×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Zielenschemering [part 2], Hoofdstuk 21

Hoofdstuk 21

De schemering was opgeklaard in het helle, witte licht.

Maar in het donkere, groote, kille huis daarginds zat te wachten de oude vrouw. Toch had zij de meiden naar bed gezonden, en haar gezegd alle lichten uit te doen, maar zijzelve ging niet naar bed; zij wachtte. Zij zat in haar donkere groote kamer, en naast haar op tafel flakkerde alleen een kaars. Het scheen haar, dat zij heel lang wachtte. Zij had het heel koud, ook al had zij om de schouders haar zwarte doekje geslagen. En zij tuurde uit in de schemerende schaduw, die met zwarte spoken danste rond om haar heen, - waarin op of neêr flakkerde de kaars. Het was als een dans van spoken, die stil zweefde rond door de kamer, en ze schenen haar toe de spoken van de dingen van vroeger... van heel vroeger... van lang niet meer herdachte kinderjaren en meisjesjaren... van den jongen man, die haar getrouwd had... van hun lange leven samen... van hunne kinderen, jong om hen heen... Dan het oprijzen van hunne grootheid - het oprijzen der witte paleizen in tropische landen... het schitteren om hen en hun kinderen heen van al de schitterwaan der wereld... Toen, grooter de kinderen, en al wijder en wijder weg van hen heen... En zij zag het alles schemeren en spoken en schaduwen in hare diepe en donkere kamers, terwijl zij te wachten zat bij de trillende kaarsevlam.

Dan knikte haar oude hoofd heel langzaam op en neêr, als wilde zij zeggen, dat zij herkende alle de dingen van vroeger, die zoo schaduwden en spookten en schemerden, dat er geen schim was, die zij niet herkende, maar dat zij alleen niet begreep, waarom dezen avond zij zoo allen kwamen, rond om haar heen, als eene zwart dansende bedringing... En terwijl zij zich verwonderde, was het of iedere schim, dansende, wischte met zwart om zich heen wat nog van de kamer en van het heden flauwtjes blonk tot haar door: alle ommelijn wischte met zwart, dansende schim na dansende, tot het eindelijk was alles zwart om haar heen... en niet alleen nu zwart waren geworden de kamer en het heden... maar zwart ook waren geworden de bleeke vizioenen van het verleden: de kinder- en meisjesjaren... den jongen man, die haar had getrouwd, en de kinderen en héel het leven... daarginds in de witte paleizen onder het tropiesch gelooverte... zwart, alles zwart was geworden... tot alles was weggewischt... tot weggeschaduwd was geheel de dans van alle die schimmen, en de oude vrouw, knikkende het hoofd nog te turen en te staren zat in het donker, de flakkende kaars naast zich.

Zoo wachtte zij nu, en, de duisternis voor zich, was het of zij de kaars niet zag, nu het àlles was zwart geschaduwd. Zoo wachtte zij en dacht, of er vele en vele nachten zwart zouden sleepen over haar heen... hoevele zwarte uren, hoevele zwarte nachten nog, die de zwarte toekomst nog zoû slepen kunnen? Tot zij eindelijk hoorde een bel, klinken als schel alarm, door de donkere duisternis heen. En werktuigelijk - omdat zij wachtte - stond zij heel moeilijk op, en nam haar kaars. Door de donkere kamer, en de duistere gang ging zij en het zwakke licht ging met haar meê, zoo zwak, dat zij het niet zag - dat zij maar moeilijk voorttastte de gang door en de trap af, terwijl zij tòch hield de kaars hoog... De trap scheen haar hoog, en trede voor trede ging zij ze af; bij iedere trede daalde het zwakke licht van de kaars met haar meê, en achter haar hoopte de nacht zich op, met iederen tred, dien zij achter zich liet. Nu was zij de trap afgegaan, en ging zij, moeilijk en langzaam, met haar sleeping van oude vrouw de vestibule door naar de deur, vanwaar het alarm geklonken had.

En haar bevende hand opende.

Addy kwam binnen.

- Oma... is u het zelf...?

- Ja, kind...

- Ik ben gekomen, oma-lief... omdat mama zei, dat u ons wachtte.

- Ja... - Wachtte u, oma op ons?

- Ja...

Hij nam haar de kaars uit de hand.

- Ik kom u zeggen, oma... dat het... dat het goed gaat... met oom Gerrit...

Zij knikte, weiwetend haar hoofd.

- Nu moet u maar niet meer wachten... op mama, grootma... en maar naar bed gaan, niet waar... Kan ik u nog met iets helpen?

Zij knikte haar hoofd.

- Ja... zeide zij.

- Waarmeê dan, oma-lief...? Wil ik de kaars voor u houden, en gaat u dan naar boven.

- Neen, neen...

- Wat wil u dan nog, oma-lief?

- Wachten...

- Wacht u nog op mama?

- Ja...

- Maar misschien, dat ze niet meer komt...

Zij knikte haar hoofd.

Hij bracht haar zachtjes van daar, de trap op haar geleidend naar boven.

- Dus gaat u nog niet naar bed?

Zij knikte, van neen.

- Wacht u nog op mama?

Zij knikte. - Wil ik het licht opsteken, grootma?

Zij hield zijn arm tegen.

- Neen, neen, zeide zij. Het is donker. Er is geen licht.

- Wil u het gas niet op, grootma?

- Er is geen licht.

- U zoû beter doen te gaan slapen.

- Mama komt.

- Ze zal niet meer komen, oma.

- Ze komt...

Een bel klonk, en Addy schrikte.

- Ze komt... herhaalde de oude vrouw.

Addy ging de trap af, deed open. Het was in de sneeuwjacht met een rijtuig, Constance.

- Mama...

- Ik ben gekomen... De dokter, papa... zijn bij tante Adeline...

- Grootma wacht u...

Zij gingen binnen. En het was Constance of zij na de verklaring van buiten en de heele wanhoop daarginds... het hier... in huis... zag zwart sneeuwen met duistere zwarte vlokken, binnen den gang, binnen de kamers, en het gelaat van haar moeder, die zat bij de eene kaars, staarde haar aan als een schim, met de oogen, gedoofd van blik...

- Mama... - Constance... gaat het goed... met Gerrit?

- Ja... o ja... mama!

- Dan kind... is het goed. En met Ernst ook... ging het goed?

- Ja mama... o ja...

- Dus gaat het met allen goed...

- Met allen, ja... mama!

- Dan is het goed... dan is het goed... Vooral omdat het van avond is...

- Wat mama?

- Voor het laatst. De laatste Zondag. Ik ben te moê, kind... en zij allen... zij zijn te ver... En als het nu gaat... hun allen goed...

- Dan...?

- Dan... niet meer... niet meer 's Zondags... En het huis hier... is te groot... en het huis is zoo koud, zoo koud. Het huis is zoo koud en zoo groot... En zoo donker is het koude huis... En mama wil...

- Wat wil u, mama?

- Kind... bij jou... nu je terug bent... uit Brussel... Bij jou... kind... mama... mama... wil bij jou...

- Wil u bij ons komen... mama?

- Ja, bij jou... kind... Bij jou, kind... Dus... gaat het... met Gerrit goed? - Ja, o ja, mama... het gaat hem goed...

- Dan... dan is alles goed...

Plotseling vlamde de kaars op, en doofde.

Toen staken zij het licht op, en brachten zij de oude vrouw naar bed. Nu liet zij met zich doen als een kind... Want om haar heen was na haar laatsten glimp de schemering dicht geworden tot duisteren nacht...

Nice, Juli-Nov. 1901

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 21 chapter Chapter 21

De schemering was opgeklaard in het helle, witte licht. the|twilight|was|cleared up|in|the|bright|white|light The twilight had cleared in the bright, white light.

Maar in het donkere, groote, kille huis daarginds zat te wachten de oude vrouw. but|in|the|dark|large|cold|house|over there|sat|to|wait|the|old|woman But in the dark, large, cold house over there sat the old woman waiting. Toch had zij de meiden naar bed gezonden, en haar gezegd alle lichten uit te doen, maar zijzelve ging niet naar bed; zij wachtte. yet|had|she|the|girls|to|bed|sent|and|her|told|all|lights|off|to|do|but|she herself|went|not|to|bed|she|waited Still, she had sent the girls to bed, and told them to turn off all the lights, but she herself did not go to bed; she waited. Zij zat in haar donkere groote kamer, en naast haar op tafel flakkerde alleen een kaars. she|sat|in|her|dark|large|room|and|next|her|on|table|flickered|only|a|candle She sat in her dark large room, and next to her on the table only a candle flickered. Het scheen haar, dat zij heel lang wachtte. it|seemed|to her|that|she|very|long|waited It seemed to her that she had been waiting for a very long time. Zij had het heel koud, ook al had zij om de schouders haar zwarte doekje geslagen. she|had|it|very|cold|also|although|had|she|around|the|shoulders|her|black|scarf|wrapped She was very cold, even though she had wrapped her black shawl around her shoulders. En zij tuurde uit in de schemerende schaduw, die met zwarte spoken danste rond om haar heen, - waarin op of neêr flakkerde de kaars. and|she|stared|out|into|the|dim|shadow|that|with|black|ghosts|danced|around|around|her|around|in which|up|or|down|flickered|the|candle And she peered out into the dim shadow, which danced around her with black ghosts, - in which the candle flickered up and down. Het was als een dans van spoken, die stil zweefde rond door de kamer, en ze schenen haar toe de spoken van de dingen van vroeger... van heel vroeger... van lang niet meer herdachte kinderjaren en meisjesjaren... van den jongen man, die haar getrouwd had... van hun lange leven samen... van hunne kinderen, jong om hen heen... Dan het oprijzen van hunne grootheid - het oprijzen der witte paleizen in tropische landen... het schitteren om hen en hun kinderen heen van al de schitterwaan der wereld... Toen, grooter de kinderen, en al wijder en wijder weg van hen heen... En zij zag het alles schemeren en spoken en schaduwen in hare diepe en donkere kamers, terwijl zij te wachten zat bij de trillende kaarsevlam. |||||||||floated||||||||||||||||||||||||remembered|||||||||||||||||||||||||||||||rising||||||||||||||||||shimmering|||||||||||||||||||||||ghosts|||||||||||||||||candle flame It was like a dance of ghosts, silently floating around the room, and they seemed to her the ghosts of things from the past... from long ago... from long-forgotten childhood and girlhood... of the young man who had married her... of their long life together... of their children, young around them... Then the rising of their greatness - the rising of the white palaces in tropical lands... the shining around them and their children of all the dazzling illusions of the world... Then, the children grew older, and further and further away from them... And she saw it all shimmering and ghosting and shadowing in her deep and dark rooms, while she sat waiting by the trembling candle flame.

Dan knikte haar oude hoofd heel langzaam op en neêr, als wilde zij zeggen, dat zij herkende alle de dingen van vroeger, die zoo schaduwden en spookten en schemerden, dat er geen schim was, die zij niet herkende,       maar dat zij alleen niet begreep, waarom dezen avond zij zoo allen kwamen, rond om haar heen, als eene zwart dansende bedringing... En terwijl zij zich verwonderde, was het of iedere schim, dansende, wischte met zwart om zich heen wat nog van de kamer en van het heden flauwtjes blonk tot haar door: alle ommelijn wischte met zwart, dansende schim na dansende, tot het eindelijk was alles zwart om haar heen... en niet alleen nu zwart waren geworden de kamer en het heden... maar zwart ook waren geworden de bleeke vizioenen van het verleden: de kinder- en meisjesjaren... den jongen man, die haar had getrouwd, en de kinderen en héel het leven... daarginds in de witte paleizen onder het tropiesch gelooverte... zwart, alles zwart was geworden... tot alles was weggewischt... tot weggeschaduwd was geheel de dans van alle die schimmen, en de oude vrouw, knikkende het hoofd nog te turen en te staren zat in het donker, de flakkende kaars naast zich. ||||||||||||||||recognized||||||||||||twilighted||||shadow|||||||||||||||||||||||||||remembrance||||||||||||wiped|||||||||||||||faintly|shone|||||ommelijn|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||tropical|believed|||||||||||casting shadows||||||||shadows|||||||||||||||||||flickering|candle|| Then her old head nodded very slowly up and down, as if she wanted to say that she recognized all the things from the past, which shadowed and ghosted and shimmered, that there was no shadow she did not recognize, but that she simply did not understand why they all came this evening, circling around her like a black dancing encirclement... And while she wondered, it was as if every shadow, dancing, wiped away with black around it what still faintly shone from the room and from the present: all the surroundings were wiped away with black, dancing shadow after dancing shadow, until finally everything was black around her... and not only had the room and the present turned black... but the pale visions of the past had also turned black: the childhood and girlhood... the young man who had married her, and the children and all of life... over there in the white palaces under the tropical vault... black, everything had turned black... until everything was wiped away... until the dance of all those shadows was completely shadowed, and the old woman, nodding her head, sat peering and staring into the dark, the flickering candle beside her.

Zoo wachtte zij nu, en, de duisternis voor zich, was het of zij de kaars niet zag, nu het àlles was zwart geschaduwd. So she waited now, and, the darkness before her, it was as if she did not see the candle, now that everything was black shadowed. Zoo wachtte zij en dacht, of er vele en vele nachten zwart zouden sleepen over haar heen... hoevele zwarte       uren, hoevele zwarte nachten nog, die de zwarte toekomst nog zoû slepen kunnen? |||||||||||||would pass||||how many|||||||||||||| So she waited and thought, how many and many nights would black sleep over her... how many black hours, how many black nights still, that the black future could still drag on? Tot zij eindelijk hoorde een bel, klinken als schel alarm, door de donkere duisternis heen. until|she|finally|heard|a|bell|ringing|like|shrill|alarm|through|the|dark|darkness|through Until she finally heard a bell, ringing like a shrill alarm, through the dark darkness. En werktuigelijk - omdat zij wachtte - stond zij heel moeilijk op, en nam haar kaars. and|mechanically|because|she|waited|stood|she|very|difficult|up|and|took|her|candle And mechanically - because she was waiting - she stood up very slowly, and took her candle. Door de donkere kamer, en de duistere gang ging zij en het zwakke licht ging met haar meê, zoo zwak, dat zij het niet zag - dat zij maar moeilijk voorttastte de gang door en de trap af, terwijl zij tòch hield de kaars hoog... De trap scheen haar hoog, en trede voor trede ging zij ze af; bij iedere trede daalde het zwakke licht van de kaars met haar meê, en achter haar hoopte de nacht zich op, met iederen tred, dien zij achter zich liet. through|the|dark|room|and|the|dark|corridor|went|she|and|the|weak|light|went|with|her|along|so|weak|that|she|it|not|saw|that|she|only|difficult|groped forward|the|corridor|through|and|the|stairs|down|while|she|still|held|the|candle|high|the|stairs|seemed|to her|high|and|step|in front of|step|went|she|them|down|at|every|step|descended|the|weak|light|from|the|candle|with|her|along|and|behind|her|piled up|the|night|itself|up|with|every|step|that|she|behind|herself|left Through the dark room, and the dark hallway she went, and the weak light went with her, so weak that she did not see it - that she barely groped her way through the hallway and down the stairs, while she still held the candle high... The stairs seemed high to her, and step by step she went down; with every step the weak light of the candle descended with her, and behind her the night gathered, with every step she left behind. Nu was zij de trap afgegaan, en ging zij, moeilijk en langzaam, met haar sleeping van oude vrouw de vestibule door naar de deur, vanwaar het alarm geklonken had. now|was|she|the|stairs|gone down|and|went|she|difficult|and|slowly|with|her|nightgown|of|old|woman|the|vestibule|through|to|the|door|from where|the|alarm|sounded|had Now she had gone down the stairs, and she walked, slowly and with difficulty, with her old woman's gait through the vestibule to the door, from where the alarm had sounded.

En haar bevende hand opende. and|her|trembling|hand|opened And her trembling hand opened.

Addy kwam binnen. Addy|came|inside Addy came in.

- Oma... is u het zelf...? grandma|is|you|it|yourself - Grandma... is it really you...?

- Ja, kind... yes|child - Yes, dear...

- Ik ben gekomen, oma-lief... omdat mama zei, dat u ons wachtte. I|am|come|||because|mom|said|that|you|us|waited - I have come, dear grandma... because mom said that you were waiting for us.

- Ja...       - Wachtte u, oma op ons? yes|waited|you|grandma|for|us - Yes... - Were you waiting for us, grandma?

- Ja... yes - Yes...

Hij nam haar de kaars uit de hand. he|took|her|the|candle|out|the|hand He took the candle from her hand.

- Ik kom u zeggen, oma... dat het... dat het goed gaat... met oom Gerrit... I|come|you|to say|grandma|that|it|||good|goes|with|uncle|Gerrit - I come to tell you, grandma... that it... that it is going well... with uncle Gerrit...

Zij knikte, weiwetend haar hoofd. she|nodded|knowing|her|head She nodded, knowingly shaking her head.

- Nu moet u maar niet meer wachten... op mama, grootma... en maar naar bed gaan, niet waar... Kan ik u nog met iets helpen? now|must|you|but|not|anymore|to wait|for|mom|grandma|and|just|to|bed|to go|not|right|can|I|you|still|with|something|to help - Now you shouldn't wait... for mom, grandma... and just go to bed, right... Can I help you with anything else?

Zij knikte haar hoofd. she|nodded|her|head She nodded her head.

- Ja... zeide zij. yes|she said|she - Yes... she said.

- Waarmeê dan, oma-lief...? with what|then|| - With what then, dear grandma...? Wil ik de kaars voor u houden, en gaat u dan naar boven. I want|I|the|candle|for|you|to hold|and|you go|you|then|to|upstairs I will hold the candle for you, and then you go upstairs.

- Neen, neen... no|no - No, no...

- Wat wil u dan nog, oma-lief? what|do you want|you|then|still|grandma| - What do you want then, dear grandma?

- Wachten... waiting - Waiting...

- Wacht u nog op mama? wait|you|still|for|mom - Are you still waiting for mom?

- Ja... yes - Yes...

- Maar misschien, dat ze niet meer komt... but|maybe|that|she|not|anymore|comes - But maybe she won't come anymore...

Zij knikte haar hoofd. she|nodded|her|head She nodded her head.

Hij bracht haar zachtjes van daar, de trap op haar geleidend naar boven. he|brought|her|gently|from|there|the|stairs|up|her|guiding|to|upstairs He gently took her from there, guiding her up the stairs.

- Dus gaat u nog niet naar bed? so|are going|you|still|not|to|bed - So you're not going to bed yet?

Zij knikte, van neen. she|nodded|from|no She nodded, of no.

- Wacht u nog op mama? wait|you|still|for|mom - Are you still waiting for mom?

Zij knikte. she|nodded She nodded. - Wil ik het licht opsteken, grootma? want|I|it|light|to light|grandma - Do I want to turn on the light, grandma?

Zij hield zijn arm tegen. she|held|his|arm|against She held his arm back.

- Neen, neen, zeide zij. no|no|said|she - No, no, she said. Het is donker. it|is|dark It is dark. Er is geen licht. there|is|no|light There is no light.

- Wil u het gas niet op, grootma? |you|the|gas|not|on|grandma - Would you not turn on the gas, grandma?

- Er is geen licht. |is|no|light - There is no light.

- U zoû beter doen te gaan slapen. |would|better|to do|to|to go|sleep - You would do better to go to sleep.

- Mama komt. |is coming - Mom is coming.

- Ze zal niet meer komen, oma. she|will|not|anymore|come|grandma - She will not come anymore, grandma.

- Ze komt... she|comes - She is coming...

Een bel klonk, en Addy schrikte. a|bell|rang|and|Addy|startled A bell rang, and Addy was startled.

- Ze komt... herhaalde de oude vrouw. she|comes|repeated|the|old|woman - She is coming... the old woman repeated.

Addy ging de trap af, deed open. Addy|went|the|stairs|down|opened|open Addy went down the stairs, opened the door. Het was in de sneeuwjacht met een rijtuig, Constance. it|was|in|the|snow hunt|with|a|carriage|Constance It was during the snow hunt with a carriage, Constance.

- Mama... Mom - Mama...

- Ik ben gekomen... De dokter, papa... zijn bij tante Adeline... I|am|come|the|doctor|dad|are|at|aunt|Adeline - I have come... The doctor, dad... are with aunt Adeline...

- Grootma wacht u... grandma|waits|you - Grandmother is waiting for you...

Zij gingen binnen. they|went|inside They went inside. En het was Constance of zij na de verklaring van buiten en de heele wanhoop daarginds... het hier... in huis... zag zwart sneeuwen met duistere zwarte vlokken, binnen den gang, binnen de kamers, en het gelaat van haar moeder, die zat bij de eene kaars, staarde haar aan als een schim, met de oogen, gedoofd van blik... and|it|was|Constance|that|she|after|the|statement|from|outside|and|the|whole|despair|over there|it|here|in|house|saw|black|snowing|with|dark|black|flakes|inside|the|hallway|inside|the|rooms|and|the|face|of|her|mother|who|sat|by|the|one|candle|stared|her|at|like|a|ghost|with|the|eyes|extinguished|from|gaze And it was Constance as if after the declaration from outside and the whole despair over there... it here... in the house... saw black snowing with dark black flakes, inside the hallway, inside the rooms, and the face of her mother, who sat by the one candle, stared at her like a ghost, with eyes, dimmed of gaze...

- Mama...       - Constance... gaat het goed... met Gerrit? mom|Constance|goes|it|well|with|Gerrit - Mom... - Constance... is everything alright... with Gerrit?

- Ja... o ja... mama! yes|oh|yes|mom - Yes... oh yes... mom!

- Dan kind... is het goed. then|child|is|it|good - Then child... it's good. En met Ernst ook... ging het goed? and|with|Ernst|also|went|it|good And with Ernst too... was it good?

- Ja mama... o ja... yes|mom|oh|yes - Yes mom... oh yes...

- Dus gaat het met allen goed... so|goes|it|with|all|good - So everything is going well with everyone...

- Met allen, ja... mama! with|all|yes|mom - With everyone, yes... mom!

- Dan is het goed... dan is het goed... Vooral omdat het van avond is... then|is|it|good|then|is|it|good|especially|because|it|of|evening| - Then that's good... then that's good... Especially because it's evening...

- Wat mama? what|mom - What mom?

- Voor het laatst. for|the|last - For the last time. De laatste Zondag. the|last|Sunday The last Sunday. Ik ben te moê, kind... en zij allen... zij zijn te ver... En als het nu gaat... hun allen goed... I|am|too|tired|child|and|they|all|they|are|too|far|and|if|it|now|goes|their|all|well I am too tired, child... and they all... they are too far... And if it goes now... all of them well...

- Dan...? then - Then...?

- Dan... niet meer... niet meer 's Zondags... En het huis hier... is te groot... en het huis is zoo koud, zoo koud. then|not|more|not|more|on|Sundays|and|the|house|here|is|too|big|and|the|house|is|so|cold|so|cold - Then... no more... no more on Sundays... And this house... is too big... and the house is so cold, so cold. Het huis is zoo koud en zoo groot... En zoo donker is het koude huis... En mama wil... the|house|is|so|cold|and|so|big|and|so|dark|is|the|cold|house|and|mom|wants The house is so cold and so big... And so dark is the cold house... And mama wants...

- Wat wil u, mama? what|wants|you|mom - What do you want, mama?

- Kind... bij jou... nu je terug bent... uit Brussel... Bij jou... kind... mama... mama... wil bij jou... child|with|you|now|you|back|are|from|Brussels|with|you|child|mom|mom|wants|with|you - Child... with you... now that you are back... from Brussels... With you... child... mama... mama... wants to be with you...

- Wil u bij ons komen... mama? |you|at|us|come|mom - Will you come with us... mama?

- Ja, bij jou... kind... Bij jou, kind... Dus... gaat het... met Gerrit goed? |at|you|child|at|you|child|so|goes|it|with|Gerrit|well - Yes, with you... child... With you, child... So... is it... going well with Gerrit? - Ja, o ja, mama... het gaat hem goed... yes|||mom|it|goes|him|well - Yes, oh yes, mama... he is doing well...

- Dan... dan is alles goed... then||is|everything|good - Then... then everything is good...

Plotseling vlamde de kaars op, en doofde. suddenly|flared|the|candle|up|and|extinguished Suddenly the candle flared up, and went out.

Toen staken zij het licht op, en brachten zij de oude vrouw naar bed. then|they lit|they|the|light|up|and|they brought|they|the|old|woman|to|bed Then they lit the light, and brought the old woman to bed. Nu liet zij met zich doen als een kind... Want om haar heen was na haar laatsten glimp de schemering dicht geworden tot duisteren nacht... now|she let|she|with|herself|do|like|a|child|because|around|her|around|was|after|her|last|glimpse|the|twilight|thick|become|until|dark|night Now she let herself be treated like a child... For around her, after her last glimpse, the twilight had thickened into dark night...

Nice, Juli-Nov. Nice||Nov Nice, July-Nov. 1901 1901

PAR_TRANS:gpt-4o-mini=7.28 PAR_CWT:AvJ9dfk5=20.26 en:AvJ9dfk5 openai.2025-02-07 ai_request(all=46 err=2.17%) translation(all=89 err=0.00%) cwt(all=1175 err=33.87%)