Woord voor woord - les 6
hallo
welkom bij woord voor woord
dit is les zes, de computer
ik sta bij de computer. bij
ik sta bij het bord
ik sta naast het bord. ik sta bij het bord.
ik sta naast de computer
ik sta bij de computer. achter de computer
naast de computer
ik sta voor de computer
ik sta bij de computer. bij. bij.
ik sta bij de computer
de pen is op het boek
de pen ligt. de pen staat niet.
de pen ligt. de pen ligt naast het boek
de pen ligt bij het boek
ik doe de pen in het boek
de pen ligt in het boek
ik pak de pen uit het boek
ik leg de pen naast het boek
ik leg de pen bij de computer
waar is de pen?
de pen ligt bij de computer
ik zit bij de computer
de computer is uit
ik doe de computer aan
de telefoon. de telefoon is uit. ik doe de telefoon aan.
de telefoon is aan
uit, aan. het licht is aan. het licht is uit.
het licht is aan. de computer is aan.
ik pak de koptelefoon
de koptelefoon
het hoofd. mijn hoofd. mijn hoofd.
de koptelefoon
ik zet de koptelefoon op mijn hoofd
ik doe de koptelefoon in de computer
dit is de muis. de muis.
ik klik op de muis
ik klik één keer. ik klik twee keer.
ik klik twee keer snel
ik klik twee keer langzaam
dat is niet goed. langzaam is niet goed
snel klikken is goed. ik klik twee keer snel.
ik klik één keer
dit zijn de toetsen
toets, de toets, de toets. toetsen.
ik druk op een toets.
ik druk op een toets. ik druk. ik druk. ik druk.
ik type
ik druk op drie toetsen. ik druk op...
ik type tas
ik druk op twee toetsen. de één, de nul.
ik type tien. ik druk op zes toetsen
ik type mijn naam. mijn naam
de computer, de toetsen, de muis, de koptelefoon
ik druk. ik type. ik type dit was les 6.
dit was les 6.
tot de volgende les