Onvoltooid Verleden Tijd

  1. Toen ik het vanochtend met hem had over wat er vorige week dinsdag was gebeurd, zei hij dat hij de volgende dag naar Parijs vetrok.

  2. Toen ik het er vorige week dinsdag met hem over had, zei hij dat hij de volgende dag naar Parijs vetrok.

Is ‘vertrok’ de juiste werkwoordsvorm in de beide situaties?

In het Engels kan dat toch niet. In de eerste situatie zou men wel “left” (simple past) zeggen, maar in de tweede niet. Het moet “was leaving” (past progressive) zijn.

  1. When I talked to him earlier today about last Tuesday, he said he left for Paris the next day. [i.e. he said that he did indeed leave last Wednesday]

  2. When I talked to him last Tuesday, he said he was leaving for Paris the next day. [i.e. he said he was going to / planning to leave on Wednesday]

1 Like

Nee, in beide zinnen past “vertrok” niet bij mijn taalgevoel. In beide zinnen 1) en 2) zou ik “zou vertrekken” gebruiken. Wat mij stoort is dat “de volgende dag” naar de toekomst wijst, terwijl “vertrok” verleden tijd is (Past Tense).

1 Like

Dank je, Fasulye. De reden voor mijn vraag is omdat ik een boek heb, namelijk Advanced Writing in English: A Guide for Dutch Authors, dat geeft de volgende vertaling:

He said he was leaving for Paris the next day. Hij zei dat hij de volgende dag naar Parijs vertrok

Die valt onder het kopje “future arrangements in the past.” Maar je ziet ook dat het indirecte rede is. En daarin ligt het probleem.

  1. Als je zei: “Ik vertrek de volgende dag naar …” dan volgens mij gaat het over wat je van plan bent. “Morgen ga ik vroeg naar Berlijn en ik blijf daar tot en met zondag. Ik vertrek de volgende dag naar Parijs.”

  2. Als je zei: “Ik vertrok de volgende dag naar …” dan volgens mij gaat het over wat je vroeger heb gedaan. “Op 20 November landde ik in Buenos Aires en ik vertrok de volgende dag naar Iguazu.”

Maar indirecte rede is wat anders.

  1. “Ze zei dat ze in Berlijn tot en met zondag zou zijn en de volgende dag naar Parijs zou vertrekken.”

  2. geen idee! “Hij zei dat hij op 20 November naar Buenos Aires ging, maar de volgende dag naar Iguazu vertrok.” ???

Misschien in dit geval kan dat “vertrok” zijn. Weet IK veel. Dat kan wel in het Engels: He said he went to Buenos Aires on November 20, but left for Iguazu the following day.

Maar indirecte rede, namelijk in de verleden tijd, brengt me altijd in de war.

Terug naar het voorbeeld uit het boek:

In het Engels: He said, “I’m leaving for Paris tomorrow.” Indirecte rede: He said he was leaving for Paris the next day. (let wel: het gaat over “tomorrow,” niet per se “de volgende dag.”)

In het Nederlands… Hij zei: “Ik vertrek morgen naar Parijs.” Indirecte rede: Hij zei dat hij de volgende dag naar Parijs ???vertrok???.

Hoe kan dat? Om te zeggen (tenminste in dit geval) dat iemand de volgende dag “vertrok,” komt me ook vreemd voor, alhoewel ik begrijp dat de twee werkwoorden (“zei” en “vertrok”) akkoord zijn met elkaar.

Ik ben het met je eens, in dit geval moet het “zou vertrekken” zijn. Indirecte rede: Hij zei dat hij de volgende dag naar Parijs zou vertrekken.

Nog eens bedankt, Fasulye

Groet,
Bruce

1 Like

Graag gedaan, Bruce. Misschien kan Silvia ook nog uitleg geven over deze kwestie?

2 Likes