×

We gebruiken cookies om LingQ beter te maken. Als u de website bezoekt, gaat u akkoord met onze cookiebeleid.


image

Les 15 In het weekend

Les 15 In het weekend

In het weekend 1 - Wat heb je het afgelopen weekend gedaan} Ik heb een druk weekend gehad.

Eerst heb ik boodschappen gedaan op de markt. Ik heb groenten, vis en fruit gekocht. Op weg naar huis heb ik ergens midden op straat bloemen gekocht voor een vriendin. 5 - En 's avonds? Ik was van plan bij je langs te gaan. Ik heb gebeld, maar je bleek niet thuis. Ik was bij die vriendin op bezoek. Ze is net terug van vakantie. - Waar is ze naartoe geweest? Naar Egypte. Toevallig ben ik daar ook pas geweest. 10 - Jullie hebben vast en zeker de hele avond over de vakantie gepraat. }2L, we hebben elkaar uitgebreid over onze ervaringen verteld. Een leuk onderwerp van gesprek. We hebben ook foto's bekeken die zij tijdens haar reis heeft gemaakt. En ik heb mijn foto's laten zien. - Hebben jullie niet dezelfde reis gemaakt? 15 Nee, zij reisde alleen, ik was met een groep. Dan ben je een stuk minder vrij. Maar het schijnt de beste manier te zijn om veel te zien. We hadden een vol programma. Ik heb hier wat foto's van de hele groep. Kijk, die vrouw in het midden had de leiding. Achter ons staat een gebouw... hoe noemen ze dat ook al weer? Ik vergeet het telkens, ik kan de naam niet onthouden. Maar een interessant land, hoor. Het heeft grote indruk op mij 20 gemaakt. Het was de moeite waard. Ben jij er ooit geweest? - Nee. Wij gaan meestal naar China. Daar komt mijn vrouw vandaan. Maar daarover vertel ik een andere keer wel meer.

Grammatica (13, 30) hebben

(gedaan, gekeken, ...) Wat heb je in het weekend gedaan?

Ik heb eerst tv gekeken en daarna met een vriendin foto's bekeken. Ze heeft op vakantie veel foto's genomen. Ze heeft niet alleen foto's gemaakt, maar ook foto's gekocht. We hebben elkaar over onze vakanties verteld en over vroeger gepraat. Daarna hebben we vrienden gebeld.

zijn

(gekomen, gebleven, ...) Een paar uur later zijn onze vrienden gekomen.

We zijn begonnen met eten om 9 uur en we zijn geëindigd om 12 uur. Iedereen is de hele avond gebleven. Bijna iedereen is laat vertrokken. We waren de tijd vergeten. Zelf ben ik pas in de nacht naar huis gegaan.


Les 15 In het weekend

In het weekend 1 - Wat heb je het afgelopen weekend gedaan} Ik heb een druk weekend gehad.

Eerst heb ik boodschappen gedaan op de markt. Ik heb groenten, vis en fruit gekocht. Op weg naar huis heb ik ergens midden op straat bloemen gekocht voor een vriendin. 5 - En 's avonds? Ik was van plan bij je langs te gaan. I was going to visit you. Eu pretendia visitá-lo. Ik heb gebeld, maar je bleek niet thuis. Ik was bij die vriendin op bezoek. Eu estava visitando aquele amigo. Ze is net terug van vakantie. Ela acabou de voltar de férias. - Waar is ze naartoe geweest? - Where did she go? - Onde ela foi? Naar Egypte. Toevallig ben ik daar ook pas geweest. I happened to be there too. 10 - Jullie hebben vast en zeker de hele avond over de vakantie gepraat. 10 - You have certainly talked about the holiday all evening. }2L, we hebben elkaar uitgebreid over onze ervaringen verteld. Een leuk onderwerp van gesprek. We hebben ook foto’s bekeken die zij tijdens haar reis heeft gemaakt. En ik heb mijn foto’s laten zien. E eu mostrei minhas fotos. - Hebben jullie niet dezelfde reis gemaakt? 15 Nee, zij reisde alleen, ik was met een groep. Dan ben je een stuk minder vrij. Então você é muito menos livre. Maar het schijnt de beste manier te zijn om veel te zien. Mas parece ser a melhor maneira de ver muito. We hadden een vol programma. Ik heb hier wat foto’s van de hele groep. Kijk, die vrouw in het midden had de leiding. Olha, aquela mulher no meio estava no comando. Achter ons staat een gebouw... hoe noemen ze dat ook al weer? Atrás de nós é um edifício ... o que eles chamam de novo? Ik vergeet het telkens, ik kan de naam niet onthouden. Maar een interessant land, hoor. Het heeft grote indruk op mij 20 gemaakt. Isso causou uma grande impressão em mim 20. Het was de moeite waard. Ben jij er ooit geweest? Você já esteve lá? - Nee. Wij gaan meestal naar China. Daar komt mijn vrouw vandaan. Maar daarover vertel ik een andere keer wel meer.

Grammatica (13, 30) hebben

(gedaan, gekeken, ...) Wat heb je in het weekend gedaan?

Ik heb eerst tv gekeken en daarna met een vriendin foto’s bekeken. Ze heeft op vakantie veel foto’s genomen. Ze heeft niet alleen foto’s gemaakt, maar ook foto’s gekocht. We hebben elkaar over onze vakanties verteld en over vroeger gepraat. Daarna hebben we vrienden gebeld.

zijn

(gekomen, gebleven, ...) Een paar uur later zijn onze vrienden gekomen.

We zijn begonnen met eten om 9 uur en we zijn geëindigd om 12 uur. We started eating at 9 am and we finished at 12 noon. Iedereen is de hele avond gebleven. Bijna iedereen is laat vertrokken. We waren de tijd vergeten. Zelf ben ik pas in de nacht naar huis gegaan.