Machine learning in 90 seconden #WetenSNAP #machinelearning
Een klassiek computerprogramma voert exact uit
wat de programmeur erin heeft gezet.
Niet meer, niet minder.
Bijvoorbeeld: robotje, rijd naar de overkant van de tafel.
Maar er zijn ook computers die zichzelf iets kunnen aanleren
en laten we ook kunnen bijleren, net zoals wij mensen.
In het begin kunnen die computers nog niets,
maar ze zijn geprogrammeerd om te leren uit data.
En na een tijdje oefenen kunnen ze nieuwe dingen.
Dat noemen we machinaal leren, of in het Engels machine learning.
Hoe leert een machine?
Als ik jou deze foto laat zien, of deze, of deze,
dan weet jij: dat is een kat.
Een computer weet dat niet.
Je zou een computerprogramma kunnen schrijven
met regels die beschrijven wanneer een dier een kat is.
Bijvoorbeeld: als het puntige oren heeft, is het een kat.
Maar andere dieren hebben soms ook puntige oren.
Je zou dus duizenden regels moeten schrijven
om zo'n programma goed te laten werken.
Of we laten de computer zelf leren.
We voeden die computer met miljoenen foto's van katten
en we zeggen erbij: dit zijn katten.
De computer analyseert dan elke foto
en ziet patronen en gelijkenissen tussen die foto's.
Hoe meer voorbeelden van katten een computer krijgt,
hoe beter hij zal weten wat een kat is en wat niet.
Dit soort machine learning zit ook in de gezichtsherkenning op je gsm
of achter de advertenties op social media.
Kortom, machine learning is overal rond jou aanwezig.