×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.


image

Ivanhoe - van Walter Scott, ZEVENDE HOOFDSTUK - 2

ZEVENDE HOOFDSTUK - 2

Men moet hier opmerken, dat de ridders van deze orden voor vijanden

van Koning Richard gehouden werden, daar zij de partij van Filips van

Frankrijk gekozen hadden, in de lange twisten tusschen dezen vorst en

Richard Leeuwenhart. Het is bekend, dat door deze tweedracht Richard's

herhaalde overwinningen verijdeld, zijne avontuurlijke pogingen om

Jeruzalem te belegeren, teleurgesteld werden, en dat de vrucht van

al den roem, dien hij verworven had, zich bepaalde tot eene onzekere

wapenstilstand met den Sultan Saladin. Uit dezelfde staatkunde, welke

het gedrag hunner broederen in het Heilige Land bestierd had, verbonden

zich de Tempeliers en Hospitaalridders in Engeland en Normandië met de

partij van Prins Jan, daar zij weinig reden hadden te verlangen naar

Richard's terugkomst, of naar de opvolging van Arthur, zijn wettigen

erfgenaam. Daarentegen haatte en verachtte Prins Jan de weinige

aanzienlijke Saksische geslachten, die nog in Engeland bestonden, en

hij liet geene gelegenheid voorbijgaan, ze te kwetsen en te hoonen,

omdat het hem bewust was, dat zijn persoon en zijne eischen hun

mishaagden, zoowel als aan het grootste gedeelte van het Engelsche

volk, dat verdere inbreuken op zijne rechten en vrijheden vreesde

van een vorst met zulk een losbandig en tiranniek karakter als Jan.

Vergezeld van zijn bont gevolg, en zelf prachtig in karmozijn en goud

gekleed, een valk op de hand dragende, het hoofd bedekt met een rijke

muts van bont, versierd met een rand van edelgesteenten, waaronder

zijn lang gekruld haar te voorschijn kwam, dat tot op zijn schouders

hing, galoppeerde Prins Jan op een schimmel door het strijdperk aan

het hoofd van den bonten stoet, met zijne vrienden lachende, en met

al de stoutheid van een koninklijken kenner de schoonen beschouwende,

welke de hooge galerijen bezetten.

Zij, die in het gelaat van den Prins eene losbandige stoutheid,

met overdreven hoogmoed en onverschilligheid voor de gevoelens van

anderen vermengd, bespeurden, konden echter niet ontkennen, dat er

een zekere aanvalligheid op lag, die, eigen aan open, welgevormde

trekken, kunstmatig aan de regels van uiterlijke beleefdheid gewend,

echter in zooverre edel en oprecht zijn, dat zij buiten staat

schijnen, de natuurlijke gemoedsaandoeningen te verbergen. Zulk eene

gelaatsuitdrukking wordt dikwijls verkeerd voor manhaftig vrijmoedig

gehouden, daar ze, inderdaad, slechts voortspruit uit de zorgelooze

onverschilligheid van een losbandig karakter, uit de bewustheid van

hooge geboorte, van rijkdom, of eenige andere toevallige voordeelen,

die in het geheel niet van persoonlijke verdiensten afhangen. Voor

hen, die niet zoo diep dachten, en niet één uit honderd deed dit, was

de pracht van des Prinsen _rheno_ (d. i. pelskraag), van zijn mantel

met het kostbaarste hermelijn omzet, van zijn marokijnen laarzen en

gouden sporen, tegelijk met de bevalligheid, waarmede hij zijn paard

in bedwang hield, voldoende, om hem met een luid vreugdegejuich te

doen ontvangen.

Gedurende zijn feestelijken tocht door het strijdperk, werd de

aandacht van den Prins getrokken door de opschudding, welke het

eerzuchtige streven van den Jood Izaäk naar eene hoogere zitplaats

veroorzaakte. Het scherpe oog van Prins Jan herkende den Jood terstond,

maar werd veel aangenamer aangetrokken door de schoone dochter van

Sion, die, verschrikt door het oproer, zich dicht aan haar ouden

vader klemde.

De gedaante van Rebekka kon werkelijk vergeleken worden bij de eerste

schoonheden van Engeland, zelfs als die had moeten beoordeeld worden

door een zoo fijnen kenner als Prins Jan. Haar leest was buitengemeen

schoon, en kwam op het voordeeligst uit door een soort van Oostersche

kleeding, die zij volgens het gebruik der vrouwen van haar natie

droeg. Haar tulband, van gele zijde, paste goed bij haar donkere

gelaatskleur. Het vuur harer oogen, de heerlijk gebogen wenkbrauwen, de

fijn gevormde haviksneus, parelwitte tanden, en zwaar zwart haar, dat

in fijne, krullende lokken op den blanken hals en boezem vielen, voor

zooverre een doek van de kostbaarste Perzische zijde, met bloemen in

natuurlijke kleuren op een purpergrond gewerkt, ze niet bedekte,--dit

alles verhoogde de bekoorlijkheden, welke niet overtroffen werden

door die der schoonste meisjes, welke haar omringden. Het moet gezegd

worden dat de drie bovenste gouden en met paarlen bezette lissen, die

haar kleed van den hals tot aan den gordel sloten, wegens de groote

warmte waren opengelaten, hetgeen haar schoone gestalte des te meer

zichtbaar maakte. Een diamanten halssnoer van onschatbare waarde

viel op deze wijze ook in 't oog. Een struisveder, aan den tulband

vastgemaakt met een diamanten haak, was nog een onderscheidingsteeken

der schoone Jodin, waarover de trotsche dames, die boven haar zaten,

spotten en lachten, terwijl zij haar in stilte benijdden.

"Bij den kalen schedel van Abraham," zei Prins Jan, "die Jodin dáár is

waarlijk het model van die volmaakte schoonheid, wier bekoorlijkheden

den wijsten Koning, die ooit geleefd heeft, tot waanzin brachten. Wat

zegt gij er van, Prior Aymer?--Bij den Tempel, welken mijn wijze

broeder Richard niet in staat was te herwinnen, zij is de ware bruid

uit het Hooge Lied!"

"De roos van Saron en de lelie der dalen," antwoordde de Prior

fluisterend; "maar uw Hoogheid moet niet vergeten, dat het slechts

eene Jodin is!"

"Ach!" voegde Prins Jan er bij, zonder op dezen raad te letten,

"en daar is mijn zondige Mammon ook;--de Markies van de Goudmijn,

Baron van de Beurs, die met arme duivels, wier afgesleten mantels

toonen, dat zij geen penning in den zak dragen, om hun lompen bij

elkander te houden, om een plaats twist. Bij den heiligen Markus, mijn

woekervorst zal met zijne bekoorlijke Jodin eene plaats in de galerij

hebben.--Izaäk! wie is die Oostersche Houri, die gij even vast onder uw

arm houdt, alsof zij eene geldkist was;--is het uw vrouw of dochter?"

"Mijne dochter Rebekka, tot uwer Hoogheids dienst," antwoordde

Izaäk, met eene diepe buiging, geheel niet verlegen over den groet

van den Prins, ofschoon daarin evenveel spotternij als beleefdheid

lag opgesloten.

"Des te beter voor u!" riep Jan met een schaterend gelach, dat bij zijn

vroolijk gevolg in alle onderdanigheid aanstekelijk scheen. "Maar,

dochter of vrouw, aan haar moet de voorrang gegeven worden, die aan

hare schoonheid en uwe verdiensten toekomt.--Wie zit daar boven?" ging

hij voort, zijn oog op de galerij richtende. "Saksische boeren op

hun gemak uitgestrekt;--weg met hen!--laat ze maar wat opschikken, en

ruimte maken voor mijn woekervorst en zijne beminnelijke dochter. Ik

zal hun leeren, de eerste plaatsen der Synagoge te deelen met hen,

aan wie de Synagoge eigenlijk behoort."

Zij, die de galerij bezetten, en tot wie deze onbeleefde en

beleedigende taal gericht was, waren het gezin van Cedric den

Sakser, met dat van zijn bloedverwant Athelstane van Coningsburgh,

een man, die, wegens zijne afkomst van den laatsten Saksischen vorst

in Engeland, bij alle Saksische inboorlingen van het noorden van

Engeland in de grootste achting stond. Maar met het bloed van dezen

ouden koninklijken stam waren vele van diens zwakheden op Athelstane

overgegaan. Hij had een schoon gelaat, was zwaar en sterk van lichaam,

en in den bloei zijner jaren, maar had geene levendigheid in zijn

uiterlijk; zijne oogen waren zonder uitdrukking; hij was langzaam in

zijne bewegingen, en zoo traag in zijne besluiten, dat men hem den

scheldnaam van een zijner voorouders gaf, en hij dikwijls Athelstane

de Besluitelooze genoemd werd. Zijne vrienden,--en hij had er velen,

die, evenals Cedric, vurig aan hem verkleefd waren,--geloofden,

dat dit traag karakter niet uit gebrek aan moed, maar uit loutere

besluiteloosheid voortsproot; anderen beweerden, dat de geërfde ondeugd

der dronkenschap zijn bovendien niet zeer scherp vernuft verstompt had,

en dat de geduldige moed en zachte goedaardigheid, welke overbleven,

slechts de overblijfsels van een karakter waren, dat uitstekend had

kunnen worden, maar waarvan alle degelijke eigenschappen in een lange

reeks der ergste uitspattingen waren verloren geraakt.

Het was tot dezen man, dien wij nu beschreven hebben, dat de

Prins het stoute bevel richtte, om plaats te maken voor Izaäk en

Rebekka. Athelstane, geheel uit het veld geslagen door een bevel,

dat volgens de zeden en gevoelens dier tijden zeer beleedigend was,

wilde niet gehoorzamen; maar niet wetende hoe zich te houden, verzette

hij zich slechts door de _vis inertiae_, tegen den wil van den Prins;

en zonder de minste beweging te maken, om hem te gehoorzamen, opende

hij de groote grauwe oogen, en staarde den Prins aan met een verbazing,

die iets zeer belachelijks had. Maar de ongeduldige Prins beschouwde

het niet uit dit oogpunt. "Het Saksische zwijn," zeide hij, "slaapt,

of stoort zich niet aan hetgeen ik zeg.--Geef hem eventjes een prik

met uw lans, De Bracy," vervolgde hij tot een ridder, die naast

hem reed en die aanvoerder was van een hoop Condottieri, dat is,

huurlingen, die tot geen bijzondere natie behoorden, maar aan iederen

vorst gehecht waren, die hen betalen wilde. Er ontstond een gemor,

zelfs onder het gevolg van Prins Jan; maar De Bracy, wiens beroep

hem voor alle schroomvalligheid bewaarde, strekte zijn lange lans

uit over de ruimte, die de galerij van het strijdperk scheidde,

en zou het bevel van den Prins ten uitvoer gebracht hebben, zelfs

eer Athelstane de Besluitelooze genoeg tegenwoordigheid van geest

gevonden had, om voor den stoot te wijken, had niet Cedric, die even

vurig als zijn metgezel traag was, met de snelheid van den bliksem

zijn kort zwaard getrokken, en met één slag de punt van de lans er

afgeslagen. De toorn kleurde de wangen van Prins Jan; hij uitte een

geweldigen vloek, en was op het punt eene even geweldige bedreiging

te laten volgen, toen hij in zijn voornemen belet werd, gedeeltelijk

door zijn eigen gevolg, dat zich rond hem verdrong en hem smeekte te

bedaren, gedeeltelijk door de algemeene, luide toejuiching van het

volk, over het moedige gedrag van Cedric. De Prins sloeg de oogen

vol verontwaardiging in het rond, alsof hij een zeker en gemakkelijk

slachtoffer zoeken wilde; en bij toeval den vasten blik van den reeds

gemelden boogschutter ontmoetende, die in zijn goedkeurende houding

scheen te willen volharden, in weerwil van den toornigen blik van

den Prins, vroeg hij hem de reden van zijn luid gejuich.

"Ik roep altijd bravo," zei de schutter, "als ik een goed schot of

een krachtigen houw zie!"

"Zoo?" antwoordde de Prins; "dan kunt gij zeker het wit ook wel

treffen, wed ik?"

"Ja," hervatte de schutter, "jagers wit op jagers afstand kan ik

treffen."

"En Tyrrels wit op honderd el afstand!" [12] riep eene stem achter hem,

zonder dat men onderscheiden kon, van wien die kwam.

Deze toespeling op het lot van den Rooden Willem, een zijner

voorouders, vertoornde en verontrustte Prins Jan te gelijk. Hij

vergenoegde zich echter met den gewapenden, die het strijdperk

omringden te bevelen, een wakend oog te houden op dezen snoever,

zooals hij den schutter noemde. "Bij St. Griselda," voegde hij er bij,

"wij zullen de bekwaamheid van hem beproeven, die zoo bij de hand is,

om de daden van anderen te prijzen."

"Ik zal mij niet aan de proef onttrekken!" hernam de schutter met

een bedaardheid, die zijn vast karakter te kennen gaf.

"Intusschen staat op, gij Saksische boeren," riep de driftige Prins;

"want bij het licht des hemels, zoo waar ik het gezegd heb, zal ook

de Jood bij u zitten!"

"Geenszins, met verlof van uw Hoogheid; het past voor onzes gelijken

niet, onder de beheerschers van het land te zitten!" zei de Jood,

wiens eerzucht hem den voorrang wel deed betwisten aan den uitgeteerden

en verarmden afstammeling der Montdidiers, maar die het niet waagde,

zich aan de rijke Saksers op te dringen.

"Naar boven, ongeloovige hond, als ik het u beveel!" zeide Prins Jan,

"of ik laat uw zwarte huid afvillen en tot een zadeldek bereiden."

Dus voortgedreven, begon de Jood de steile en nauwe trap op te klimmen,

die naar de galerij geleidde.

"Laat mij zien, wie hem durft tegenhouden," zei de Prins, het oog op

Cedric vestigende, wiens houding te kennen gaf, dat hij voornemens

was den Jood hals over kop naar beneden te werpen.

Dit werd verhinderd door Wamba, die tusschen zijn meester en Izaäk

sprong, en tot antwoord op des Prinsen uitdaging uitriep: "Voorwaar,

dat zal ik doen!" Hierop hield hij den Jood een stuk gerookt spek

als een schild tegemoet, dat hij van onder den mantel uit haalde,

en waarmede hij zich zonder twijfel voorzien had, uit vrees, dat

het toernooi langer mocht duren, dan zijn honger hem vergunde te

wachten. Den afschrik van zijn stam zoo dicht bij zijn neus ruikende,

terwijl de nar te gelijk zijn houten zwaard boven zijn hoofd zwaaide,

week de Jood achteruit, gleed en viel den trap af, tot groot vermaak

der toeschouwers, die in een luid gelach uitbarstten, waaraan Prins

Jan en zijn gevolg hartelijk deel namen.

"Geef mij den prijs, neef Prins," zeide Wamba; "ik heb mijn vijand in

den eerlijken strijd met schild en zwaard overwonnen!" Dit zeggende,

zwaaide hij het spek met de eene hand en het houten zwaard met

de andere.

"Wie en van waar zijt gij, edele strijder?" vroeg Prins Jan, steeds

lachende.

"Een nar van afkomst," antwoordde Wamba. "Ik ben Wamba, de zoon

van Weetniet, die de zoon was van Warhoofd, die de zoon was van

een Raadsheer."

"Maakt plaats voor den Jood in de voorste rij van den ondersten kring,"

zei Prins Jan, niet ontevreden misschien, een voorwendsel te vinden,

om van zijn eerste voornemen te kunnen afzien; "den overwonnene naast

den overwinnaar te plaatsen, ware tegen de wetten der ridderschap!"

"De schelm naast den nar zou nog erger zijn," hernam Wamba, "en de

Jood naast den ham het ergste van alles."

"Gij hebt gelijk, vriend!" riep Prins Jan; "gij bevalt mij.--Hier,

Izaäk! leen mij een handvol daalders."

Terwijl de Jood, verschrikt over dezen eisch, niet durvende weigeren

en ongaarne gehoorzamende, in den pelszak tastte, welke aan zijn

gordel hing, en misschien onderzocht, hoe weinig stuks voor een

handvol zouden kunnen doorgaan, bukte zich de Prins naar hem toe,

en maakte een einde aan Izaäk's onzekerheid, door den zak van zijn

zijde te scheuren; en Wamba een paar van de goudstukken, die er zich

in bevonden, toewerpende, galoppeerde hij het strijdperk rond, den

Jood aan het gelach der omstanders prijs gevende, terwijl hij zelf

evenzeer door de aanschouwers toegejuicht werd, alsof hij een edele,

eervolle daad verricht had.


ZEVENDE HOOFDSTUK - 2 SEVENTH CHAPTER - 2

Men moet hier opmerken, dat de ridders van deze orden voor vijanden It should be noted here, that the knights of these orders for enemies

van Koning Richard gehouden werden, daar zij de partij van Filips van of King Richard were held, since they were the party of Philip of

Frankrijk gekozen hadden, in de lange twisten tusschen dezen vorst en France had chosen, in the long disputes between this monarch and

Richard Leeuwenhart. Richard Lionheart. Het is bekend, dat door deze tweedracht Richard's It is well known, that because of this discord Richard's

herhaalde overwinningen verijdeld, zijne avontuurlijke pogingen om repeated victories foiled, his adventurous attempts to

Jeruzalem te belegeren, teleurgesteld werden, en dat de vrucht van Jerusalem to besiege, were disappointed, and that the fruit of

al den roem, dien hij verworven had, zich bepaalde tot eene onzekere all the fame, which he had acquired, determined himself to an uncertain

wapenstilstand met den Sultan Saladin. truce with the Sultan Saladin. Uit dezelfde staatkunde, welke From the same statecraft, which

het gedrag hunner broederen in het Heilige Land bestierd had, verbonden had governed the conduct of their brethren in the Holy Land, committed

zich de Tempeliers en Hospitaalridders in Engeland en Normandië met de themselves the Knights Templar and Hospitallers in England and Normandy with the

partij van Prins Jan, daar zij weinig reden hadden te verlangen naar Party of Prince John, since they had little reason to desire

Richard's terugkomst, of naar de opvolging van Arthur, zijn wettigen Richard's return, or to the succession of Arthur, his lawful

erfgenaam. heir. Daarentegen haatte en verachtte Prins Jan de weinige In contrast, Prince John hated and despised the few

aanzienlijke Saksische geslachten, die nog in Engeland bestonden, en considerable Saxon families, which still existed in England, and

hij liet geene gelegenheid voorbijgaan, ze te kwetsen en te hoonen, he did not miss an opportunity to hurt and taunt them,

omdat het hem bewust was, dat zijn persoon en zijne eischen hun because it was conscious to him that his person and his demands had their

mishaagden, zoowel als aan het grootste gedeelte van het Engelsche disliked, as well as to most of the English

volk, dat verdere inbreuken op zijne rechten en vrijheden vreesde people, who feared further infringements on their rights and freedoms

van een vorst met zulk een losbandig en tiranniek karakter als Jan. of a monarch with such a licentious and tyrannical character as John.

Vergezeld van zijn bont gevolg, en zelf prachtig in karmozijn en goud Accompanied by his motley retinue, and himself magnificent in crimson and gold

gekleed, een valk op de hand dragende, het hoofd bedekt met een rijke dressed, carrying a falcon on his hand, the head covered with a rich

muts van bont, versierd met een rand van edelgesteenten, waaronder Fur hat decorated with a border of precious stones, including

zijn lang gekruld haar te voorschijn kwam, dat tot op zijn schouders his long curly hair emerged, reaching to his shoulders

hing, galoppeerde Prins Jan op een schimmel door het strijdperk aan hung, Prince John galloped through the battlefield on a fungus to

het hoofd van den bonten stoet, met zijne vrienden lachende, en met the head of the furry procession, laughing with his friends, and with

al de stoutheid van een koninklijken kenner de schoonen beschouwende, all the boldness of a royal connoisseur contemplating the beauties,

welke de hooge galerijen bezetten. Which occupied the high galleries.

Zij, die in het gelaat van den Prins eene losbandige stoutheid, She, who saw in the Prince's countenance a licentious boldness,

met overdreven hoogmoed en onverschilligheid voor de gevoelens van with exaggerated conceit and indifference to the feelings of

anderen vermengd, bespeurden, konden echter niet ontkennen, dat er others mingled, detected, however, could not deny, that there were

een zekere aanvalligheid op lag, die, eigen aan open, welgevormde lay upon it a certain assailiveness, which, peculiar to open, well-formed

trekken, kunstmatig aan de regels van uiterlijke beleefdheid gewend, pulling, artificially accustomed to the rules of outward politeness,

echter in zooverre edel en oprecht zijn, dat zij buiten staat however, are noble and sincere to the extent that they are beyond capable

schijnen, de natuurlijke gemoedsaandoeningen te verbergen. seem to hide the natural disorders of mind. Zulk eene Such a

gelaatsuitdrukking wordt dikwijls verkeerd voor manhaftig vrijmoedig facial expression is often mistaken for manly bold

gehouden, daar ze, inderdaad, slechts voortspruit uit de zorgelooze held, since she, indeed, only proceeds from the carefree

onverschilligheid van een losbandig karakter, uit de bewustheid van indifference of a dissolute character, from the consciousness of

hooge geboorte, van rijkdom, of eenige andere toevallige voordeelen, high birth, of wealth, or any other accidental advantages,

die in het geheel niet van persoonlijke verdiensten afhangen. that do not depend at all on personal merit. Voor For

hen, die niet zoo diep dachten, en niet één uit honderd deed dit, was those who did not think so deeply, and not one out of a hundred did so, was

de pracht van des Prinsen _rheno_ (d. i. pelskraag), van zijn mantel the splendor of the Prince's _rheno_ (i. e. fur collar), of his cloak

met het kostbaarste hermelijn omzet, van zijn marokijnen laarzen en with the most precious ermine turnover, of his morocco boots and

gouden sporen, tegelijk met de bevalligheid, waarmede hij zijn paard golden spurs, at the same time as the gracefulness, with which he was riding his horse

in bedwang hield, voldoende, om hem met een luid vreugdegejuich te held in check, enough, to leave him with a loud cheer of joy

doen ontvangen. do receive.

Gedurende zijn feestelijken tocht door het strijdperk, werd de During his festive march through the battlefield, the

aandacht van den Prins getrokken door de opschudding, welke het attention of the Prince attracted by the commotion, which the

eerzuchtige streven van den Jood Izaäk naar eene hoogere zitplaats honorable striving of the Jew Isaac for a higher seat

veroorzaakte. caused. Het scherpe oog van Prins Jan herkende den Jood terstond, Prince John's keen eye recognized the Jew at once,

maar werd veel aangenamer aangetrokken door de schoone dochter van but was much more pleasantly attracted to the beautiful daughter of

Sion, die, verschrikt door het oproer, zich dicht aan haar ouden Zion, which, terrified by the riot, clung close to her ancient

vader klemde. father clenched.

De gedaante van Rebekka kon werkelijk vergeleken worden bij de eerste Rebekah's form could really be compared to the first

schoonheden van Engeland, zelfs als die had moeten beoordeeld worden beauties of England, even if it should have been judged

door een zoo fijnen kenner als Prins Jan. by such a fine connoisseur as Prince John. Haar leest was buitengemeen Her reads were extraordinarily

schoon, en kwam op het voordeeligst uit door een soort van Oostersche clean, and came out most advantageously through a kind of Eastern

kleeding, die zij volgens het gebruik der vrouwen van haar natie dress, which, according to the custom of the women of her nation, she

droeg. wore. Haar tulband, van gele zijde, paste goed bij haar donkere Her turban, of yellow silk, matched well with her dark

gelaatskleur. facial color. Het vuur harer oogen, de heerlijk gebogen wenkbrauwen, de The fire of her eyes, the wonderfully arched eyebrows, the

fijn gevormde haviksneus, parelwitte tanden, en zwaar zwart haar, dat finely shaped hawk's nose, pearly white teeth, and heavy black hair, which

in fijne, krullende lokken op den blanken hals en boezem vielen, voor fell in fine, curling locks on the white neck and bosom, for

zooverre een doek van de kostbaarste Perzische zijde, met bloemen in so far as a cloth of the most precious Persian silk, with flowers in

natuurlijke kleuren op een purpergrond gewerkt, ze niet bedekte,--dit worked natural colors on a purple ground, did not cover them,--this

alles verhoogde de bekoorlijkheden, welke niet overtroffen werden everything increased the charms, which were not surpassed

door die der schoonste meisjes, welke haar omringden. by those of the most beautiful girls who surrounded her. Het moet gezegd It must be said

worden dat de drie bovenste gouden en met paarlen bezette lissen, die be that the three upper gold and pearl-encrusted lises, which are

haar kleed van den hals tot aan den gordel sloten, wegens de groote closed her dress from the neck to the belt, because of the large

warmte waren opengelaten, hetgeen haar schoone gestalte des te meer heat had been left open, which made her beautiful stature all the more

zichtbaar maakte. made visible. Een diamanten halssnoer van onschatbare waarde An invaluable diamond necklace

viel op deze wijze ook in 't oog. also caught the eye in this way. Een struisveder, aan den tulband An ostrich feather, to the turban

vastgemaakt met een diamanten haak, was nog een onderscheidingsteeken fastened with a diamond hook, was another distinguishing mark

der schoone Jodin, waarover de trotsche dames, die boven haar zaten, of the beautiful Jewess, about whom the proud ladies who sat above her,

spotten en lachten, terwijl zij haar in stilte benijdden. mocked and laughed as they silently envied her.

"Bij den kalen schedel van Abraham," zei Prins Jan, "die Jodin dáár is "By the bald skull of Abraham," said Prince John, "that Jewess there is

waarlijk het model van die volmaakte schoonheid, wier bekoorlijkheden truly the model of that perfect beauty, whose charms

den wijsten Koning, die ooit geleefd heeft, tot waanzin brachten. maddened the wisest King who ever lived. Wat What

zegt gij er van, Prior Aymer?--Bij den Tempel, welken mijn wijze sayest thou of it, Prior Aymer?--By the Temple, which my wise

broeder Richard niet in staat was te herwinnen, zij is de ware bruid brother Richard was unable to regain, she is the true bride

uit het Hooge Lied!" from the High Song!"

"De roos van Saron en de lelie der dalen," antwoordde de Prior "The rose of Saron and the lily of the valley," replied the Prior

fluisterend; "maar uw Hoogheid moet niet vergeten, dat het slechts whispered; "but your Highness must not forget, that it is only

eene Jodin is!" is a Jewess!"

"Ach!" "Ah!" voegde Prins Jan er bij, zonder op dezen raad te letten, added Prince John, ignoring this advice,

"en daar is mijn zondige Mammon ook;--de Markies van de Goudmijn, "And there is my sinful Mammon too;--the Marquis of the Gold Mine,

Baron van de Beurs, die met arme duivels, wier afgesleten mantels Baron van de Beurs, who with poor devils, whose worn coats

toonen, dat zij geen penning in den zak dragen, om hun lompen bij show, that they do not carry a token in the pocket, to keep their rags at

elkander te houden, om een plaats twist. each other, to keep a place contention. Bij den heiligen Markus, mijn By Saint Mark, my

woekervorst zal met zijne bekoorlijke Jodin eene plaats in de galerij usurper prince will have with his beguiling Jewess a place in the gallery

hebben.--Izaäk! --Isaac! wie is die Oostersche Houri, die gij even vast onder uw Who is this Oriental Houri, whom thou hast as firmly under thy

arm houdt, alsof zij eene geldkist was;--is het uw vrouw of dochter?" holding her arm as if she were a money box;--is it your wife or daughter?"

"Mijne dochter Rebekka, tot uwer Hoogheids dienst," antwoordde "My daughter Rebekah, at your Highness' service," replied

Izaäk, met eene diepe buiging, geheel niet verlegen over den groet Isaac, with a deep bow, not at all shy about the greeting

van den Prins, ofschoon daarin evenveel spotternij als beleefdheid of the Prince, though in it as much mockery as courtesy

lag opgesloten. was locked up.

"Des te beter voor u!" "All the better for you!" riep Jan met een schaterend gelach, dat bij zijn cried Jan with a roaring laughter that accompanied his

vroolijk gevolg in alle onderdanigheid aanstekelijk scheen. cheerful entourage in all submissiveness seemed contagious. "Maar, "But,

dochter of vrouw, aan haar moet de voorrang gegeven worden, die aan daughter or wife, to her must be given the precedence which must be given to

hare schoonheid en uwe verdiensten toekomt.--Wie zit daar boven?" her beauty and your merits.--Who's up there?" ging went

hij voort, zijn oog op de galerij richtende. he continued, turning his eye toward the gallery. "Saksische boeren op "Saxon farmers on

hun gemak uitgestrekt;--weg met hen!--laat ze maar wat opschikken, en their ease stretched out;--away with them!--let them get on with it, and

ruimte maken voor mijn woekervorst en zijne beminnelijke dochter. Make room for my usurper and his amiable daughter. Ik I

zal hun leeren, de eerste plaatsen der Synagoge te deelen met hen, will teach them to share the first places of the Synagogue with them,

aan wie de Synagoge eigenlijk behoort." To whom the Synagogue actually belongs."

Zij, die de galerij bezetten, en tot wie deze onbeleefde en Those, who occupied the gallery, and to whom this rude and

beleedigende taal gericht was, waren het gezin van Cedric den beleaguered language was directed, the family of Cedric den

Sakser, met dat van zijn bloedverwant Athelstane van Coningsburgh, Saxon, with that of his kinsman Athelstane of Coningsburgh,

een man, die, wegens zijne afkomst van den laatsten Saksischen vorst a man, who, because of his descent from the last Saxon prince

in Engeland, bij alle Saksische inboorlingen van het noorden van in England, among all the Saxon natives of the north of

Engeland in de grootste achting stond. England was held in the highest esteem. Maar met het bloed van dezen But with the blood of these

ouden koninklijken stam waren vele van diens zwakheden op Athelstane ancient royal tribe were many of his weaknesses on Athelstane

overgegaan. passed. Hij had een schoon gelaat, was zwaar en sterk van lichaam, He had a clean face, was heavy and strong of body,

en in den bloei zijner jaren, maar had geene levendigheid in zijn and in the prime of his years, but had no vibrancy in his

uiterlijk; zijne oogen waren zonder uitdrukking; hij was langzaam in appearance; his eyes were without expression; he was slow in

zijne bewegingen, en zoo traag in zijne besluiten, dat men hem den his movements, and so sluggish in his decisions, that one denies him the

scheldnaam van een zijner voorouders gaf, en hij dikwijls Athelstane swear name of one of his ancestors, and he often gave Athelstane

de Besluitelooze genoemd werd. was called the Indecisive. Zijne vrienden,--en hij had er velen, His friends,--and he had many,

die, evenals Cedric, vurig aan hem verkleefd waren,--geloofden, who, like Cedric, were ardently attached to him,--believed,

dat dit traag karakter niet uit gebrek aan moed, maar uit loutere That this sluggish character is not from lack of courage, but from mere

besluiteloosheid voortsproot; anderen beweerden, dat de geërfde ondeugd indecision proceeds; others claimed, that the inherited vice

der dronkenschap zijn bovendien niet zeer scherp vernuft verstompt had, of drunkenness had hushed his moreover not very sharp ingenuity,

en dat de geduldige moed en zachte goedaardigheid, welke overbleven, And that the patient courage and gentle kindness, which remained,

slechts de overblijfsels van een karakter waren, dat uitstekend had were merely the remnants of a character that had excelled

kunnen worden, maar waarvan alle degelijke eigenschappen in een lange can be, but whose solid properties are all in a long

reeks der ergste uitspattingen waren verloren geraakt. series of the worst excesses had been lost.

Het was tot dezen man, dien wij nu beschreven hebben, dat de It was to this man, whom we have now described, that the

Prins het stoute bevel richtte, om plaats te maken voor Izaäk en Prince directed the bold command, to make way for Isaac and

Rebekka. Rebekah. Athelstane, geheel uit het veld geslagen door een bevel, Athelstane, completely out of touch with an order,

dat volgens de zeden en gevoelens dier tijden zeer beleedigend was, which, according to the mores and feelings of the times, was very offensive,

wilde niet gehoorzamen; maar niet wetende hoe zich te houden, verzette did not want to obey; but not knowing how to keep himself, resisted

hij zich slechts door de _vis inertiae_, tegen den wil van den Prins; he found himself only through the _vis inertiae_, against the will of the Prince;

en zonder de minste beweging te maken, om hem te gehoorzamen, opende and without making the slightest movement, to obey him, opened

hij de groote grauwe oogen, en staarde den Prins aan met een verbazing, he the big gray eyes, and stared at the Prince with astonishment,

die iets zeer belachelijks had. which had something very ridiculous about it. Maar de ongeduldige Prins beschouwde But the impatient Prince considered

het niet uit dit oogpunt. it not from this point of view. "Het Saksische zwijn," zeide hij, "slaapt, "The Saxon boar," he said, "is asleep,

of stoort zich niet aan hetgeen ik zeg.--Geef hem eventjes een prik or doesn't bother with what I say.--Give him a prod for a moment

met uw lans, De Bracy," vervolgde hij tot een ridder, die naast with your lance, De Bracy," he continued to a knight, who was beside

hem reed en die aanvoerder was van een hoop Condottieri, dat is, rode him and who was captain of a lot of Condottieri, that is,

huurlingen, die tot geen bijzondere natie behoorden, maar aan iederen mercenaries, who belonged to no particular nation, but to every

vorst gehecht waren, die hen betalen wilde. sovereign were attached, who wanted to pay them. Er ontstond een gemor, A grumble ensued,

zelfs onder het gevolg van Prins Jan; maar De Bracy, wiens beroep even among the retinue of Prince John; but De Bracy, whose profession

hem voor alle schroomvalligheid bewaarde, strekte zijn lange lans preserved him from all timidity, stretched his long lance

uit over de ruimte, die de galerij van het strijdperk scheidde, out over the space, which separated the gallery from the battleground,

en zou het bevel van den Prins ten uitvoer gebracht hebben, zelfs and would have implemented the Prince's order, even

eer Athelstane de Besluitelooze genoeg tegenwoordigheid van geest honor Athelstane the Indecisive enough presence of mind

gevonden had, om voor den stoot te wijken, had niet Cedric, die even had found, to yield to the thrust, had not Cedric, who was equally

vurig als zijn metgezel traag was, met de snelheid van den bliksem ardent as his companion was slow, with the speed of lightning

zijn kort zwaard getrokken, en met één slag de punt van de lans er drew his short sword, and with one stroke the tip of the lance there

afgeslagen. repulsed. De toorn kleurde de wangen van Prins Jan; hij uitte een Wrath colored Prince John's cheeks; he uttered a

geweldigen vloek, en was op het punt eene even geweldige bedreiging violent curse, and was about to make an equally tremendous threat

te laten volgen, toen hij in zijn voornemen belet werd, gedeeltelijk to follow, when he was prevented in his intention, partially

door zijn eigen gevolg, dat zich rond hem verdrong en hem smeekte te by his own retinue, which crowded around him and begged him to

bedaren, gedeeltelijk door de algemeene, luide toejuiching van het subdued, in part by the general, loud applause of the

volk, over het moedige gedrag van Cedric. people, about Cedric's courageous behavior. De Prins sloeg de oogen The Prince batted his eyes

vol verontwaardiging in het rond, alsof hij een zeker en gemakkelijk full of indignation around, as if he had a sure and easy

slachtoffer zoeken wilde; en bij toeval den vasten blik van den reeds wanted to seek victim; and by chance the fixed gaze of the already

gemelden boogschutter ontmoetende, die in zijn goedkeurende houding meeting said archer, who in his approving attitude

scheen te willen volharden, in weerwil van den toornigen blik van seemed to want to persevere, in defiance of the wrathful gaze of

den Prins, vroeg hij hem de reden van zijn luid gejuich. den Prince, he asked him the reason for his loud cheering.

"Ik roep altijd bravo," zei de schutter, "als ik een goed schot of "I always shout bravo," said the shooter, "when I get a good shot or

een krachtigen houw zie!" a powerful hack see!"

"Zoo?" "So?" antwoordde de Prins; "dan kunt gij zeker het wit ook wel replied the Prince; "then surely thou canst the white too

treffen, wed ik?" meet, I bet?"

"Ja," hervatte de schutter, "jagers wit op jagers afstand kan ik "Yes," resumed the archer, "hunters white at hunters distance I can

treffen." strike."

"En Tyrrels wit op honderd el afstand!" "And Tyrrels white a hundred cubits away!" [12] riep eene stem achter hem, [12] cried a voice behind him,

zonder dat men onderscheiden kon, van wien die kwam. Without being able to distinguish, from whom it came.

Deze toespeling op het lot van den Rooden Willem, een zijner This allusion to the fate of the Red William, one of his

voorouders, vertoornde en verontrustte Prins Jan te gelijk. ancestors, angered and troubled Prince John at once. Hij He

vergenoegde zich echter met den gewapenden, die het strijdperk pleased himself, however, with the armed, who entered the arena of battle

omringden te bevelen, een wakend oog te houden op dezen snoever, surrounding them, ordering them to keep a watchful eye on this snooper,

zooals hij den schutter noemde. as he called the gunman. "Bij St. "At St. Griselda," voegde hij er bij, Griselda," he added,

"wij zullen de bekwaamheid van hem beproeven, die zoo bij de hand is, "We will test the ability of him who is so at hand.

om de daden van anderen te prijzen." To praise the deeds of others."

"Ik zal mij niet aan de proef onttrekken!" "I will not evade the test!" hernam de schutter met resumed the gunman with

een bedaardheid, die zijn vast karakter te kennen gaf. a calmness that signaled his firm character.

"Intusschen staat op, gij Saksische boeren," riep de driftige Prins; "Meanwhile stand up, ye Saxon peasants," cried the adrift Prince;

"want bij het licht des hemels, zoo waar ik het gezegd heb, zal ook "For by the light of heaven, as where I have said it, shall also

de Jood bij u zitten!" the Jew sit with you!"

"Geenszins, met verlof van uw Hoogheid; het past voor onzes gelijken "By no means, by leave of your Highness; it is fitting for our equal

niet, onder de beheerschers van het land te zitten!" not, to be among the stewards of the land!" zei de Jood, said the Jew,

wiens eerzucht hem den voorrang wel deed betwisten aan den uitgeteerden whose ambition did make him dispute the precedence to the challenged

en verarmden afstammeling der Montdidiers, maar die het niet waagde, and impoverished descendant of the Montdidiers, but who did not dare,

zich aan de rijke Saksers op te dringen. impose themselves on the wealthy Saxons.

"Naar boven, ongeloovige hond, als ik het u beveel!" "Upward, faithless dog, if I command you!" zeide Prins Jan, said Prince John,

"of ik laat uw zwarte huid afvillen en tot een zadeldek bereiden." "Or I will have your black skin peeled off and prepared into a saddlecloth."

Dus voortgedreven, begon de Jood de steile en nauwe trap op te klimmen, So propelled, the Jew began to climb up the steep and narrow stairs,

die naar de galerij geleidde. which led to the gallery.

"Laat mij zien, wie hem durft tegenhouden," zei de Prins, het oog op "Let me see who dares to stop him," said the Prince, eyeing

Cedric vestigende, wiens houding te kennen gaf, dat hij voornemens Cedric, whose attitude indicated that he intended to

was den Jood hals over kop naar beneden te werpen. Was to throw the Jew down headlong.

Dit werd verhinderd door Wamba, die tusschen zijn meester en Izaäk This was prevented by Wamba, who stood between his master and Isaac

sprong, en tot antwoord op des Prinsen uitdaging uitriep: "Voorwaar, jumped, and in response to the Prince's challenge exclaimed, "Verily,

dat zal ik doen!" I will!" Hierop hield hij den Jood een stuk gerookt spek At this he held out to the Jew a piece of smoked bacon

als een schild tegemoet, dat hij van onder den mantel uit haalde, like a shield, which he pulled out from under the cloak,

en waarmede hij zich zonder twijfel voorzien had, uit vrees, dat and with which he had no doubt provided himself, for fear, that

het toernooi langer mocht duren, dan zijn honger hem vergunde te the tournament was allowed to last longer than his hunger allowed him to

wachten. waiting. Den afschrik van zijn stam zoo dicht bij zijn neus ruikende, Smelling the terror of his tribe so close to his nose,

terwijl de nar te gelijk zijn houten zwaard boven zijn hoofd zwaaide, While the jester simultaneously swung his wooden sword above his head,

week de Jood achteruit, gleed en viel den trap af, tot groot vermaak the Jew receded, slid and fell down the stairs, to the great amusement

der toeschouwers, die in een luid gelach uitbarstten, waaraan Prins of spectators, who erupted into loud laughter, to which Prince

Jan en zijn gevolg hartelijk deel namen. Jan and his entourage participated warmly.

"Geef mij den prijs, neef Prins," zeide Wamba; "ik heb mijn vijand in "Give me the prize, cousin Prince," said Wamba; "I have my enemy in

den eerlijken strijd met schild en zwaard overwonnen!" conquered the fair fight with shield and sword!" Dit zeggende, Saying this,

zwaaide hij het spek met de eene hand en het houten zwaard met he swung the bacon with one hand and the wooden sword with

de andere. the other.

"Wie en van waar zijt gij, edele strijder?" "Who and from where art thou, noble warrior?" vroeg Prins Jan, steeds asked Prince John, always

lachende. laughing.

"Een nar van afkomst," antwoordde Wamba. "A jester by descent," Wamba replied. "Ik ben Wamba, de zoon "I am Wamba, the son

van Weetniet, die de zoon was van Warhoofd, die de zoon was van of Weetniet, who was the son of Warhead, who was the son of

een Raadsheer." a Councilor."

"Maakt plaats voor den Jood in de voorste rij van den ondersten kring," "Makes room for the Jew in the front row of the lower circle," he said.

zei Prins Jan, niet ontevreden misschien, een voorwendsel te vinden, said Prince John, not displeased perhaps, finding a pretext,

om van zijn eerste voornemen te kunnen afzien; "den overwonnene naast to be able to abandon his first intention; "the vanquished alongside

den overwinnaar te plaatsen, ware tegen de wetten der ridderschap!" to place the victor, were against the laws of chivalry!"

"De schelm naast den nar zou nog erger zijn," hernam Wamba, "en de "The knave next to the jester would be even worse," Wamba reiterated, "and the

Jood naast den ham het ergste van alles." Jew next to the ham the worst of all."

"Gij hebt gelijk, vriend!" "Thou art right, friend!" riep Prins Jan; "gij bevalt mij.--Hier, cried Prince John; "ye please me.--Here,

Izaäk! Isaac! leen mij een handvol daalders." lend me a handful of daalers."

Terwijl de Jood, verschrikt over dezen eisch, niet durvende weigeren While the Jew, horrified at this demand, not daring to refuse

en ongaarne gehoorzamende, in den pelszak tastte, welke aan zijn and unwillingly obeying, groped in the fur bag, which was attached to his

gordel hing, en misschien onderzocht, hoe weinig stuks voor een belt hung, and perhaps examined, how few pieces for a

handvol zouden kunnen doorgaan, bukte zich de Prins naar hem toe, handful might pass, the Prince stooped toward him,

en maakte een einde aan Izaäk's onzekerheid, door den zak van zijn and put an end to Isaac's uncertainty, through the pocket of his

zijde te scheuren; en Wamba een paar van de goudstukken, die er zich tearing silk; and Wamba a few of the gold pieces, which were there

in bevonden, toewerpende, galoppeerde hij het strijdperk rond, den in found, conceding, he galloped around the battlefield, the

Jood aan het gelach der omstanders prijs gevende, terwijl hij zelf Jew to the laughter of bystanders, while he himself

evenzeer door de aanschouwers toegejuicht werd, alsof hij een edele, equally applauded by the beholders, as if he were a noble,

eervolle daad verricht had. honorable deed had done.