×

We use cookies to help make LingQ better. By visiting the site, you agree to our cookie policy.


image

Gevoel en verstand door Jane Austen, 06 Hoofdstuk 6

06 Hoofdstuk 6

Het eerste gedeelte van de reis werd afgelegd in een al te treurige stemming, om anders dan vervelend en onaangenaam te zijn.

Doch toen zij het eind ervan naderden, won hun belangstelling in het voorkomen van de streek, waar zij thans zouden wonen, het van hunne neerslachtigheid, en het uitzicht op Barton Valley stemde hen bijna vroolijk. Het was een mooie, vruchtbare plek, met veel bosschen en weiland. Na den loop van het dal meer dan een mijl lang gevolgd te hebben, kwamen zij aan hun eigen huis. Een klein omheind grasveld was al wat er bij behoorde aan de voorzijde, en een eenvoudig hekje verleende hun toegang. Als huis beschouwd, was Barton Cottage, hoewel klein, toch geriefelijk en beknopt; maar als landelijk buitenhuisje liet het te wenschen over; daar het regelmatig van bouw en met pannen gedekt was, terwijl noch de luiken groen waren geverfd, noch de muren begroeid met kamperfoelie.

Een smalle gang leidde recht door het huis naar den daarachter gelegen tuin. Ter weerszijden van de voordeur was een zitkamer van ruim vijf meter in het vierkant; daarachter lagen de keuken met bijkeukens, en de trap. Verder waren er nog vier slaapvertrekken en twee zolderkamers. Het was nog niet zeer lang geleden gebouwd en goed onderhouden. Vergeleken bij Norland was het wel héél nederig en klein!—doch de tranen, door die herinnering te voorschijn geroepen bij hun binnentreden, waren spoedig gedroogd. De blijdschap van de dienstboden over hunne komst vroolijkte hen een weinig op, en ieder besloot terwille van de anderen zich verheugd te toonen. Het was in 't begin van September; de mooiste tijd van het jaar, en door de omgeving voor het eerst te zien bij goed weer, ontvingen zij een gunstigen indruk, die belangrijk medewerkte om hun blijvende goede meening er omtrent te bevestigen. Het huis was aangenaam gelegen. Vlak er achter, en op geringen afstand aan beide zijden, rezen hooge heuvels op; sommige vrij en open, met glooiende hellingen, andere bebouwd en bedekt met bosch. Het dorp Barton lag grootendeels op een dier heuvels, en leverde een aardig uitkijkje van uit de vensters van het huis. Aan de voorzijde was het uitzicht ruimer; men overzag van hier de geheele vallei, en zelfs een gedeelte van de streek die eraan grensde. De heuvels, die het huisje omringden, sloten het dal aan die zijde af; onder een anderen naam en in een andere richting vertakte het zich weer, waar twee der hoogste samenkwamen. Over de grootte van het huis en over de meubileering was Mevrouw Dashwood over 't geheel wel voldaan; want ofschoon haar vorige levenswijze menige toevoeging aan het meubilair onontbeerlijk deed schijnen, juist in dat aanschaffen en verfraaien had zij veel plezier; en voor het oogenblik had zij genoeg gereed geld, om zich alles te kunnen veroorloven wat vereischt werd, om haar vertrekken smaakvol in te richten.

“Wat het huis zelf betreft,” zeide zij, “het is te klein voor ons gezin; maar we kunnen ons voorloopig er vrij goed in bewegen, en het is nu te laat in het jaar om verbeteringen aan te brengen. Misschien kunnen we in 't voorjaar, als ik ruim bij kas ben, zooals ik wel denk dat 't geval zal zijn, aan bouwen gaan denken. De voorkamers zijn beide te klein voor het aantal gasten, dat ik hier dikwijls hoop bijeen te zien, en ik denk erover om de gang met de eene kamer te laten samenvallen, en misschien ook nog een gedeelte van de andere, zoodat de overblijvende ruimte als vestibule kan dienen; als daar dan een nieuwe salon wordt aangebouwd, wat gemakkelijk kan, met nog een slaap- en zolderkamer erboven, dan wordt het werkelijk een gezellig huisje. Als de trap nu maar mooier was. Maar men kan niet alles verwachten; hoewel ik denk dat het niet moeilijk zou zijn die te verbreeden. Ik zal eens zien hoe florissant het er uitziet met mijn financiën in het voorjaar, en daarvan onze bouwplannen laten afhangen.” Intusschen waren zij, totdat al die veranderingen zouden worden bekostigd uit wat er gespaard kon worden op een inkomen van vijfhonderd pond, door iemand, die nooit in haar leven sparen geleerd had, wel zoo wijs om tevreden te zijn met het huis zooals het was, en ieder van haar was druk bezig haar eigen zaakjes in orde te brengen, en te pogen zich tusschen haar boeken en andere bezittingen een klein eigen thuis te vormen.

Marianne's piano werd uitgepakt en op de geschiktste plaats gezet, en Elinor's teekeningen werden aan den wand gehangen van hun zitkamer. In deze en dergelijke bezigheden werden zij den volgenden dag spoedig na het ontbijt reeds gestoord door de komst van den huiseigenaar, die hen kwam opzoeken om hen welkom te heeten te Baron en om hun alles aan te bieden, wat zijn huis en tuin opleverden, en waaraan in de hunne voorloopig misschien gebrek was.

Sir John Middleton was een knap man van omstreeks veertig jaar. Hij was vroeger wel eens te Stanhill gelogeerd geweest; maar dat was te lang geleden, dan dat zijne nichtjes zich hem nog konden herinneren. Hij had een vroolijk, vriendelijk gezicht, en zijn manieren waren even hartelijk als de toon van zijn brief. Hun komst scheen hem werkelijk veel plezier te doen en hun welzijn ging hem blijkbaar oprecht ter harte. Hij had het druk over zijn welgemeenden wensch naar een prettigen gezelligen omgang onder elkaar, en drong er zoo gul op aan, dat zij elken dag op Barton Park zouden komen dineeren tot hun huis beter op orde was, dat zij hem zijn dringend aanhouden niet kwalijk nemen konden, zelfs waar het de grenzen der beleefdheid bijna overschreed. Zijn vriendelijkheid bleef niet beperkt tot woorden; want nog geen uur nadat hij was heengegaan kwam er een groote mand vol groente en fruit van het Park; nog eer de dag voorbij was, gevolgd door een bezending gevogelte. Hij verkoos volstrekt al hun brieven voor hen af te halen en op de post te bezorgen, en wilde zich het genoegen niet laten ontzeggen, hun elken dag zijn courant te sturen. Lady Middleton had door haar man een beleefde boodschap laten zenden, waarin zij haar voornemen te kennen gaf, Mevrouw Dashwood een bezoek te brengen, zoodra zij zeker was, dat dit haar geen last zou veroorzaken, en daar die boodschap met een even beleefde uitnoodiging werd beantwoord, werd de bewuste dame reeds den volgenden dag aan hen voorgesteld.

Zij waren natuurlijk zeer benieuwd iemand te leeren kennen, van wie veel van hun genoegen te Barton zou afhangen; en het bevredigde hun gespannen verwachtingen, te zien, dat zij er zeer elegant uitzag.

Lady Middleton was niet ouder dan zes- of zeven en twintig; haar gezicht was knap; haar figuur imposant en forsch, en zij bewoog zich gemakkelijk. Haar manieren bezaten al de bevalligheid, die haar echtgenoot miste. Maar zij zouden toch hebben gewonnen door een weinigje van zijn rondborstigheid en warmte, en haar bezoek duurde lang genoeg om hun aanvankelijke bewondering eenigszins te doen verminderen, toen zij bespeurden dat zij, ofschoon zeer beschaafde vormen bezittend, teruggetrokken en koel was, en niets ten beste had te geven dan de meest banale vragen en opmerkingen. Aan conversatie was overigens geen gebrek; want Sir John was uiterst spraakzaam; en Lady Middleton had de wijze voorzorg genomen, haar oudste kind mede te brengen, een mooi jongetje van omstreeks zes jaar; zoodat er altijd één onderwerp overbleef, waartoe de dames in geval van nood hare toevlucht konden nemen; want zij moesten natuurlijk informeeren naar zijn naam en leeftijd, zijn aardig gezichtje bewonderen, en hem vragen doen, die zijn moeder voor hem beantwoordde, terwijl hij zich aan haar vastklemde en zijn hoofdje liet hangen, tot groote verbazing van zijn mama, die niet kon begrijpen, waarom hij zoo verlegen was in gezelschap, daar hij leven genoeg kon maken tehuis.

Bij elk officieel bezoek moest er eigenlijk een kind van de partij zijn, bij wijze van reserve-onderwerp van gesprek. In het onderhavige geval werden tien minuten besteed aan de vraag of de jongen het meest op zijn vader of op zijn moeder geleek, en wààrin de bijzondere gelijkenis op beiden bestond; want natuurlijk verschilden allen van meening, en ieder was over de zienswijze der anderen zeer verbaasd. Weldra zouden de Dashwoods gelegenheid krijgen om ook over de andere kinderen van meening te wisselen; daar Sir John niet wilde heengaan, eer zij hem hadden beloofd den volgenden dag te komen eten op het Park.


06 Hoofdstuk 6

Het eerste gedeelte van de reis werd afgelegd in een al te treurige stemming, om anders dan vervelend en onaangenaam te zijn.

Doch toen zij het eind ervan naderden, won hun belangstelling in het voorkomen van de streek, waar zij thans zouden wonen, het van hunne neerslachtigheid, en het uitzicht op Barton Valley stemde hen bijna vroolijk. Het was een mooie, vruchtbare plek, met veel bosschen en weiland. Na den loop van het dal meer dan een mijl lang gevolgd te hebben, kwamen zij aan hun eigen huis. Een klein omheind grasveld was al wat er bij behoorde aan de voorzijde, en een eenvoudig hekje verleende hun toegang. Als huis beschouwd, was Barton Cottage, hoewel klein, toch geriefelijk en beknopt; maar als landelijk buitenhuisje liet het te wenschen over; daar het regelmatig van bouw en met pannen gedekt was, terwijl noch de luiken groen waren geverfd, noch de muren begroeid met kamperfoelie.

Een smalle gang leidde recht door het huis naar den daarachter gelegen tuin. Ter weerszijden van de voordeur was een zitkamer van ruim vijf meter in het vierkant; daarachter lagen de keuken met bijkeukens, en de trap. Verder waren er nog vier slaapvertrekken en twee zolderkamers. Het was nog niet zeer lang geleden gebouwd en goed onderhouden. Vergeleken bij Norland was het wel héél nederig en klein!—doch de tranen, door die herinnering te voorschijn geroepen bij hun binnentreden, waren spoedig gedroogd. De blijdschap van de dienstboden over hunne komst vroolijkte hen een weinig op, en ieder besloot terwille van de anderen zich verheugd te toonen. Het was in 't begin van September; de mooiste tijd van het jaar, en door de omgeving voor het eerst te zien bij goed weer, ontvingen zij een gunstigen indruk, die belangrijk medewerkte om hun blijvende goede meening er omtrent te bevestigen. Het huis was aangenaam gelegen. Vlak er achter, en op geringen afstand aan beide zijden, rezen hooge heuvels op; sommige vrij en open, met glooiende hellingen, andere bebouwd en bedekt met bosch. Het dorp Barton lag grootendeels op een dier heuvels, en leverde een aardig uitkijkje van uit de vensters van het huis. Aan de voorzijde was het uitzicht ruimer; men overzag van hier de geheele vallei, en zelfs een gedeelte van de streek die eraan grensde. De heuvels, die het huisje omringden, sloten het dal aan die zijde af; onder een anderen naam en in een andere richting vertakte het zich weer, waar twee der hoogste samenkwamen. Over de grootte van het huis en over de meubileering was Mevrouw Dashwood over 't geheel wel voldaan; want ofschoon haar vorige levenswijze menige toevoeging aan het meubilair onontbeerlijk deed schijnen, juist in dat aanschaffen en verfraaien had zij veel plezier; en voor het oogenblik had zij genoeg gereed geld, om zich alles te kunnen veroorloven wat vereischt werd, om haar vertrekken smaakvol in te richten.

“Wat het huis zelf betreft,” zeide zij, “het is te klein voor ons gezin; maar we kunnen ons voorloopig er vrij goed in bewegen, en het is nu te laat in het jaar om verbeteringen aan te brengen. Misschien kunnen we in 't voorjaar, als ik ruim bij kas ben, zooals ik wel denk dat 't geval zal zijn, aan bouwen gaan denken. De voorkamers zijn beide te klein voor het aantal gasten, dat ik hier dikwijls hoop bijeen te zien, en ik denk erover om de gang met de eene kamer te laten samenvallen, en misschien ook nog een gedeelte van de andere, zoodat de overblijvende ruimte als vestibule kan dienen; als daar dan een nieuwe salon wordt aangebouwd, wat gemakkelijk kan, met nog een slaap- en zolderkamer erboven, dan wordt het werkelijk een gezellig huisje. Als de trap nu maar mooier was. Maar men kan niet alles verwachten; hoewel ik denk dat het niet moeilijk zou zijn die te verbreeden. Ik zal eens zien hoe florissant het er uitziet met mijn financiën in het voorjaar, en daarvan onze bouwplannen laten afhangen.” Intusschen waren zij, totdat al die veranderingen zouden worden bekostigd uit wat er gespaard kon worden op een inkomen van vijfhonderd pond, door iemand, die nooit in haar leven sparen geleerd had, wel zoo wijs om tevreden te zijn met het huis zooals het was, en ieder van haar was druk bezig haar eigen zaakjes in orde te brengen, en te pogen zich tusschen haar boeken en andere bezittingen een klein eigen thuis te vormen.

Marianne’s piano werd uitgepakt en op de geschiktste plaats gezet, en Elinor’s teekeningen werden aan den wand gehangen van hun zitkamer. In deze en dergelijke bezigheden werden zij den volgenden dag spoedig na het ontbijt reeds gestoord door de komst van den huiseigenaar, die hen kwam opzoeken om hen welkom te heeten te Baron en om hun alles aan te bieden, wat zijn huis en tuin opleverden, en waaraan in de hunne voorloopig misschien gebrek was.

Sir John Middleton was een knap man van omstreeks veertig jaar. Hij was vroeger wel eens te Stanhill gelogeerd geweest; maar dat was te lang geleden, dan dat zijne nichtjes zich hem nog konden herinneren. Hij had een vroolijk, vriendelijk gezicht, en zijn manieren waren even hartelijk als de toon van zijn brief. Hun komst scheen hem werkelijk veel plezier te doen en hun welzijn ging hem blijkbaar oprecht ter harte. Hij had het druk over zijn welgemeenden wensch naar een prettigen gezelligen omgang onder elkaar, en drong er zoo gul op aan, dat zij elken dag op Barton Park zouden komen dineeren tot hun huis beter op orde was, dat zij hem zijn dringend aanhouden niet kwalijk nemen konden, zelfs waar het de grenzen der beleefdheid bijna overschreed. Zijn vriendelijkheid bleef niet beperkt tot woorden; want nog geen uur nadat hij was heengegaan kwam er een groote mand vol groente en fruit van het Park; nog eer de dag voorbij was, gevolgd door een bezending gevogelte. Hij verkoos volstrekt al hun brieven voor hen af te halen en op de post te bezorgen, en wilde zich het genoegen niet laten ontzeggen, hun elken dag zijn courant te sturen. Lady Middleton had door haar man een beleefde boodschap laten zenden, waarin zij haar voornemen te kennen gaf, Mevrouw Dashwood een bezoek te brengen, zoodra zij zeker was, dat dit haar geen last zou veroorzaken, en daar die boodschap met een even beleefde uitnoodiging werd beantwoord, werd de bewuste dame reeds den volgenden dag aan hen voorgesteld.

Zij waren natuurlijk zeer benieuwd iemand te leeren kennen, van wie veel van hun genoegen te Barton zou afhangen; en het bevredigde hun gespannen verwachtingen, te zien, dat zij er zeer elegant uitzag.

Lady Middleton was niet ouder dan zes- of zeven en twintig; haar gezicht was knap; haar figuur imposant en forsch, en zij bewoog zich gemakkelijk. Haar manieren bezaten al de bevalligheid, die haar echtgenoot miste. Maar zij zouden toch hebben gewonnen door een weinigje van zijn rondborstigheid en warmte, en haar bezoek duurde lang genoeg om hun aanvankelijke bewondering eenigszins te doen verminderen, toen zij bespeurden dat zij, ofschoon zeer beschaafde vormen bezittend, teruggetrokken en koel was, en niets ten beste had te geven dan de meest banale vragen en opmerkingen. Aan conversatie was overigens geen gebrek; want Sir John was uiterst spraakzaam; en Lady Middleton had de wijze voorzorg genomen, haar oudste kind mede te brengen, een mooi jongetje van omstreeks zes jaar; zoodat er altijd één onderwerp overbleef, waartoe de dames in geval van nood hare toevlucht konden nemen; want zij moesten natuurlijk informeeren naar zijn naam en leeftijd, zijn aardig gezichtje bewonderen, en hem vragen doen, die zijn moeder voor hem beantwoordde, terwijl hij zich aan haar vastklemde en zijn hoofdje liet hangen, tot groote verbazing van zijn mama, die niet kon begrijpen, waarom hij zoo verlegen was in gezelschap, daar hij leven genoeg kon maken tehuis.

Bij elk officieel bezoek moest er eigenlijk een kind van de partij zijn, bij wijze van reserve-onderwerp van gesprek. In het onderhavige geval werden tien minuten besteed aan de vraag of de jongen het meest op zijn vader of op zijn moeder geleek, en wààrin de bijzondere gelijkenis op beiden bestond; want natuurlijk verschilden allen van meening, en ieder was over de zienswijze der anderen zeer verbaasd. Weldra zouden de Dashwoods gelegenheid krijgen om ook over de andere kinderen van meening te wisselen; daar Sir John niet wilde heengaan, eer zij hem hadden beloofd den volgenden dag te komen eten op het Park.