30 - pizza 30 - pizza 30 - pizza 30 - пицца

Een man bestelt telefonisch een pizza. A man orders a pizza by telephone. 一个男人通过电话点了一份披萨。

Wat gaat hij bestellen? What is he going to order?

****

Bedankt voor het bellen. Thanks for calling.

Dit is de Pizza Station. This is the Pizza Station.

Hoi, ik wil graag een pizza tomaat-knoflook. Hi, I would like a tomato-garlic pizza.

Een pizza knoflook-tomaat. A garlic tomato pizza. Oke. Okay. Welke maat? Which size?

Een groot formaat alstublieft. A large size please.

En snijdt u hem alstublieft in acht stukken. And please cut it into eight pieces.

Natuurlijk. Of course. Anders nog iets? Anything else?

Ja, ik wil graag vier broodstengels en twee blikjes cola. Yes, I'd like four breadsticks and two cans of Coke.

Komt in orde. Right away.

We komen het in ongeveer 40 minuten brengen. We'll bring it in about 40 minutes.

****

Wat gaat hij bestellen? What is he going to order?

****

Een man bestelt telefonisch een pizza. A man orders a pizza over the phone.

Wat gaat hij bestellen? What is he going to order?

****

Bedankt voor het bellen. Thanks for calling.

Dit is de Pizza Station. This is the Pizza Station.

Hoi, ik wil graag een pizza tomaat-knoflook. Hi, I would like a tomato-garlic pizza.

Een pizza knoflook-tomaat. A garlic tomato pizza. Oke. Okay. Welke maat? Which size?

Een groot formaat alstublieft. A large size please.

En snijdt u hem alstublieft in acht stukken. And please cut it into eight pieces.

Natuurlijk. Of course. Anders nog iets? Anything else?

Ja, ik wil graag vier broodstengels en twee blikjes cola. Yes, I'd like four breadsticks and two cans of Coke.

Komt in orde. Right away.

We komen het in ongeveer 40 minuten brengen. We'll bring it in about 40 minutes.