×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

3h Luister en herhaal, 19 - het feest

19 - het feest

Een man en een vrouw zijn aan het praten.

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest?

Morgen vind het feest plaats.

Wie komen er naar het feest?

Wij tweetjes, twee vrienden van mij en de leraar.

Dat maakt vijf.

Oh, de leraar komt met zijn vrouw.

In orde.

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest?

Een man en een vrouw zijn aan het praten.

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest?

Morgen vind het feest plaats.

Wie komen er naar het feest?

Wij tweetjes, twee vrienden van mij en de leraar.

Dat maakt vijf.

Oh, de leraar komt met zijn vrouw.

In orde.


19 - het feest 19 - вечеринка

Een man en een vrouw zijn aan het praten.

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest? How many people in total will come to the party?

****

Morgen vind het feest plaats.

Wie komen er naar het feest?

Wij tweetjes, twee vrienden van mij en de leraar. The two of us, two friends of mine and the teacher.

Dat maakt vijf.

Oh, de leraar komt met zijn vrouw.

In orde. Alright.

****

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest?

****

Een man en een vrouw zijn aan het praten.

Hoeveel mensen in totaal komen er naar het feest?

****

Morgen vind het feest plaats.

Wie komen er naar het feest?

Wij tweetjes, twee vrienden van mij en de leraar.

Dat maakt vijf.

Oh, de leraar komt met zijn vrouw.

In orde.