De ridder - Hoofdstuk 3 – Het geheim
Hoofdstuk 3 – Het geheim
Lars, Alfred en de bewakers liepen naar het kasteel van Arthuren.
‘Hoe komen we in het kasteel?' vroeg Alfred.
‘Door de voordeur,' zei Lars en hij lachte heel hard. Toen keek hij Alfred vreemd aan. Alfred bleef stil. Er klopt iets niet, dacht Alfred.
De groep liep door het platteland. Er waren diverse bomen en velden. Ze zagen veel gras. Onderweg kwamen ze veel boeren tegen. De boeren woonden buiten de kasteelmuren. Ze verbouwden voedsel voor het koninkrijk.
Eén van de boeren zag de groep. Ze waren vlakbij zijn veld. Hij stopte met werken en sprak hen aan. ‘Goedemiddag, meneer!' zei de boer tegen Lars.
‘Goedemiddag,' riep Lars terug.
‘Waar gaat u naartoe?'
‘Ik ga naar het kasteel. We moeten naar de koning.'
De vrouw van de boer kwam naar hen toe. ‘Wie zijn deze mannen?' fluisterde ze tegen haar man. Haar man antwoordde niet. Al gauw vroeg de boer: ‘Wie zijn jullie? Ik zie dat jullie paarden een flinke lading dragen.'
‘Koning Andur heeft ons gestuurd. Hij heeft ons een belangrijke opdracht gegeven.'
De boer werd stil. Toen sprak hij, ‘ik hoop dat er niets ernstigs is gebeurd?' Hij keek Lars bezorgd aan.
‘Nee, maakt u zich geen zorgen,' antwoordde Lars met een glimlach. ‘Alles is in orde.'
‘Nou. Goede reis dan maar,' zei de boer. Hij ging verder met zijn werk.
De groep liep verder door de velden. Alfred draaide zich om naar de ridder: ‘Het leek alsof ze bang waren,' zei hij.
‘Dat waren ze.'
‘Maar waarom?'
‘Omdat er een geheim is. Alleen de mensen in dit koninkrijk weten het. En ze willen het goed bewaren.'
‘En wat is het? Is het iets gevaarlijks?'
Lars antwoordde niet.
Al gauw kwamen de mannen bij een grote stenen brug. Het was in de buurt van het kasteel. Alweer leek hij op de brug bij het kasteel van koning Andur. Er waren twee bewakers op de brug. Een van hen kwam naar hen toe. Hij keek naar Alfred: ‘Zijn jullie de mannen van koning Andur?'
‘Ja. En ik vertegenwoordig de koning,' antwoordde Alfred. Toen wees hij op Lars. ‘Deze ridder heeft ons tijdens de reis beschermd. De andere twee bewakers horen ook bij ons.' De bewaker keek naar het rijtuig. Toen vroeg hij: ‘Is dat het goud?'
‘Ja,' antwoordde Lars. ‘Dat is het goud.'
‘Oké,' zei de bewaker. ‘U mag erdoor.'
Alfred keek Lars verbaasd aan. ‘Lars lijkt het koninkrijk van Arthuren heel goed te kennen,' dacht Alfred.
De bewaker gaf een teken om de deur te openen. Er stond nog een bewaker bij de deur toen ze erdoor gingen. Ze liepen het marktplein van het kasteel op. Er waren veel mensen. Veel van hen waren markthandelaren. Anderen waren boeren.
De groep liep over het plein. Plotseling keek Alfred verbaasd. ‘Ik ken deze plek,' zei hij.
‘Het lijkt op het marktplein in het kasteel van koning Andur,' zei Lars.
‘Ja, het is bijna identiek!'
‘Heel lang geleden waren de twee koninkrijken samen,' legde Lars uit. ‘Daarom lijken ze zo op elkaar. Maar dat was vóór het grote gevecht. Nu hebben ze geen sociaal contact. De mensen van de twee koninkrijken houden helemaal niet van elkaar.'
De paarden en het rijtuig naderden de deuren van het kasteel. Het kasteel zelf leek ook erg op dat van koning Andur. De bouw was zelfs precies dezelfde.
De andere twee bewakers gingen het goud halen. Lars en Alfred gingen naar koning Arthuren. Ze gingen de kamers van de koning binnen. Koning Arthuren riep: ‘Welkom in mijn koninkrijk!'
‘Goedemiddag, Majesteit,' antwoordde Lars.
‘Lars, jij bent het echt! Ik ben zo blij je weer te zien.'
Ik ben ook blij u weer te zien, Majesteit.'
Alfred begreep het helemaal niet. Hoe kenden Lars en de koning elkaar?
‘Heb je het goud gebracht, Lars?'
‘Ja, het is nu van u.'
‘Prima. We kunnen aan ons plan beginnen.'
Alfred keek verbaasd. Wat is dat voor een plan? dacht hij.
Lars nam de krachtdranken. Hij had ze meegenomen uit het koninkrijk van koning Andur. Hij gaf ze aan koning Arthuren. Arthuren mat zorgvuldig hoeveel drank er was.
‘Wat gebeurt hier?' vroeg Alfred.
Lars en Arthuren keken elkaar aan. Toen sprak Lars. ‘Ik moet je iets vertellen, Alfred,' begon hij.
Hij deed een paar stappen terug. Hij was bang. Hoe kenden Lars en de koning elkaar? Waarom heeft Lars die krachtdranken gekocht? Koning Arthuren had toverwater. Hij kon ze toch zelf maken!
Lars liep naar hem toe. ‘Alfred,' begon hij opnieuw. ‘In dit koninkrijk raakte het toverwater al lang geleden op'.
‘Wat zeg je? Weet koning Andur dat?'
‘Nee, dat weet hij niet.'
‘Maar dat moeten we hem vertellen!' Lars keek Alfred alleen maar aan. Alfred werd achterdochtig. ‘Waarom heb je de krachtdranken aan deze koning gegeven? Het is een daad tegen koning Andur!'
‘Dit zijn een paar van de laatste krachtdranken. Er is geen toverwater meer. Begrijp je dat?'
Alfred knikte.
Lars ging verder: ‘Misschien kunnen we wat meer toverwater maken. We zullen deze toverdranken gebruiken in plaats van het originele water.' Toen zei Lars ook nog: ‘We hebben altijd het originele water gebruikt. Maar dit werkt misschien. Laten we het hopen.'
Alfred was boos. ‘Hebben we het goud voor niets betaald? Je hebt me verraden, Lars!' riep hij. ‘Je hebt koning Andur verraden!'
‘Ja, ik heb gelogen. Maar ik deed het om de vrede te bewaren,' zei Lars. ‘Ik wil geen bloed aan mijn handen.' Hij keek Alfred aan en hoopte dat hij het zou begrijpen.
‘Hoe wordt hiermee de vrede bewaard? Het geheim is dat er geen toverwater meer is. Niemand weet dat nu. Maar binnenkort komt men het te weten. Dan ontdekt Andur dat je het goud hebt gestolen.'
Lars glimlachte niet meer. ‘Alfred, koning Andur mag niet ontdekken dat er geen toverwater meer is. Het gevolg is oorlog. Dan is de vrede voorbij. Koning Andur zal Arthuren aanvallen.'
‘Je gaat dus voor Andur met de toverdranken toverwater maken?' vroeg Alfred.
‘Ja. Alleen maar om de vrede te bewaren.' Toen voegde Lars eraan toe: ‘Als dat mogelijk is.'
Alfred keek Lars achterdochtig aan. De opmerking maakte hem bezorgd. ‘Wat bedoel je met “als dat mogelijk is”?'
Lars keek Alfred aan. Toen sprak hij langzaam. ‘Zoals ik al zei, we maken meestal nieuw toverwater uit zuiver toverwater. We mengen toverwater met gewoon water. Het gewone water wordt dan betoverd. Er is geen zuiver toverwater meer. Het originele water is weg.'
‘En?'
‘Nou, we zullen het proberen.'
‘Wat proberen?'
‘We zullen proberen uit deze toverdranken toverwater te maken. In de toverdranken zit het toverwater. We zullen de toverdranken mengen met gewoon water. Misschien raakt het gewone water dan betoverd.'
‘Misschien? Misschien?' riep Alfred. ‘En wat als het niet lukt? Zoals u zei, er is geen toverwater meer …'
Lars was stil. Een moment later antwoordde koning Arthuren. ‘Als de toverdrank niet werkt,' legde hij uit, ‘dan was de slag bij De Stille Bossen niet de laatste. Dan komt er oorlog.'
Hoofdstuk 3 Overzicht
Samenvatting
Lars en de bewakers komen in het koninkrijk van koning Arthuren aan. Lars en de koning blijken elkaar te kennen. De ridder geeft de koning twee krachtdranken. Dan vertelt Lars Alfred een groot geheim. Arthuren heeft geen toverwater om te verkopen. Arthuren en Lars zullen proberen meer toverwater te maken. Ze zullen de toverdranken gebruiken. Maar ze weten niet of dit mogelijk is. Arthuren zegt dat als ze geen toverwater meer kunnen maken er oorlog zal komen.