nu kreeg hij een kleur, een gloed over zijn rood verbrand gezicht - zijn hals blank en duidelijk de streep, die zijn uniformkraag op zijn huid had geteekend. Het was wel waar wat zij zei: zij vroeg geen geld en hij gaf haar geen geld. Hij had het niet - om het haar te geven.

- Nu zal ik het je eens vertellen, zeide zij en nestelde zich dichter tegen zijn beenen. Zie je, in Parijs, den laatsten tijd, had ik erg het land... Je begrijpt, niet waar Gerrit, dat je er wel eens genoeg van krijgt... en dat zoo een bui je niet vroolijk maakt...

- Ach wat, bruskeerde hij; en jij, die altijd lacht...

- Ik lach altijd?

- Ja... jij, met die oogen... die oogen, die altijd lachen...

- Dat zijn mijn oogen, Gerrit... Ik kan het niet helpen, dat ze lachen.

- En je zoû me willen wijs maken, dat je wel eens landerige buien hadt...

- Nou, kan ik daar geen reden toe hebben...

- Jawel... Maar zóo ben je niet...

- Hoe...

- Om lang bij de pakken neêr te zitten.

- Dat heb ik ook niet gedaan... Ik ben naar Holland teruggekomen.

- Hadt je geen succes in Parijs meer...

- Jawel... niet veel meer, aarzelde zij tusschen haar ijdelheid en vreemde gevoelens, die zij zelve niet zuiver wist.

- Nou... DAAROM ben je naar Holland gekomen...

- Ik had naar Londen kunnen gaan.

- Naar Londen...

- En van daar naar Berlijn.

- Berlijn...? - Dan St. Petersburg.

- Zeg, ben je gek...

- Dan Constantinopel.

- Hoû op, zeg...

- En weet je, waar we eindigen?

- Wat eindigen?

- In Singapore... Je weet toch wel, dat dat het reisje is...

- Ach, nou ja... dat heb ik me wel eens laten vertellen, maar dat is onzin.

- Zooveel maken er zoo het reisje... Het is geen rondreisje, Gerrit. Je komt niet terug... in Parijs.

- Wat heb jij toch een dolle manier om die dingen te zeggen, lachte Gerrit, ongemakkelijk. Je bent altijd zoo vreemd geweest... Zeg, je vader... was een kellner...

- Neen... een meneer... Mijn moeder een waschvrouw... in Brussel.

- En je twaalf jaren in Parijs...

- Hebben me Parisienne gemaakt...? Gerrit, ik verlangde naar Holland!

- Dàt geloof ik nooit.

- Ja, Gerrit, ik verlangde naar Holland!

- Jij kan liegen... met je oogen! Ik geloof nooit iets van wat je zegt.

- Gerrit... en naar jou! - Wat?

- Ik verlangde naar jou.

- Jawel, hoor. Klets maar op.

- Ik herinnerde me van vroeger...

- Nou ja, schei nu maar uit.

- Weet je nog...

- Ja wel, ik weet alles. Schei nou maar uit met die herinneringen. Je hebt me al genoeg beet. Waarom zoek je niet een jongen en rijken kerel.

- Je bent niet oud, Gerrit.

- Zoo, ben ik niet oud.

- Neen, ik wel... Ik ben ouder geworden, niet waar, Gerrit?

- Je oogen niet.

- Maar verder?

- Ja... natuurlijk... Je bent ouder geworden...

- Gerrit, ik wil niet oud worden... Ik vind het vreeslijk oud te worden... Ben ik nog mooi, en...

- Ja, ja... ja...

- Maar heel gauw... dan...

- Dan wat...

- Dan ben ik leelijk. Oud.

- Ach, zit niet zoo te zaniken...

- Ik hoû veel van je, Gerrit. Je bent zoo... - Ja, ik weet al wat je zeggen wilt. Ik ga nu weg, hoor...

- Ga je al weg... Gerrit, zeg, je hebt kinderen, hè. Je hebt zeker lieve kinderen.

Hij zag spot in de glimpende oogen.

- Hoû over mijn kinderen nu je bek.

- Mag ik niet naar ze vragen?

- Neen.

- Ik heb ze verleden gezien, wandelen...

- Schei nou uit...

- Ik vond ze zoo lief.

Hij vloekte ruw, en barsch.

- Schei je nou uit? ? - Ja... Ga je weg? - Ja...

Hij ging al, de deur uit.

- Ben je boos?

- Neen, maar van die praatjes vervelen me. Daarom kom ik niet bij je...

- Neen, daarom niet... Maar met jou... Gerrit... mag ik toch wel eens praten...

- Ja... maar niet zulke onzin. En heelemaal niet over mijn kinderen.

- Ik zal het niet meer doen. Dag Gerrit.

- Adieu...

Op den corridor zag hij om, knikte haar toe. In de half schemerig verlichte kamer zag hij haar staan in de half geopende deur, in een lijst: zij stond er als een mooie, slank-soupele vrouw, in een doezeling van dof goud: het licht, haar gele peignoir, de tikjes van goud galon om den hals, heel blank - het haar vreemd goud, om haar poeierblanke gezicht, en onder de scherpe streep van de brauwen de oogen, goud, met een gouden glimp. Haar stem had heel vleierig zacht geklonken, heel dien avond aan zijn ooren, of zij zong klagend... van jeugd, van herinnering, van vroeger, van verlangen naar vaderland... en naar hem... allemaal in haàr onnatuurlijke, onmogelijke dingen... die hij er in meende te hooren door zijn beroerde sentimentaliteit heen, sentimentaliteit, die, hoe geheim voor iedereen, toch was in hem klaar duidelijk voor hemzelven...

En op straat dacht hij:

- Ik moet oppassen voor die meid... Ze is zoo gevaarlijk... als niet éen... Voor MIJ

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 4 chapter Κεφάλαιο 4 Chapter 4

Hij had haar nooit goed begrepen, vroeger ook niet. he|had|her|never|well|understood|before|also|not He had never understood her well, not even before. Hij had vroeger, jong officier, alleen in haar gezien een mooie meid, een heerlijke meid, op wie hij dol verliefd was geweest. he|had|before|young|officer|only|in|her|seen|a|beautiful|girl|a|lovely|girl|on|whom|he|crazy|in love|was|been In the past, as a young officer, he had only seen in her a beautiful girl, a wonderful girl, whom he had been madly in love with. Hij had nooit haar oogen begrepen, en nooit haar ziel, maar hij had vroeger nooit heel lang over die oogen en die ziel nagedacht, omdat hij zichzelven toen ook nog zoo weinig kende - heelemaal niet zooals hij nu zich kende. he|had|never|her|eyes|understood|and|never|her|soul|but|he|had|before|never|very|long|about|those|eyes|and|those|soul|thought|because|he|himself|then|also|still|so|little|knew|at all|not|as|he|now|himself|knew He had never understood her eyes, and never her soul, but he had never thought long about those eyes and that soul back then, because he himself knew so little at that time - not at all like he knows himself now. Toen had hij alleen vaag, nu en dan, met glimpen, zich in zijn sentimentaliteit gezien: nu wist hij die sentimentaliteit heel stellig in zich, als een blauwe achtergrond in zijn ziel. |||||||||glimpses||||||||||||||||||||| Then he had only vaguely, now and then, seen himself in his sentimentality: now he knew that sentimentality very distinctly within him, like a blue background in his soul. En hij was zoo bang voor die sentimentaliteit - zoo bang zich te vergissen in het vlijmend spottend reëele van zoo een meide-ziel, - zoo bang het voor zich toch maar mooier te maken dan het werkelijk was, en liever vooral en weeker en teêrder - dat hij nooit anders tot haar kon spreken dan of hij vloekte of schold, zijn stem even ruw, alsof hij donderde tegen een van zijn huzaren. |||||||||||||||slyly||reality||||maiden||||||||||||||||||||||tender|||||||||||||||||||||thundered||||| And he was so afraid of that sentimentality - so afraid of being mistaken in the flattering mocking reality of such a maid's soul, - so afraid of making it seem more beautiful than it really was, and especially more tender and delicate - that he could never speak to her otherwise than as if he were cursing or scolding, his voice just as rough, as if he were thundering against one of his hussars. Laat ze me niet beet krijgen... en laat ik mezelven niet beetnemen... zoo dacht hij altijd, en was       op zijn hoede. ||||fool|||||||fool|||||||||guard Let them not catch me... and let me not deceive myself... that was always his thought, and he was on his guard. Daarbij, een rancune, dat hij zich niet los van haar had weten te houden; dat hij haar gevolgd was naar haar kamer; een rancune - omdat hij dacht aan zijn huis - aan zijn kinderen - aan alles waarheen hij weêr ging, als hij haar kamer verlaten had... En hoe wende je toch aan alles, dacht hij: nu, rustig, zonder hartklopping van nervoziteit, stak hij, na bij haar geweest te zijn, zijn sleutel in zijn huisdeur, - rustig kleedde hij zich uit - kwam de kamer in, waar Adeline al te bed lag... Hoe wende je aan alles, en hoe deê je langzamerhand dingen, die je eerst zelve allerellendigst had gevonden... Dat deê je, omdat je wel niet anders kon... en ook omdat je ideeën, met iederen dag, dat je het deed, wegdoezelden tot een onverantwoordelijkheid, een zich laten gaan aan wat je zoo machtig beet hield... Toch, bij haar, altijd, voelde hij scherp de rancune: de rancune doezelde niet weg... Bij Pauline, scherp, voelde hij de vrees zich nog meer beet te laten nemen - haar liefjes en mooi teêr te zien terwijl ze natuurlijk niets dan een meid was, die geld uit hem meende te kloppen. |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||heartache||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||all the more wretched|||||||||||||||||||||||||||irresponsibility||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| Moreover, a resentment, that he had not been able to keep himself separate from her; that he had followed her to her room; a resentment - because he thought of his house - of his children - of everything he was returning to, after leaving her room... And how do you get used to everything, he thought: now, calmly, without the heart palpitations of nervousness, after being with her, he inserted his key into his front door, - calmly he undressed - entered the room where Adeline was already in bed... How do you get used to everything, and how do you gradually accept things that you had initially found utterly miserable... You do that because you have no other choice... and also because your ideas, with each passing day that you do it, faded into an irresponsibility, a letting go of what you held so powerfully... Yet, with her, he always felt the resentment sharply: the resentment did not fade away... With Pauline, he felt the fear sharply of being taken in even more - to see her sweet and beautifully tender while she was naturally nothing but a maid who thought she could squeeze money out of him. En op haar kleine, bijna armoedige kamer, vroeg hij haar dan, donderde hij tegen haar uit:       - Zeg, waarom kan je me niet met rust laten? and|on|her|small|almost|impoverished|room|asked|he|her|then|thundered|he|against|her|out|say|why|can|you|me|not|with|rest|leave And in her small, almost impoverished room, he asked her, he thundered at her: - Say, why can't you leave me alone?

Hare gouden oogen glimpten en een heimelijken spot zag hij er in. her|golden|eyes|glimmered|and|a|secret|mockery|saw|he|in|in Her golden eyes sparkled and he saw a secret mockery in them. Neen, hij zoû er wel voor oppassen, hoor, dat zijn sentimentaliteit haar niet zag als een plaatje op een bonbon-doos. no|he|would|it|well|for|to watch out|you know|that|his|sentimentality|her|not|saw|as|a|picture|on|a|| No, he would be careful, you know, that his sentimentality didn't appear to her as a picture on a box of chocolates. Je hoefde maar in die oogen te kijken! you|had to|just|in|those|eyes|to|look You only had to look into those eyes!

- Maar Gerrit, zeide zij en ze zat aan zijn voeten liefjes: ik heb je toch niet achtervolgd... Ik ben je bij toeval tegengekomen... heusch, bij toeval, hoor... herinner je: eens in het rijtuig... dat was de eerste maal... toen bij de Alexanderkazerne... but|Gerrit|she said|she|and|she|she sat|at|his|feet|sweetly|I|I have|you|indeed|not|pursued|I|I have|you|by|chance|encountered|really|by|chance|you know|I remember|you|once|in|the|carriage|that|was|the|first|time|when|at|the|Alexander barracks - But Gerrit, she said, sitting sweetly at his feet: I didn't follow you... I ran into you by chance... really, by chance, you know... remember: once in the carriage... that was the first time... then at the Alexander barracks...

- Maar wat deê je bij de kazerne, verdomme? but|what|do|you|at|the|barracks|damn - But what were you doing at the barracks, damn it?

Zij zag vleierig tegen hem op, haar handen streelden zijn lichaam. she|she saw|flattering|against|him|up|her|hands|they stroked|his|body She looked up at him flirtatiously, her hands caressing his body.

- Nu ja... ik dacht wel... now|yes|I|I thought|well - Well... I thought...

- Zie je wel... je dacht wel... see|you|indeed|you|thought|indeed - See, I told you... you thought...

- Ja... je zal het niet gelooven... Zelfs den laatsten tijd... in Parijs, Gerrit... yes|you|will|it|not|believe|even|the|last|time|in|Paris|Gerrit - Yes... you won't believe it... Even recently... in Paris, Gerrit...

- Wat? what - What?

- Dacht ik wel eens aan jou. thought|I|indeed|once|to|you - I thought about you sometimes.

- Ach wat, je liegt... Denk je, dat ik je geloof? oh|what|you|lie|think|you|that|I|you|believe - Oh come on, you're lying... Do you think I believe you?

- Neen, je gelooft niet, maar Gerrit...       heusch... de mannen zijn zwijnen... en jij... no|you|believe|not|but|Gerrit|really|the|men|are|pigs|and|you - No, you don't believe, but Gerrit... honestly... the men are pigs... and you...

- Jawel, dat zeg je aan iedereen: denk je, dat ik die aardigheid niet begrijp... yes|that|say|you|to|everyone|think|you|that|I|that|kindness|not|understand - Yes, you say that to everyone: do you think I don't understand that niceness...

Nu lachte zij heel vroolijk, en ook hij lachte. now|laughed|she|very|cheerful|and|also|he|laughed Now she laughed very cheerfully, and he laughed too.

- Ik lach, zeide zij; omdat je zoo ongeloovig doet... Zeg Gerrit, waarom doe je zoo ongeloovig... I|laugh|said|she|because|you|so|incredulous|do|say|Gerrit|why|do|you|so|incredulous - I laugh, she said; because you act so incredulous... Tell me Gerrit, why do you act so incredulous...

- Ik? I - Me?

- Ja, waarom doe je zoo? yes|why|do|you|so - Yes, why do you do that? Je doet het expres, niet? you|do|it|on purpose|not You do it on purpose, don't you?

- Wat expres... Denk je, dat ik me laat paaien door al jou lieve praatjes... Als je die verkoopt, dan moet je geld hebben, en ik... ik heb je al gezegd... ik heb geen geld... what|on purpose|think|you|that|I|myself|let|be seduced|by|all|your|sweet|talk|if|you|those|sell|then|must|you|money|have|and|I|I|have|you|already|said|I|have|no|money - What a joke... Do you think I can be swayed by all your sweet talk... If you sell that, then you must have money, and I... I've already told you... I have no money...

- Maar Gerrit, ik vraag je geen geld... en ik krijg ook geen geld van je... but|Gerrit|I|ask|you|no|money|and|I|get|also|no|money|from|you - But Gerrit, I'm not asking you for money... and I'm not getting any money from you...

Nu kreeg hij een kleur, een gloed over zijn rood verbrand gezicht - zijn hals blank en duidelijk de streep, die zijn uniformkraag op zijn huid had geteekend. now|got|he|a|color|a|glow|over|his|red|sunburned|face|his|neck|bare|and|clearly|the|line|that|his|uniform collar|on|his|skin|had|drawn Now he turned red, a glow over his sunburned face - his neck pale and clearly showing the line that his uniform collar had left on his skin. Het was wel waar wat zij zei: zij vroeg geen geld en hij gaf haar geen geld. it|was|indeed|true|what|she|said|she|asked|no|money|and|he|gave|her|no|money It was true what she said: she asked for no money and he gave her no money. Hij had het niet - om het haar te geven. he|had|it|not|to|it|her|to|give He didn't have it - to give it to her.

- Nu zal ik het je eens vertellen, zeide zij en nestelde zich dichter tegen zijn beenen. now|will|I|it|you|once|tell|she said|she|and|settled|herself|closer|against|his| - Now I will tell you, she said, and nestled closer against his legs. Zie je, in Parijs, den laatsten tijd, had ik erg het land... Je begrijpt, niet waar Gerrit, dat       je er wel eens genoeg van krijgt... en dat zoo een bui je niet vroolijk maakt... see|you|in|Paris|the|last|time|had|I|very|the|country|you|understand|not|where|Gerrit|that|you|it|well|once|enough|of|get|and|that|such|a|mood|you|not|happy|makes You see, in Paris, lately, I had quite enough of the countryside... You understand, don't you Gerrit, that you can get tired of it... and that such a mood doesn't make you cheerful...

- Ach wat, bruskeerde hij; en jij, die altijd lacht... oh|what|he interrupted|he|and|you|who|always|laughs - Oh come on, he interrupted; and you, who always laughs...

- Ik lach altijd? I|laugh|always - Do I always laugh?

- Ja... jij, met die oogen... die oogen, die altijd lachen... yes|you|with|those|eyes|that|||always|laugh - Yes... you, with those eyes... those eyes that always laugh...

- Dat zijn mijn oogen, Gerrit... Ik kan het niet helpen, dat ze lachen. that|are|my|eyes|Gerrit|I|can|it|not|help|that|they|laugh - Those are my eyes, Gerrit... I can't help that they laugh.

- En je zoû me willen wijs maken, dat je wel eens landerige buien hadt... and|you|would|me|want|wise|make|that|you|indeed|once|moody|spells|had - And you would want to make me believe that you sometimes had gloomy moods...

- Nou, kan ik daar geen reden toe hebben... well|can|I|that|no|reason|to|have - Well, I can't have a reason for that...

- Jawel... Maar zóo ben je niet... yes|but|that way|am|you|not - Yes, but you're not like that...

- Hoe... how - How...

- Om lang bij de pakken neêr te zitten. to|long|at|the|packages|down|to|sit - To sit around feeling sorry for yourself.

- Dat heb ik ook niet gedaan... Ik ben naar Holland teruggekomen. that|I have|I|also|not|done|I|I am|to|Holland|returned - I didn't do that either... I came back to Holland.

- Hadt je geen succes in Parijs meer... you had|you|no|success|in|Paris|more - You didn't have any more success in Paris...

- Jawel... niet veel meer, aarzelde zij tusschen haar ijdelheid en vreemde gevoelens, die zij zelve niet zuiver wist. yes|not|much|more|she hesitated|she|between|her|vanity|and|strange|feelings|that|she|herself|not|clear|she knew - Yes... not much more, she hesitated between her vanity and strange feelings that she herself did not clearly understand.

- Nou... DAAROM ben je naar Holland gekomen... well|therefore|I am|you|to|Holland|come - Well... THAT'S why you came to Holland...

- Ik had naar Londen kunnen gaan. I|had|to|London|could|go - I could have gone to London.

- Naar Londen... to|London - To London...

- En van daar naar Berlijn. and|from|there|to|Berlin - And from there to Berlin.

- Berlijn...? Berlin - Berlin...? - Dan St. then|St - Then St. Petersburg. Petersburg Petersburg.

- Zeg, ben je gek... say|I am|you|crazy - Say, are you crazy...

- Dan Constantinopel. then|Constantinople - Then Constantinople.

- Hoû op, zeg... stop|it|saying - Stop it, will you...

- En weet je, waar we eindigen? and|know|you|where|we|end - And do you know where we end up?

- Wat eindigen? what|ending - Where do we end up?

- In Singapore... Je weet toch wel, dat dat het reisje is... in|Singapore|you|know|indeed|well|that|that|the|trip| - In Singapore... You do know that's the trip...

- Ach, nou ja... dat heb ik me wel eens laten vertellen, maar dat is onzin. oh|well|yes|that|I have|I|myself|indeed|once|let|tell|but|that|is|nonsense - Oh, well... I've been told that before, but that's nonsense.

- Zooveel maken er zoo het reisje... Het is geen rondreisje, Gerrit. so many|make|there|so|the|trip|it|is|no|round trip|Gerrit - So many people make that trip... It's not a round trip, Gerrit. Je komt niet terug... in Parijs. you|come|not|back|in|Paris You won't come back... in Paris.

- Wat heb jij toch een dolle manier om die dingen te zeggen, lachte Gerrit, ongemakkelijk. what|I have|you|indeed|a|crazy|way|to|those|things|to|say|laughed|Gerrit|awkwardly - You have such a crazy way of saying those things, laughed Gerrit, awkwardly. Je bent altijd zoo vreemd geweest... Zeg, je vader... was een kellner... you|are|always|so|strange|been|say|your|father|was|a|waiter You have always been so strange... Say, your father... was a waiter...

- Neen... een meneer... Mijn moeder een waschvrouw... in Brussel. no|a|gentleman|my|mother|a|washerwoman|in|Brussels - No... a gentleman... My mother was a laundress... in Brussels.

- En je twaalf jaren in Parijs... and|you|twelve|years|in|Paris - And your twelve years in Paris...

- Hebben me Parisienne gemaakt...? |me|Parisian|made - Made me a Parisian...? Gerrit, ik verlangde naar Holland! Gerrit|I|longed|for|Holland Gerrit, I longed for Holland!

- Dàt geloof ik nooit. that|I believe|I|never - I never believe that.

- Ja, Gerrit, ik verlangde naar Holland! yes|Gerrit|I|longed|for|Holland - Yes, Gerrit, I longed for Holland!

- Jij kan liegen... met je oogen! you|can|lie|with|your|eyes - You can lie... with your eyes! Ik geloof nooit iets van wat je zegt. I|believe|never|anything|of|what|you|say I never believe anything you say.

- Gerrit... en naar jou! Gerrit|and|to|you - Gerrit... and to you! - Wat? what - What?

- Ik verlangde naar jou. I|longed|for|you - I longed for you.

- Jawel, hoor. yes|indeed - Yes, indeed. Klets maar op. talk|but|on Just keep talking.

- Ik herinnerde me van vroeger... I|remembered|myself|from|earlier - I remembered from the past...

- Nou ja, schei nu maar uit. well|yes|stop|now|but|out - Well, just cut it out now.

- Weet je nog... know|you|still - Do you remember...

- Ja wel, ik weet alles. yes|indeed|I|know|everything - Yes, I remember everything. Schei nou maar uit met die herinneringen. stop|now|just|with|with|those|memories Just stop with those memories. Je hebt me al genoeg beet. you|have|me|already|enough|caught You've already got me enough. Waarom zoek je niet een jongen en rijken kerel. why|search|you|not|a|boy|and|rich|guy Why don't you look for a boy and a rich guy?

- Je bent niet oud, Gerrit. you|are|not|old|Gerrit - You're not old, Gerrit.

- Zoo, ben ik niet oud. so|am|I|not|old - Oh, I'm not old.

- Neen, ik wel... Ik ben ouder geworden, niet waar, Gerrit? no|I|indeed|I|am|older|become|not|true|Gerrit - No, I am... I've gotten older, haven't I, Gerrit?

- Je oogen niet. your|eyes|not - Not your eyes.

- Maar verder? but|further - But further?

- Ja... natuurlijk... Je bent ouder geworden... yes|of course|you|are|older|become - Yes... of course... You've gotten older...

- Gerrit, ik wil niet oud worden... Ik vind het vreeslijk oud te worden... Ben ik nog mooi, en... Gerrit|I|want|not|old|to become|I|find|it|terrible|old|to|to become|am|I|still|beautiful|and - Gerrit, I don't want to get old... I find it terribly frightening to get old... Am I still beautiful, and...

- Ja, ja... ja... yes|yes|yes - Yes, yes... yes...

- Maar heel gauw... dan... but|very|soon|then - But very soon... then...

- Dan wat... then|what - Then what...

- Dan ben ik leelijk. then|I am|I|ugly - Then I will be ugly. Oud. old Old.

- Ach, zit niet zoo te zaniken... oh|sit|not|so|to|complain - Oh, don't whine so much...

- Ik hoû veel van je, Gerrit. I|love|much|of|you|Gerrit - I love you so much, Gerrit. Je bent zoo...       - Ja, ik weet al wat je zeggen wilt. you|are|so|yes|I|know|already|what|you|to say|want You are so... - Yes, I already know what you want to say. Ik ga nu weg, hoor... I|go|now|away|hear I'm leaving now, you know...

- Ga je al weg... Gerrit, zeg, je hebt kinderen, hè. go|you|already|away|Gerrit|say|you|have|children|right - Are you leaving already... Gerrit, say, you have children, right? Je hebt zeker lieve kinderen. you|have|surely|nice|children You must have sweet children.

Hij zag spot in de glimpende oogen. he|saw|mockery|in|the|glimmering|eyes He saw mockery in the glimmering eyes.

- Hoû over mijn kinderen nu je bek. shut|up|my|children|now|you|mouth - Shut up about my children.

- Mag ik niet naar ze vragen? may|I|not|to|them|ask - Am I not allowed to ask about them?

- Neen. no - No.

- Ik heb ze verleden gezien, wandelen... I|have|them|past|seen|walking - I saw them walking last week...

- Schei nou uit... stop|now|it - Cut it out...

- Ik vond ze zoo lief. I|found|them|so|sweet - I found them so sweet.

Hij vloekte ruw, en barsch. he|cursed|rough|and|harsh He swore roughly and harshly.

- Schei je nou uit? stop|you|now|it - Are you cutting it out now? ? - Ja... Ga je weg? yes|go|you|away ? - Yes... Are you leaving? - Ja... yes - Yes...

Hij ging al, de deur uit. he|went|already|the|door|out He already left, out the door.

- Ben je boos? am|you|angry - Are you angry?

- Neen, maar van die praatjes vervelen me. no|but|from|those|talks|bore|me - No, but those talks bore me. Daarom kom ik niet bij je... therefore|I come|I|not|to|you That's why I don't come to you...

- Neen, daarom niet... Maar met jou... Gerrit... mag ik toch wel eens praten... no|therefore|not|but|with|you|Gerrit|I may|I|still|indeed|once|talk - No, not for that... But with you... Gerrit... I should be able to talk sometimes...

- Ja... maar niet zulke onzin. yes|but|not|such|nonsense - Yes... but not such nonsense. En heelemaal niet over mijn kinderen. and|completely|not|about|my|children And not at all about my children.

- Ik zal het niet meer doen. I|will|it|not|more|do - I won't do it again. Dag Gerrit. goodbye|Gerrit Goodbye Gerrit.

- Adieu... farewell - Farewell...

Op den corridor zag hij om, knikte haar toe. on|the|corridor|saw|he|around|nodded|her|to In the corridor, he looked back and nodded to her. In de half schemerig verlichte kamer zag hij       haar staan in de half geopende deur, in een lijst: zij stond er als een mooie, slank-soupele vrouw, in een doezeling van dof goud: het licht, haar gele peignoir, de tikjes van goud galon om den hals, heel blank - het haar vreemd goud, om haar poeierblanke gezicht, en onder de scherpe streep van de brauwen de oogen, goud, met een gouden glimp. in|the|half|dimly|lit|room|saw|he|her|standing|in|the|half|opened|door|in|a|frame|she|stood|there|as|a|beautiful|slim||woman|in|a|haze|of|dull|gold|the|light|her|yellow|peignoir|the|touches|of|gold|trim|around|the|neck|very|pale|the|hair|strange|gold|around|her|powder-white|face|and|under|the|sharp|line|of|the|eyebrows|the|eyes|gold|with|a|golden|glimmer In the dimly lit room, he saw her standing in the half-open door, framed: she stood there like a beautiful, slender, supple woman, in a haze of dull gold: the light, her yellow peignoir, the little gold trims around her neck, very fair - her hair a strange gold, against her powder-white face, and under the sharp line of her eyebrows, her eyes, gold, with a golden glint. Haar stem had heel vleierig zacht geklonken, heel dien avond aan zijn ooren, of zij zong klagend... van jeugd, van herinnering, van vroeger, van verlangen naar vaderland... en naar hem... allemaal in haàr onnatuurlijke, onmogelijke dingen... die hij er in meende te hooren door zijn beroerde sentimentaliteit heen, sentimentaliteit, die, hoe geheim voor iedereen, toch was in hem klaar duidelijk voor hemzelven... her|voice|had|very|silky|soft|sounded|very|that|evening|to|his|ears|whether|she|sang|lamenting|about|youth|of|memory|of|past|of|longing|for|homeland|and|for|him|all|in|her|unnatural|impossible|things|that|he|there|in|thought|to|hear|through|his|troubled|sentimentality|through|sentimentality|that|how|secret|for|everyone|still|was|in|him|clear|obvious|for| Her voice had sounded very softly, very tenderly to his ears that whole evening, as if she were singing plaintively... of youth, of memory, of the past, of longing for the homeland... and for him... all in her unnatural, impossible things... that he thought he could hear through his troubled sentimentality, sentimentality that, however secret to everyone, was nonetheless clear and obvious to himself...

En op straat dacht hij: and|on|street|thought|he And on the street, he thought:

- Ik moet oppassen voor die meid... Ze is zoo gevaarlijk... als niet éen... Voor MIJ I|must|watch out|for|that|girl|she|is|so|dangerous|as|not|one|for|me - I have to be careful of that girl... She is so dangerous... if not one... For ME

PAR_TRANS:gpt-4o-mini=5.17 PAR_CWT:AvJ9dfk5=14.0 en:AvJ9dfk5 openai.2025-02-07 ai_request(all=66 err=1.52%) translation(all=129 err=0.00%) cwt(all=1463 err=22.15%)