×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, De Gekke Loempia - Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

De Gekke Loempia - Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

De Gekke Loempia

Hoofdstuk 1 – Voorbereidingen

‘Daniel, kom hier!', roept Julia. Ze staat bij de voordeur van het huis.

‘Wat is er, Julia?', antwoord ik.

‘We gaan vandaag naar Nederland! Je bent het toch niet vergeten?'

‘Natuurlijk niet. Ik ben aan het inpakken', roep ik.

Mijn naam is Daniel. Ik ben 24 jaar oud. Julia is mijn zus. Ze is 23. We studeren allebei aan de universiteit. We delen een huis in Londen. Onze ouders heten Arthur en Sara.

Julia en ik maken ons klaar om op reis te gaan. We gaan naar Amsterdam, Nederland. We volgen allebei een studie Nederlands. We kennen de taal al best goed, maar we willen meer leren. Dit komende trimester zijn we uitwisselingsstudent.

Ik ben lang, ongeveer 1,90 m. Ik heb best lang bruin haar. Mijn ogen zijn groen en ik heb een brede mond. Ik ben stevig gebouwd. Mijn benen zijn sterk dankzij veel uren op de tennisbaan. Ik ben ook een zeer goede basketbalspeler. Mijn zus Julia heeft ook bruin haar. Haar haar is langer dan dat van mij. Haar ogen zijn niet groen. Zij heeft bruine ogen zoals mijn vader. Ik heb dezelfde kleur ogen als mijn moeder.

Mijn ouders werken allebei. Mijn vader is elektricien. Hij werkt bij een groot elektrotechnisch bedrijf. Mijn moeder is schrijfster. Ze heeft ook haar eigen bedrijf. Het verkoopt sciencefictionboeken. Mijn ouders zijn echt geweldig. Ze helpen ons altijd om ons doel te bereiken. Ze spreken beiden goed Nederlands. Ze spreken vaak Nederlands tegen ons. Zo kunnen Julia en ik meer oefenen. Ze hebben ons echt aangemoedigd om uitwisselingsstudent te worden. We vertrekken vandaag naar Nederland.

Mijn vader komt mijn kamer binnen. Hij kijkt me verbaasd aan. Waarom? Omdat ik nog niet ben aangekleed. ‘Daniel! Waarom ben je niet aangekleed?', vraagt pa.

‘Aangekleed? Ik ben pas net opgestaan. Ik heb vijf minuten geleden gedoucht. Ik ben nog niet eens droog!'

‘Kom! We hebben niet veel tijd. Ik wil je naar de luchthaven brengen. Maar ik moet ook naar mijn werk.'

‘Maak je geen zorgen, pa. Ik kleed me nu aan.'

‘Waar is je zus?'

‘Ze is in haar kamer.'

Mijn vader gaat de kamer van mijn zus binnen. Hij wil met haar praten. Hij komt binnen en Julia kijkt hem aan. ‘Oh, hallo pa. Is er iets?', vraagt Julia.

‘Ja. Je broer kleedt zich nu aan. Dus geef ik dit aan jou. Alsjeblieft.' Mijn vader geeft Julia een stapeltje bankbiljetten. ‘Dit is voor jullie beiden.'

Julia is verbaasd. ‘Pa!' Dit is veel geld!, zegt ze.

‘Je moeder en ik hebben dit geld gespaard. We willen een deel van jullie reis naar Nederland betalen.'

‘Bedankt pa!', zegt mijn zus. ‘Het zal ons goed helpen. Ik ga het Daniel vertellen!'

Julia wil naar mij toe gaan. Ze loopt bijna tegen me op. Zij en pa hebben niet gemerkt dat ik binnenkwam. Mijn vader ziet mij. ‘Oh Daniel, je bent er!', zegt hij. ‘En je bent aangekleed! Fantastisch!' Mijn vader wijst naar het geld. ‘Dat geld is voor jullie tweeën. Het is voor de reis.'

‘Bedankt pa. Het zal echt helpen', antwoord ik. Julia glimlacht.

‘Nu moeten we ons snel klaarmaken', zegt pa. ‘We moeten naar de luchthaven! Kom!'

Nadat we hebben gegeten, vertrekken we. We gaan met de auto van mam op weg naar de luchthaven. Julia is erg nerveus. ‘Julia', zegt mam. ‘Is alles in orde?'

‘Ik ben erg nerveus', antwoordt Julia.

‘Waarom?'

‘Ik ken niemand in Nederland. Ik ken dan alleen Daniel.'

‘Maak je geen zorgen', antwoordt mam. ‘Er zijn veel aardige mensen in Amsterdam. Vooral Arnoud de vriend van Daniel.'

‘Ja, mam. Ik weet zeker dat je gelijk hebt. Maar ik voel me toch nerveus … wat als er iets gebeurt?'

‘Het komt wel goed', zegt vader.

Op de luchthaven zijn veel mensen aan het inchecken. Veel van hen reizen voor hun werk. Sommigen reizen voor hun plezier. Ik loop naar Julia. Dan vraag ik: ‘Ben je nu wat meer ontspannen?'

‘Ja, Daniel. In de auto was ik erg nerveus.'

‘Ja, dat weet ik. Alles komt in orde. Mijn vriend Arnoud is erg aardig. Hij helpt vaak uitwisselingsstudenten zoals wij.'

Onze ouders geven ons een warme knuffel. Als Julia en ik vertrekken, zwaaien we elkaar gedag. ‘We houden van jullie allebei!' roepen ze. Dat is het laatste wat we horen. Een uur later stijgt ons vliegtuig op. We zijn op weg naar Amsterdam!

Hoofdstuk 1 Overzicht

Samenvatting

Daniel en Julia zijn student. Ze wonen in Londen. Ze studeren Nederlands aan de universiteit. Ze gaan vandaag naar Nederland. Zij gaan als uitwisselingsstudent naar Amsterdam. Hun ouders brengen ze naar de luchthaven. Julia is in de auto erg nerveus. Op de luchthaven wordt ze weer rustig. Zij en Daniel vertrekken naar Nederland.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE