×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.


image

Les 3 Ik leer Nederlands

Les 3 Ik leer Nederlands

Ik leer Nederlands

Waarom leer jij Nederlands? - Omdat ik nu in Nederland woon.

Het is belangrijk dat ik Nederlands ken. Waarom is dat zo belangrijk?

- Op school, op het werk, in de winkel, overal spreekt men Nederlands.

5 Hoe leer je Nederlands?

- Ik heb les op een school.

We gebruiken een boek en cassettes. De kleur van het boek is groen.

We noemen dat boek daarom 'Het Groene Boek'. Praten jullie veel?

- O ja.

De leraar stelt vragen: 'Hoe heet jij? ', I n welke stad of in welk dorp woon jij? 10 'Waar ben je geboren?

', 'Waarom leer je Nederlands? En wij geven antwoord.

De leraar spreekt langzaam en duidelijk. Hij spreekt niet snel En vind je Nederlands een moeilijke taal?

- Nee, Nederlands is niet moeilijk.

Ik vind Nederlands tenminste geen moeilijke taal. Ik vind Nederlands gemakkelijk.

Alle talen zijn trouwens gemakkelijk. 15.Kleine kinderen leren een taal zonder les en zonder boek.

Maar ze luisteren wel goed.


Les 3 Ik leer Nederlands Lesson 3 I'm learning Dutch Урок 3 Я изучаю голландский язык

Ik leer Nederlands I'm learning Dutch

Waarom leer jij Nederlands? Why do you learn Dutch? - Omdat ik nu in Nederland woon. - Because I live in the Netherlands now.

Het is belangrijk dat ik Nederlands ken. It is important that I know Dutch. Waarom is dat zo belangrijk? Why is that so important?

- Op school, op het werk, in de winkel, overal spreekt men Nederlands. - At school, at work, in the store, people speak Dutch everywhere.

5 Hoe leer je Nederlands? 5 How do you learn Dutch?

- Ik heb les op een school. - I have a school lesson.

We gebruiken een boek en cassettes. We use a book and cassettes. De kleur van het boek The color of the book is groen. is green.

We noemen dat boek daarom 'Het Groene Boek'. We therefore call that book 'The Green Book'. Praten jullie veel? Do you talk a lot?

- O ja. - Oh yeah.

De leraar stelt vragen: 'Hoe heet jij? The teacher asks questions: 'What is your name? Le professeur pose des questions : 'Comment t'appelles-tu ? ', I n welke stad of in welk dorp woon jij? ', In which city or village do you live? 10 'Waar ben je geboren? 10 'Where were you born?

', 'Waarom leer je Nederlands? ', 'Why do you learn Dutch? En wij geven antwoord. And we answer.

De leraar spreekt langzaam en duidelijk. The teacher speaks slowly and clearly. Hij spreekt niet snel He doesn't speak quickly En vind je Nederlands een moeilijke taal? And do you find Dutch a difficult language?

- Nee, Nederlands is niet moeilijk. - No, Dutch is not difficult.

Ik vind Nederlands tenminste geen moeilijke taal. At least I don't find Dutch a difficult language. Au moins, je ne trouve pas le néerlandais une langue difficile. Ik vind Nederlands gemakkelijk. I find Dutch easy. Je trouve le néerlandais facile.

Alle talen zijn trouwens gemakkelijk. All languages are easy, by the way. Au fait, toutes les langues sont faciles. 15.Kleine kinderen leren een taal zonder les en zonder boek. 15\. Small children learn a language without a lesson and without a book.

Maar ze luisteren wel goed. But they do listen well.