×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.


image

Short Stories In Dutch For Beginners, De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud

De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud

De ridder

Hoofdstuk 1 – Goud

Er was eens, heel lang geleden, een groot koninkrijk. Het was vol interessante mensen, dieren en dingen. Op een dag kwam er een ridder naar het koninkrijk. Hij was helemaal in zwart en wit gekleed. Hij zag er heel sterk uit.

De ridder kwam naar de belangrijkste stad. Hij stopte op het marktplein. Hij wilde iets kopen. Het was iets wat heel bijzonder was.

Het marktplein was erg groot. Het was vol mensen. Er waren diverse producten te koop. De ridder liep langzaam over het plein. Hij ging direct naar een donkere hoek van de markt. Daar zag hij een handelaar.

De handelaar had een bijzonder assortiment aan artikelen. De ridder keek naar de producten. ‘Dag handelaar,' zei hij.

‘Ja, meneer?'

‘Ik ben op zoek naar een toverdrank. Heeft u die?

‘Toverdrank? Nee, hier hebben we geen toverdranken. Geen enkele.'

De ridder keek de handelaar aan. Toen zei hij, ‘ik denk dat u wel weet wat ik wil.'

‘Oh, ja. Oh … oh … een toverdrank. Hm … wat voor toverdrank?'

‘Een krachtdrank.'

De handelaar keek om zich heen. Daarna keek hij de ridder aan.

‘Hier heb ik er geen. Tegenwoordig is er niet veel. Het … eh … “product” dat ik moet maken, is moeilijk te vinden.' De handelaar stopte en keek weer om zich heen. Toen zei hij, ‘ik kan wel wat voor u maken, maar het zal heel duur zijn.'

‘Ik heb goud. Ik heb twee krachtdranken nodig. Hoe lang duurt het?'

‘Kom vanavond terug. Dan zijn ze klaar.' De ridder knikte en liep weg.

De ridder liep over het plein. De mensen keken hem aan. Ze kenden hem niet. Toch was de ridder beroemd. Hij was een onafhankelijke strijder. Zijn naam was Lars. Hij reisde van koninkrijk naar koninkrijk. Hij vocht tegen veel mannen. Hij vocht vaak voor koningen.

Lars ging een stenen brug over. Toen zag hij het kasteel. Het was heel groot met hoge muren. Lars kwam aan bij de deur van het kasteel. Toen werd hij door twee bewakers gestopt. ‘Wie bent u?' vroeg een van de bewakers.

‘Mijn naam is Lars. Ik wil de koning spreken.'

‘Dat kan niet. Ga nu weg.'

Lars keek de bewaker aan. Hij deed een paar stappen terug. Hij zette zijn tas neer. Er zaten veel ongewone artikelen in de tas. Lars haalde een oude rol uit de tas. Hij gaf hem aan de bewaker.

‘Kijk eens naar deze rol. Hij is van de koning,' zei Lars.

De bewaker keek naar de rol. Hij zag er officieel uit. Er stond ook het zegel van de koning op.

‘Prima,' zei de bewaker. ‘Kom binnen.'

De ridder stapte naar voren. Hij liep een grote kamer in en wachtte. De kamer was erg groot en mooi. Er waren diverse bewakers. Ze keken de ridder achterdochtig aan. Ze wilden weten waarom hij hier was.

Al gauw kwam de koning binnen. Zijn naam was Andur. Hij was geheel in het paars gekleed. Paars was de kleur van koningen. Hij droeg goud om zijn armen en hals. ‘Ben jij Lars?' vroeg koning Andur.

‘Dat ben ik,' antwoordde Lars. Lars hield de rol omhoog. ‘Ik wil u spreken.'

‘Ga met me mee,' zei de koning.

Koning Andur en Lars gingen naar een kleinere kamer. De twee mannen gingen zitten. De koning bood Lars een koele drank aan. Lars zei: ‘Ja, graag.'

‘Fijn dat u gekomen bent,' zei de koning tegen Lars. ‘Ik zie dat u mijn boodschap heeft ontvangen.'

‘Ja. Ik hoor ook dat u hulp nodig heeft.'

‘Wat heeft u precies gehoord?'

‘U heeft iemand nodig om een lading goud te vervoeren. Hij moet naar uw broer Arthuren. U heeft een man nodig die u kunt vertrouwen. Ik ben die man.'

De koning dacht een paar minuten na. Tenslotte zei hij, ‘En waarom zou ik u vertrouwen?'

‘Ik heb u al eens eerder geholpen. Nu zal ik u ook niet verraden.'

‘Oorlog en goud zijn verschillende dingen. En dit is veel geld.'

‘Ik heb geen goud nodig. Ik heb goud.'

‘Waarom bent u dan hier?'

‘Ik hou ervan om te reizen en om nieuwe dingen te ontdekken.'

Koning Andur dacht een ogenblik na. Hij keek achterdochtig. Lars glimlachte. Na een ogenblik zei de koning: ‘Oké, Lars. Breng het goud naar mijn broer. Ik zal het tegen mijn bewakers zeggen.'

‘Dank u wel, koning Andur.'

‘Bedank me nu nog niet. Eerst moet ik van Arthuren horen dat het goud is aangekomen. Dan krijgt u pas uw eigen goud.'

Lars verliet het kasteel. Hij liep naar de bewakers toe. Eén van de bewakers riep, ‘Dus u bent weer terug! We hebben het net gehoord. U brengt het goud naar het koninkrijk van Arthuren?'

‘Ja.'

‘Nou dan, goede reis!' lachte de bewaker. ‘Er zijn veel gevaren op de weg. U overleeft het niet!' De andere bewakers lachten mee. Toen werd de bewaker serieus. ‘Mannen,' riep hij, ‘leg het goud klaar. Ze vertrekken morgen.'

Het was nu avond. De ridder ging terug naar het marktplein. Hij vond de handelaar. ‘Heeft u mijn toverdranken?' vroeg hij.

‘Ja, hier zijn ze. Het was niet makkelijk! En het was erg duur. Dat is dan zes stukken goud.' De ridder keek hem verbaasd aan. Hij gaf hem het goud. De koopman gaf hem de toverdranken. ‘Dank u wel, mijn beste heer,' zei de koopman. ‘En een fijne dag.'

De ridder liep zonder iets te zeggen weg.

De volgende dag kwamen drie bewakers bij Lars. Ze gingen met de ridder mee op weg. Ze hadden wapens mee. Als het moest stonden ze klaar om te vechten.

De vier mannen liepen naar de Noorderweg. Die ging recht naar het koninkrijk van Arthuren. Bij de weg stonden de paarden met het goud op ze te wachten.

De hoofdbewaker heette Alfred. Hij draaide zich naar Lars. ‘Bent u klaar?' vroeg hij.

‘Ja. We kunnen gaan.'

‘Voordat we vertrekken,' zei Alfred, ‘moet ik u iets zeggen. Wij zijn de allerbeste bewakers van de koning. We zullen u onderweg beschermen. Maar dit goud is niet van u. Als u het probeert te stelen, dan vermoorden wij u.'

‘Dat is goed om te weten,' zei Lars glimlachend.

Alfred keek Lars recht in de ogen. ‘Dit is geen grap. Het is waar.'

‘Ik begrijp het. Laten we nu vertrekken.'

De lading goud lag achterin een rijtuig. Lars keek naar de zakken en glimlachte. De paarden begonnen zich langzaam te bewegen. De groep begon langzaam te lopen.

Hoofdstuk 1 Overzicht

Samenvatting

Een ridder die Lars heet reist naar het koninkrijk van koning Andur. Hij koopt twee krachtdranken. Dan gaat hij naar het kasteel. Hij spreekt met de koning. De koning vraagt Lars om goud naar de broer van de koning te brengen. Drie bewakers zullen met de ridder meegaan. De bewakers zullen zorgen dat het goud veilig is. Zij zullen de ridder vermoorden als hij het goud steelt. De groep vertrekt.


De ridder - Hoofdstuk 1 – Goud Der Ritter - Kapitel 1 - Gold The knight - Chapter 1 - Gold O Cavaleiro - Capítulo 1 - Ouro Рыцарь - Глава 1 - Золото

**De ridder**

**Hoofdstuk 1 – Goud** Chapter 1 - Gold

Er was eens, heel lang geleden, een groot koninkrijk. Once upon a time, a very long time ago, there was a great kingdom. Het was vol interessante mensen, dieren en dingen. It was full of interesting people, animals and things. پر از افراد، حیوانات و چیزهای جالب بود. Op een dag kwam er een ridder naar het koninkrijk. One day a knight came to the kingdom. Hij was helemaal in zwart en wit gekleed. Er war ganz in Schwarz und Weiß gekleidet. He was dressed all in black and white. او همه لباس سیاه و سفید پوشیده بود. Hij zag er heel sterk uit. He looked very strong. او بسیار قوی به نظر می رسید.

De ridder kwam naar de belangrijkste stad. The knight came to the main city. Hij stopte op het marktplein. He stopped in the marketplace. در میدان بازار توقف کرد. Hij wilde iets kopen. He wanted to buy something. Het was iets wat heel bijzonder was. It was something that was very special.

Het marktplein was erg groot. The marketplace was very large. Het was vol mensen. It was full of people. Er waren diverse producten te koop. A variety of products were for sale. محصولات مختلفی برای فروش وجود داشت. De ridder liep langzaam over het plein. The knight walked slowly across the square. Hij ging direct naar een donkere hoek van de markt. He went straight to a dark corner of the market. بلافاصله به گوشه تاریک بازار رفت. Daar zag hij een handelaar. There he saw a trader. در آنجا تاجری را دید.

De handelaar had een bijzonder assortiment aan artikelen. The merchant had a special assortment of items. تاجر طیف خاصی از اقلام داشت. De ridder keek naar de producten. The knight looked at the produce. ‘Dag handelaar,' zei hij. 'Day trader,' he said.

‘Ja, meneer?' "Yes, sir?

‘Ik ben op zoek naar een toverdrank. 'I'm looking for a potion. من به دنبال یک معجون جادویی هستم. Heeft u die? Do you have any?

‘Toverdrank? 'Magic potion? Nee, hier hebben we geen toverdranken. No, we don't have magic potions here. Geen enkele.' None.

De ridder keek de handelaar aan. The knight looked at the merchant. Toen zei hij, ‘ik denk dat u wel weet wat ik wil.' Then he said, "I think you know what I want. سپس گفت: فکر می کنم شما می دانید من چه می خواهم.

‘Oh, ja. Oh … oh … een toverdrank. Oh ... oh ... a magic potion. Hm … wat voor toverdrank?' Hm ... what potion? هوم... چه نوع معجونی؟

‘Een krachtdrank.' "A power drink. یک نوشیدنی نیروزا.

De handelaar keek om zich heen. The merchant looked around. Daarna keek hij de ridder aan. Then he looked at the knight.

‘Hier heb ik er geen. 'Here I have none. Tegenwoordig is er niet veel. These days, there is not much. Het … eh … “product” dat ik moet maken, is moeilijk te vinden.' De handelaar stopte en keek weer om zich heen. The ... er ... "product" I need to make is hard to find. The merchant stopped and looked around again. Toen zei hij, ‘ik kan wel wat voor u maken, maar het zal heel duur zijn.' Then he said, "I can make some for you, but it will be very expensive. سپس گفت: من می توانم برای شما چیزی درست کنم، اما بسیار گران است.

‘Ik heb goud. 'I have gold. من طلا دارم. Ik heb twee krachtdranken nodig. I need two power drinks. من به دو نوشیدنی قوی نیاز دارم. Hoe lang duurt het?' How long will it take?

‘Kom vanavond terug. 'Come back tonight. Dan zijn ze klaar.' De ridder knikte en liep weg. Then they are ready. The knight nodded and walked away. سپس آنها تمام می شوند. شوالیه سری تکان داد و رفت.

De ridder liep over het plein. The knight walked across the square. De mensen keken hem aan. People looked at him. Ze kenden hem niet. They didn't know him. Toch was de ridder beroemd. Yet the knight was famous. با این حال شوالیه مشهور بود. Hij was een onafhankelijke strijder. He was an independent warrior. او یک مبارز مستقل بود. Zijn naam was Lars. His name was Lars. Hij reisde van koninkrijk naar koninkrijk. He traveled from kingdom to kingdom. Hij vocht tegen veel mannen. He fought many men. او با مردان زیادی جنگید. Hij vocht vaak voor koningen. He often fought for kings.

Lars ging een stenen brug over. Lars crossed a stone bridge. Toen zag hij het kasteel. Then he saw the castle. سپس قلعه را دید. Het was heel groot met hoge muren. It was very large with high walls. Lars kwam aan bij de deur van het kasteel. Lars arrived at the door of the castle. Toen werd hij door twee bewakers gestopt. Then he was stopped by two guards. سپس توسط دو نگهبان متوقف شد. ‘Wie bent u?' vroeg een van de bewakers.

‘Mijn naam is Lars. 'My name is Lars. Ik wil de koning spreken.' I want to speak to the king. من می خواهم با پادشاه صحبت کنم.

‘Dat kan niet. 'You can't. Ga nu weg.' Leave now.

Lars keek de bewaker aan. Lars looked at the guard. Hij deed een paar stappen terug. He took a few steps back. چند قدم عقب رفت. Hij zette zijn tas neer. He put down his bag. کیفش را زمین گذاشت. Er zaten veel ongewone artikelen in de tas. There were many unusual items in the bag. وسایل غیرعادی زیادی در کیف بود. Lars haalde een oude rol uit de tas. Lars took an old scroll out of the bag. لارس یک طومار قدیمی را از کیف بیرون آورد. Hij gaf hem aan de bewaker. He handed it to the guard.

‘Kijk eens naar deze rol. 'Look at this scroll. Hij is van de koning,' zei Lars. He belongs to the king," Lars said.

De bewaker keek naar de rol. Hij zag er officieel uit. He looked official. رسمی به نظر می رسید. Er stond ook het zegel van de koning op. It also had the king's seal on it. مُهر شاه را هم داشت.

‘Prima,' zei de bewaker. 'Fine,' the guard said. ‘Kom binnen.' "Come in.

De ridder stapte naar voren. The knight stepped forward. شوالیه جلو رفت. Hij liep een grote kamer in en wachtte. He walked into a large room and waited. De kamer was erg groot en mooi. The room was very large and beautiful. اتاق بسیار بزرگ و زیبا بود. Er waren diverse bewakers. There were several guards. چند تا نگهبان بودند. Ze keken de ridder achterdochtig aan. They looked at the knight suspiciously. Ze wilden weten waarom hij hier was. They wanted to know why he was here.

Al gauw kwam de koning binnen. Soon the king entered. Zijn naam was Andur. His name was Andur. Hij was geheel in het paars gekleed. He was dressed entirely in purple. Paars was de kleur van koningen. Purple was the color of kings. Hij droeg goud om zijn armen en hals. He wore gold around his arms and neck. او طلا را دور بازو و گردنش می‌بست. ‘Ben jij Lars?' vroeg koning Andur. "Are you Lars?" asked King Andur.

‘Dat ben ik,' antwoordde Lars. "That's me," Lars replied. Lars hield de rol omhoog. Lars held up the scroll. لارس طومار را بالا نگه داشت. ‘Ik wil u spreken.' "I want to talk to you. "من می خواهم با شما صحبت کنم."

‘Ga met me mee,' zei de koning. 'Come with me,' the king said. پادشاه گفت: با من بیا.

Koning Andur en Lars gingen naar een kleinere kamer. King Andur and Lars went to a smaller room. De twee mannen gingen zitten. The two men sat down. آن دو مرد نشستند. De koning bood Lars een koele drank aan. The king offered Lars a cool drink. پادشاه یک نوشیدنی خنک به لارس تعارف کرد. Lars zei: ‘Ja, graag.' Lars said, "Yes, please.

‘Fijn dat u gekomen bent,' zei de koning tegen Lars. 'Thank you for coming,' the king said to Lars. ‘Ik zie dat u mijn boodschap heeft ontvangen.' 'I see you received my message.' "می بینم که پیام من را دریافت کردی."

‘Ja. Ik hoor ook dat u hulp nodig heeft.' I also hear that you need help.

‘Wat heeft u precies gehoord?' "What exactly did you hear? "دقیقا چی شنیدی؟"

‘U heeft iemand nodig om een lading goud te vervoeren. 'You need someone to transport a load of gold. شما به کسی نیاز دارید که بار طلا را حمل کند. Hij moet naar uw broer Arthuren. He has to go to your brother Arthuren. U heeft een man nodig die u kunt vertrouwen. You need a man you can trust. Ik ben die man.' I am that man.

De koning dacht een paar minuten na. The king thought for a few minutes. Tenslotte zei hij, ‘En waarom zou ik u vertrouwen?' Finally, he said, "And why should I trust you? بالاخره گفت: و چرا باید به تو اعتماد کنم؟

‘Ik heb u al eens eerder geholpen. 'I have helped you before. من قبلاً به شما کمک کرده ام. Nu zal ik u ook niet verraden.' Now I will not betray you either. حالا من هم به تو خیانت نمی کنم.

‘Oorlog en goud zijn verschillende dingen. 'War and gold are different things. جنگ و طلا چیزهای متفاوتی هستند. En dit is veel geld.' And this is a lot of money. و این پول زیادی است.

‘Ik heb geen goud nodig. 'I don't need gold. من به طلا نیازی ندارم. Ik heb goud.' I have gold.

‘Waarom bent u dan hier?' "Then why are you here? "پس چرا شما اینجا هستید؟"

‘Ik hou ervan om te reizen en om nieuwe dingen te ontdekken.' 'I love to travel and discover new things.' من دوست دارم سفر کنم و چیزهای جدید کشف کنم.

Koning Andur dacht een ogenblik na. King Andur thought for a moment. پادشاه اندور لحظه ای فکر کرد. Hij keek achterdochtig. He looked suspicious. Lars glimlachte. Lars smiled. Na een ogenblik zei de koning: ‘Oké, Lars. After a moment, the king said, "Okay, Lars. Breng het goud naar mijn broer. Take the gold to my brother. Ik zal het tegen mijn bewakers zeggen.' I will tell my guards. به نگهبانانم خواهم گفت.

‘Dank u wel, koning Andur.' "Thank you, King Andur.

‘Bedank me nu nog niet. 'Don't thank me just yet. Eerst moet ik van Arthuren horen dat het goud is aangekomen. First, I need to hear from Arthuren that the gold has arrived. اول باید از آرتورن بشنوم که طلا رسیده است. Dan krijgt u pas uw eigen goud.' Only then will you get your own gold. فقط در این صورت است که طلای خود را بدست خواهید آورد.

Lars verliet het kasteel. Lars left the castle. Hij liep naar de bewakers toe. He walked toward the guards. Eén van de bewakers riep, ‘Dus u bent weer terug! One of the guards called out, "So you're back! یکی از نگهبانان فریاد زد: پس تو برگشتی! We hebben het net gehoord. We just heard. تازه شنیدیم U brengt het goud naar het koninkrijk van Arthuren?' You are taking the gold to the kingdom of Arthuren?

‘Ja.' 'Yes.'

‘Nou dan, goede reis!' lachte de bewaker. "Well then, good trip!" laughed the guard. ‘Er zijn veel gevaren op de weg. 'There are many dangers on the road. U overleeft het niet!' De andere bewakers lachten mee. You won't survive! The other guards laughed along. تو زنده نخواهی ماند! نگهبانان دیگر هم خندیدند. Toen werd de bewaker serieus. Then the guard got serious. ‘Mannen,' riep hij, ‘leg het goud klaar. 'Men,' he called, 'get the gold ready. Ze vertrekken morgen.' They leave tomorrow.

Het was nu avond. It was now evening. De ridder ging terug naar het marktplein. The knight returned to the marketplace. Hij vond de handelaar. He found the trader. ‘Heeft u mijn toverdranken?' vroeg hij. "Do you have my potions?" he asked.

‘Ja, hier zijn ze. 'Yes, here they are. Het was niet makkelijk! It was not easy! En het was erg duur. And it was very expensive. Dat is dan zes stukken goud.' De ridder keek hem verbaasd aan. That will be six pieces of gold. The knight looked at him in surprise. Hij gaf hem het goud. He gave him the gold. De koopman gaf hem de toverdranken. The merchant gave him the magic potions. ‘Dank u wel, mijn beste heer,' zei de koopman. 'Thank you, my dear sir,' said the merchant. ‘En een fijne dag.' "And have a nice day.

De ridder liep zonder iets te zeggen weg. The knight walked away without saying anything.

De volgende dag kwamen drie bewakers bij Lars. The next day, three guards joined Lars. Ze gingen met de ridder mee op weg. They set off with the knight. Ze hadden wapens mee. They had weapons with them. Als het moest stonden ze klaar om te vechten. If they had to, they were ready to fight.

De vier mannen liepen naar de Noorderweg. The four men ran toward North Road. Die ging recht naar het koninkrijk van Arthuren. That one went straight to the kingdom of Arthuren. Bij de weg stonden de paarden met het goud op ze te wachten. At the road, the horses with the gold were waiting for them.

De hoofdbewaker heette Alfred. The head guard's name was Alfred. Hij draaide zich naar Lars. He turned to Lars. رو به لارس کرد. ‘Bent u klaar?' vroeg hij. "Are you ready?" he asked.

‘Ja. 'Yes. We kunnen gaan.' We can go.

‘Voordat we vertrekken,' zei Alfred, ‘moet ik u iets zeggen. 'Before we leave,' Alfred said, 'I must tell you something. Wij zijn de allerbeste bewakers van de koning. We are the king's very best guards. We zullen u onderweg beschermen. We will protect you along the way. Maar dit goud is niet van u. Als u het probeert te stelen, dan vermoorden wij u.' But this gold is not yours. If you try to steal it, we will kill you. اما این طلا مال شما نیست. اگر بخواهی آن را بدزدی، تو را خواهیم کشت.»

‘Dat is goed om te weten,' zei Lars glimlachend. 'That's good to know,' Lars said, smiling.

Alfred keek Lars recht in de ogen. Alfred looked Lars straight in the eye. ‘Dit is geen grap. 'This is not a joke. Het is waar.' It's true.

‘Ik begrijp het. 'I understand. Laten we nu vertrekken.' Let's leave now.

De lading goud lag achterin een rijtuig. The cargo of gold was in the back of a carriage. بار طلا در پشت یک کالسکه بود. Lars keek naar de zakken en glimlachte. Lars looked at the bags and smiled. لارس به کیف ها نگاه کرد و لبخند زد. De paarden begonnen zich langzaam te bewegen. The horses began to move slowly. De groep begon langzaam te lopen. The group began to walk slowly.

**Hoofdstuk 1 Overzicht**

**Samenvatting**

Een ridder die Lars heet reist naar het koninkrijk van koning Andur. A knight named Lars travels to the kingdom of King Andur. Hij koopt twee krachtdranken. He buys two power drinks. Dan gaat hij naar het kasteel. Then he goes to the castle. Hij spreekt met de koning. He speaks to the king. De koning vraagt Lars om goud naar de broer van de koning te brengen. The king asks Lars to bring gold to the king's brother. Drie bewakers zullen met de ridder meegaan. Three guards will accompany the knight. De bewakers zullen zorgen dat het goud veilig is. The guards will make sure the gold is safe. Zij zullen de ridder vermoorden als hij het goud steelt. They will kill the knight if he steals the gold. De groep vertrekt. The group leaves.