×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.


image

Ivanhoe - van Walter Scott, VIERDE HOOFDSTUK

VIERDE HOOFDSTUK

Ter feestdisch werd gebracht het vleesch van runder, geit,

Van 't vette zwijn en schaap, behoorlijk toebereid;

Het brood werd rondgedeeld; de bekers volgeschonken,

En allen zaten aan en aten zaâm en dronken.

------ Verwijderd zat alleen Ulysses, lager af, Op nederiger plaats, die hem met voordacht gaf

Telemachus.

_Odyssee_, Boek XXI.

Prior Aymer had van de aangeboden gelegenheid gebruik gemaakt, om

zijn rijkleed tegen een van nog kostbaarder stof te verwisselen, over

hetwelk hij een schoon geborduurden priestermantel droeg. Behalve

den grooten, gouden zegelring, welke zijn geestelijke waardigheid

aanduidde, waren zijn vingers, ofschoon strijdig met de kerkelijke

wet, met edelgesteenten versierd; zijn sandalen waren van het fijnste

leder, dat uit Spanje ingevoerd werd; zijn baard was zoo kort gesneden,

als de regels van zijn orde maar toelieten; en zijn geschoren kruin

was verborgen onder een rijk scharlaken kapje.

De kleeding van den Tempelier had ook een verandering ondergaan,

en, schoon met minder zorg versierd, was ze even rijk, en zijn

voorkomen meer indrukwekkend, dan dat van zijn metgezel. Hij had zijn

maliënkolder verwisseld tegen een onderkleed van donker purper zijde,

met bont omzet, waarover zijn lang, vlekkeloos wit bovenkleed in ruime

plooien hing. Het achthoekige kruis van zijn orde was op den schouder

van zijn mantel in zwart fluweel opgelegd. De hooge muts bedekte zijn

voorhoofd niet meer, dat alleen door zijn kort, dik gekruld, pikzwart

haar, dat overeenkwam met zijn buitengewoon donkere gelaatskleur,

overschaduwd was. Niets zou de bevalligheid en deftigheid van zijn

gang en zijn manieren overtroffen hebben, als deze niet ontsierd

waren geweest door een in het oog vallenden schijn van hoogmoed,

die zoo licht verkregen wordt door het uitoefenen van onbeperkt gezag.

Deze beide aanzienlijke mannen werden gevolgd door hunne bedienden,

en op een eerbiedigen afstand door hun gids, wiens persoon verder

niets belangwekkends had, dan de gewone kleeding van een pelgrim. Een

mantel van grof, zwart laken bedekte zijn geheele lichaam, en

geleek in snede op een hedendaagschen huzaren-mantel, met dezelfde

slippen tot bedekking der armen: deze droeg den naam van _Sclaveyn_,

of _Sclavoniër_. Grove sandalen, met riemen vastgebonden, aan zijn

bloote voeten, een hoed met breeden rand, met schelpen omzoomd, en

een lange staf met ijzer beslagen, aan welks boveneinde een palmtak

was vastgemaakt, voltooiden de kleeding van den pelgrim. Hij hield

zich zedig achter de laatsten van het gevolg, en bespeurende, dat

de benedenste tafel nauwelijks ruim genoeg was voor de bedienden van

Cedric en zijn gasten, ging hij op een bankje zitten, dat naast, of

bijna onder een breeden schoorsteen stond, en scheen zich te willen

bezighouden met zijn kleederen te drogen, tot het vertrek van den een

of ander ruimte aan de tafel zou maken, of tot de gastvrije hofmeester

hem op de plaats waar hij nu zat, met ververschingen zou voorzien.

Cedric stond op, ontving de vreemdelingen met eene waardige

gastvrijheid, en van het hoogere gedeelte van de zaal afstappende,

deed hij drie schreden naar hen toe, en wachtte toen, tot zij naderden.

"Het spijt mij, eerwaardige Prior," zeide hij, "dat mijne gelofte

mij verbiedt, om iemand in het huis mijner vaderen verder tegemoet

te gaan,--zelfs om zulke gasten als u en dezen dapperen Tempelier te

ontvangen. Maar mijn hofmeester heeft u de reden mijner schijnbare

onbeleefdheid verklaard. Laat mij ook om verschooning bidden, dat ik

in mijne moedertaal tot u spreek, en u tevens verzoeken mij daarin

te antwoorden, als gij er zoo veel van verstaat; zoo niet, ken ik

Normandisch genoeg, om uw gesprek te volgen."

"Geloften," hernam de Abt, "moeten ongeschonden blijven, waardige

_Franklin_, of vergun mij liever te zeggen, waardige _Thane_, ofschoon

deze titel verouderd is. Geloften zijn de banden, welke ons met den

hemel vereenigen, en die het offer aan het altaar binden; daarom

moeten zij--zooals ik reeds zeide--ongeschonden blijven, tenzij

onze heilige moeder, de kerk, het tegendeel beslisse. En wat de taal

betreft--ik gebruik gaarne die taal, welke mijn geëerde grootmoeder,

Hilda van Middleham, sprak, die in den reuk van heiligheid stierf,

weinig onder doende, naar ik geloof, voor haar roemrijke naamgenoote,

de heilige Hilda van Whitby, God zij harer ziel genadig!"

Toen de Prior deze, naar hij meende, verzoenende woorden had gesproken,

zeide zijn metgezel kort en nadrukkelijk: "Ik spreek altijd Fransch,

de taal van koning Richard en zijn edelen; maar ik versta de volkstaal

genoeg, om mij met de inboorlingen te kunnen onderhouden."

Cedric wierp den spreker een van die driftige, ongeduldige blikken toe,

welke vergelijkingen tusschen de beiden om den voorrang strijdende

natiën meestal bij hem uitlokten; maar, zich de plichten der

gastvrijheid herinnerende, onderdrukte hij ieder verder teeken van

ongenoegen, en een wenk met de hand gevende, liet hij zijn gasten

twee plaatsen dicht bij de zijne, maar een weinig lager, innemen,

en gaf een teeken, om het avondeten op te dragen.

Terwijl de bedienden zich haastten zijne bevelen ten uitvoer

te brengen, ontwaarde hij Gurth, den zwijnenhoeder, die zoo even

met zijn makker Wamba de zaal was binnen getreden. "Laat die trage

kerels hier komen!" riep de Sakser ongeduldig, en toen de schuldigen

voor den _daïs_ kwamen, duwde hij hun toe: "Hoe komt het, schelmen,

dat gij zoo lang daar buiten rond geslenterd hebt? Hebt gij uwe

kudde naar huis gebracht, Gurth, of is zij een buit der stroopers en

vrijbuiters geworden?"

"De kudde is in veiligheid, om u te dienen!" zeide Gurth.

"Maar het diende mij in het geheel niet," riep Cedric uit, "twee

uren lang het tegendeel te moeten gelooven, en hier op wraak te

zitten zinnen tegen mijn buren wegens een onrecht, dat zij mij niet

aangedaan hebben. Ik zeg het u, stokslagen en gevangenis zullen de

eerste overtreding van dien aard, die gij weder begaat, straffen!"

Gurth, die zijns meesters driftigen aard kende, waagde geene

verontschuldiging; maar de nar, die, uit kracht van zijn voorrecht als

potsenmaker, op Cedric's toegevendheid kon rekenen, antwoordde voor

hen beiden: "Waarlijk, oom Cedric, gij zijt heden avond verstandig

noch redelijk."

"Hoe!" zeide zijn meester; "gij zult naar de poortierswoning gezonden

worden en daar tucht leeren, als gij uw gekheid den teugel viert op

die manier."

"Eerst onderrichte mij uwe wijsheid!" hernam Wamba. "Is het billijk

en redelijk den één voor den misslag des anderen te straffen?"

"Zeker niet, nar!" antwoordde Cedric.

"Waarom wilt gij dan den armen Gurth laten slaan, oom, wegens de

schuld van zijn hond Fangs? Want ik kan er op zweren, dat wij op weg

geen minuut tijds verloren hebben, nadat wij onze kudde bij elkander

hadden; wat Fangs niet ten einde bracht voor Vespertijd."

"Hang Fangs dan op," zeide Cedric, zich haastig tot den zwijnenhoeder

wendende, "als het zijn schuld is; en maak dat gij een anderen hond

krijgt."

"Met verlof, oom," hervatte de nar; "dat zou weder geene stipte

rechtvaardigheid zijn; want het is de schuld van Fangs niet, dat hij

lam is, en de kudde niet bij elkander kon krijgen; maar de schuld

van hen, die zijn beide klauwen afgesneden hebben, waartoe de arme

drommel zeker zijne toestemming niet zou gegeven hebben, zoo men hem

geraadpleegd had."

"En wie heeft het gewaagd, een dier te verminken, dat aan mijn

lijfeigene toebehoort?" vroeg de Sakser, in toorn ontstekende.

"Wel, dat deed de oude Huib," zeide Wamba, "de jachtopziener van

den ridder Philippe de Malvoisin. Hij betrapte Fangs, terwijl hij

door het bosch dwaalde, en zeide, dat hij jacht op het wild maakte,

strijdig met het recht van zijn meester, als houtvester."

"De duivel hale Malvoisin," hervatte de Sakser, "en zijn opziener

daarbij! Ik zal hun leeren, dat het woud, volgens de boschwet, in

't geheel geen bosch meer is. Maar genoeg hiervan--Nar, ga op uwe

plaats--en gij, Gurth, neem een anderen hond, en zoo de opziener dien

durft aanraken, dan zal ik hem het boogschieten verleeren; men schelde

mij voor een lafaard uit, zoo ik hem niet den voorsten vinger van

de rechterhand afhouw--hij zal geen boog meer spannen.--Ik verzoek

u vergiffenis, waardige gasten; ik ben hier door buren omgeven,

die niet beter zijn dan de ongeloovigen in het Heilige Land, heer

Ridder. Maar uw geringe maaltijd staat gereed; bedient er u van,

en laat de goede wil de slechte kost verschoonen."

De maaltijd, intusschen, welke op tafel stond, behoefde geene

verontschuldigingen van den kant van den gastheer. Varkensvleesch,

op verschillende wijzen toebereid, stond op het benedeneinde der

tafel; alsook gevogelte, hertenvleesch, hazen- en geitengebraad

en verscheidene soorten van visch, met groote brooden, koeken, en

vruchten in honig ingelegd. De kleiner soorten van wild gevogelte,

dat er in overvloed was, werden niet in schotels voorgediend,

maar op kleine houten braadspitten, en door de pages en knechts,

die ze droegen, aan alle gasten aangeboden, die naar welgevallen

ervan afsneden. Naast ieder persoon van rang stond een zilveren

beker, en aan het benedeneinde der tafel groote drinkhorens. Toen de

maaltijd op het punt was van te beginnen, riep de _Major domus_, of

huishofmeester, eensklaps zijn staf verheffende, met luider stemme:

"Plaats voor Jonkvrouw Rowena!" Eene zijdeur aan het boveneinde der

zaal achter de eettafel ging open, en Rowena, door vier harer vrouwen

gevolgd, trad binnen. Cedric, ofschoon niet aangenaam verrast door de

verschijning van zijne pupil bij deze gelegenheid, ijlde haar tegemoet,

en geleidde haar met eerbiedige plechtigheid naar de verhevene plaats

aan zijne rechterhand, bestemd voor de vrouw des huizes. Allen stonden

op om haar te ontvangen; en, hunne begroeting met eene stomme buiging

beantwoordende, nam zij bevallig hare plaats aan de tafel in. Vóórdat

zij tijd had dit te doen, fluisterde echter de Tempelier den Prior toe:

"Ik zal bij het toernooi geen gouden ketting van u dragen. Gij hebt

den Chioswijn gewonnen!"

"Heb ik het niet gezegd?" antwoordde de Prior. "Maar matig uwe

verrukking, de _Franklin_ slaat u gade."

Zonder op deze waarschuwing te letten, en gewoon slechts naar de

ingeving van zijne wenschen te luisteren, hield Brian de Bois-Guilbert

het oog gevestigd op de Saksische schoonheid, die misschien des

te meer zijne verbeelding trof, omdat ze zoozeer van de Oostersche

Sultanes verschilde.

Geene vrouwelijke gestalte kon heerlijker zijn dan die van Rowena,

die, hoe rank ze ook was, door buitengewone grootte toch niet de

aandacht tot zich trok. Hare gelaatskleur was buitengemeen blank,

maar de edele vorm van haar hoofd en van haar trekken bewaarde voor

het gebrek aan uitdrukking, dat soms aan zeer blanke schoonheden

eigen is. Haar helderblauw oog, schitterend onder schoon geteekende,

bruine wenkbrauwen, die donker genoeg waren om het voorhoofd te doen

uitkomen, scheen even vurig als teeder, even gebiedend als smeekend

te zijn. Ofschoon zachtmoedigheid de gewone uitdrukking harer trekken

was, had het gevoel van meerderheid en de algemeene hulde, die men haar

bewees, blijkbaar aan de Saksische jonkvrouw iets hoogmoedigs gegeven,

dat met haar natuurlijken aanleg ineengesmolten was. Haar schoon haar,

tusschen bruin en blond in, was op grillige, doch bevallige wijze,

in talrijke krullen opgemaakt, waarbij de kunst waarschijnlijk de

natuur had bijgestaan. Deze lokken waren met edelgesteenten versierd,

en hingen in hun volle lengte neder, waaruit men de edele afkomst

en den vrijgeboren stand der maagd kon opmaken. Een gouden ketting,

waaraan een kleine reliquie van hetzelfde metaal was vastgemaakt,

hing om haar hals. Zij droeg armbanden om de bloote armen. Haar

kleeding bestond uit een onderkleed en lijfje van lichtgroene zijde,

waarover een lang, ruim gewaad hing, dat tot op den grond reikte en

wijde mouwen had, die ongeveer tot den elleboog gingen. Dit kleed was

karmozijnrood, en uit de allerfijnste wol gemaakt. Een zijden sluier,

met goud doorweven, was aan het bovenste gedeelte daarvan bevestigd,

welke, naar verkiezing, volgens de Spaansche mode over het gezicht en

den boezem kon getrokken worden, of als een draperie om de schouders

geslingerd.

Toen Rowena bespeurde, dat de oogen van den Tempelridder op haar

gevestigd waren, met een vuur, dat, vergeleken met de donkere holten

waarin zij zich bewogen, hun het voorkomen van gloeiende kolen gaf,

sloeg zij den sluier met waardigheid over het gelaat, als een teeken,

dat de stoute vrijheid van zijn blik haar mishaagde. Cedric zag de

beweging en begreep de oorzaak er van. "Heer Tempelier," zeide hij,

"de wangen van onze Saksische meisjes zijn nog niet genoeg aan de zon

gewend, om den stouten blik van een kruisvaarder te kunnen verdragen."

"Zoo ik beleedigd heb," hernam Brian, "dan verzoek ik vergiffenis,--dat

wil zeggen, ik vraag vergiffenis aan Jonkvrouw Rowena,--want de mate

mijner nederigheid laat niet toe, dat ik die elders inroep."

"Jonkvrouw Rowena," zeide de Prior, "heeft ons allen gestraft, door

de stoutheid van mijn vriend te kastijden. Ik wil hopen dat zij minder

wreed zal zijn voor den schitterenden stoet bij het toernooi."

"Het is nog onzeker of wij er heen gaan," zeide Cedric. "Ik ben geen

vriend van die ijdele vertooningen, die aan mijne voorouders onbekend

waren, toen Engeland vrij was."

"Laat ons evenwel hopen," hernam de Prior, "dat ons gezelschap u

moge overhalen om er heen te reizen; als de wegen zoo onveilig zijn,

is het geleide van Sir Brian de Bois-Guilbert niet te verachten."

"Heer Prior," antwoordde de Sakser, "waar ik ook in dit land gereisd

heb, tot hiertoe, heb ik, met behulp van mijn goed zwaard en van

mijn getrouwe dienaars, nog nooit vreemde hulp noodig gehad. Zoo

wij nu nog naar Ashby-de-la-Zouche gaan, dan doen wij dat met mijn

edelen buur en landsman Athelstane van Coningsburgh, en met een

gevolg, dat ons zoowel tegen vrijbuiters, als vijanden van hoogeren

stand zal beschermen.--Ik breng u dezen beker wijn toe, heer Prior,

welken gij, hoop ik, naar uw smaak zult vinden, en ik dank u voor uw

beleefdheid.--Maar zoo gij streng aan uw kloosterregel gehecht zijt,

en aan een dronk zure melk de voorkeur geeft, laat dan de beleefdheid

u niet dwingen, mij bescheid te doen."

"Neen," zei de Priester lachende, "het is alleen in onze abdij, dat

wij ons bij het _lac dulce_ of _lac acidum_ bepalen. Als wij met de

wereld verkeeren, volgen wij de gebruiken der wereld, en derhalve doe

ik u in dezen heerlijken wijn bescheid, en laat den zwakkeren drank

aan mijn leekebroeder over."

"En ik," zei de Tempelier, zijn beker met _Wassail_ [6] vullende, "ik

breng dezen dronk aan de schoone Rowena; want sedert haar naamgenoot,

lang geleden, dit gebruik in Engeland invoerde, is er nooit iemand deze

eer waardiger geweest dan zij. Op mijn woord, de ongelukkige Vortigern

verdiende vergiffenis, indien zijn eer en zijn koninklijk half zoo

veel in gevaar waren om schipbreuk te lijden, als zij nu zouden zijn."

"Spaar uw beleefdheid, heer Ridder!" hernam Rowena met waardigheid, en

zonder zich te ontsluieren; "of liever laat mij daarvan gebruik maken,

u te verzoeken mij het laatste nieuws uit Palestina te verhalen; een

onderwerp veel aangenamer voor Saksische ooren dan de complimenten,

welke de Fransche gewoonten medebrengen."

"Ik heb weinig belangrijks te verhalen," antwoordde Sir Brian de

Bois-Guilbert, "behalve de zekere tijding van een wapenstilstand

met Saladin."

Wamba, die zijne gewone plaats had ingenomen op een stoel, die met twee

ezelsooren versierd was, omtrent twee stappen achter den zetel van zijn

meester, die hem van tijd tot tijd spijzen van zijn eigen bord gaf,

een gunst echter, welke de nar met de lievelingshonden deelde--waarvan,

zooals wij reeds gezegd hebben, verscheidene tegenwoordig waren--viel

hem hier in de rede. Dáár zat Wamba, met een tafeltje voor zich,

de beenen onder den stoel gestoken, zijn gezicht vertrekkende als

een notenkraker, en de oogen half gesloten, evenwel oplettend iedere

gelegenheid bespiedende, om van zijn vrijheid als nar gebruik te maken.

"Deze wapenstilstanden met de ongeloovigen," riep hij uit, zonder er

zich aan te storen, hoe onverwacht hij den trotschen Tempelier in de

rede viel, "maken mij tot een oud man."

"Hoe zoo, schelm?" vroeg Cedric, terwijl zijn blikken toonden, dat

hij bereid was om de verwachte aardigheid gunstig op te nemen.

"Omdat ik," hernam Wamba, "mij herinner, dat er drie gedurende mijn

leven zijn gesloten, waarvan ieder vijftig jaren moest duren; zoodat,

bij elkander gerekend, ik ten minste honderd en vijftig jaren oud

moet zijn!"

"Ik wil er u echter borg voor staan, dat gij niet van ouderdom zult

sterven," zei de Tempelier, die nu zijn vriend uit het woud herkende;

"als gij voortgaat, zulke aanwijzingen aan reizigers te geven, als

gij dezen avond aan den Prior en mij gegeven hebt."

"Hoe, schurk!" stoof Cedric op; "reizigers den verkeerden weg

wijzen? Gij moet wat met de zweep hebben; gij zijt ten minste even

ondeugend als gek."

"Ik bid u, oom," antwoordde de nar, "laat mijne gekheid ditmaal mijn

schelmstuk verontschuldigen. Ik heb mij slechts tusschen mijne rechter-

en linkerhand vergist; en hij, die een nar tot raadsman en wegwijzer

neemt, moet eene kleine dwaling over het hoofd zien!"

Hier werd het gesprek afgebroken door het binnenkomen van den

poortierspage, die meldde, dat er een vreemdeling aan de poort was,

die toelating en gastvrijheid verzocht.

"Laat hem binnen," zeide Cedric, "wie hij ook zij;--een nacht, zooals

die, welke buiten woedt, dwingt zelfs wilde dieren bij de tammen

te schuilen, en bescherming te zoeken bij den mensch, hun vijand,

liever dan door het geweld der elementen om te komen. Laat in al

zijn behoeften voorzien--zorg gij er voor, Oswald!" En de hofmeester

verliet de eetzaal, om de bevelen van zijn meester te doen uitvoeren.


VIERDE HOOFDSTUK FOURTH CHAPTER

Ter feestdisch werd gebracht het vleesch van runder, geit, To feast was brought the meat of cattle, goat,

Van 't vette zwijn en schaap, behoorlijk toebereid; Of 't fat boar and mutton, properly prepared;

Het brood werd rondgedeeld; de bekers volgeschonken, Bread was passed around; cups poured full,

En allen zaten aan en aten zaâm en dronken. And all sat down and ate zaâm and drank.

------ Verwijderd zat alleen Ulysses, lager af, ------ Removed sat only Ulysses, lower off, Op nederiger plaats, die hem met voordacht gaf In humbler place, who gave him with forethought

Telemachus. Telemachus.

_Odyssee_, Boek XXI. _Odyssey_, Book XXI.

Prior Aymer had van de aangeboden gelegenheid gebruik gemaakt, om Prior Aymer had taken the opportunity offered, to

zijn rijkleed tegen een van nog kostbaarder stof te verwisselen, over exchanging his riding dress for one of even more precious fabric, over

hetwelk hij een schoon geborduurden priestermantel droeg. which he wore a clean embroidered priest's robe. Behalve Except

den grooten, gouden zegelring, welke zijn geestelijke waardigheid the large, golden signet ring, which his spiritual dignity

aanduidde, waren zijn vingers, ofschoon strijdig met de kerkelijke indicated, his fingers, although contrary to ecclesiastical

wet, met edelgesteenten versierd; zijn sandalen waren van het fijnste law, adorned with precious stones; his sandals were of the finest

leder, dat uit Spanje ingevoerd werd; zijn baard was zoo kort gesneden, leather, which was imported from Spain; his beard was cut so short,

als de regels van zijn orde maar toelieten; en zijn geschoren kruin if only the rules of his order permitted; and his shaved crown

was verborgen onder een rijk scharlaken kapje. was hidden under a rich scarlet cap.

De kleeding van den Tempelier had ook een verandering ondergaan, The Templar's attire had also undergone a change,

en, schoon met minder zorg versierd, was ze even rijk, en zijn and, clean with less care, she was equally rich, and his

voorkomen meer indrukwekkend, dan dat van zijn metgezel. appearance more impressive, than that of his companion. Hij had zijn He had his

maliënkolder verwisseld tegen een onderkleed van donker purper zijde, chain mail exchanged for an undergarment of dark purple silk,

met bont omzet, waarover zijn lang, vlekkeloos wit bovenkleed in ruime with fur turnover, over which his long, spotless white outer garment in ample

plooien hing. folds hung. Het achthoekige kruis van zijn orde was op den schouder The octagonal cross of his order was on the shoulder

van zijn mantel in zwart fluweel opgelegd. of his cloak in black velvet imposed. De hooge muts bedekte zijn The tall hat covered his

voorhoofd niet meer, dat alleen door zijn kort, dik gekruld, pikzwart forehead no longer, which only through his short, thickly curled, pitch-black

haar, dat overeenkwam met zijn buitengewoon donkere gelaatskleur, hair, which matched his extraordinarily dark complexion,

overschaduwd was. was overshadowed. Niets zou de bevalligheid en deftigheid van zijn Nothing would diminish the gracefulness and deftness of his

gang en zijn manieren overtroffen hebben, als deze niet ontsierd gait and have transcended his manners, if not marred

waren geweest door een in het oog vallenden schijn van hoogmoed, had been through an eye-catching appearance of pride,

die zoo licht verkregen wordt door het uitoefenen van onbeperkt gezag. which is so lightly obtained through the exercise of unlimited authority.

Deze beide aanzienlijke mannen werden gevolgd door hunne bedienden, Both of these substantial men were followed by their servants,

en op een eerbiedigen afstand door hun gids, wiens persoon verder and at a respectful distance by their guide, whose person further

niets belangwekkends had, dan de gewone kleeding van een pelgrim. had nothing of interest but the ordinary attire of a pilgrim. Een A

mantel van grof, zwart laken bedekte zijn geheele lichaam, en cloak of coarse, black cloth covered his entire body, and

geleek in snede op een hedendaagschen huzaren-mantel, met dezelfde resembled in cut a contemporary hussar cloak, with the same

slippen tot bedekking der armen: deze droeg den naam van _Sclaveyn_, slips to cover the arms: this one bore the name of _Sclaveyn_,

of _Sclavoniër_. Or _Sclavonian_. Grove sandalen, met riemen vastgebonden, aan zijn Coarse sandals, tied with straps, to his

bloote voeten, een hoed met breeden rand, met schelpen omzoomd, en bare feet, a hat with wide brim, fringed with shells, and

een lange staf met ijzer beslagen, aan welks boveneinde een palmtak a long staff studded with iron, at the top of which was a palm branch

was vastgemaakt, voltooiden de kleeding van den pelgrim. was attached, completed the pilgrim's attire. Hij hield He held

zich zedig achter de laatsten van het gevolg, en bespeurende, dat himself demurely behind the last of the retinue, and bespeaking, that

de benedenste tafel nauwelijks ruim genoeg was voor de bedienden van the lower table was barely spacious enough for the servants of

Cedric en zijn gasten, ging hij op een bankje zitten, dat naast, of Cedric and his guests, he sat down on a bench that was next to, or

bijna onder een breeden schoorsteen stond, en scheen zich te willen stood almost under a wide chimney, and seemed to want to

bezighouden met zijn kleederen te drogen, tot het vertrek van den een busy drying his clothes, until the departure of the one

of ander ruimte aan de tafel zou maken, of tot de gastvrije hofmeester or other would make room at the table, or until the hospitable court master

hem op de plaats waar hij nu zat, met ververschingen zou voorzien. would provide him with refreshments where he now sat.

Cedric stond op, ontving de vreemdelingen met eene waardige Cedric stood up, received the strangers with a dignified

gastvrijheid, en van het hoogere gedeelte van de zaal afstappende, hospitality, and stepped down from the higher part of the hall,

deed hij drie schreden naar hen toe, en wachtte toen, tot zij naderden. he took three steps toward them, and then waited, until they approached.

"Het spijt mij, eerwaardige Prior," zeide hij, "dat mijne gelofte "I am sorry, honorable Prior," he said, "that my vow was

mij verbiedt, om iemand in het huis mijner vaderen verder tegemoet forbids me, to meet anyone in the house of my fathers further

te gaan,--zelfs om zulke gasten als u en dezen dapperen Tempelier te to go,--even to have such guests as you and this brave Templar to

ontvangen. received. Maar mijn hofmeester heeft u de reden mijner schijnbare But my court master has given you the reason for my apparent

onbeleefdheid verklaard. rudeness declared. Laat mij ook om verschooning bidden, dat ik Let me also pray for forgiveness, that I might

in mijne moedertaal tot u spreek, en u tevens verzoeken mij daarin speak to you in my native language, and also ask you to ask me in it

te antwoorden, als gij er zoo veel van verstaat; zoo niet, ken ik answer, if thou understandest so much of it; if not, I know

Normandisch genoeg, om uw gesprek te volgen." Norman enough, to follow your conversation."

"Geloften," hernam de Abt, "moeten ongeschonden blijven, waardige "Vows," reiterated the Abbot, "must remain inviolate, dignified

_Franklin_, of vergun mij liever te zeggen, waardige _Thane_, ofschoon _Franklin_, or rather allow me to say, worthy _Thane_, although

deze titel verouderd is. this title is obsolete. Geloften zijn de banden, welke ons met den Vows are the ties, which bind us to the

hemel vereenigen, en die het offer aan het altaar binden; daarom heaven, and which bind the sacrifice to the altar; therefore

moeten zij--zooals ik reeds zeide--ongeschonden blijven, tenzij should they--as I said--remain uninjured, unless

onze heilige moeder, de kerk, het tegendeel beslisse. our holy mother, the church, decides otherwise. En wat de taal And as for the language

betreft--ik gebruik gaarne die taal, welke mijn geëerde grootmoeder, Regarding--I like to use that language, which my honored grandmother,

Hilda van Middleham, sprak, die in den reuk van heiligheid stierf, Hilda of Middleham, spoke, who died in the smell of holiness,

weinig onder doende, naar ik geloof, voor haar roemrijke naamgenoote, Little inferior, I believe, to her glorious namesake,

de heilige Hilda van Whitby, God zij harer ziel genadig!" Saint Hilda of Whitby, God be merciful to her soul!"

Toen de Prior deze, naar hij meende, verzoenende woorden had gesproken, When the Prior had spoken these, he believed, conciliatory words,

zeide zijn metgezel kort en nadrukkelijk: "Ik spreek altijd Fransch, said his companion briefly and emphatically, "I always speak French,

de taal van koning Richard en zijn edelen; maar ik versta de volkstaal the language of King Richard and his nobles; but I understand the vernacular

genoeg, om mij met de inboorlingen te kunnen onderhouden." enough, to keep me entertained with the natives."

Cedric wierp den spreker een van die driftige, ongeduldige blikken toe, Cedric threw the speaker one of those adrift, impatient looks,

welke vergelijkingen tusschen de beiden om den voorrang strijdende What comparisons between the two competing for the priority

natiën meestal bij hem uitlokten; maar, zich de plichten der nations usually provoked at him; but, remembering the duties of the

gastvrijheid herinnerende, onderdrukte hij ieder verder teeken van recalling hospitality, he suppressed any further sign of

ongenoegen, en een wenk met de hand gevende, liet hij zijn gasten displeasure, and giving a hint with his hand, he let his guests

twee plaatsen dicht bij de zijne, maar een weinig lager, innemen, occupying two places close to his, but a little lower,

en gaf een teeken, om het avondeten op te dragen. and gave a sign, to dedicate the evening meal.

Terwijl de bedienden zich haastten zijne bevelen ten uitvoer As the servants rushed to implement his orders

te brengen, ontwaarde hij Gurth, den zwijnenhoeder, die zoo even to bring, he spotted Gurth, the swineherd, who had just

met zijn makker Wamba de zaal was binnen getreden. with his companion Wamba had entered the room. "Laat die trage "Let those slow

kerels hier komen!" guys come here!" riep de Sakser ongeduldig, en toen de schuldigen cried the Saxon impatiently, and when the culprits

voor den _daïs_ kwamen, duwde hij hun toe: "Hoe komt het, schelmen, came before the _daïs_, he nudged them, "How come, rascals,

dat gij zoo lang daar buiten rond geslenterd hebt? That thou hast wandered so long out there? Hebt gij uwe Hast thou thy

kudde naar huis gebracht, Gurth, of is zij een buit der stroopers en herd brought home, Gurth, or is she a booty of poachers and

vrijbuiters geworden?" become freebooters?"

"De kudde is in veiligheid, om u te dienen!" "The flock is in safety, to serve you!" zeide Gurth. said Gurth.

"Maar het diende mij in het geheel niet," riep Cedric uit, "twee "But it didn't serve me at all," Cedric exclaimed, "two

uren lang het tegendeel te moeten gelooven, en hier op wraak te hours of having to believe the opposite, and here on revenge

zitten zinnen tegen mijn buren wegens een onrecht, dat zij mij niet sit and sentence against my neighbors for an injustice, that they did not give me

aangedaan hebben. affected. Ik zeg het u, stokslagen en gevangenis zullen de I tell you, caning and prison will be the

eerste overtreding van dien aard, die gij weder begaat, straffen!" punish the first offense of that nature which ye again commit!"

Gurth, die zijns meesters driftigen aard kende, waagde geene Gurth, who knew his master's temperamental nature, did not venture any

verontschuldiging; maar de nar, die, uit kracht van zijn voorrecht als excuse; but the jester, who, by virtue of his privilege as a

potsenmaker, op Cedric's toegevendheid kon rekenen, antwoordde voor potter, could count on Cedric's indulgence, replied for

hen beiden: "Waarlijk, oom Cedric, gij zijt heden avond verstandig them both: "Truly, Uncle Cedric, thou art this evening wisely

noch redelijk." nor reasonable."

"Hoe!" "How!" zeide zijn meester; "gij zult naar de poortierswoning gezonden said his master; "thou shalt be sent to the gatekeeper's house

worden en daar tucht leeren, als gij uw gekheid den teugel viert op become and learn discipline there, if you give rein to your madness on

die manier." that way."

"Eerst onderrichte mij uwe wijsheid!" "First taught me your wisdom!" hernam Wamba. renamed Wamba. "Is het billijk "Is it fair

en redelijk den één voor den misslag des anderen te straffen?" and reasonable to punish the one for the mistake of the other?"

"Zeker niet, nar!" "Certainly not, jester!" antwoordde Cedric. replied Cedric.

"Waarom wilt gij dan den armen Gurth laten slaan, oom, wegens de "Why then wilt thou have the poor Gurth beaten, uncle, because of the

schuld van zijn hond Fangs? fault of his dog Fangs? Want ik kan er op zweren, dat wij op weg Because I can swear to it, we are on our way

geen minuut tijds verloren hebben, nadat wij onze kudde bij elkander no minute of time lost, after we gathered our flock together

hadden; wat Fangs niet ten einde bracht voor Vespertijd." had; which did not bring Fangs to an end before Vesper time."

"Hang Fangs dan op," zeide Cedric, zich haastig tot den zwijnenhoeder "Hang Fangs then," said Cedric, turning hastily to the swineherd

wendende, "als het zijn schuld is; en maak dat gij een anderen hond turning, "if it be his fault; and make thou another dog

krijgt." gets."

"Met verlof, oom," hervatte de nar; "dat zou weder geene stipte "By leave, uncle," resumed the jester; "that again would not be a punctual

rechtvaardigheid zijn; want het is de schuld van Fangs niet, dat hij be justice; for it is not the fault of Fangs, that he is

lam is, en de kudde niet bij elkander kon krijgen; maar de schuld lamb, and could not get the flock together; but the guilt

van hen, die zijn beide klauwen afgesneden hebben, waartoe de arme from those who cut off both his claws, to which the poor

drommel zeker zijne toestemming niet zou gegeven hebben, zoo men hem bugger certainly would not have given his consent, had he been given

geraadpleegd had." consulted had."

"En wie heeft het gewaagd, een dier te verminken, dat aan mijn "And who has dared to mutilate an animal, which to my

lijfeigene toebehoort?" serf?" vroeg de Sakser, in toorn ontstekende. asked the Saxon, igniting in wrath.

"Wel, dat deed de oude Huib," zeide Wamba, "de jachtopziener van "Well, so did old Huib," said Wamba, "the gamekeeper of

den ridder Philippe de Malvoisin. The knight Philippe de Malvoisin. Hij betrapte Fangs, terwijl hij He caught Fangs, while he was

door het bosch dwaalde, en zeide, dat hij jacht op het wild maakte, wandered through the woods, saying he was hunting game,

strijdig met het recht van zijn meester, als houtvester." contrary to the right of his master, as woodsman."

"De duivel hale Malvoisin," hervatte de Sakser, "en zijn opziener "The devil hale Malvoisin," the Saxon resumed, "and his overseer

daarbij! at that! Ik zal hun leeren, dat het woud, volgens de boschwet, in I will teach them that the forest, according to forest law, is in

't geheel geen bosch meer is. 't is no longer a bosch at all. Maar genoeg hiervan--Nar, ga op uwe But enough of this--Nar, go on your

plaats--en gij, Gurth, neem een anderen hond, en zoo de opziener dien place--and thou, Gurth, take another dog, and if the overseer takes that

durft aanraken, dan zal ik hem het boogschieten verleeren; men schelde dare touch, then I will teach him archery; one scolded

mij voor een lafaard uit, zoo ik hem niet den voorsten vinger van me for a coward, if I did not give him the front finger of

de rechterhand afhouw--hij zal geen boog meer spannen.--Ik verzoek cut off the right hand--he will no longer strain a bow.--I request

u vergiffenis, waardige gasten; ik ben hier door buren omgeven, you pardon, worthy guests; I am surrounded by neighbors here,

die niet beter zijn dan de ongeloovigen in het Heilige Land, heer who are no better than the infidels in the Holy Land, lord

Ridder. Knight. Maar uw geringe maaltijd staat gereed; bedient er u van, But your small meal is ready; serve it,

en laat de goede wil de slechte kost verschoonen." And let the good will excuse the bad cost."

De maaltijd, intusschen, welke op tafel stond, behoefde geene The meal, meanwhile, which was on the table, needed no

verontschuldigingen van den kant van den gastheer. apologies on the part of the host. Varkensvleesch, Pork,

op verschillende wijzen toebereid, stond op het benedeneinde der prepared in various ways, stood at the lower end of the

tafel; alsook gevogelte, hertenvleesch, hazen- en geitengebraad table; as well as poultry, venison, hare and goat roasts

en verscheidene soorten van visch, met groote brooden, koeken, en and several kinds of fish, with large breads, cakes, and

vruchten in honig ingelegd. fruits pickled in honey. De kleiner soorten van wild gevogelte, The smaller species of wild poultry,

dat er in overvloed was, werden niet in schotels voorgediend, that abounded were not served in platters,

maar op kleine houten braadspitten, en door de pages en knechts, but on small wooden roasting spits, and by the pages and servants,

die ze droegen, aan alle gasten aangeboden, die naar welgevallen which they wore, offered to all the guests, who at pleasure

ervan afsneden. cut off from it. Naast ieder persoon van rang stond een zilveren Next to each person of rank was a silver

beker, en aan het benedeneinde der tafel groote drinkhorens. cup, and at the lower end of the table large drinking horns. Toen de When the

maaltijd op het punt was van te beginnen, riep de _Major domus_, of meal was about to begin, the _Major domus_, or

huishofmeester, eensklaps zijn staf verheffende, met luider stemme: housemaster, suddenly raising his staff, in a louder voice:

"Plaats voor Jonkvrouw Rowena!" "Place for Lady Rowena!" Eene zijdeur aan het boveneinde der A side door at the upper end of the

zaal achter de eettafel ging open, en Rowena, door vier harer vrouwen room behind the dining table opened, and Rowena, by four of her wives

gevolgd, trad binnen. followed, entered. Cedric, ofschoon niet aangenaam verrast door de Cedric, although not pleasantly surprised by the

verschijning van zijne pupil bij deze gelegenheid, ijlde haar tegemoet, appearance of his pupil on this occasion, rushed to meet her,

en geleidde haar met eerbiedige plechtigheid naar de verhevene plaats and led her with reverent solemnity to the exalted place

aan zijne rechterhand, bestemd voor de vrouw des huizes. on his right hand, destined for the lady of the house. Allen stonden All stood

op om haar te ontvangen; en, hunne begroeting met eene stomme buiging up to receive her; and, their greeting with a mute bow

beantwoordende, nam zij bevallig hare plaats aan de tafel in. answering, she gracefully took her place at the table. Vóórdat Before

zij tijd had dit te doen, fluisterde echter de Tempelier den Prior toe: she had time to do so, however, the Templar whispered to the Prior:

"Ik zal bij het toernooi geen gouden ketting van u dragen. "I will not wear a gold chain of yours at the tournament. Gij hebt Thou hast

den Chioswijn gewonnen!" den Chios wine won!"

"Heb ik het niet gezegd?" "Didn't I tell you?" antwoordde de Prior. replied the Prior. "Maar matig uwe "But moderate thine

verrukking, de _Franklin_ slaat u gade." delight, the _Franklin_ is watching you."

Zonder op deze waarschuwing te letten, en gewoon slechts naar de Without heeding this warning, and just going to the

ingeving van zijne wenschen te luisteren, hield Brian de Bois-Guilbert listening to the prompting of his desires, Brian de Bois-Guilbert stopped

het oog gevestigd op de Saksische schoonheid, die misschien des drawn the eye to the Saxon beauty, which perhaps des

te meer zijne verbeelding trof, omdat ze zoozeer van de Oostersche all the more struck his imagination, because they were so much of the Eastern

Sultanes verschilde. Sultanes differed.

Geene vrouwelijke gestalte kon heerlijker zijn dan die van Rowena, No female figure could be more delightful than Rowena's,

die, hoe rank ze ook was, door buitengewone grootte toch niet de who, however slender she was, by extraordinary size yet did not have the

aandacht tot zich trok. attention to himself. Hare gelaatskleur was buitengemeen blank, Her complexion was unusually white,

maar de edele vorm van haar hoofd en van haar trekken bewaarde voor but saved the noble form of her head and of her features for

het gebrek aan uitdrukking, dat soms aan zeer blanke schoonheden the lack of expression, which sometimes comes to very white beauties

eigen is. own. Haar helderblauw oog, schitterend onder schoon geteekende, Her bright blue eye, brilliant under cleanly drawn,

bruine wenkbrauwen, die donker genoeg waren om het voorhoofd te doen brown eyebrows, which were dark enough to make the forehead

uitkomen, scheen even vurig als teeder, even gebiedend als smeekend coming out, seemed as ardent as tender, as commanding as pleading

te zijn. to be. Ofschoon zachtmoedigheid de gewone uitdrukking harer trekken Although gentleness is the common expression of her features

was, had het gevoel van meerderheid en de algemeene hulde, die men haar was, had the sense of majority and the general homage, which people paid her

bewees, blijkbaar aan de Saksische jonkvrouw iets hoogmoedigs gegeven, proved, apparently given to the Saxon damsel something haughty,

dat met haar natuurlijken aanleg ineengesmolten was. that was fused with her natural disposition. Haar schoon haar, Her clean hair,

tusschen bruin en blond in, was op grillige, doch bevallige wijze, between brown and blonde, was in whimsical, yet graceful fashion,

in talrijke krullen opgemaakt, waarbij de kunst waarschijnlijk de made up in numerous curls, the art probably being the

natuur had bijgestaan. nature had assisted. Deze lokken waren met edelgesteenten versierd, These locks were decorated with precious stones,

en hingen in hun volle lengte neder, waaruit men de edele afkomst and hung down in their full length, from which one could see the noble lineage

en den vrijgeboren stand der maagd kon opmaken. and could make out the virgin's freeborn state. Een gouden ketting, A gold chain,

waaraan een kleine reliquie van hetzelfde metaal was vastgemaakt, To which was attached a small reliquary of the same metal,

hing om haar hals. hung around her neck. Zij droeg armbanden om de bloote armen. She wore bracelets around bare arms. Haar Her

kleeding bestond uit een onderkleed en lijfje van lichtgroene zijde, dress consisted of an undergarment and bodice of light green silk,

waarover een lang, ruim gewaad hing, dat tot op den grond reikte en over which hung a long, roomy robe, reaching to the ground and

wijde mouwen had, die ongeveer tot den elleboog gingen. had wide sleeves that went about up to the elbow. Dit kleed was This rug was

karmozijnrood, en uit de allerfijnste wol gemaakt. crimson, and made from the very finest wool. Een zijden sluier, A silk veil,

met goud doorweven, was aan het bovenste gedeelte daarvan bevestigd, laced with gold, was attached to the upper part of it,

welke, naar verkiezing, volgens de Spaansche mode over het gezicht en which, by election, according to the Spanish fashion over the face and

den boezem kon getrokken worden, of als een draperie om de schouders the bosom, or could be pulled like a drape around the shoulders

geslingerd. hurled.

Toen Rowena bespeurde, dat de oogen van den Tempelridder op haar When Rowena sensed that the Temple Knight's eyes were on her

gevestigd waren, met een vuur, dat, vergeleken met de donkere holten were established, with a fire, which, compared to the dark cavities

waarin zij zich bewogen, hun het voorkomen van gloeiende kolen gaf, in which they moved, gave them the appearance of glowing coals,

sloeg zij den sluier met waardigheid over het gelaat, als een teeken, she draped the veil over the face with dignity, as a sign,

dat de stoute vrijheid van zijn blik haar mishaagde. That the naughty freedom of his gaze displeased her. Cedric zag de Cedric saw the

beweging en begreep de oorzaak er van. movement and understood the cause of it. "Heer Tempelier," zeide hij, "Lord Templar," he said,

"de wangen van onze Saksische meisjes zijn nog niet genoeg aan de zon "the cheeks of our Saxon girls are not yet sufficiently exposed to the sun

gewend, om den stouten blik van een kruisvaarder te kunnen verdragen." accustomed, to endure the bold gaze of a crusader."

"Zoo ik beleedigd heb," hernam Brian, "dan verzoek ik vergiffenis,--dat "If I have offended," Brian resumed, "then I ask forgiveness,--that

wil zeggen, ik vraag vergiffenis aan Jonkvrouw Rowena,--want de mate want to say, I ask forgiveness of Lady Rowena,--because the degree

mijner nederigheid laat niet toe, dat ik die elders inroep." my humility does not permit me to invoke it elsewhere."

"Jonkvrouw Rowena," zeide de Prior, "heeft ons allen gestraft, door "Lady Rowena," said the Prior, "has punished us all, by

de stoutheid van mijn vriend te kastijden. chastising my friend's naughtiness. Ik wil hopen dat zij minder I want to hope that they are less

wreed zal zijn voor den schitterenden stoet bij het toernooi." will be cruel to the glittering procession at the tournament."

"Het is nog onzeker of wij er heen gaan," zeide Cedric. "It is still uncertain whether we will go there," Cedric said. "Ik ben geen "I am not a

vriend van die ijdele vertooningen, die aan mijne voorouders onbekend friend of those vain displays, unknown to my ancestors

waren, toen Engeland vrij was." were, when England was free."

"Laat ons evenwel hopen," hernam de Prior, "dat ons gezelschap u "Nevertheless, let us hope," reiterated the Prior, "that our company will give you

moge overhalen om er heen te reizen; als de wegen zoo onveilig zijn, May persuade to travel there; if the roads are so unsafe,

is het geleide van Sir Brian de Bois-Guilbert niet te verachten." the guidance of Sir Brian de Bois-Guilbert is not to be despised."

"Heer Prior," antwoordde de Sakser, "waar ik ook in dit land gereisd "Lord Prior," replied the Saxon, "wherever I have traveled in this country

heb, tot hiertoe, heb ik, met behulp van mijn goed zwaard en van have, so far, I have, with the help of my good sword and of

mijn getrouwe dienaars, nog nooit vreemde hulp noodig gehad. my faithful servants, never yet needed foreign help. Zoo Zoo

wij nu nog naar Ashby-de-la-Zouche gaan, dan doen wij dat met mijn we still go to Ashby-de-la-Zouche now, we will do so with my

edelen buur en landsman Athelstane van Coningsburgh, en met een noble neighbor and landsman Athelstane of Coningsburgh, and with a

gevolg, dat ons zoowel tegen vrijbuiters, als vijanden van hoogeren consequence, that us both against freebooters, and enemies of higher

stand zal beschermen.--Ik breng u dezen beker wijn toe, heer Prior, stand will protect.--I bring you this cup of wine, Lord Prior,

welken gij, hoop ik, naar uw smaak zult vinden, en ik dank u voor uw which, I hope, you will find to your liking, and I thank you for your

beleefdheid.--Maar zoo gij streng aan uw kloosterregel gehecht zijt, politeness.--But if thou art strictly attached to thy monastic rule,

en aan een dronk zure melk de voorkeur geeft, laat dan de beleefdheid and prefer a drink of sour milk, let the courtesy

u niet dwingen, mij bescheid te doen." not force you to make me bescheid."

"Neen," zei de Priester lachende, "het is alleen in onze abdij, dat "Nay," said the Priest smiling, "it is only in our abbey, that

wij ons bij het _lac dulce_ of _lac acidum_ bepalen. we define ourselves by the _lac dulce_ or _lac acidum_. Als wij met de If we are with the

wereld verkeeren, volgen wij de gebruiken der wereld, en derhalve doe world, we follow the customs of the world, and therefore do

ik u in dezen heerlijken wijn bescheid, en laat den zwakkeren drank I bescheid you in this delicious wine, and let the weak drink

aan mijn leekebroeder over." to my leech brother."

"En ik," zei de Tempelier, zijn beker met _Wassail_ [6] vullende, "ik "And I," said the Templar, filling his cup with _Wassail_ [6], "I

breng dezen dronk aan de schoone Rowena; want sedert haar naamgenoot, Bring this drink to the beautiful Rowena; for since her namesake,

lang geleden, dit gebruik in Engeland invoerde, is er nooit iemand deze long ago, introduced this custom in England, no one ever adopted this

eer waardiger geweest dan zij. honor had been more worthy than they. Op mijn woord, de ongelukkige Vortigern Upon my word, the unfortunate Vortigern

verdiende vergiffenis, indien zijn eer en zijn koninklijk half zoo deserved forgiveness, if his honor and his royal half were so

veel in gevaar waren om schipbreuk te lijden, als zij nu zouden zijn." were much in danger of being shipwrecked, as they would be now."

"Spaar uw beleefdheid, heer Ridder!" "Spare your politeness, Lord Knight!" hernam Rowena met waardigheid, en resumed Rowena with dignity, and

zonder zich te ontsluieren; "of liever laat mij daarvan gebruik maken, without revealing himself; "or rather let me take advantage of that,

u te verzoeken mij het laatste nieuws uit Palestina te verhalen; een asking you to tell me the latest news from Palestine; a

onderwerp veel aangenamer voor Saksische ooren dan de complimenten, subject far more pleasing to Saxon ears than compliments,

welke de Fransche gewoonten medebrengen." which the French customs entail."

"Ik heb weinig belangrijks te verhalen," antwoordde Sir Brian de "I have little of importance to relate," replied Sir Brian the

Bois-Guilbert, "behalve de zekere tijding van een wapenstilstand Bois-Guilbert, "apart from the certain tidings of an armistice

met Saladin." with Saladin."

Wamba, die zijne gewone plaats had ingenomen op een stoel, die met twee Wamba, who had taken his usual place on a chair, which had two

ezelsooren versierd was, omtrent twee stappen achter den zetel van zijn donkey ears was adorned, about two steps behind the seat of his

meester, die hem van tijd tot tijd spijzen van zijn eigen bord gaf, master, who gave him food from his own plate from time to time,

een gunst echter, welke de nar met de lievelingshonden deelde--waarvan, a favor, however, which the jester shared with the favorite dogs--which,

zooals wij reeds gezegd hebben, verscheidene tegenwoordig waren--viel as we have already said, several were present--fell

hem hier in de rede. him here in speech. Dáár zat Wamba, met een tafeltje voor zich, THERE sat Wamba, with a table in front of him,

de beenen onder den stoel gestoken, zijn gezicht vertrekkende als the legs tucked under the chair, his face departing as if

een notenkraker, en de oogen half gesloten, evenwel oplettend iedere a nutcracker, and eyes half-closed, nevertheless attentive every

gelegenheid bespiedende, om van zijn vrijheid als nar gebruik te maken. spying opportunity, to take advantage of his freedom as a jester.

"Deze wapenstilstanden met de ongeloovigen," riep hij uit, zonder er "These truces with the infidels," he exclaimed, without adding

zich aan te storen, hoe onverwacht hij den trotschen Tempelier in de to be disturbed at how unexpectedly he had taken the proud Templar into the

rede viel, "maken mij tot een oud man." speech, "make me an old man."

"Hoe zoo, schelm?" "How so, knave?" vroeg Cedric, terwijl zijn blikken toonden, dat Cedric asked, while his looks showed, that

hij bereid was om de verwachte aardigheid gunstig op te nemen. he was willing to take the expected kindness favorably.

"Omdat ik," hernam Wamba, "mij herinner, dat er drie gedurende mijn "Because I," Wamba resumed, "remember that there were three during my

leven zijn gesloten, waarvan ieder vijftig jaren moest duren; zoodat, life were concluded, each of which was to last fifty years; so that,

bij elkander gerekend, ik ten minste honderd en vijftig jaren oud taken together, I at least one hundred and fifty years old

moet zijn!" must be!"

"Ik wil er u echter borg voor staan, dat gij niet van ouderdom zult "I would, however, vouchsafe to you that ye shall not of old age

sterven," zei de Tempelier, die nu zijn vriend uit het woud herkende; die," said the Templar, who now recognized his friend from the forest;

"als gij voortgaat, zulke aanwijzingen aan reizigers te geven, als "if ye continue to give such directions to travelers, as

gij dezen avond aan den Prior en mij gegeven hebt." thou hast given to the Prior and me this evening."

"Hoe, schurk!" "How, villain!" stoof Cedric op; "reizigers den verkeerden weg boomed Cedric; "travelers the wrong way

wijzen? point? Gij moet wat met de zweep hebben; gij zijt ten minste even Thou must have some with the whip; thou art at least as

ondeugend als gek." naughty as crazy."

"Ik bid u, oom," antwoordde de nar, "laat mijne gekheid ditmaal mijn "I pray you, uncle," replied the jester, "let my madness this time be my

schelmstuk verontschuldigen. knave piece excuse. Ik heb mij slechts tusschen mijne rechter- I only put myself between my right-

en linkerhand vergist; en hij, die een nar tot raadsman en wegwijzer and left hand mistaken; and he, who has a jester for counsel and signpost

neemt, moet eene kleine dwaling over het hoofd zien!" takes, must overlook a little error!"

Hier werd het gesprek afgebroken door het binnenkomen van den Here the conversation was cut short by the entry of den

poortierspage, die meldde, dat er een vreemdeling aan de poort was, gate pager, which reported, there was a stranger at the gate,

die toelating en gastvrijheid verzocht. who requested admission and hospitality.

"Laat hem binnen," zeide Cedric, "wie hij ook zij;--een nacht, zooals "Let him in," said Cedric, "whoever he is;--a night, like

die, welke buiten woedt, dwingt zelfs wilde dieren bij de tammen which, raging outside, forces even wild animals to join the tame

te schuilen, en bescherming te zoeken bij den mensch, hun vijand, shelter, and seek protection from man, their enemy,

liever dan door het geweld der elementen om te komen. rather than perish by the violence of the elements. Laat in al Let in all

zijn behoeften voorzien--zorg gij er voor, Oswald!" provide his needs--take care of it, Oswald!" En de hofmeester And the court master

verliet de eetzaal, om de bevelen van zijn meester te doen uitvoeren. left the dining room, to carry out his master's orders.