×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

3h Luister en herhaal, 29 - Het reisschema

29 - Het reisschema

Een man praat met een vrouw over zijn reisschema.

Wanneer komt hij weer thuis?

Je gaat volgende week op reis, is het niet?

Ja, ik ga dinsdag naar Londen.

Ik verblijf daar twee nachten.

En dan ga je naar Parijs?

Ja, ik ga op donderdag naar Parijs en blijf daar overnachten.

Vervolgens ga ik weer naar huis.

Dus je kunt zaterdag de vergadering bijwonen nietwaar?

Ja, dat kan ik.

Wanneer komt hij weer thuis?

Een man praat met een vrouw over zijn reisschema.

Wanneer komt hij weer thuis?

Je gaat volgende week op reis, is het niet?

Ja, ik ga dinsdag naar Londen.

Ik verblijf daar twee nachten.

En dan ga je naar Parijs?

Ja, ik ga op donderdag naar Parijs en blijf daar overnachten.

Vervolgens ga ik weer naar huis.

Dus je kunt zaterdag de vergadering bijwonen nietwaar?

Ja, dat kan ik.


29 - Het reisschema 29 - Die Reiseroute 29 - The itinerary 29 - O itinerário 29 - Маршрут

Een man praat met een vrouw over zijn reisschema. A man talks to a woman about his itinerary.

Wanneer komt hij weer thuis? When will he come home?

****

Je gaat volgende week op reis, is het niet? You're going on a trip next week, aren't you?

Ja, ik ga dinsdag naar Londen. Yes, I'm going to London on Tuesday.

Ik verblijf daar twee nachten. I stay there for two nights.

En dan ga je naar Parijs? And then you go to Paris?

Ja, ik ga op donderdag naar Parijs en blijf daar overnachten. Yes, I'm going to Paris on Thursday and will stay there overnight.

Vervolgens ga ik weer naar huis. Then I go home again.

Dus je kunt zaterdag de vergadering bijwonen nietwaar? So you can attend the meeting on Saturday, right?

Ja, dat kan ik. Yes I can do that.

****

Wanneer komt hij weer thuis? When will he come home?

****

Een man praat met een vrouw over zijn reisschema. A man talks to a woman about his itinerary.

Wanneer komt hij weer thuis? When will he come home?

****

Je gaat volgende week op reis, is het niet? You're going on a trip next week, aren't you?

Ja, ik ga dinsdag naar Londen. Yes, I'm going to London on Tuesday.

Ik verblijf daar twee nachten. I stay there for two nights.

En dan ga je naar Parijs? And then you go to Paris?

Ja, ik ga op donderdag naar Parijs en blijf daar overnachten. Yes, I'm going to Paris on Thursday and will stay there overnight.

Vervolgens ga ik weer naar huis. Then I go home again.

Dus je kunt zaterdag de vergadering bijwonen nietwaar? So you can attend the meeting on Saturday, right?

Ja, dat kan ik. Yes I can do that.