image

DutchPod101.com - Beginner, Basic Bootcamp - #3 Useful Phrases for Learning Dutch

Basic Bootcamp - #3 Useful Phrases for Learning Dutch

J: Ik heet Jacob.

J: Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands?

M: Kaas.

J: Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?

M: Kaas.

J: Kunt u langzamer spreken?

M: Kaas.

J: Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?

J: Laten we nog een keer luisteren, langzaam nu.

J: Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands?

M: Kaas.

J: Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?

M: Kaas.

J: Kunt u langzamer spreken?

M: Kaas.

J Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?

B: En nu met de vertaling. ! Jacob Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands? M Kaas.

J Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?

M Kaas.

J Kunt u langzamer spreken?

M Kaas.

J Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?

Jacob: pardon

Jacob: hoe

Jacob: zeg

Jacob: in

Jacob: het

Jacob: kaas

Jacob: begrijpen

Jacob: niet

Jacob: kunnen

Jacob: u

Jacob: herhalen

Jacob: langzamer

Jacob: spreken

Jacob: voor

Jacob: opschrijven

Jacob: alstublieft

J: Pardon.

“alstublieft”

J. “Uw paspoort alstublieft”, “your passport please”

J. “alstublieft”

“Pardon, hoe zeg ik “Cheese” in het Nederlands?”

“Pardon”

“hoe”

Hoe heet jij?

zeg

“Hoe zeg” “ik”, “I” , Hoe zeg ik, “in het Nederlands.“

J: “in het Nederlands”

J: “Pardon, hoe zeg ik “Cheese” in het Nederlands?”

J: “Pardon, hoe zeg ik “ticket” in het Nederlands?”

J: “Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?”

J: Begrijp, begrijp

“Sorry ik begrijp het niet!”

“herhalen”

J: “Kunt u het herhalen?”

J: “Kunt u langzamer spreken?”

J: het voor mij

J: Opschrijven, opschrijven, opschrijven.

J: Alstublieft

J: “Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?”

Dag!



Wilt u een taal leren?


Leer van deze tekst en duizende andere teksten zoals deze op LingQ.

  • Een grote bibliotheek met audio bestanden, allemaal met bijbehorende teksten
  • Revolutionaire studie gereedschappen
  • Een wereldwijde, interactieve lerende gemeenschap.

Online Talen Leren @ LingQ

Basic Bootcamp - #3 Useful Phrases for Learning Dutch

J: Ik heet Jacob.

J: Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands?

M: Kaas.

J: Sorry, ik begrijp het niet. J: Sorry, I don't understand. Kunt u het herhalen? Could you repeat that?

M: Kaas.

J: Kunt u langzamer spreken?

M: Kaas.

J: Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft? J: Can you write it down for me please?

J: Laten we nog een keer luisteren, langzaam nu. J: Let's listen again, slowly now.

J: Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands?

M: Kaas.

J: Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?

M: Kaas.

J: Kunt u langzamer spreken?

M: Kaas.

J Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?

B: En nu met de vertaling. B: And now with the translation. ! Jacob Pardon, hoe zeg ik "Cheese" in het Nederlands? ! Jacob Pardon, how do I say "Cheese" in Dutch? M Kaas.

J Sorry, ik begrijp het niet. J Sorry, I don't understand. Kunt u het herhalen? Could you repeat that?

M Kaas.

J Kunt u langzamer spreken?

M Kaas.

J Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?

Jacob: pardon Jacob: excuse me

Jacob: hoe Jacob: how

Jacob: zeg Jacob: say

Jacob: in Jacob: in

Jacob: het

Jacob: kaas

Jacob: begrijpen

Jacob: niet

Jacob: kunnen Jacob: can

Jacob: u

Jacob: herhalen

Jacob: langzamer

Jacob: spreken

Jacob: voor Jacob: for

Jacob: opschrijven

Jacob: alstublieft

J: Pardon.

“alstublieft”

J. “Uw paspoort alstublieft”, “your passport please”

J. “alstublieft”

“Pardon, hoe zeg ik “Cheese” in het Nederlands?”

“Pardon”

“hoe”

Hoe heet jij? What's your name?

zeg

“Hoe zeg” “ik”, “I” , Hoe zeg ik, “in het Nederlands.“ "How do I say", "I", How do I say, "in Dutch."

J: “in het Nederlands” J: "in Dutch"

J: “Pardon, hoe zeg ik “Cheese” in het Nederlands?” J: "Excuse me, how do I say" Cheese "in Dutch?"

J: “Pardon, hoe zeg ik “ticket” in het Nederlands?”

J: “Sorry, ik begrijp het niet. Kunt u het herhalen?”

J: Begrijp, begrijp

“Sorry ik begrijp het niet!”

“herhalen”

J: “Kunt u het herhalen?”

J: “Kunt u langzamer spreken?”

J: het voor mij J: it for me

J: Opschrijven, opschrijven, opschrijven.

J: Alstublieft

J: “Kunt u het voor mij opschrijven alstublieft?”

Dag!

×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.