Les 22 Het huishouden: iemand moet het doen! Lektion 22 Hausarbeit: Jemand muss sie machen! Lesson 22 Housework: someone has to do it! Lección 22 Limpieza: ¡alguien tiene que hacerla! درس 22 کارهای خانه: یکی باید آن را انجام دهد! Lekcja 22 Sprzątanie: ktoś musi to robić! Урок 22 Уборка дома: кто-то должен это делать! Ders 22 Temizlik: Birinin bunu yapması gerekir!

Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 4 Nederlanders een hekel heeft aan het huishouden. Untersuchungen zeigen, dass 1 von 4 Niederländern Hausarbeit hasst. Research shows that 1 in 4 Dutch people hate the household. تحقیقات نشان می دهد که از هر 4 هلندی 1 نفر از کارهای خانه متنفر است. 25 procent! 25 percent! 25 درصد! Is dat werkelijk zo? Is that really the case? آیا واقعا اینطور است؟ We vragen het aan een paar mensen die aan het winkelen zijn. We ask a few people who are shopping. از چند نفری که در حال خرید هستند می پرسیم. Meneer, heeft u werkelijk zo'n hekel aan het huishouden? Sir, do you really hate housework that much? آقا واقعا اینقدر از کار خونه بدت میاد؟ Helemaal niet! Not at all! اصلا! Ik kook graag. I like to cook. من آشپزی را دوست دارم. En ik zet heerlijke koffie, al zeg ik het zelf. Und ich koche köstlichen Kaffee, auch wenn ich das selbst sage. And I make delicious coffee, if I do say so myself. و اگر خودم بگم قهوه خوشمزه درست میکنم. En ik doe de dagelijkse dingen. And I do the daily things. و کارهای روزانه را انجام می دهم. Opruimen, planten water geven en de afwas. Cleaning up, watering plants and doing the dishes. تمیز کردن، آبیاری گیاهان و شستن ظروف. Maar stofzuigen, de was doen en dat soort zaken, daar heb ik een aardige mevrouw voor. But vacuuming, doing laundry and things like that, I have a nice lady for that. اما جاروبرقی، شستن لباس‌ها و چیزهایی از این قبیل، من یک خانم خوب برای این کار دارم. Elke week. Every week. هفتگی. Tegen betaling, uiteraard. For a fee, of course. البته با پرداخت هزینه. Ik ben tevreden! I am satisfied! من راضی هستم!

Mevrouw, mogen we u wat vragen? Ma'am, may we ask you a question? خانم، ممکن است از شما چیزی بپرسیم؟ Hebt u plezier in het huishouden? Do you enjoy housekeeping? آیا از کارهای خانه لذت می برید؟ Nou, nee, dat is niet mijn hobby. Well, no, that's not my hobby. خوب، نه، این سرگرمی من نیست. Maar iemand moet het doen! But someone has to do it! اما یک نفر باید این کار را انجام دهد! Het is wel makkelijker, tegenwoordig, met al die apparaten. It's easier, nowadays, with all those devices. امروزه با این همه دستگاه آسان تر است. Mijn moeder, die moest hard werken! My mother, she had to work hard! مادرم باید سخت کار می کرد! 6 kinderen, en geen wasmachine. 6 children, and no washing machine. 6 کودک و بدون ماشین لباسشویی. Mijn vader werkte tot laat in de avond. My father worked late into the evening. پدرم تا پاسی از شب کار می کرد. Die had geen tijd om te helpen. Who had no time to help. وقت کمک نداشت. Maar dat is verleden tijd. But that's in the past. اما این موضوع گذشته است. Neem mijn dochter. Take my daughter. دخترم را ببر Zij verdient het geld, en haar man zorgt voor de kinderen en maakt het huis schoon. She earns the money, and her husband takes care of the children and cleans the house. Een modern gezin! A modern family! یک خانواده مدرن!

En jij? What about you? و شما؟ Maak jij graag het huis schoon? Do you like to clean the house? آیا دوست دارید خانه را تمیز کنید؟ Ik woon met 6 studenten in 1 huis. I live with 6 students in 1 house. من با 6 دانش آموز در 1 خانه زندگی می کنم. We hebben een rooster, iedereen doet elke week iets. We have a schedule, everyone does something every week. ما یک برنامه داریم، همه هر هفته کاری انجام می دهند. Maar het is onmogelijk om alles schoon te houden. But it is impossible to keep everything clean. اما تمیز نگه داشتن همه چیز غیرممکن است. De keuken is altijd vies. The kitchen is always dirty. آشپزخانه همیشه کثیف است. Deze week moet ik de badkamer en het toilet doen. This week I have to do the bathroom and toilet. این هفته باید دستشویی و توالت را انجام دهم. Dat soort taken, daar heb ik inderdaad niet zoveel zin in. I really don't care for those kinds of tasks. من واقعاً حوصله انجام این جور کارها را ندارم.

Mogen we jullie wat vragen? Can we ask you something? آیا می توانیم از شما چیزی بپرسیم؟ Hebben jullie het huishouden verdeeld? Have you divided the household? آیا خانواده را تقسیم کرده اید؟ Niet echt. Not really. نه واقعا. Vroeger deden we alles samen. We used to do everything together. همه کارها را با هم انجام می دادیم. Nu heeft mijn man een volledige baan. Now my husband has a full-time job. الان شوهرم کار تمام وقت دارد. Ik werk halve dagen. I work half days. نصف روز کار میکنم Ik doe het grootste deel van het huishouden, denk ik. I do most of the housework, I think. من فکر می کنم بیشتر کارهای خانه را انجام می دهم. Wie er kookt? Who's cooking? کی آشپزی میکنه Degene die het eerst thuis is! The one who gets home first! هرکس زودتر به خانه برسد! Dat is meestal mijn man. That's usually my husband. این معمولا شوهر منه Hij kan heerlijk koken. He can cook wonderfully. او می تواند فوق العاده آشپزی کند. En daarna wassen we gezellig samen af. And then we wash the dishes together. و بعد با هم ظرفها را میشویم.