×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Zielenschemering [part 2], Hoofdstuk 16

Hoofdstuk 16

Gerrit herstelde, iederen dag. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij zat in een ruimen stoel, en te soezen zat, tot hij wegzonk in de donzen diepte, en sluimerde in, in zijn stoel. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij sprak enkele woorden met de twee vrouwen, den dokter en den verpleger, en dat hij gevraagd had:

- De kinderen...

Hij had begrepen, dat zij er niet waren, en dat hij ze niet zoû zien. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij zich herinnerde het leven van vroeger, en dat hij vroeg:

- Pauline...

En hij begreep, dat zij hem niet begrepen. Waarom zij hem niet begrepen, begreep hij niet, want als hij vroeg:

- De kinderen... mama... begrepen zij hem toch en antwoordden zij hem vriendelijkjes, dat het goed ging met de kinderen en mama.

Dan vroeg hij:

- Je man, Constance... Je jongen...

En Constance antwoordde hem, dat het hun goed ging.

Dan vroeg hij haar:

- Pauline...

En zij knikte zacht, en zij glimlachte zacht.

Ja, zeker, nu begreep zij hem, en zeide hem, dat het goed met Pauline ging...

Ja, ja hij herinnerde zich wel: mama, de kinderen, Pauline... Zij waren in zijn leêge herinnering als schimmen, die opspookten en hem vragen deden aan de vrouwen om zich heen. Maar in zijn herinnering was verder éen groote leêgte, als een leêg heelal, nu het Beest was verdwenen in het ruime Niets... In het Niets... In het Niets.

Merg had hij niet meer: het beest zoû hem niet meer vreten. Er wroette geen duizendpoot meer in zijn body... God, God wat voelde hij zich op, op... Nu herkende hij zijn geneesheer...

- Zoo ben je daar, Alsma.

- Zoo Van Lowe; herken je me weêr...

- Ja... ja... Heb ik je niet herkend...

- Neen... nu en dan wist je niet wie ik was... Nu wordt je weêr gauw beter, hoor. Iederen dag wordt je beter...

- Ja...ja... Maar...

- Maar wat...

- Ik voel me erg... raar. Bedonderd... raar...

- Ja, je bent nog wat zwakjes.

- Zwakjes...

Hij grinnikte. Hij voelde aan zijn armen, en hij vond het vreemd, dat hij zijn biceps niet vinden kon.

- Waar is het ding? vroeg hij. Is het weg...

- Neen, je zal wel weêr aansterken... Dat gaat zoo gauw, als je eenmaal weêr beter bent. - O, gaat dat gauw.

- Ja, dat gaat heel gauw...

- Zeg, Alsma... kan ik mijn kinderen niet eens zien...

- Neen, het zoû je nog al vermoeien... Later, later...

- Zeg, weet je wat bedonderd is. Ik weet niet meer... dingen. Of ik gedroomd heb... of niet...

- Niet over tobben. Dat werk je allemaal bij... langzamerhand, langzamerhand...

- Een meer met allerlei witte waterwijven... Dat is onzin, hè... Een sneltrein... Was ik op reis geweest, kort voor mijn ziekte... Neen, hè? Het lijk... van een meid? Heb ik dat gezien? Een beest, een groot beest... Ja, waàr was het groote beest... Heb ik gevochten met het groote beest... Ik geloof, dat het allemaal onzin was... behalve het beest... dat me op heeft gelikt... met zijn tong...

- Je moet niet zooveel praten.

- ...Omdat ik het beest... àltijd... àltijd... in me heb gevoeld...

- Kom Van Lowe... Hoû je maar heel kalm nu... en rust wat... rust wat uit.

De zieke man zonk weg, zonk weg in de donzen diepte... Gerrit herstelde, iederen dag. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij geloopen had door de kamer, aan den arm van Constance, en dat hij even gezien had zijn drie jongens, een enkel oogenblik - omdat hij zoo naar ze verlangde.

- Ook naar de anderen... zeide hij.

Zij brachten hem den volgenden dag Gerdy en Constant; den daarop volgenden de anderen, vier... Hij had ze nu allen gezien.

- Maar zoo kort, zeide hij.

Hij herstelde langzaam aan. Hij had Van der Welcke en Addy gezien en op een bleeken winterzonnedag was hij even op straat geweest, maar de buitenwereld duizelde hem. Toch kon hij het zich niet ontkennen; toch herstelde hij... Hij zag zijn moeder en toen zij hem zag, was zij vergeten, dat hij ziek was geweest.

- Waar ben je zoo lang geweest, Gerrit...

- In de lappenmand, mama.

- In de lappenmand...

De oude vrouw knikte welwetend.

- Je bent toch niet ziek geweest?

- Nu, een klein beetje, mama. Het was niet heel erg, hoor...

En hij werd beter, hij herstelde. Hij wandelde uit, met zijn vrouw, met Constance, met Van der Welcke. Hij wandelde met zijn neef Addy: de buitenwereld duizelde hem niet meer. Terwijl hij wandelde, herkende hij kameraden; eens kwam hij de huzaren tegen...

- Godverdomme, vloekte hij, zonderdat hij wist waarom.

Hij was, of hij plotseling zag, dat hij nooit meer rijden zoû, recht zijn rug, helder zijn oog, vóor zijn escadron. Maar het was onzin, dat hij het zoo zag...

Toch kon hij nog niet hervatten zijn dienst. Hij lummelde en hij luierde, als hij zeide. Des avonds, altijd heel vroeg, zonk hij weg in een donzen diepte, sluimerde hij in, zwaar...

En hij herinnerde zich niet meer...

- Zeg, Constance.

- Wat is er, Gerrit.

- Toen ik die meid heb gezien... op het kerkhof... Was jij er toen ook en heb je toen me geroepen...

- Neen, Gerrit... Je hebt gedroomd.

- O, heb ik dat gedroomd.

- Ja...

- Neen, neen.

- Ja, Gerrit, je hebt gedroomd...

Een anderen keer vroeg hij aan Van der Welcke: - Zeg, Van der Welcke.

- Wat is er, Gerrit?

- Je weet niet... Maar ik heb een meid gehad... teruggezien van vroeger... Een lieve meid... Onderzoek eens, wat er van is, wil je...

- Hoe heet zij en waar woont ze...

Hij bedacht zich.

- Ze heet... ze heet Pauline.

- En waar woont ze?

- In... in de Frederikstraat.

Van der Welcke onderzocht, maar den volgenden keer wilde hij niets zeggen. De zieke man echter herinnerde zich.

- Zeg, Van der Welcke.

- Wat Gerrit.

- Heb je dat onderzocht voor me.

- Ja... aarzelde Van der Welcke.

- En?

- De meid is dood, kerel.

- Ze heeft zich verdronken?

- Ja...

- Ze hebben haar lijk op het kerkhof gebracht?

- Ja...

- O, dan heb ik niet gedroomd. Dat zie je... En je vrouw is me daar komen halen. - Neen, neen.

- Jawel...

- Neen, neen, kerel...

De zieke man bedacht zich.

- Ik weet niet meer, zeide hij; wat ik geleefd... en wat ik gedroomd heb. Het lamme beest... dat... dat was waarheid. Het heeft me opgevreten... opgevreten... van mijn jongensjaren...

Hij werd heel somber en uren, lange uren zat hij stil, in zijn stoel... tot hij zonk in de donzen diepte.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE

Hoofdstuk 16 chapter Κεφάλαιο 16 Chapter 16

Gerrit herstelde, iederen dag. Gerrit|recovered|every|day Gerrit was recovering every day. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij zat in een ruimen stoel, en te soezen zat, tot hij wegzonk in de donzen diepte, en sluimerde in, in zijn stoel. now|was|he|so|far|improved|that|he|sat|in|a|spacious|chair|and|to|dozing|sat|until|he|sank away|in|the|down|depth|and|dozed off|in|in|his|chair Now he had improved so much that he was sitting in a comfortable chair, dozing off until he sank into the downy depths and dozed in his chair. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij sprak       enkele woorden met de twee vrouwen, den dokter en den verpleger, en dat hij gevraagd had: now|was|he|so|far|improved|that|he|spoke|a few|words|with|the|two|women|the|doctor|and|the|nurse|and|that|he|asked|had Now he had improved so much that he spoke a few words with the two women, the doctor, and the nurse, and that he had asked:

- De kinderen... the|children - The children...

Hij had begrepen, dat zij er niet waren, en dat hij ze niet zoû zien. he|had|understood|that|they|there|not|were|and|that|he|them|not|would|see He had understood that they were not there, and that he would not see them. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij zich herinnerde het leven van vroeger, en dat hij vroeg: now|was|he|so|far|bitten|that|he|himself|remembered|the|life|of|earlier|and|that|he|asked Now he had been so affected that he remembered the life of the past, and that he asked:

- Pauline... Pauline - Pauline...

En hij begreep, dat zij hem niet begrepen. and|he|understood|that|they|him|not|understood And he understood that they did not understand him. Waarom zij hem niet begrepen, begreep hij niet, want als hij vroeg: why|they|him|not|understood|understood|he|not|because|if|he|asked Why they did not understand him, he did not understand, because when he asked:

- De kinderen... mama... begrepen zij hem toch en antwoordden zij hem vriendelijkjes, dat het goed ging met de kinderen en mama. the|children|mom|understood|they|him|nevertheless|and|answered|they|him|kindly|that|it|good|went|with|the|children|and|mom - The children... mom... they understood him and answered him kindly that the children and mom were doing well.

Dan vroeg hij: then|asked|he Then he asked:

- Je man, Constance... Je jongen... your|husband|Constance|your|boy - Your husband, Constance... Your boy...

En Constance antwoordde hem, dat het hun goed ging. and|Constance|she answered|him|that|it|them|well|it was going And Constance replied to him that they were doing well.

Dan vroeg hij haar: then|he asked|he|her Then he asked her:

- Pauline... Pauline - Pauline...

En zij knikte zacht, en zij glimlachte zacht. and|she|nodded|softly|and|she|smiled|softly And she nodded softly, and she smiled softly.

Ja, zeker, nu begreep zij hem, en zeide hem, dat het goed met Pauline ging... yes|certainly|now|she understood|she|him|and|she said|him|that|it|well|with|Pauline|she was doing Yes, certainly, now she understood him, and told him that Pauline was doing well...

Ja, ja hij herinnerde zich wel: mama, de kinderen, Pauline... Zij waren in zijn leêge herinnering als schimmen, die opspookten en hem vragen deden aan de vrouwen om zich       heen. yes|yes|he|he remembered|himself|indeed|mom|the|children|Pauline|they|they were|in|his|empty|memory|like|shadows|that|haunted|and|him|questions|they asked|to|the|women|to|themselves|around Yes, yes he remembered: mom, the children, Pauline... They were in his empty memory like shadows, haunting him and making him ask the women around him. Maar in zijn herinnering was verder éen groote leêgte, als een leêg heelal, nu het Beest was verdwenen in het ruime Niets... In het Niets... In het Niets. but|in|his|memory|was|further|one|great|emptiness|like|a|empty|universe|now|the|Beast|was|disappeared|in|the|vast|Nothing|in|the|Nothing|in|the|Nothing But in his memory there was further a great emptiness, like an empty universe, now that the Beast had disappeared into the vast Nothing... Into the Nothing... Into the Nothing.

Merg had hij niet meer: het beest zoû hem niet meer vreten. marrow|had|he|not|anymore|it|beast|would|him|not|anymore|eat He no longer had any flesh: the beast would not eat him anymore. Er wroette geen duizendpoot meer in zijn body... God, God wat voelde hij zich op, op... Nu herkende hij zijn geneesheer... there|he was digging|no|millipede|anymore|in|his|body|God|God|what|he felt|he|himself|up|up|now|he recognized|he|his|doctor No centipede was wriggling in his body anymore... God, God how he felt up, up... Now he recognized his doctor...

- Zoo ben je daar, Alsma. so|am|you|there|Alsma - So you're here, Alsma.

- Zoo Van Lowe; herken je me weêr... so|Van|Lowe|recognize|you|me|again - So Van Lowe; you recognize me again...

- Ja... ja... Heb ik je niet herkend... yes|yes|have|I|you|not|recognized - Yes... yes... I didn't recognize you...

- Neen... nu en dan wist je niet wie ik was... Nu wordt je weêr gauw beter, hoor. no|now|and|then|knew|you|not|who|I|was|now|becomes|you|again|soon|better|you know - No... now and then you didn't know who I was... You'll get better soon, you know. Iederen dag wordt je beter... every|day|becomes|you|better Every day you get better...

- Ja...ja... Maar... yes|yes|but - Yes... yes... But...

- Maar wat... but|what - But what...

- Ik voel me erg... raar. I|feel|myself|very|strange - I feel very... strange. Bedonderd... raar... cheated|strange Bamboozled... strange...

- Ja, je bent nog wat zwakjes. yes|you|are|still|a bit|weak - Yes, you are still a bit weak.

- Zwakjes... weakly - Weak...

Hij grinnikte. he|chuckled He chuckled. Hij voelde aan zijn armen, en hij vond het vreemd, dat hij zijn biceps niet vinden kon. he|felt|at|his|arms|and|he|found|it|strange|that|he|his|biceps|not|to find|could He felt his arms, and he found it strange that he couldn't find his biceps.

- Waar is het ding? where|is|the|thing - Where is the thing? vroeg hij. he asked|he he asked. Is het weg... is|it|gone Is it gone...

- Neen, je zal wel weêr aansterken... Dat gaat zoo gauw, als je eenmaal weêr beter bent. no|you|will|surely|again|recover|that|goes|so|quickly|when|you|once|again|better|you are - No, you will recover again... It goes so quickly, once you are better again. - O, gaat dat gauw. oh|goes|that|quickly - Oh, it goes quickly.

- Ja, dat gaat heel gauw... yes|that|goes|very|soon - Yes, that will go very quickly...

- Zeg, Alsma... kan ik mijn kinderen niet eens zien... say|Alsma|can|I|my|children|not|even|see - Say, Alsma... I can't even see my children...

- Neen, het zoû je nog al vermoeien... Later, later... no|it|would|you|still|quite|tire|later|later - No, it would tire you out... Later, later...

- Zeg, weet je wat bedonderd is. say|know|you|what|cheated|is - Say, do you know what's messed up. Ik weet niet meer... dingen. I|know|not|anymore|things I don't know anymore... things. Of ik gedroomd heb... of niet... whether|I|dreamed|have|or|not Whether I dreamed... or not...

- Niet over tobben. not|about|worry - Don't worry about it. Dat werk je allemaal bij... langzamerhand, langzamerhand... that|work|you|all|along|gradually|gradually You will all work through it... gradually, gradually...

- Een meer met allerlei witte waterwijven... Dat is onzin, hè... Een sneltrein... Was ik op reis geweest, kort voor mijn ziekte... Neen, hè? a|lake|with|all kinds of|white|water women|that|is|nonsense|right|a|express train|was|I|on|trip|been|shortly|before|my|illness|no|right - A lake with all kinds of white water women... That's nonsense, right... A fast train... I had been traveling, shortly before my illness... No, right? Het lijk... van een meid? the|corpse|of|a|girl The corpse... of a girl? Heb ik dat gezien? have|I|that|seen Did I see that? Een beest, een groot beest... Ja, waàr was het groote beest... Heb ik gevochten met het groote beest... Ik geloof, dat het allemaal onzin was... behalve het beest... dat me op heeft gelikt... met zijn tong... a|beast|a|large|beast|yes|where|was|the|large|beast|have|I|fought|with|the|large|beast|I|believe|that|it|all|nonsense|was|except|the|beast|that|me|on|has|licked|with|its|tongue A beast, a big beast... Yes, where was the big beast... Did I fight with the big beast... I believe it was all nonsense... except for the beast... that licked me... with its tongue...

- Je moet niet zooveel praten. you|must|not|so much|talk - You shouldn't talk so much.

- ...Omdat ik het beest... àltijd... àltijd... in me heb gevoeld... because|I|it|beast|always||in|me|have|felt - ...Because I have always felt the beast... always... always... inside me...

- Kom Van Lowe... Hoû je maar heel kalm nu... en rust wat... rust wat uit. come|from|Lowe|keep|you|just|very|calm|now|and|rest|a bit|||out - Come on Van Lowe... Just stay very calm now... and rest a bit... rest a bit.

De zieke man zonk weg, zonk weg in de donzen diepte...       Gerrit herstelde, iederen dag. the|sick|man|sank|away|||in|the|downy|depth|Gerrit|recovered|every|day The sick man sank away, sank away into the downy depths... Gerrit recovered, every day. Nu was hij zoo ver aangebeterd, dat hij geloopen had door de kamer, aan den arm van Constance, en dat hij even gezien had zijn drie jongens, een enkel oogenblik - omdat hij zoo naar ze verlangde. now|was|he|so|far|improved|that|he|walked|had|through|the|room|at|the|arm|of|Constance|and|that|he|just|seen|had|his|three|boys|a|single|moment|because|he|so|for|them|longed Now he had come so far that he had walked through the room, on the arm of Constance, and that he had seen his three boys for just a moment - because he longed for them so much.

- Ook naar de anderen... zeide hij. also|for|the|others|he said|he - Also for the others... he said.

Zij brachten hem den volgenden dag Gerdy en Constant; den daarop volgenden de anderen, vier... Hij had ze nu allen gezien. they|brought|him|the|following|day|Gerdy|and|Constant|the|next|following|the|others|four|he|had|them|now|all|seen They brought him Gerdy and Constant the next day; the following day the others, four... He had now seen them all.

- Maar zoo kort, zeide hij. but|so|short|he said| - But so briefly, he said.

Hij herstelde langzaam aan. He was slowly recovering. Hij had Van der Welcke en Addy gezien en op een bleeken winterzonnedag was hij even op straat geweest, maar de buitenwereld duizelde hem. ||||||||||||winter sun day|||||||||outside world|dizzied| He had seen Van der Welcke and Addy, and on a pale winter sunny day he had been outside for a moment, but the outside world made him dizzy. Toch kon hij het zich niet ontkennen; toch herstelde hij... Hij zag zijn moeder en toen zij hem zag, was zij vergeten, dat hij ziek was geweest. Yet he could not deny it; he was recovering... He saw his mother, and when she saw him, she had forgotten that he had been ill.

- Waar ben je zoo lang geweest, Gerrit... - Where have you been so long, Gerrit...

- In de lappenmand, mama. in|the|rag bag|mom - In the repair shop, mom.

- In de lappenmand... in|the|rag bag - In the repair shop...

De oude vrouw knikte welwetend. the|old|woman|she nodded|knowingly The old woman nodded knowingly.

- Je bent toch niet ziek geweest? you|are|anyway|not|sick|been - You haven't been sick, have you?

- Nu, een klein beetje, mama. now|a|small|bit|mom - Now, a little bit, mom. Het was niet heel erg, hoor... it|was|not|very|bad|you know It wasn't that bad, you know...

En hij werd beter, hij herstelde. and|he|became|better|he|recovered And he got better, he recovered. Hij wandelde       uit, met zijn vrouw, met Constance, met Van der Welcke. he|walked|out|with|his|wife|with|Constance|with|Van|the|Welcke He walked out, with his wife, with Constance, with Van der Welcke. Hij wandelde met zijn neef Addy: de buitenwereld duizelde hem niet meer. he|walked|with|his|cousin|Addy|the|outside world|dizzying|him|not|anymore He walked with his cousin Addy: the outside world no longer dazed him. Terwijl hij wandelde, herkende hij kameraden; eens kwam hij de huzaren tegen... while|he|walked|recognized|he|comrades|once|came|he|the|hussars|against As he walked, he recognized comrades; once he ran into the hussars...

- Godverdomme, vloekte hij, zonderdat hij wist waarom. goddammit|he cursed|he|without|he|knew|why - Goddammit, he cursed, without knowing why.

Hij was, of hij plotseling zag, dat hij nooit meer rijden zoû, recht zijn rug, helder zijn oog, vóor zijn escadron. he|was|or|he|suddenly|saw|that|he|never|anymore|to ride|would|straight|his|back|clear|his|eye||his|squadron He was, as if he suddenly saw, that he would never ride again, straight his back, clear his eye, before his squadron. Maar het was onzin, dat hij het zoo zag... but|it|was|nonsense|that|he|it|so|saw But it was nonsense that he saw it that way...

Toch kon hij nog niet hervatten zijn dienst. yet|could|he|still|not|resume|his|service Still, he could not resume his duty. Hij lummelde en hij luierde, als hij zeide. he|he was wasting time|and|he|he was lounging|as|he|he said He dawdled and he lounged, as he said. Des avonds, altijd heel vroeg, zonk hij weg in een donzen diepte, sluimerde hij in, zwaar... in the|evenings|always|very|early|he sank|he|away|in|a|downy|depth|he dozed|he|in|heavy In the evenings, always very early, he sank away into a downy depth, he dozed off, heavily...

En hij herinnerde zich niet meer... and|he|remembered|himself|not|anymore And he no longer remembered...

- Zeg, Constance. say|Constance - Say, Constance.

- Wat is er, Gerrit. what|is|there|Gerrit - What is it, Gerrit.

- Toen ik die meid heb gezien... op het kerkhof... Was jij er toen ook en heb je toen me geroepen... when|I|that|girl|have|seen|at|the|cemetery|was|you|there|then|also|and|have|you|then|me|called - When I saw that girl... in the cemetery... Were you there too and did you call me then...

- Neen, Gerrit... Je hebt gedroomd. no|Gerrit|you|have|dreamed - No, Gerrit... You dreamed.

- O, heb ik dat gedroomd. oh|have|I|that|dreamed - Oh, did I dream that.

- Ja... yes - Yes...

- Neen, neen. no|no - No, no.

- Ja, Gerrit, je hebt gedroomd... yes|Gerrit|you|have|dreamed - Yes, Gerrit, you dreamed...

Een anderen keer vroeg hij aan Van der Welcke:       - Zeg, Van der Welcke. another|other|time|asked|he|to|Van|the|Welcke|say|Van|the|Welcke Another time he asked Van der Welcke: - Say, Van der Welcke.

- Wat is er, Gerrit? what|is|there|Gerrit - What is it, Gerrit?

- Je weet niet... Maar ik heb een meid gehad... teruggezien van vroeger... Een lieve meid... Onderzoek eens, wat er van is, wil je... you|know|not|but|I|have|a|girl|had|seen again|from|past|a|sweet|girl|investigate|once|what|there|of|is|want|you - You don't know... But I had a girl... seen again from the past... A lovely girl... Look into what happened to her, will you...

- Hoe heet zij en waar woont ze... how|is called|she|and|where|lives|she - What is her name and where does she live...

Hij bedacht zich. he|thought|himself He thought for a moment.

- Ze heet... ze heet Pauline. she|is called|she|is called|Pauline - Her name is... her name is Pauline.

- En waar woont ze? and|where|lives|she - And where does she live?

- In... in de Frederikstraat. in|in|the|Frederik street - In... in Frederikstraat.

Van der Welcke onderzocht, maar den volgenden keer wilde hij niets zeggen. from|the|Welcke|he investigated|but|the|next|time|he wanted|he|nothing|to say Van der Welcke investigated, but the next time he didn't want to say anything. De zieke man echter herinnerde zich. the|sick|man|however|he remembered|himself The sick man, however, remembered.

- Zeg, Van der Welcke. say|from|the|Welcke - Say, Van der Welcke.

- Wat Gerrit. what|Gerrit - What Gerrit.

- Heb je dat onderzocht voor me. have|you|that|investigated|for|me - Did you investigate that for me?

- Ja... aarzelde Van der Welcke. yes|hesitated|Van|the|Welcke - Yes... Van der Welcke hesitated.

- En? and - And?

- De meid is dood, kerel. the|girl|is|dead|dude - The girl is dead, man.

- Ze heeft zich verdronken? she|has|herself|drowned - Did she drown?

- Ja... yes - Yes...

- Ze hebben haar lijk op het kerkhof gebracht? they|have|her|body|on|the|cemetery|brought - They brought her body to the cemetery?

- Ja... yes - Yes...

- O, dan heb ik niet gedroomd. oh|then|I have|I|not|dreamed - Oh, then I didn't dream. Dat zie je... En je vrouw is me daar komen halen. that|I see|your|||wife|she is|me|there|come|to get You see... And your wife came to get me. - Neen, neen. no|no - No, no.

- Jawel... yes - Yes...

- Neen, neen, kerel... no|no|dude - No, no, man...

De zieke man bedacht zich. the|sick|man|thought|himself The sick man hesitated.

- Ik weet niet meer, zeide hij; wat ik geleefd... en wat ik gedroomd heb. I|know|not|anymore|said|he|what|I|lived|and|what|I|dreamed|have - I don't know anymore, he said; what I have lived... and what I have dreamed. Het lamme beest... dat... dat was waarheid. the|lame|beast|that|that|was|truth The lame beast... that... that was the truth. Het heeft me opgevreten... opgevreten... van mijn jongensjaren... it|has|me|devoured|devoured|from|my|boyhood years It devoured me... devoured me... from my boyhood...

Hij werd heel somber en uren, lange uren zat hij stil, in zijn stoel... tot hij zonk in de donzen diepte. he|became|very|gloomy|and|hours|long|hours|sat|he|still|in|his|chair|until|he|sank|in|the|downy|depth He became very gloomy and for hours, long hours he sat still, in his chair... until he sank into the downy depths.

PAR_TRANS:gpt-4o-mini=3.21 PAR_CWT:AvJ9dfk5=5.01 en:AvJ9dfk5 openai.2025-02-07 ai_request(all=60 err=1.67%) translation(all=119 err=0.00%) cwt(all=1060 err=6.70%)