×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Zielenschemering [part 2], Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3

Neen, niemand, die het aan hem zag. Hij kon het zich nu bekennen met zekerheid. Om hem heen scheen - meer en meer werd hij het zich bewust - om hem heen scheen een opake sfeer te zijn, als een materieele schijn, waardoor niemand binnen hem zag, waardoor niemand doordrong en hem kende als hij zichzelven kende. Nu dat hij op dezen avond zat bij Constance, zag Constance het hem niet aan, dat hij gisteren Pauline ontmoet had en meê was geweest naar haar kamer. Ook zijn vrouw zag het hem niet aan, ook Van der Welcke zag het hem niet aan. Er was om hem heen niets dan de gewoonheid van een avondgesprek, in Constance's salon, in het gezellige schemerlicht der kant-omkapte lampen, terwijl de wind buiten van heel ver aankwam, en klagende, klagende huilde rondom het kleine huis... In zijn gemakkelijken stoel, naast zich het grogje, door Constance bereid, was hij, in burgerkleeding, een groote zware blonde man, en zijn bewegingen waren brusk, luid klonk zijn commando-stem... Zijn vrouw zat daar, stilletjes, en gerezigneerd in haar kalme moedertjes-leven: de kinderen, thuis, sliepen... O, zijn kinderen, hoe hij ze liefhad... Zeker, dat was alles zoo, schijn was het niet, zeer zeker was het wel de waarheid, maar achter die waarheid school een andere waarheid, en daarom scheen het als schijn - zijn uiterlijk leven van officier, echtgenoot, vader - en de wàre waarheid: dat was wel alles wat hij altijd verzweeg: zijn vreemde melancholie; de groote wurm, die aan hem knaagde; zijn snel, heftig golvend bloed - zijn ziel van sentimentaliteit en melancholie - die wriemelende angst in zijn merg - die opjeugdigende zinnelijkheid in zijn bloed... De woorden van kalme sympathie vielen in het vertrek zacht rond, als kleine lieve dingen tusschen zuster en broêr, die elkander nog sympathiek zijn in het onvermijdelijk verder en verder schuiven der familie-sferen, maar hij - ook al sprak hij, al was hij jolig, al maakte hij gekheid - hij zag voor zich Pauline, zooals hij haar gisteren in zijn armen had gehad... God, hij kon het niet helpen, waarom was hij dan ook zoo gemaakt. Een mooie vrouw... voor zijn oog... dat maakte hem dol! Nu, jaren, al de jaren van zijn huwelijk had hij zich kalm, bezadigd gehouden, maar gevoeld had hij het langzamerhand, dat de kalme bezadiging op den duur hem niet deugde. Hij had het mooi in zich afkeuren; hij had mooi zich zien een echtgenoot en een vader van lieve kinderen - die aan die dingen niet meer moest denken... die ze laten moest aan zijn jeugd, die hij vaarwel had gezegd... Als woelige spiralen waren de herinneringen voor hem opgekronkeld, en toen hij Pauline weêr - bij toeval? - ontmoet had, had hij razende op zichzelven, en vloekende op haar, met een hoop van ruwe woorden - een afspraak met haar gemaakt, voor den volgenden avond, op haar kamer... Neen, in jaren had niemand hem zoo gezoend! Daarbij was hij sentimenteel. Wist hij het, verdomme, niet zelve, dat hij sentimenteel was? Wist hij niet, dat soms, als hij een boek las, een stuk zag, als mama bij hem klaagde, zooals zij klaagde tegenwoordig; als hij Dorine zag en met haar meêlijden voelde - wist hij het, verdomme, dan niet zelve, dat hij sentimenteel was, en dat hij zijn zenuwen bij elkaâr moest pakken, om geen vochtige oogen te krijgen... En Pauline - of ze het wist of niet, dat hij sentimenteel was, dat kon hij niet doorzien - maar behalve, dat niemand hem zoo zoende en hem zoo dol wist te maken, werkte ze ook nog op zijn sentimentaliteit. Hield ze hem voor den gek of meende zij het? Hij had nooit die oogen van haar kunnen vertrouwen: er bleef altijd een vonk van spot in, maar als ze hem zeide: de mannen... de mannen zijn zwijnen, Gerrit... alleen jij... jij niet... jij bent zoo lief en zoo zacht - al ben je nog zoo een ruwe kerel... dan had ze zijn sentimentaliteit te pakken, en dan wist hij niet, hoe hij los kwam uit haar greep... ‘Zie Gerrit, en daàrom... toen ik je weêr zag... was ik zoo blij... was ik o zoo blij, Gerrit!'

Hij had gevloekt, hij had haar gevraagd, waarom ze niet liever een jongen rijken kerel achter den broek zat, in plaats van hem, die noch jong, noch rijk was, maar haar gouden oogen hadden maar geglimpt en ze had maar herhaald: o, de mannen, Gerrit... ze zijn zwijnen... ze zijn zwijnen... allemaal!

En - het was misschien allerstomst van hem - hij had haar geloofd: hij had haar geloofd, dat zij alleen hem geen zwijn vond... en als een vrouw hem eenmaal beet had èn bij zijn dolheid èn bij zijn sentimentaliteit... dan kon hij niet gemakkelijk los zich wringen... o ja, zooveel kende hij zich wel!

Zie je, dat wist nu niemand van hen, terwijl zij daar zoo rustigjes met hem praatten, terwijl hij behagelijk slurpte aan zijn grog, wijd de beenen lang uit - en terwijl hij buiten den wind razende hoorde van verre aanhuilen... Ook Paul was nu binnengekomen, wrijvende zich de handen: hij was met een rijtuig gekomen; hij beweerde, dat hij te oud was om door zulk weêr, en zulke smerige straten te loopen van de Houtstraat naar de Kerkhoflaan... De tram? Dank je wel... zoo een smerige boel, als een tram, en dan nog wel met regen en storm... En hij schitterde uit en boutades, een oogenblik, boutades tegen zijn vies vaderland, waar het altijd en altijd regende; tegen de menschen, de heele wereld, die vies was... Toen hij zitten ging, zag hij om, met een blik, die hem eigen geworden was: of er ook geen pluisjes lagen op zijn stoel... En dadelijk zei hij niets, waren zijn woorden uitgeschitterd, zat hij stil, het niet de moeite waard vindend zich te vermoeien met te praten, omdat niemand waardeerde. Gerrit hoorde Constance, met haar zachte stem, hem zusterlijk maar ernstig brommen. - Dat hij zoo oud werd, zich zoo eenzaam opsloot, zich zoo gaan liet aan zijn manie van zindelijkheid en alles vies vinden... Hij antwoordde met een paar korte boutaden... Toen zeide Constance, dat zij ook Dorine had gevraagd, maar dat Dorine niet scheen te komen, en dat tante Ruyvenaar te moê was, omdat zij het nieuwe kleine huis met de meisjes dezer dagen inrichtte... En Gerrit voelde in haar - nu mama oud werd, heel oud - hoe Constance bij elkaâr in haar plaats zocht te houden de familie-elementen... Niet zoo wijd en alles omvattend als mama had gedaan - nog deed - maar een kleine kern, van sympathie... Ach, het zoû haar niet lukken, dacht Gerrit... De cirkels schoven niet in elkaâr: ieder was zichzelve: hij ook... Dacht hij hier niet aan Pauline? Had hij niet een stille geheimenis? Had ieder niet misschien zijn stille geheimenis; terwijl zij zoo schijnbaar sympathisch bij elkander zaten en spraken...

Addy nu was binnengekomen, nadat hij gewerkt had boven en Gerrit lette-op den verzoenenden glimlach, waarmeê hij dadelijk zijn vader naderde, zijn vader, die hem den laatsten tijd boudeerde, omdat zijn jongen een besluit had genomen, waarmeê hij het heelemaal niet eens was... Maar, tegen den verzoenenden glimlach, scheen al sedert weken en weken Van der Welcke niet bestand - had Gerrit wel gezien - lijdende hijzelve het meest onder de bouderie, en niet goed wetend hoe hij zijn houding langzamerhand zoû veranderen, terwijl die kalme glimlach van Addy beduidde: vadertje moet zich toch wel gewonnen geven, want het is niets dan redelijkheid, die ik wensch...

En Gerrit, behagelijk, zag hem aan, hopende, dat zijn jongens ook zoo zouden worden, maar Paul, zoodra hij Addy zag, schitterde uit in spot, een spot, waaronder school een bestudeerende belangstelling, en dien de jongen rustig aanhoorde, met zijn ernstigen, blauwen blik in zijn jong blond frisch gezicht:

- Zoo aanstaande heer professor... waarde dokter in spe... hoe gaat het met de patiënten? Heb je er veel, op het moment? Is de mensch- heid sedert uw hygieniesch optreden toegenomen in vitaliteit en primordiale levenskrachten? Levensinblazer! Op wie ga je het eerst je krachten beproeven, Esculaap? Op leden van je familie zeker? Krijgen we het eeuwige leven van je, Addy? Nu maar, mij hoef je het niet te geven... Kan je niet maken, dat het menschelijk lichaam in de toekomst wat zindelijker functionneert? Daar moeten we nu altijd in bewondering voor neêrknielen: voor dat kunstwerk van den Schepper: het menschelijk lichaam, en wat is er smeriger dan het menschelijk lichaam? Vies huis van vleesch, waarin kwijnt onze arme, kleine ziel... Addy, als je later nu knap bent, haal er dan eens alles uit: darmen, ingewanden, de heele rommelsche boel... en zet er voor in de plaats een zilver machinetje, dat je ten minste poetsen kunt... als er dan een machine zijn moet!

De jongen werd nooit boos, stond voor zijn oom, en legde zijn hand op Pauls schouder, en zag hem aan, en zeide:

- Waarom ben je nu niet altijd zoo vroolijk, oom?

- Vroolijk? Vindt je me vroolijk? Hij vindt me vroolijk, terwijl ik vloek tegen het menschelijk smeer! Is dat je diagnoze, professor? Nu man, die is al heel mis, hoor! Je krijgt er nooit je tientje voor! Vroolijk, God neen, jongen, dat ben ik heelemaal niet... Zoolang het leven zóo smerig is als het is... ben ik zoo melancholiek als ik maar zijn kan... Genees me, maar maak eerst den Augias-stal schoon, kerel... In onze ziel is nog eén rein plekje, maar verder is alles vuil! Nu zeg me, met wie begin je dan? Zoû je niet oom Gerrit kunnen genezen...? Hem beteren eetlust geven...? Een gezondere slaap...? Een frisschere kleur...? Hem zijn groote body wat leeren bijwerken... Kijk eens, hoe kwijnend hij er uit ziet...

Er was in de blague van Paul iets, dat Gerrit heel onaangenaam aandeed, maar Gerrit lachte luid, als vond hij het een onbetaalbare mop, dat Paul hem toewenschte beteren eetlust, gezondere slaap... Spotte Paul? Zag Paul iets door zijn schijnkracht heen... En Addy zoû hij later zien? Neen, niemand zag: onzichtbaar voor allen wroette de duizendpoot...

En hij stond op, om zichzelven nog een grogje te bereiden, maar hij bereidde het zoo, dat het bijna niets was dan warm water met citroen.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 3 chapter Κεφάλαιο 3 Chapter 3

Neen, niemand, die het aan hem zag. no|no one|who|it|to|him|saw No, no one saw it in him. Hij kon het zich nu bekennen met zekerheid. he|could|it|himself|now|confess|with|certainty He could now admit it with certainty. Om hem heen scheen - meer en meer werd hij het zich bewust - om hem heen scheen een opake sfeer te zijn, als een materieele schijn, waardoor niemand binnen hem zag, waardoor niemand doordrong en hem kende als hij zichzelven kende. around|him|around|seemed|more|and|more|became|he|it|himself|aware|around|him|around|seemed|a|opaque|atmosphere|to|be|like|a|material|appearance|through which|no one|inside|him|saw|through which|no one|penetrated|and|him|knew|as|he|himself|knew Around him, it seemed - more and more he became aware of it - around him there seemed to be an opaque atmosphere, like a material illusion, through which no one saw within him, through which no one penetrated and knew him as he knew himself. Nu dat hij op dezen avond zat bij Constance, zag Constance het hem niet aan, dat hij gisteren Pauline ontmoet had en meê was geweest naar haar kamer. Now that he was sitting with Constance that evening, Constance did not see that he had met Pauline yesterday and had been to her room. Ook zijn vrouw zag het hem niet aan, ook Van der Welcke zag het hem niet aan. Neither did his wife see it, nor did Van der Welcke. Er was om hem heen niets dan de gewoonheid van een avondgesprek, in Constance's salon, in het       gezellige schemerlicht der kant-omkapte lampen, terwijl de wind buiten van heel ver aankwam, en klagende, klagende huilde rondom het kleine huis... In zijn gemakkelijken stoel, naast zich het grogje, door Constance bereid, was hij, in burgerkleeding, een groote zware blonde man, en zijn bewegingen waren brusk, luid klonk zijn commando-stem... Zijn vrouw zat daar, stilletjes, en gerezigneerd in haar kalme moedertjes-leven: de kinderen, thuis, sliepen... O, zijn kinderen, hoe hij ze liefhad... Zeker, dat was alles zoo, schijn was het niet, zeer zeker was het wel de waarheid, maar achter die waarheid school een andere waarheid, en daarom scheen het als schijn - zijn uiterlijk leven van officier, echtgenoot, vader - en de wàre waarheid: dat was wel alles wat hij altijd verzweeg: zijn vreemde melancholie; de groote wurm, die aan hem knaagde; zijn snel, heftig golvend bloed - zijn ziel van sentimentaliteit en melancholie - die wriemelende angst in zijn merg - die opjeugdigende zinnelijkheid in zijn bloed... De woorden van kalme sympathie vielen in het vertrek zacht rond, als kleine lieve dingen tusschen zuster en broêr, die elkander nog sympathiek zijn in het onvermijdelijk verder       en verder schuiven der familie-sferen, maar hij - ook al sprak hij, al was hij jolig, al maakte hij gekheid - hij zag voor zich Pauline, zooals hij haar gisteren in zijn armen had gehad... God, hij kon het niet helpen, waarom was hij dan ook zoo gemaakt. ||||||||ordinariness|||evening conversation|||||||twilight|||tipped||||||||||||complaining|||||||||||||grog|||||||nothing but the ordinary of an evening conversation, in Constance's salon, in the cozy twilight of the lamp-shaded lamps, while the wind outside||||||||||||||||||||||||||mothers||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||was|||||||||||||||wurm||||nibbled||||nothing but|||||||||writhing||||||invigorating|sensuality||||||||||||departure||||||||||||||||||||||sliding|||spheres||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||| Around him, there was nothing but the ordinariness of an evening conversation, in Constance's salon, in the cozy twilight of the lamps with their shades, while the wind outside came from far away, moaning, moaning around the little house... In his comfortable chair, with the grog prepared by Constance beside him, he was, in civilian clothes, a large heavy blonde man, and his movements were brusque, his commanding voice sounded loud... His wife sat there, quietly, resigned in her calm motherly life: the children, at home, were sleeping... Oh, his children, how he loved them... Surely, it was all like that, it was not an illusion, it was very certainly the truth, but behind that truth lay another truth, and that is why it seemed like an illusion - his outward life as an officer, husband, father - and the true truth: that was everything he always kept hidden: his strange melancholy; the great worm that gnawed at him; his quickly, violently surging blood - his soul of sentimentality and melancholy - that writhing anxiety in his marrow - that youthful sensuality in his blood... The words of calm sympathy fell softly around the room, like small dear things between sister and brother, who still find each other sympathetic in the inevitable further and further shifting of family spheres, but he - even though he spoke, even though he was cheerful, even though he joked - he saw before him Pauline, just as he had held her in his arms yesterday... God, he couldn't help it, why was he made this way. Een mooie vrouw... voor zijn oog... dat maakte hem dol! A beautiful woman... to his eye... it drove him mad! Nu, jaren, al de jaren van zijn huwelijk had hij zich kalm, bezadigd gehouden, maar gevoeld had hij het langzamerhand, dat de kalme bezadiging op den duur hem niet deugde. now|years|all|the|years|of|his|marriage|had|he|himself|calm|composed|kept|but|felt|had|he|it|gradually|that|the|calm|composure|on|the|long term|him|not|suited Now, for years, all the years of his marriage he had remained calm and composed, but gradually he had felt that this calm composure was not good for him in the long run. Hij had het mooi in zich afkeuren; hij had mooi zich zien een echtgenoot en een vader van lieve kinderen - die aan die dingen niet meer moest denken... die ze laten moest aan zijn jeugd, die hij vaarwel had gezegd... Als woelige spiralen waren de herinneringen voor hem opgekronkeld, en toen hij Pauline weêr - bij toeval? he|had|it|nice|in|himself|to disapprove|he|had|nice|himself|to see|a|husband|and|a|father|of|dear|children|who|to|those|things|not|anymore|had to|to think|who|them|to leave|had to|to|his|youth|which|he|goodbye|had|said|as|turbulent|spirals|were|the|memories|for|him|coiled|and|when|he|Pauline||by|coincidence He had beautifully disapproved of it; he had seen himself as a husband and a father of dear children - who no longer had to think about those things... who had to leave them behind in his youth, which he had said goodbye to... Like turbulent spirals, the memories had coiled up for him, and when he had met Pauline again - by chance? - ontmoet had, had hij razende op zichzelven, en vloekende op haar, met een hoop van ruwe woorden - een afspraak met haar gemaakt, voor den volgenden avond, op haar kamer... Neen, in jaren had niemand hem zoo gezoend! ||||||||cursing||||||||||appointment||||||||||||||||||kissed - he had furiously cursed himself, and cursed her, with a heap of rough words - made an appointment with her for the following evening, in her room... No, in years no one had kissed him like that! Daarbij was hij sentimenteel. besides|was|he|sentimental Besides, he was sentimental. Wist hij het, verdomme, niet zelve, dat hij sentimenteel was? knew|he|it|damn|not|himself|that|he|sentimental|was Did he not know, damn it, that he was sentimental? Wist hij niet, dat soms, als hij een boek las, een stuk zag,       als mama bij hem klaagde, zooals zij klaagde tegenwoordig; als hij Dorine zag en met haar meêlijden voelde - wist hij het, verdomme, dan niet zelve, dat hij sentimenteel was, en dat hij zijn zenuwen bij elkaâr moest pakken, om geen vochtige oogen te krijgen... En Pauline - of ze het wist of niet, dat hij sentimenteel was, dat kon hij niet doorzien - maar behalve, dat niemand hem zoo zoende en hem zoo dol wist te maken, werkte ze ook nog op zijn sentimentaliteit. knew|he|not|that|sometimes|when|he|a|book|read|a|play|saw|when|mom|to|him|complained|as|she|complained|nowadays|when|he|Dorine|saw|and|with|her|compassion|felt|knew|he|it|damn|then|not|himself|that|he|sentimental|was|and|that|he|his|nerves|at|together|had to|grab|to|no|wet|eyes|to|get|and|Pauline|or|she|it|knew|or|not|that|he|sentimental|was|that|could|he|not|see through|but|besides|that|no one|him|so|kissed|and|him|so|crazy|knew|to|make|worked|she|also|still|on|his|sentimentality Did he not know that sometimes, when he read a book, saw a play, when mom complained to him, just as she complained these days; when he saw Dorine and felt compassion for her - did he not know, damn it, that he was sentimental, and that he had to pull himself together to avoid getting moist eyes... And Pauline - whether she knew it or not, that he was sentimental, he could not see - but besides the fact that no one kissed him like that and made him feel so crazy, she also worked on his sentimentality. Hield ze hem voor den gek of meende zij het? held|she|him|for|the|fool|or|believed|she|it Did she think he was a fool or did she mean it? Hij had nooit die oogen van haar kunnen vertrouwen: er bleef altijd een vonk van spot in, maar als ze hem zeide: de mannen... de mannen zijn zwijnen, Gerrit... alleen jij... jij niet... jij bent zoo lief en zoo zacht - al ben je nog zoo een ruwe kerel... dan had ze zijn sentimentaliteit te pakken, en dan wist hij niet, hoe hij los kwam uit haar greep... ‘Zie Gerrit, en daàrom... toen ik je weêr zag... was ik zoo blij... was ik o zoo blij, Gerrit!' he|had|never|those|eyes|of|her|could|trust|there|remained|always|a|spark|of|mockery|in|but|when|she|him|said|the|men|the|men|are|pigs|Gerrit|only|you|you|not|you|are|so|sweet|and|so|gentle|although|are|you|still|so|a|rough|guy|then|had|she|his|sentimentality|to|grab|and|then|knew|he|not|how|he|free|got|out|her|grip|see|Gerrit|and|therefore|when|I|you|again|saw|was|I|so|happy|was|I|oh|so|happy|Gerrit He could never trust those eyes of hers: there was always a spark of mockery in them, but when she said to him: the men... the men are pigs, Gerrit... only you... you not... you are so sweet and so gentle - even if you are still such a rough guy... then she had his sentimentality in her grasp, and he did not know how to break free from her hold... 'Look Gerrit, and that's why... when I saw you again... I was so happy... I was oh so happy, Gerrit!'

Hij had gevloekt, hij had haar gevraagd, waarom ze niet liever een jongen rijken kerel achter den broek zat, in plaats van hem, die noch jong, noch rijk was, maar haar gouden oogen hadden maar geglimpt en ze had maar       herhaald: o, de mannen, Gerrit... ze zijn zwijnen... ze zijn zwijnen... allemaal! ||cursed||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||pigs| He had cursed, he had asked her why she didn't rather chase after a rich guy, instead of him, who was neither young nor rich, but her golden eyes had only glimmered and she had just repeated: oh, the men, Gerrit... they are pigs... they are pigs... all of them!

En - het was misschien allerstomst van hem - hij had haar geloofd: hij had haar geloofd, dat zij alleen hem geen zwijn vond... en als een vrouw hem eenmaal beet had èn bij zijn dolheid èn bij zijn sentimentaliteit... dan kon hij niet gemakkelijk los zich wringen... o ja, zooveel kende hij zich wel! ||||silliest||||||||||||||||pig||||||||caught|||||||||||||||||||||||| And - it was perhaps the most foolish thing of him - he had believed her: he had believed her that she found no pig in him... and once a woman had him in her grasp, both with his madness and with his sentimentality... then he could not easily wriggle free... oh yes, he knew himself well enough!

Zie je, dat wist nu niemand van hen, terwijl zij daar zoo rustigjes met hem praatten, terwijl hij behagelijk slurpte aan zijn grog, wijd de beenen lang uit - en terwijl hij buiten den wind razende hoorde van verre aanhuilen... Ook Paul was nu binnengekomen, wrijvende zich de handen: hij was met een rijtuig gekomen; hij beweerde, dat hij te oud was om door zulk weêr, en zulke smerige straten te loopen van de Houtstraat naar de Kerkhoflaan... De tram? |||||||||||||||||||sipped|||grog||||||||||||||||to slurp||||||rubbing|||||||||||||||||||||||||||||||||| You see, no one knew that now, while they were chatting so calmly with him, while he comfortably sipped his grog, legs stretched out wide - and while he heard the wind raging outside howling from afar... Paul had also just come in, rubbing his hands: he had come by carriage; he claimed he was too old to walk through such weather, and such filthy streets from Houtstraat to Kerkhoflaan... The tram? Dank je wel... zoo een smerige boel, als een tram, en dan nog wel met regen en storm... En hij schitterde uit en boutades, een oogenblik, boutades tegen zijn vies vaderland, waar het altijd en altijd regende; tegen de menschen, de heele wereld, die vies was... Toen hij zitten ging, zag hij om, met een blik, die hem eigen geworden       was: of er ook geen pluisjes lagen op zijn stoel... En dadelijk zei hij niets, waren zijn woorden uitgeschitterd, zat hij stil, het niet de moeite waard vindend zich te vermoeien met te praten, omdat niemand waardeerde. ||||||||||||||||||||shone|||jokes|||taunts|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||fuzz|||||||||||||shone out||||||||||||tires|||||| Thank you... such a filthy mess, like a tram, and then in the rain and storm... And he shone with quips, for a moment, quips against his dirty homeland, where it always and forever rained; against the people, the whole world, which was filthy... When he sat down, he looked around, with a glance that had become his own: to see if there were any fluff on his chair... And immediately he said nothing, his words had sparkled out, he sat still, finding it not worth the effort to tire himself with talking, because no one appreciated it. Gerrit hoorde Constance, met haar zachte stem, hem zusterlijk maar ernstig brommen. Gerrit|heard|Constance|with|her|soft|voice|him|sisterly|but|serious|grumbling Gerrit heard Constance, with her soft voice, brotherly yet seriously murmuring to him. - Dat hij zoo oud werd, zich zoo eenzaam opsloot, zich zoo gaan liet aan zijn manie van zindelijkheid en alles vies vinden... Hij antwoordde met een paar korte boutaden... Toen zeide Constance, dat zij ook Dorine had gevraagd, maar dat Dorine niet scheen te komen, en dat tante Ruyvenaar te moê was, omdat zij het nieuwe kleine huis met de meisjes dezer dagen inrichtte... En Gerrit voelde in haar - nu mama oud werd, heel oud - hoe Constance bij elkaâr in haar plaats zocht te houden de familie-elementen... Niet zoo wijd en alles omvattend als mama had gedaan - nog deed - maar een kleine kern, van sympathie... Ach, het zoû haar niet lukken, dacht Gerrit... De cirkels schoven niet in elkaâr: ieder was zichzelve: hij ook... Dacht hij hier niet aan Pauline? that|he|so|old|became|himself|so|lonely|locked up|himself|so|started|let|to|his|mania|of|cleanliness|and|everything|dirty|to find|he|answered|with|a|few|short|quips|then|said|Constance|that|she|also|Dorine|had|asked|but|that|Dorine|not|seemed|to|come|and|that|aunt|Ruyvenaar|too|tired|was|because|she|the|new|small|house|with|the|girls|these|days|was furnishing|and|Gerrit|felt|in|her|now|mom|old|was becoming|very|old|how|Constance|at|each other|in|her|place|tried|to|to keep|the|||not|so|wide|and|all|encompassing|as|mom|had|done|still|doing|but|a|small|core|of|sympathy|oh|it|would|her|not|succeed|thought|Gerrit|the|circles|shifted|not|into|each other|each|was|himself|he|also|thought|he|here|not|about|Pauline - That he was getting so old, isolating himself so much, letting himself be consumed by his obsession with cleanliness and finding everything dirty... He responded with a few short retorts... Then Constance said that she had also asked Dorine, but that Dorine did not seem to be coming, and that aunt Ruyvenaar was too tired because she was setting up the new little house with the girls these days... And Gerrit felt in her - now that mama was getting old, very old - how Constance was trying to hold together the family elements in her place... Not as wide and all-encompassing as mama had done - or still did - but a small core, of sympathy... Oh, she would not succeed, thought Gerrit... The circles did not fit into each other: everyone was themselves: he too... Was he not thinking of Pauline here? Had hij niet een stille geheimenis? had|he|not|a|quiet|secret Did he not have a quiet secret? Had ieder niet misschien zijn stille geheimenis; terwijl zij zoo schijnbaar       sympathisch bij elkander zaten en spraken... had|each|not|perhaps|his|quiet|secret|while|they|so|seemingly|sympathetic|at|each other|sat|and|spoke Did not everyone perhaps have their quiet secret; while they sat and spoke so seemingly sympathetically together...

Addy nu was binnengekomen, nadat hij gewerkt had boven en Gerrit lette-op den verzoenenden glimlach, waarmeê hij dadelijk zijn vader naderde, zijn vader, die hem den laatsten tijd boudeerde, omdat zijn jongen een besluit had genomen, waarmeê hij het heelemaal niet eens was... Maar, tegen den verzoenenden glimlach, scheen al sedert weken en weken Van der Welcke niet bestand - had Gerrit wel gezien - lijdende hijzelve het meest onder de bouderie, en niet goed wetend hoe hij zijn houding langzamerhand zoû veranderen, terwijl die kalme glimlach van Addy beduidde: vadertje moet zich toch wel gewonnen geven, want het is niets dan redelijkheid, die ik wensch... Addy|now|was|entered|after|he|worked|had|upstairs|and|Gerrit|||the|conciliatory|smile|with which|he|immediately|his|father|approached|his|father|who|him|the|last|time|scolded|because|his|son|a|decision|had|made|with which|he|it|at all|not|agree|was|but|against|the|conciliatory|smile|seemed|already|since|weeks|and|weeks|Van|der|Welcke|not|resistant|had|Gerrit|indeed|seen|suffering|himself|it|most|under|the|scolding|and|not|well|knowing|how|he|his|attitude|gradually|would|change|while|that|calm|smile|of|Addy|meant|little father|must|himself|nevertheless|well|given up|give|because|it|is|nothing|but|reasonableness|that|I|wish Addy had just entered after working upstairs, and Gerrit was watching the conciliatory smile with which he approached his father, who had been sulking lately because his son had made a decision with which he completely disagreed... But, against the conciliatory smile, Van der Welcke had seemed unable to withstand for weeks and weeks - Gerrit had noticed - suffering the most from the sulking himself, and not knowing how to gradually change his demeanor, while that calm smile from Addy indicated: father must give in, because it is nothing but reasonableness that I wish...

En Gerrit, behagelijk, zag hem aan, hopende, dat zijn jongens ook zoo zouden worden, maar Paul, zoodra hij Addy zag, schitterde uit in spot, een spot, waaronder school een bestudeerende belangstelling, en dien de jongen rustig aanhoorde, met zijn ernstigen, blauwen blik in zijn jong blond frisch gezicht: and|Gerrit|comfortably|saw|him|at|hoping|that|his|boys|also|so|would|become|but|Paul|as soon as|he|Addy|saw|shone|in|in||||||||||||||||his||||||young|blond|fresh|face And Gerrit, pleased, looked at him, hoping that his boys would also become like that, but Paul, as soon as he saw Addy, shone with mockery, a mockery that contained a studied interest, which the boy listened to calmly, with his serious, blue gaze in his young, blond, fresh face:

- Zoo aanstaande heer professor... waarde dokter in spe... hoe gaat het met de patiënten? so|future|Mr|professor|dear|doctor|in|training|how|goes|it|with|the|patients - So, future professor... esteemed doctor in the making... how are the patients? Heb je er veel, op het moment? have|you|there|many|at|the|moment Do you have many at the moment? Is de mensch-       heid sedert uw hygieniesch optreden toegenomen in vitaliteit en primordiale levenskrachten? is|the||kind|since|your|hygienic|behavior|increased|in|vitality|and|primordial|life forces Has humanity increased in vitality and primordial life forces since your hygienic intervention? Levensinblazer! Life blower Life blower! Op wie ga je het eerst je krachten beproeven, Esculaap? on|whom|going|you|it|first|your|powers|testing|Esculapius Who will you first test your powers on, Esculapius? Op leden van je familie zeker? on|members|of|your|family|certainly Surely on members of your family? Krijgen we het eeuwige leven van je, Addy? do we get|we|the|eternal|life|from|you|Addy Are we getting eternal life from you, Addy? Nu maar, mij hoef je het niet te geven... Kan je niet maken, dat het menschelijk lichaam in de toekomst wat zindelijker functionneert? now|but|me|need|you|it|not|to|give|can|you|not|make|that|it|human|body|in|the|future|somewhat|cleaner|functions Well, you don't have to give it to me... Can't you make it so that the human body functions a bit more cleanly in the future? Daar moeten we nu altijd in bewondering voor neêrknielen: voor dat kunstwerk van den Schepper: het menschelijk lichaam, en wat is er smeriger dan het menschelijk lichaam? there|must|we|now|always|in|admiration|for|kneel down|for|that|artwork|of|the|Creator|the|human|body|and|what|is|there|dirtier|than|the|human|body We should always kneel in admiration for that work of the Creator: the human body, and what is more disgusting than the human body? Vies huis van vleesch, waarin kwijnt onze arme, kleine ziel... Addy, als je later nu knap bent, haal er dan eens alles uit: darmen, ingewanden, de heele rommelsche boel... en zet er voor in de plaats een zilver machinetje, dat je ten minste poetsen kunt... als er dan een machine zijn moet! filthy|house|of|flesh|in which|withers|our|poor|small|soul|Addy|if|you|later|now|smart|are|get|it|then|once|everything|out|intestines|organs|the|whole|messy|stuff|and|put|it|in front of|in|the|place|a|silver|little machine|that|you|at least|least|can clean|can|if|there|then|a|machine|must|must A filthy house of flesh, in which our poor, little soul withers away... Addy, if you are handsome later, then take everything out: intestines, organs, the whole messy lot... and replace it with a silver machine, so at least you can clean it... if there has to be a machine!

De jongen werd nooit boos, stond voor zijn oom, en legde zijn hand op Pauls schouder, en zag hem aan, en zeide: the|boy|became|never|angry|stood|in front of|his|uncle|and|laid|his|hand|on|Paul's|shoulder|and|saw|him|at|and|said The boy never got angry, stood in front of his uncle, placed his hand on Paul's shoulder, looked at him, and said:

- Waarom ben je nu niet altijd zoo vroolijk, oom? why|am|you|now|not|always|so|cheerful|uncle - Why are you not always so cheerful, uncle?

- Vroolijk? cheerful - Cheerful? Vindt je me vroolijk? do find|you|me|cheerful Do you think I'm cheerful? Hij vindt me vroolijk, terwijl ik vloek tegen het menschelijk smeer! he|finds|me|cheerful|while|I|curse|against|the|human|grease He finds me cheerful, while I curse against human filth! Is dat je diagnoze, professor? is|that|your|diagnosis|professor Is that your diagnosis, professor? Nu man, die is al heel mis, hoor! now|man|that|is|already|very|wrong|you know Now man, that's already very wrong, you know! Je krijgt er nooit je tientje voor! you|get|it|never|your|ten|for You'll never get your ten bucks for it! Vroolijk, God neen, jongen, dat ben ik heelemaal niet... Zoolang het leven zóo smerig is als het is... ben ik zoo melancholiek als ik maar zijn kan... Genees me, maar maak eerst den Augias-stal schoon, kerel... In onze ziel is nog eén rein plekje, maar verder is alles vuil! cheerful|God|no|boy|that|am|I|completely|not|as long as|the|life|so|dirty|is|as|it|is|am|I|so|melancholic|as|I|but||can|heal|me|but|make|first|the|Augias||clean|guy|in|our|soul|is|still|one|clean|spot|but|further|is|everything|dirty Cheerful, God no, boy, I am not that at all... As long as life is as dirty as it is... I am as melancholic as I can be... Heal me, but first clean the Augean stables, man... There is still one pure spot in our soul, but everything else is filthy! Nu zeg me, met wie begin je dan? now|say|to me|with|whom|start|you|then Now tell me, who do you start with? Zoû je niet oom Gerrit kunnen genezen...? would|you|not|uncle|Gerrit|could|heal Couldn't you heal uncle Gerrit...? Hem beteren eetlust geven...? him|improve|appetite|give Give him a better appetite...? Een gezondere slaap...? a|healthier|sleep A healthier sleep...? Een frisschere kleur...? a|fresher|color A fresher color...? Hem zijn groote body wat leeren bijwerken... Kijk eens, hoe kwijnend hij er uit ziet... him|his|large|body|a bit|to learn|to touch up|look|once|how|withering|he|there|out|looks To have him learn to touch up his big body a bit... Look how wan he looks...

Er was in de blague van Paul iets, dat Gerrit heel onaangenaam aandeed, maar Gerrit lachte luid, als vond hij het een onbetaalbare mop, dat Paul hem toewenschte beteren eetlust, gezondere slaap... Spotte Paul? there|was|in|the|joke|of|Paul|something|that|Gerrit|very|unpleasant|affected|but|Gerrit|laughed|loudly|as|he found|he|it|a|priceless|joke|that|Paul|him|wished|better|appetite|healthier|sleep|he mocked|Paul There was something in Paul's joke that affected Gerrit very unpleasantly, but Gerrit laughed loudly, as if he found it an invaluable joke that Paul wished him better appetite, healthier sleep... Was Paul mocking? Zag Paul iets door zijn schijnkracht heen... En Addy zoû hij later zien? saw|Paul|something|through|his|illusion|through|and|Addy|would|he|later|see Did Paul see something through his illusion... And would he see Addy later? Neen, niemand zag: onzichtbaar voor allen wroette de duizendpoot... no|no one|saw|invisible|for|all|burrowed|the|millipede No, no one saw: invisible to all, the centipede burrowed...

En hij stond op, om zichzelven nog een grogje te bereiden, maar hij bereidde het zoo, dat het bijna niets was dan warm water met citroen. and|he|stood|up|to|himself|still|a|small drink|to|prepare|but|he|prepared|it|so|that|it|almost|nothing|was|than|warm|water|with|lemon And he got up to prepare himself another drink, but he made it so that it was almost nothing but warm water with lemon.

PAR_TRANS:gpt-4o-mini=8.09 PAR_CWT:AvJ9dfk5=21.25 en:AvJ9dfk5 openai.2025-02-07 ai_request(all=28 err=7.14%) translation(all=55 err=0.00%) cwt(all=1689 err=38.54%)