×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.

image

Short Stories In Dutch For Beginners, De capsule - Hoofdstuk 2 – Het meisje

De capsule - Hoofdstuk 2 – Het meisje

Hoofdstuk 2 – Het meisje

Het meisje uit de Kalkiaanse capsule was wakker! Iemand moest met haar praten. Aldin was een minister van de keizer. Hij was de beste persoon om het te doen. Hij liep naar de slaapkamer. Kira ging met hem mee. Ze gingen zitten.

Het meisje zag er slaperig uit. Ten slotte vroeg ze langzaam: ‘Waar ben ik?' Kira en Aldin keken elkaar verbaasd aan. Ze sprak Nederlands!

Het meisje keek om zich heen. Ze zag de bewakers. Plotseling werd ze erg bang. De dokter gaf haar een medicijn om haar te kalmeren. Ze viel snel weer in slaap.

Een uur later gingen de ogen van het meisje open. Ten slotte vroeg ze langzaam: ‘Waar ben ik?' Toen keek ze naar Aldin. ‘Wie bent u?' vroeg ze. Haar Nederlands was erg goed.

‘Hallo,' zei Aldin. ‘Mijn naam is Aldin. Dit is Kira. Wij zijn Aardbewoners. Probeer rustig te blijven. Hij stopte. ‘Hoe voel je je?'

‘Oké,' antwoordde ze voorzichtig. Ze vertrouwde ze niet.

‘We willen je geen pijn doen,' zei Aldin.

Het meisje bleef toch bang. Ze gaf geen antwoord.

Kira probeerde contact te maken. ‘Hoi,' zei ze zachtjes. ‘Kun je me vertellen hoe je heet?'

‘Ik heet Maha,' antwoordde het meisje.

‘Alles komt goed, Maha. Ik heet Kira. En dit is Aldin. Je bent bij mij thuis. Je bent gewond geraakt. We zorgen voor je.'

‘Ben ik in jullie hoofdstad?' vroeg het meisje. Ze keek uit het raam. Het was laat. Ze kon niet veel door het glas zien. Ze kon maar een paar bomen en velden zien. ‘Het lijkt niet op een stad,' zei ze verbaasd.

‘Je bent vlakbij de hoofdstad. Maar niet in de hoofdstad,' antwoordde Aldin. ‘De keizer is nog ver hier vandaan.'

Toen het meisje het woord ‘keizer' hoorde, werd ze opnieuw bang. ‘Ik wil niet naar huis! Ik ben nu 13. Ik kan mijn eigen beslissingen nemen!' riep ze.

Aldin was verbaasd. Waarom wilde het kind niet naar huis? Waarom zei ze dat? Er was iets vreemds aan de hand.

‘Waarom wil je niet naar huis?' vroeg hij.

‘Ik houd niet van Kalkia.'

‘Je houdt niet van Kalkia?' vroeg Aldin verbaasd. ‘Wat bedoel je?'

‘Ik wil daar niet meer wonen.'

‘Waarom zeg je dat?'

‘Nou, ten eerste is mijn familie nooit thuis.'

‘Ja? En?'

‘Ze negeren me. Ze brengen geen tijd met me door. Ze geven niet om me.'

‘Dus je familie negeert jou?' zei Aldin.

‘Ja … al heel lang.'

‘En omdat je eenzaam was, ben je hierheen gekomen?' vroeg Kira.

‘Ja. Mijn vader werkt altijd. Mijn moeder reist altijd. Ik blijf thuis met de verzorgers. Mijn vader betaalt ze om voor me te zorgen. Ik houd er niet van om bij ze te zijn.'

Aldin begon het te begrijpen. Het meisje was van huis weggelopen!

‘Een ogenblikje, Maha. Vertel je me dat je je huis hebt verlaten? Dat je bent weggelopen?'

Het meisje sloeg haar ogen neer. ‘Ja,' antwoordde ze.

Aldin stond op. Hij keek neer op het meisje. ‘Neem me niet kwalijk. Ik moet naar buiten.'

Aldin verliet het huis. Kira volgde hem. Hij stond naar de mooie boerderij van Kira te kijken. Hij dacht na. Hij voelde zich duidelijk een beetje ongemakkelijk.

‘Wat vind jij ervan, Aldin?' vroeg Kira.

‘Hier klopt iets niet.'

‘Wat bedoel je?'

Het meisje is van huis weggelopen. Maar ze kan geen ruimteschip besturen. Ze is 13.'

‘Ik begrijp het. Iemand heeft haar geholpen.'

‘Ja. Maar wie?'

‘Laten we dat eens gaan uitzoeken.'

Aldin en Kira gingen weer naar binnen. Ze liepen de slaapkamer

in.

‘Hallo,' zei Aldin.

‘Hier zijn we weer,' zei Aldin en glimlachte naar haar.

Maha keek Aldin recht in de ogen aan. ‘Ik ga niet naar huis. Ik wil hier blijven,' zei ze luid.

‘En waarom wil je hier blijven?'

‘Zoals ik al zei, ik houd niet van mijn verzorgers.'

‘Ik geloof je niet, zei Aldin rustig.

‘Het is de waarheid.'

‘Ja. Maar dat is niet alles, hè?'

Ze zuchtte. ‘Ja, er is meer.'

‘Ik dacht het al. Vertel het me.'

‘We verliezen de oorlog. De mensen hebben geen eten. Velen kunnen nergens wonen. Dit kan zo niet langer. Ik ben bang.'

Aldin ging naast Maha zitten. Hij keek haar goed aan. ‘Je kunt hier voorlopig blijven,' legde hij uit. ‘Maar je moet wel begrijpen dat onze twee werelden met elkaar in oorlog zijn.'

‘Dat weet ik,' zei ze snel. ‘Ik ben 13, geen 6!'

Aldin lachte. ‘Dan begrijp je het. Er spelen hier grote factoren mee,' zei hij. ‘Dit zou allemaal enorme gevolgen kunnen hebben. Zowel op nationaal als internationaal niveau.'

‘Ja,' zei Maha terwijl ze naar beneden keek. ‘Maar ze weten nog steeds niet waar ik ben!' voegde ze er snel aan toe. ‘Ik kan gewoon een paar dagen wachten. Daarna kan ik ergens anders naartoe.'

Aldin keek haar aan. Het was tijd om erachter te komen hoe het kind hier naartoe was gekomen. ‘Maha, een capsule gebruiken is geen makkelijke manier van reizen. Je bent hier niet alleen gekomen. Je bent te jong om zonder hulp door de ruimte te reizen.'

Maha keek hem aan. ‘Je hebt gelijk,' zei ze zachtjes. ‘Ik kan geen ruimteschip besturen.'

‘Wie dan wel?'

‘Dat kan ik je niet zeggen.'

Aldin kon erg goed wachten. Als minister was hij gewend om met mensen te onderhandelen. ‘Maha, we moeten weten wie je heeft geholpen. Als we dat niet weten, kunnen we je niet helpen.'

Maha was stil. Toen sprak ze. ‘Het is … het is …'

‘Maak je geen zorgen. Je bent hier veilig,' zei Kira zachtjes.

Maha keek hen aan. En toen zei ze het. ‘Het is Valior, jullie keizer. Hij heeft me geholpen.'

Aldin stond snel op. Hij keek Maha aan. Toen keek hij naar Kira. De bewakers keken hen allemaal aan.

‘Valior?' zei Aldin. ‘Dat kan niet waar zijn!'

Maha sloeg haar ogen weer neer. ‘Ja dat kan wel. Ik ontving weken geleden een bericht van hem. Hij zei dat hij wist dat ik weg wilde. Hij wilde me helpen. Dus liet hij zijn spionnen naar mij zoeken.'

‘Spionnen?'

‘Ja, er zijn veel spionnen van de Aardbewoners op Kalkia.'

Aldin legde zijn hand op zijn hoofd. Hij liep de kamer rond. Dus de keizer heeft een Kalkiaans kind geholpen om te ontsnappen. Hij kon gewoon niet begrijpen waarom. ‘Dit is ongelooflijk,' zuchtte hij ten slotte.

Even later sprak Maha opnieuw. ‘Nou, eigenlijk is er nog iets,' zei ze zachtjes.

Aldin draaide zich om en keek naar Maha. Wat zou er nog meer kunnen zijn? dacht hij. Ten slotte vroeg hij: ‘En wat is dat?'

Maha keek hem recht aan. ‘Mijn vader?'

‘Wat is er met je vader?' vroeg Aldin zachtjes.

‘Mijn vader is de keizer van de Kalkianen.'

Hoofdstuk 2 Overzicht

Samenvatting

Het meisje uit de Kalkiaanse capsule wordt wakker. De dokter behandelt het meisje. Het meisje begint te praten. Ze heet Maha. Ze is Kalkiaans. Ze is 13 jaar oud. Eerst zegt Maha dat ze is vertrokken vanwege haar ouders. Later zegt ze iets anders. Ze is bang dat de Kalkianen de oorlog misschien niet zullen overleven. Aldin vraagt hoe Maha naar de aarde kwam. Uiteindelijk vertelt ze hem dat keizer Valior haar heeft geholpen. Dan voegt ze eraan toe dat haar vader de Kalkiaanse keizer is.

Learn languages from TV shows, movies, news, articles and more! Try LingQ for FREE